„Ik proef in Johannes Paulus de warmte van het evangelie. Zeker" Bevers op proef naar Biesbosch VOORZITTER GEREFORMEERDE SYNODE DR. H. J. KOUWENHOVEN: beta daan e 1,J VLAA :n d| ker". VLAARDINGEN „Zeker, ze- beaamt dr. H. J. Kouwenho- \ve<J ven- ..van de paus gaat iets vader- conc l'jks uit dat ook mij kan ontroeren. WJ In Rome heb ik eens een massale audiëntie van Paulus VI meege- di Een man van wie werd ge- zefid dat hij nogal theoretisch was b( georiënteerd, dat hij een theologi- dag sc^e technocraat was. Maar het te- rotej gendeel bleek het geval. Wat hij zei |e \X en de manier waarop hij het zei, te- nadJ midden van die duizenkoppige me- con| n'gte. bracht een golf van evange- m d; lisch enthousiasme teweeg. Ook de zulle huidige paus, Johannes Paulus II, Daal heeft dat begenadigde van: de man ijkhj met vaderlijke wijsheid. Toen hij afnj daar in Lourdes langs de rijen zie- en 0 ken liep, stakkers in bedden en op >n Jj rolstoelen, zag ik een man die zich nadrukkelijk betrokken wist bij het omi< lijden van de mensheid. Ik proefde t VO( daarin: de warmte van het evange- ht bi he- Voor mijn part zeg ook maar: dhei het herderschap voor de schapen, c N. mi tegi „Als protestant hoop ik dat de paus grotere pluriformiteit zal toelaten" ïtrel leeg. Ja hoor. Beslist. En ik weiger te c veronderstellen dat er zoiets als een toneelmatige pose bij kwam kij- ze ken Drie wanden van Kouwenhovens bet< studeerkamer zijn van de vloer tot ona] het plafond bedekt met boeken. wi Boeken over het Boek. Het raam in cer de vierde wand kijkt uit op een a kerk. Dr. H. J. Kouwenhoven is ils 2 predikant in Vlaardingen en voor weg zitter van de Generale Synode der h, Gereformeerde Kerken in Neder land. Anders dan de meeste kerke- IER lijke organisaties die een uitnodi- ging ontvingen voor een ontmoe- ting met de paus, reageerden de ge- 4 reformeerden met een volmondig ^roj „ja" op de invitatie. „De. gedachte vaf dat je wensen of voorwaarden aan zo'n ontmoeting zou kunnen kop- pelen, is bij ons eenvoudig niet op gekomen". zegt de synode-voorzit- ter. „Wij hebben als uitgangspunt JM genomen onze groeiende relatie met de rooms-katholieken in Ne- '®e! derland en gezegd: door de uitnodi- 'J ging te aanvaarden kunnen we e/? I onze verbondenheid nog eens extra benadrukken. Met ons .ja" geven we te kennen dat we de oecumene 4 graag verder uitbreiden". j Toch behoort juist het pausschap nf\ van oudsher tot de belangrijkste Dr. H. J. Kouwenhoven: „Sleutelbegrippen in de boodschap van Christus als nederigheid en zachtmoedigheid laten zich nu eenmaal niet vertolken door uiterlijk vertoon". geschilpunten tussen de rooms-ka- tholieke en de reformatorische ker ken. Fundamentele kritiek van de Réformatie was immers dat de paus niet mocht worden gezien als plaatsbekleder van Christus op aar de en daarom ook niet als belicha ming van het absolute leergezag. Gehoorzaamheid aan God betekent gehoorzaamheid aan het Woord van God en dus aan de H. Schrift, aldus de Reformatie. Niet naar de paus maar naar het evangelie moe ten we luisteren om op het spoor te komen welke weg de Kerk dient te gaan. De breedte van deze theologische kloof nam nog toe toen tijdens het Eerste Vaticaans Concilie de positie van de paus nader werd vastgesteld en de voorwaarden werden gefor muleerd waaronder hij onfeilbare uitspraken kan doen. „Dat leerstuk van de onfeilbaar heid", aldus Kouwenhoven, „was in de ogen van de reformatorische christenen de kroon op het hiërar chische denken waartegen nu juist zoveel bezwaar bestond. Daarmee werd theologisch de laatste hand gelegd aan de Kerk als een soort piramide naar de hemel. Boven aan de piramide stond de paus die zich dan ook al half in de hemel be vond. Daaronder had je de bis schoppen en de priesters. Aan de basis tenslotte de gewone mensen, die zich als een soort „horende kerk" verhielden tot de „lerende kerk" daarboven. De Reformatie heeft die piramidale overgang tus sen hemel en aarde steeds van de hand gewezen en zich op het stand punt gesteld: de hemel is daar bo ven, de aarde is hier beneden en op deze aarde heb je de gemeente van Christus die in al zijn geledingen even ver van die hemel verwijderd is. Aan een „lerende kerk" die zich al wat hogerop bevindt, heeft de Reformatie geen boodschap. De re formatorische lijn naar de hemel beperkt zich tot Gods Woord, de H. Schrift". Nuanceringen Van 1962 tot 1965 werd het Tweede Vaticaans Concilie gehouden en tij dens deze kerkvergadering onder ging de katholieke visie op de Kerk als een piramide belangrijke nuan ceringen. Over de interpretatie van de concilie-uitspraken bestaat in katholieke kring verschil van in zicht. Dat dr. Kouwenhoven zich voelt aangetrokken tot de „progres sieve" interpretatie zal geen ver wondering wekken. De Kerk als „volk Gods onderweg" is de conci liaire visie die hem in het bijzonder aantrekt. „In die notie van „volk Gods on derweg" komt een kerkvisie naar voren die veel minder hiërarchisch is, veel democratischer. Het „volk Gods", dat zijn we allemaal samen. De bisschoppen en de priesters be kleden binnen dat volk een lei dinggevende positie, maar zg staan niet dichter bij de hemel dan de andere gelovigen. Ze kunnen zich geen positie toedichten in de zin van: wij zullen het wel uitmaken. Nee, ze maken deel uit van een Kerk die in haar geheel een horen de, een luisterende houding moet aannemen. Dat is winst. In die vi- siè komen het katholieke en het re formatorische kerkbegrip een stuk dichter bij elkaar". Onderdeel van de bezinning in ka tholieke kring op het meer „hori zontaal" maken van de kerk is de discussie over de relatie tussen paus en bisschoppen. Het was kardinaal Alfrink die deze bezinning destijds aanblies met de stelling dat de kerk wordt geleid door „Petrus en de andere apostelen", waar men tot dan toe kortweg had gesproken van „Petrus en de apostelen". Een theologische slimmigheid die bena drukte dat Petrus zich niet kwalita tief onderscheidde van de andere leerlingen. En waarmee de kardi naal dus het gezag van de paiis (op volger van Petrus) naar hetzelfde „Moet dat nou, die pracht en praal vanhetVaticaan?" niveau bracht als dat van de bis schoppen (opvolgers van de andere apostelen). Dr. Kouwenhoven hoopt dat de vi sie" van Alfrink, waartegen het Va- ticaan zich vooralsnog krachtig verzet, op den duur toch de over hand zal krijgen in de katholieke kerk. „Kijk eens hier", zegt hij, „de rooms-katholieke kerk is een we reldkerk. Zo'n organisatie dient over een centraal lichaam te be schikken. Dat aan het hoofd daar van een paus staat, vind ik zeer aanvaardbaar. Dat die functie tra ditioneel wordt toegekend aan de bisschop van Rome, is voor mij ook geen punt. Maar waar de paus als plaatsbekleder van Christus wordt aangemerkt en als zodanig een kwaliteit krijgt toebedeeld die ver uitstijgt boven die van de andere bisschoppen, ja daar ga ik als refor matorisch christen steigeren. Chris tus, is mijn overtuiging, wenst zich niet door één persoon in het bijzon der te laten vertegenwoordigen maar door alle leden van zijn ge meente in gelijke mate. Door heel de Kerk". Intussen maakt Johannes Paulus II geen gebruik meer van de eretitel „plaatsbekleder van Christus". Hij laat zich bij voorkeur „opvolger van Petrus" noemen. Maar de extra kwaliteit, de extra heiligheid als het ware, en de extra volmachten waarover hij beschikt in vergelij king met de andere bischoppen, zijn gebleven. De paus heeft het laatste woord en dat ontleent hij, in de katholieke visie, aan het evan gelie-woord „Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen". Uitzonderingspositie „Tja", reageert Kouwenhoven, „om die passage draaien de theologische meningsverschillen en dat zal voor lopig ook nog wel zo blijven. Heeft Christus, toen Hij dat zei, werkelijk bedoeld dat petrus een uitzonde ringspositie zou innemen? Ik denk dat ik daar nog wel .ja" op zou kunnen zeggen als er mee bedoeld wordt dat Petrus tijdens zijn leven een vooraanstaande, leidinggeven de positie zou mogen bekleden te midden van de andere apostelen. Maar als hieruit wordt afgeleid dat Christus een rangorde heeft aange bracht onder de apostelen en een kwalitatief verschil heeft aangege ven tussen Petrus en de anderen, dan zeg ik: nee, dat lees ik er be paald niet in. Ik kan dus ook niet geloven dat er van God naar de paus. een directe lijn zou lopen die op de een of andere manier krach tiger is dan de lijnen die naar ie dereen in de Kerk lopen. Daarom is Petrus' opvolger voor mij aan vaardbaar als voorzitter van het bisschoppencollege, maar meer ook niet". Het „extra" van de bisschop van Rome in vergelijking met de ande re bisschoppen krijgt ritueel reliëf in de luxe waarmee hij wordt om geven. Ook dat aspect van het pausschap heeft de reformatorische christenen van oudsher bevreemd. De voorzitter van de gereformeer de synode. „Die li/xe doet bij mij de vraag rijzen: maar welke positie heeft Christus zelf dan willen inne men temidden van de mensen? Christus noerqt zichzelf „de dienst knecht" en Hij zegt: „Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen". Nou, die bood schap laat zich slecht vertolken door een leraar die zich omringt met uiterlijk vertoon. Let wel, ik zeg niet dat die uiterlijkheden on vermijdelijk afbreuk doen aan de verkondiging van de Kerk En ik denk ook eigenlijk best dat iedere paus voor zichzelf een heel sober leven heeft geleid. Maar in zijn op treden naar buiten komt dat na tuurlijk allerminst naar voren En dan stel ik dus toch de vraag: moet dat nou, die pracht en praal van het Vaticaan en al dat andere pom peus gedoe? Moet de paus zijn die naarschap niet ook gestalte geven door openlijke soberheid^ Sleutel begrippen in de boodschap van Christus als nederigheid en zacht moedigheid laten zich nou eenmaal niet vertolken door uiterlijk ver toon". Het uiterlijk vertoon brengt het ge sprek op de haast grenzeloze reis lust van de huidige paus en daar voor heeft Kouwenhoven grote waardering. „Ik kan voor die tallo ze reizen geen ander motief beden ken dan dat Johannes Paulus zo dicht mogelijk bij de mensen wil zijn. Hij heeft kennelijk een diep gens in de Kerk". Maar of hij die verlangens ook ho noreert? Veelvormigheid „Ja, dat is de vraag. Of hij dat tot nu toe voldoende heeft gedaan, be twijfel ik. Aanknopend bij zijn komst naar Nederland, wil ik als protestant dan ook de hoop uitspre ken dat de paus aanvaardt dat men in Nederland op een andere wijze katholiek wil of durft te zijn dan in pak-weg Italië of Polen. Ik hoop „De lijn van God naar de paus is niet krachtiger dan naar wie ook in de Kerk" dat hij een grotere veelvormigheid in geloofsbeleving zal toelaten dan tot nu toe is gebeurd. Niet op de laatste plaats waar het een geloofs beleving betreft die oecumenisch is georiënteerd. Wat dit betreft hoop ik ook dat de paus een einde maakt aan de neiging van de Romeinse curie om voortdurend allerlei blok kades op te werpen die de oecume nische samenwerking benadelen. Ik zou willen dat de paus, meer dan de curie, oog krijgt voor wat er nou wezenlijk gaande is in de we reld". Vanuit deze houding wenst de voorzitter van de gereformeerde synode de bisschop van Rome straks een warm onthaal toe in de Nederlandse kerkprovincie. Zoals zovelen zal Kouwenhoven ander maal onder de bekoring komen van wat hij zelf noemt „de evange lische warmte" van de paus. En an dermaal zal hij daarbij denken: „Maar laat deze vaderlijke zacht moedigheid vooral niet gefixeerd worden op deze enkeling. Vaderlij ke zachtmoedigheid is iets dat pre sent moet zijn in heel de gemeente van Christus. Iedereen moet voor de ander Christus vertegenwoordi gen. Gewoon, Jan voor Margreet, ik voor jou". WILLEM SCHEER ,.Op mijn beurt zeg Ik u;", zo richt Jezus zich in het Mattheus-evangelie tot de visser Simon Bar Jona, ,,Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen". Van 11 tot 15 mei brengt Petrus' opvolger Johannes Paulus II een bezoek aan Nederland. Bisschop van Rome en gezagvol voorzitter van het bisschoppencollege, is het volgens de rooms-katholieke leer zijn speciale taak de Kerk bijeen te houden; haar te bewaren in eenheid van belijden en leven. Hij is ook de eerste bestuurder en leraar van de Kerk en aan hem komt het recht toe nieuwe bisschoppen te benoemen. In een reeks van drie artikelen over de positie van de paus en de invulling van het pausschap door Johannes Paulus II kwam vorige week de progressief-katholieke godsdienstsocioloog dr. Walter Goddijn aan het woord. Volgende week een interview met de; orthodox-katholieke zenuwarts dr. A.E.M. van der Does de Willebois. Vandaag de voorzitter van de Gereformeerde Synode dr. H. J. Kouwenhoven: Christus wenst zich niet door één persoon in het bijzonder te laten vertegenwoordigen, maar door alle leden van zijn gemeente in gelijke mate". ZATERDAG 2 FEBRUARI 1985 Dé bever is al bijna 160 jaar uitgestorven in Neder land. Oorzaak: overbejaging. Het van oorsprong in heemse dier was zeer geliefd vanwege zijn waarde volle pels, zijn smakelijke vlees en zijn naar muskus ruikende geurstof. die vroeger werd gebruikt als medicijn tegen allerlei ziekten en tegenwoordig nog in de parfumindustrie wordt toegepast. Ook elders in Europa bleven weinig bevers over, alleen nog in Noorwegen, Rusland, bij de Rhone en de Elbe. Wel zijn de laatste jaren succesvolle pogingen gedaan de bever opnieuw uit te zetten, onder meer in West- en Oosl-Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Nu wordt ook in Nederland gepleit voor een herin troductie van de bever. Een werkgroep is tot de con clusie gekomen dat alle voorwaarden hiervoor aan wezig zijn. De geschikste gebieden zijn de Biesbosch en de Weerribben in de Kop van Overijssel. Staats bosbeheer heeft de voorstellen van de werkgroep overgenomen en in de loop van dit jaar wordt een besluit van het rijk verwacht over het plan een proef te nemen met het (opnieuw) uitzetten van bevers in de Biesbosch. Als alles goed gaat kunnen nog dit jaar de eerste be vers in ons land worden uitgezet. Wel zal er dan iets gedaan moeten worden aan zijn „status", want het beest geniet op grond van de Nederlandse wetgeving geen enkele bescherming. DEN HAAG De laatste bever in ons land werd in 1825 nabij Zwolle doodgeslagen Door een schipper, die een groot beest langszij zag komen. Wist de man veel dat het Neerlands laatste bever was Hij pakte een eind hout en sloeg het beest de hersens in. Dat betekende het einde van de laatste grote groep bevers in ons land Een andere grote nederzetting van bevers bevond zich al eerder in de Biesbosch. Hier hield de groep het uit tot in de achttiende eeuw. De laatste bever werd er al in 1791 doodgeschoten. Het gebied langs de IJssel bij Zwolle is nu niet meer geschikt voor bevers omdat de bossen er grotendeels zijn verdwenen. Maar de Biesbosch en ook de Weerribben zijn volgens drs. Toon van der Ouderaa, werkzaam bij de inspectie natuurbe houd van Staatsbosbeheer, uitermate geschikt. Beide gebieden bezitten een grote oeverlengte en een rijke vegetatie en met name in de Biesbosch zijn uitgestrekte wilgenbossen, een boomsoort die met graagte door de bever wordt gevreten. Het onderhoud van die wilgenbossen door de mens is een kostba re zaak „Dus kun je beter een stel bevers inhuren om wat open plekken te maken", zegt Toon van der Ouderaa. ,je brengt op die manier ook rrieer variatie aan in een wat leef tijd en structuur betreft eentonig bos". Proef van vijfjaar Wat de proef betreft is gekozen voor de Biesbosch omdat de biotoop daar nog iets beter geschikt is dan in de Weerribben. Beide gebieden zijn overigens groot genoeg om een levens krachtige groep van enkele tientallen tot honderden bevers te kunnen herbergen. De proef zal in elk geval een jaar of vijf duren. Als het experiment slaagt en daar twijfelt Van der Ouderaa en met hem de hele werkgroep geen moment aan dan kunnen ook in andere gebieden bevers worden uitgezet. „Vroeger zat de bever in heel Europa", vertelt Van der Oude raa. „maar omdat het beest altijd sterk bejaagd is geweest zijn er nu nog maar enkele restpopulaties. De nieuwe bevers ha len we uit Oost-Duitsland, uit het gebied Midden-Elbe. Dat komt enigermate overeen met de Biesbosch. We beginnen met het uitzetten van twee tot vier families, in totaal zijn dat tien tot twintig bevers. De jaren daarna willen we er nog en kele families bij plaatsen". Kans van slagen Hoe groot is de kans van slagen? Van der Ouderaa: „We veronderstellen, dat die erg groot is. Eigenlijk verwachten we geen problemen. Het is hun natuur lijke omgeving. De biotoop is geschikt en er is voldoende voedsel. Misschien dat zich in de beginfase wat problemen voordoen omdat de aantallen dan nog wat klein zijn Maar ook op andere plaatsen in Europa zijn bevers opnieuw uitge zet en in de meeste gevallen was dat zeer succesvol. De enke le keer dat het mis ging kwam doordat men niet de juiste techniek hanteerde". Wat zouden bevers voor schade kunnen aanrichten'* Van der Ouderaa: „In principe zouden ze schade aan land bouwgewassen kunnen veroorzaken en het waterpeil veran deren. Maar in Polen en Oost-Duitsland blijkt dat erg mee te vallen. Een bever versmaadt landbouwgewassen niet, maar hij begeeft zich zelden verder dan vijftig meter van het wa ter. Bovendien wordt in natte reservaten vrijwel geen land bouw bedreven. We verwachten dan ook niet veel schade. En bovendien zullen we ze gewoon weghalen als ze in de land- bouwgbicden gaan zitten" Wat de waterhuishouding betreft bestaat de invloed van de bever uit de bekende dammenbouw. waardoor het water wordt opgestuwd. In Nederland zal zich dit probleem nauwe lijks voordoen omdat de geschikte gebieden uitgebreide water oppervlakten bezitten met weinig peilverschil „En mocht een beverdam een keer in de weg liggen, dan kun je hem simpelweg afbreken", aldus Toon van der Ouderaa Volgens de werkgroep zijn de voordelen van de herintroduc tie van de bever veel groter vanwege zijn gunstige effect op de bossen, waarin Ed en Willem Bever en hun soortgenoten voor meer variatie kunnen zorgen „Bovendien", stelt Toon van der Ouderaa. „is er een ethisch argument om het beest weer in te voeren. De bever is namelijk destijds uitgeroeid door de mens. zijn natuurlijke omgeving is hier nog. wat is er dan op tegen hem hier weer uit te zgtten'*" GERRIT WOLTERS Bevers zijn in Nederland alleen nog maar aanwezig op oudo prenten: als hard werkende beesten die bomen omknagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 19