De tijd en de kunst I Prima thriller naar boek Sidney Sheldon Nederlandse film in 1985 Cekjaegomanl liflilIiiiiiiBii MINUIT KIJK INDE KRANT. 3INA l'ILM VRIJDAG 4 JANUARI 1985 PAGINA 17 breide Je ko- dplege een tefWrtMISttek® hou<Sng, joats veten zlcfi hem BYLON 21.15. isteravond overleed Otto 20, ,e' flilo, filmcriticus van deze rant. Door zijn langduri- e ziekbed heb ik, als zijn ïeest directe collega van ele jaren, tijd genoeg ge- ad om aan Otto te den- en. En in die tijd hebben g29io' oveel facetten van zijn leurrijke persoonlijkheid e revue gepasseerd, dat c niet weet of ik er maar honderdste van op pa- krijg. >tto was een bijzonder mens, dat was hij écht. Een film- ek vanaf het moment dat hij Is jongetje voor een dubbeltje zijn nichtje films ging zien ir zij net wèl en hij net niet leeftijd voor had. Tot de aatste uren van zijn leven. Avonds heeft zijn vrouw >g een plaat van Fred Astaire ior hem opgezet. Het moet .Shall we dance" zijn geweest, f misschien „Top Hat". Twee lms die, hoe ouder Otto verd, steeds sterker zijn favo- ieten werden. Om de droom, elegantie en het vakman- >chap van die films, met de schte wereld weggewerkt ach- èr het decor? Een feit is dat lij het met de wereld waarin lij moest werken moeilijker iad gekregen. Films propvol ;eweld, moeilijkdoenerij, de teruggang van het bioscoopbe drijf, het zat hem niet lekker, liet dat hij er al te treurig van werd, want je hoefde hem er maar bij een borrel over aan de praat te zetten en hij bor relde over van cynische „bon mots". Want humor was zijn leven lang zijn sterkste wapen. Een humor waarmee hij Tachtig door mensen heen :on prikken, maar zichzelf evenmin buiten schot hield. Otto begon bij de krant als te kenaar. Hij heeft ongelooflijk lang, dag in dag uit, zijn strip op de voorpagina volgehou den. Een strip waarop hij met dat gevoel voor humor dat hij herkende bij de groten van de slapstick, bij Chaplin, bij voor al Laurel Hardy, het lood- ZOO (SEORSE ORWEll TbCHGEyK KRJ&EM MET 4^2,4 f Otto Milo's laatste nieuwsjaarkaart. zware nieuws van een paar gekke lijntjes voorzag. En als er in die tekeningen een man netje moest figureren, dan leek dat ontzettend vaak op Otto zelf. Een van de redenen dat er mensen waren die ja renlang die strips uitknipten. „Ik wil er al lang med ophou den, maar mijn moeder verza melt ze", was ooit zijn excuus om na al die duizenden teke ningetjes in de vroege krante ochtend toch maar door te gaan. De nieuwjaarskaarten die hij sinds mensenheugenis verzond, waren legendarisch Ifti rfk Otto Milo, de HVV'er. bij collega's en vrienden in binnen- en buitenland. Zelfs de directeur van de drukkerij zag ze zo graag dat hij ze voor enkel een doos sigaren uit z'n persen drukte. Elk jaar weer: Otto Milo contra de grote on genoegens. Want niemand kon zo'n perfecte karikatuur van zichzelf tekenen als Otto. En dat is een méér dan opper vlakkige kunst. Het was teke nend voor hem. Zonder dat hij het wist leerde ik het fenomeen Otto Milo kennen via voetbal. Als het eerste van HVV op bezoek kwam liep Otto langs de lijn te „vlaggen". Een zwartbesnorde en zwartbebrilde figuur, met iets van Groucho Marx. Want HVV was zijn tweede liefde. Zo mager als ie was, vond hij zichzelf in het vriendenteam dat hij „het circus Milo" noem de toch nog „de betonnen muur". Toen hij ophield met voetbal werd het cricket, weer „langs de lijn", maar dan als scorer. Otto was het die mij naar de krant haalde, toen we elkaar écht hadden leren ken nen via het filmbedrijf. Ik had z'n eruditie bewonderd die hij alleen maar speels wilde ven tileren in gekke buien Sha kespeare reciterend op de re dactie hij had een feilloze mening over film, zou nooit het pure amusement wegwui ven, integendeel, en had een apart soort vanzelfsprekend heid in z'n gekke manier van leven die een innemende charme had. Hij bracht mij bij Het Binnenhof en de Leidse Courant, bij welke eerste krant hij als eerste niet-katho- liek na de oorlog met spe ciale kerkelijke toestemming als ik me niet vergis werd aangenomen en waar hij als laatste nog met de hand ge schreven kopij ter zetterij mocht brengen. Daarna bleek Otto nog veel meer: de man die elke keer weer als er een kinderfeestje was, als het Juliana-kinderzie- kenhuis erom vroeg, met zijn projector en zijn filmpjes op kwam draven, die nooit te be roerd was om collega's in nood te helpen. Financieel en ook anderszins, want hij vond het fijn als hij wist dat hij iets kon betekenen, en hij noemde zijn eigen huis vaak langs z'n neus weg een „tehuis voor gevallen eens niet-meer-wederhelften de ruimte gaf tot bezinning te komen. Ze moesten dan wel met overleg hun weg vinden tussen de vele films die bij hem lagen opgestapeld. Want film was en bleei heel veel, zo niet alles, voor hem. Zijn film collectie was legendarisch, hij kon je scène voor scène be schrijven uit welke Laurel Hardy-film dan ook, hij was betrokken bij de oprichting van een Nederlandse Laurel Hardy-vereniging (Sons of the desert) en zelfs toen een colle ga met een noot en een ei na zijn operatie in augustus vorig jaar het ziekenhuis binnen kwam, kon hij zich nog niet zo beroerd voelen of hij zei on middellijk: die en die film, die t>E .het Binnenhof" Wen&t u eem 2££R SucceejMSI. 197"2-.' Filmbroeders in karikatuur, links Bert Jansma, rechts Otto Milo. „George Orwell ongelijk te geven" Net zoals hij zijn VUT-feestje beslist wilde mee maken, net zoals hij zich on danks zijn ziekte steeds aan kleine nieuwe mijlpaaltjes op trok. Hij wist dat het einde na derde. Kon er over praten. Er zelfs nog zijn bekende grappen over maken. Hij liet nog een nieuwe videorecorder brengen (om films te zien en op te ne men) en zei zwakjes grijnzend: „Daar zit langer garantie op dan op mijn leven" Cynisch voor een buitenstaander mis schien, maar voor hem juist het behoud van zijn waardig heid. Zo was hij en zo moest het blijven. Jammer, jammer, jammer dat hij zoals zovele collega's de laatste jaren vóór hem niet van zijn VUT heeft kunnen genieten. Maar wij kunnen voor Otto terugkij ken op een vol en kleurrijk le- lij zijn crematie dat wist hij ook nog moest niet treurig gedaan worden. Daar moest de muziek uit de slotscè ne van „Shall we dance" ge speeld worden. Otto's leven bleef film tot en met de laatste meters. Nu de titel met „The end" over het doek is gelopen, kunnen we alleen maar met een glimlach in het donker opstaan en zeg gen. „Otje. het was een bijzon dere film". En dat was het. BERT JANSMA CINEAC DEN HAAG: „The naked face" (12) met Ro- jer Moore, Elliott Gould en 3od Steiger. Regie: Bryan Forbes. Alle boeken van Sidney Shel don zijn inmiddels verfilmd, Zijn laatste werk, „Master of 'the Game", werd kortgeleden op de televisie vertoond. Op vallend is het dat zijn allereer ste boek, „The naked face" pas het laatst aan zo'n verfilming toe kwam. Een boek dat het indertijd niet best deed. Shel don vertelde me lichtelijk pverdrijvend dat er drie van verkocht werden („een aan m'n moeder, een aan m'n vrouw en een aan 't kinder meisje") De voorgeschiedenis van de film kende ook al ha ken en ogen. Warner Bros kocht de rechten van Sheldon, maar treuzelde zo lang dat Sheldon ze persoonlijk terug kocht en opnieuw verkocht. Aan de Cannon-producers Go lan en Globus. „The naked face" is nu bij mijn weten de eerste Cannon-film die hier niet via de Nederlandse distri buteur Concorde, maar via het eigen Cannon distributie-appa raat (Cannon City Film in Amsterdam) in roulatie wordt gebracht. De film is er dus en het is een van de beste Sheldon-verfil- mingen voor de bioscoop ge worden. Een bijna ouderwetse (in de aardige zin van het woord) thriller, gemaakt door ex-acteur en allesfilmer Brian Forbes. Het verhaal moet het niet hebben van de overdadige uiterlijke actie, maar van dat soort spanning waarbij je voortdurend op het spoor van een andere verdachte wordt gemanipuleerd. Het gaat om een psychiater die een patiënt vermoord ziet, daarna zelf door de politie van die moorden verdacht wordt, maar inmiddels ook en kele aanslagen op zijn leven ondergaat, waarbij we lang naar het motief mogen raden. In zo'n film, moeten de produ cers gedacht hebben, ben je af hankelijk van een stel goede acteurs. Die staan er dan ook: Roger Moore als psychiater, Elliot Gould als een recher cheur die hem dan wel wil ge loven en Rod Steiger in „Heat of the night"-stijl als een ver beten, wraakzuchtige collega die niets van de psychiater moet hebben omdat die ooit de moordenaar van een collega aan een krankzinnigheidsver klaring, dus tbr, hielp. En dat soort rollen past Steiger zo goed, dat je geneigd bent - als dat zou kunnen - hem vanuit je stoel een dreun te verkopen. En dan is er nog een heel mooi klein rolletje van Art Carney als een morsige privé-detecti- klokkenverzame- De basis van „The naked face" is dus het klassieke, aan Hitch cock verwante gegeven van conflict tijdens hun speurtocht naar de moorde- een hoofdpersoon, die on- kelijke onschuld Een thriller machtig is zich te verweren te- van de oude stempel met een gen een hem onbekend paar aardige wendingen, die ik kwaad, terwijl de toeschouwer hierboven uiteraard angstval- ook stiekeme twijfels worden lig heb verzwegen ingefluisterd omtrent zijn wer- BERT JANSMA Een overzichtje wat er op het gebied van de Neder landse film dit jaar te verwachten is. Met dank aan filmblad Skoop en het vakblad Film en TV maker voor de puntjes op de i. Klaar of in produktie zijn (na de naam van de regisseur volgt de producent en/of distributeur): Het bittere kruid, door Kees van Oostrum voor Rob Houwer en Filmnet. Mr. Butterfly door Pa trick Conrad voor René Solleveld. Dolly Dots van Joel Silberg voor Cannon. Flesh and blood door Paul Verhoeven voor Ri verside productions, Maria door Peter Jan Rens voor zijn eigen Kaktus, Parfait amour door Jean van de Velde voor de Eerste Amsterdamse Filmassociatie, De prooi van Vivian Pieters voor Frans Rasker. Red desert penitentiary van George Sluizer (op genomen in Texas naar een verhaal van Tim Krabbé) voor zijn eigen MGS films. Wildschut van Bobby Eerhardt voor Magga Films. De wisselwachter van Jos Stelling voor Jos Stelling. De ijssalon van Dimitri Frenkel Frank voor Roeland Kerbosch Voorbereiding In voorbereiding zijn: Fons Rademakers' De aanslag (naar Mu- lisch), Guido Pieters Ciske de Rat II voor Sigma films. Wim Verstappens De dirigent voor Spieghel Film, Nouchka van Bra kels Engelen van de hel voor Sigma. George Schoutens Eros en de eenzame man voor Sigma, De familie Mus van Vivian Pieters voor Spieghel Film, Hier ben ik dan van Pavel Marik voor Spieghel Film. De kroongetuige (naar Maarten 't Hart) voor Rob Houwer. Frans Weisz' Langs lijnen van geleidelijk heid (Couperus) voor Sigma. Omné Saura van Faridh Frad jan voor Sigma. Pervola van Orlow Seunke voor Maya Films. Rage van George Sluizer voor MGS films. De ratelrat (naar Janwillem van de Wetering) van Wim Verstappen voor Spieg hel. Rituelen (naar Cees Noteboom) van Herbert Curiël voor Sigma, De rode droom van Pieter Verhoeff voor Roeland Ker bosch. Schuldgevoel van Jean van de Velde voor Rob Bouwer. The thing on the doorstep (vermoedelijk naar het griezelver haal van H P Lovecraft) door Paul Verhoeven voor Riverside Pictures, De toeschouwers van Kees Hin voor Rens Oomens en Ate de Jong s Weinreb voor Sigma. Wim Verstappen: „De ratel- Guido Pieters: „Ciske de rat 16 MM Dankzij de nieuwe (sinds maart vorig jaar) Stichting Fonds voor de Nederlandse film. konden een aantal korte en langere projec ten op 16 mm gerealiseerd worden (de zogenaamde „kunstzinni ge film"). Daarvan zullen in '85 waarschijnlijk in omloop ko- Rudolf van de Bergs Kamal voor de Eerste Amsterdamse Film- associatie. The blues never die van Joost Kraanen voor I.D pro ductions/Fugitive cinema, Mathilde van E.Poppe voor Kees Kasander/Classics, Afzien van Gerard Verhage voor Rolf Or- thel/Film International. De laatste reis van Kees Hin voor Rolf Orthel, Bestemming Moskou van Lou Brouwers voor R.Scholten Misschien Mogelijk van start (opnames of roulatie) gaan in 1985 Gigolo van Dimitri Frenkel Frank voor Roeland Kerbosch. De ogen van een vreemde van Sander Francken ook voor Ker bosch. Dagboek van een oude dwaas van Lili Rademakers, de tekenfilm De avonturen van Beertje Sebastiaan door Wilber Plijnaar, Martin Lodewijk en Eddy Ryssack (tekenaars) voor Robert Koppuit/Concorde, Louis van Gasterens Er gaat geen vliegtuig naar Zagreb voor René Seegers, Vier steden van Jo- han van der Keuken en De februaristaking van Frans van der Staak, en de Vlaams-Nederlandse co-productie A Strange Love Affair van Eric de Kuyper Nooit Zeker niet in vertoning in '85 (en misschien nooit) de afgelaste Van Meegerenfilm van Roy Logger en Joost Taverne Het zou de duurste Nederlandse film ooit worden, vooralsnog is er geen geld om de medewerkers die tijd vrijgehouden hadden voor de film schadeloos te stellen Voor de rest van de lijst maar één advies: Uitknippen en het beste ervan hopen. BERT JANSMA 10.00 lot 20OO uur. D« tentoonstelling is lot 20 januari 1965. Entree: 150 frank. BRUSSEL Het is altijd' boeiend te zien hoe de inspiratie een beeldend kunstenaar te pakken heeft, hoe de bezieling hem zo meester wordt, dat er geen ontsnappen meer mogelijk is. Wat te zeggen van een schil der (Filip Francis), die vier reusachtige doeken volschil- dert met de steeds kleiner wordende formule tijd ruimte zoals ruimte tijd? Hoe gehoorzaam moet de schilder niet geweest zijn aan zijn inspiratie, toen hij doe ken vol oplopende getallen neerpenseeide, waarvan het eerste cijfer steeds even dik ker aangezet werd dan de rest van het getal? Voorbeelden van dezelfde in spiratiebron, de tijd, zijn op het ogenblik te vinden in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten, waar men een ex positie bijeenbracht onder de titel Tiid, de vierde dimensie in de kunst. De tentoonstel ling illustreert hoe het feno meen tijd gedurende de eer ste decennia van deze eeuw in de belangstelling kwam te staan, zowel op het gebied van de wetenschap als in de filosofie en de kunst. Zij wil dan ook aantonen hoe deze belangstelling voor de vierde dimensie een nieuw licht wierp op de moderne en he dendaagse kunst en haar evolutie beïnvloedde. Om het begrip tijd te hante ren: het is jammer, dat de zeer dure, maar fraaie catalo gus (975 franc/50 gulden) niet synchroon loopt met de expositie-route, waardoor de bedoeling van veel van het tentoongestelde wat vaag blijft. Maar dat is wellicht te verklaren door het feit dat de tentoonstelling ook nog Ge- nève, Humlebaek, Mann heim, Wenen, Villeurbanne en Londen moet aandoen met andere indelingsmoge lijkheden. Het is bovendien vreemd, dat veel van de me chanische objecten - die ove rigens zeer sterk doen den ken aan de gedenkwaardige exposities van Sandberg, Be wogen Beweging en Nul, in het Amsterdams Stedelijk in de jaren zestig - reeds kort na de opening van de expositie niet meer in beweging zijn te krijgen. Vpor iemand die in België woont en in de gebrui kelijke slordigheid op dat ge bied heeft weten te berusten, is dat niet verbazingwekking, maar zoiets moet knap pijn lijk zijn voor de artiest. Voor de rest is de tentoon stelling een lust voor het oog en de op speelsheid gerichte geest. Uiteraard wordt er veel met foto's, film en video gewerkt als „vertolkers" van de tijd. Zo heeft Ira Schnei der een zaal vol beeldscher men, waarop de tijdzones worden afgebeeld. Waar is men op welk tijdstip mee be zig in de wereld? Dan Gra ham werkt met twee video's en twee spiegels Door het verschil van acht seconden tussen registratie en uitzen ding van net beeld is het als of voor de spiegelkijker de tijd even stilgestaan heeft. Maar er is zo'n grote ver scheidenheid aan kunstwerk, gerelateerd aan de tijd, dat video, zoals voor de hand zou kunnen liggen, niet bepalend het de tentoonstelling. Het Paleis voor Schone Kunsten mag zich gelukkig prijzen Brussel als eerste de tentoonstelling te kunnen bezorgen. Het is mij een raadsel waarom geen van de Nederlandse musea de kans heeft gegrepen de expositie binnen haar muren te krijgen. Maar een Neder lander, die even tijd kan vrij maken voor een werkelijk boeiende expositie, is in een mum van tijd in Brussel. AAD JONGBLOED Een van de ,,tijd"-kunstwerken. die te zien is op de Brusselse tentoonstelling „Tijd, de vierde dimensie in de kunst".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 17