Laatste nieuwjaarsgroeten met de Breguet Atlantic taalstudie kan uitkomst jieden bij vee! stoornissen MET POSTPAKKETTEN NAAR HET WEERSCHIP CUMULUS Laatste vlucht fNNENLAND '"neer pASIEPATIENTEN GEBAAT BU PROEFSCHRIFT OVER FONETIEK f, kunii n andi EN WISKE AMORIS VAN AMORAS Jat bovi PerAJIS TER HEIDE 'efuv 1al *S een merkwaardig feapiafPomeen- Iedereen ge nikt taal, geschreven of ^ERcivkproken, maar dit „po- Guardjjaire gebruiksvoor- ferp" zit tegelijk zo inge- pus in elkaar dat er heel pt studies nodig zijn om ;t wezen ervan bloot te ggen. Moet dat dan? Ze- Ér, kennis van de taal is Svoorbeeld onmisbaar n computers afdoende te fogrammeren. De effi- fencybeurs in Amster- )m heeft recentelijk dui- ïlijk laten zien dat her innen van geschreven I gesproken taal door napbeijn computer sterk in op- teru4mst is. Maar die kennis misschien nog wel har- pr nodig om taalstoornis- in te behandelen. Zo eet de medische weten- llermiihap nog altijd weinig ?rikaai|ad met afasie-patiënten, ging Mensen die nog wel veel 6 ™eJoorden kennen, maar i tenmr n*et meer *n de g°ede It hH$ISorde kunn^n zetten of t de vjj het juiste begrip plaat- jezemipn. Maar in zijn alge- t-ruimjeenheid kaï taalstudie 'aavibJ 1 bieden bij veel ingel#°rnissen- die"^311*?5 promcveerde Tobi „t-Amgeling aan de universiteit verv#n Utrecht tot doktor in df 1 «teren, op een studie die i» i boor comPuter' en gezondheid-- um Srtor toef?ePast zou kunn-'n forden. De stude gaat o'er I al vfdtmdantievermhdering in noederrma^e' zackte ei geflui'ter- ïaalmif sPraak recundante is t moeilijk woord voor over igheid of ktrtwef over verschijnsel cat nensen ;1 minder infornati» nodig iben om dingen te begrijpen de taal biedt. Je kunt het omdraaien: er z'i meer in- matie in een tiing, dan ikt genomen nodij is voor d begrip. ,lorie) z'ln woning in Hui. ter Hei- llen Vle ze6t R'ngehng dat -r op zijn ing ^cudie zeker kan worden astrofoortSeborduurd die problemen hebben met spreken of versuan, te helpen. Maar daarnaast noemt hij ook nadrukkelijk \et taalonder wijs. En dan vooral het testen van taalvaarcigheid in een vreemde taal, waarbij volgens hem nog altijd vaak maar wat wordt „aangerotzooid'. Een college. Articuleren „Mensen die spreken en men sen die luisteren p.-ssen zich aan elkaar aan. Als weet dat je praat tegen iemand die een beetje slechthorend is, ga je harder praten of duidelijker articuleren. En ds je luistert naar iemand de de neiging heeft aan het ebde van de zin zachter te gaai praten, stel je je daar op ir. Het zijn maar een paar voorbeelden, maar wat ik ermeü wil zeggen, is dat mensen ekaar meestal ook uitstekend begrijpen als er een heleboel dingen niet duidelijk overkomen". „Begin maar eens tegen ie mand te praten en stop dan halvewege een zin. Tien te gen .'én dat hij of zij precies wee wat je wilt zeggen. Wat nie' is gezegd, is dan eigenlijk ov.-rtollig, redundant. Je hebt mnder informatie nodig dan j^ dacht. Commercieel wordt <aar heel handig gebruik van gemaakt, bijvoorbeeld in een telefoonspraak. Die is vrij slecht van kwaliteit, omdat dat goedkoper over te sturen is dan hi-fi kwaliteit. Dat geeft niet, want we zijn er allemaal aan gewend en het valt daar om nauwelijk op. Maar pro beer eens te telefoneren in het Engels. Dan moet je echt alle zeilen bijzetten, wil je het kun nen volgen. Er moet dus altijd meer in taal zitten dan strikt noodzakelijk is, omdat je an ders het verband niet meer zou weten als dingen wegval len of minder duidelijk wor den of als je de taal niet zo goed beheerst". Slecht te verstaan „Bij mijn onderzoek heb ik op een bandje iemand een aantal woordjes op drie F» ten inspreken: normaal, zach tjes en gefluisterd. Daarvan heb ik de redundantie vermin derd door alles op een laag ge luidsniveau af te draaien. Bij het luisteren ernaar bleek dat alles wat oorspronkelijk zacht was ingesproken uitermate slecht was te verstaan. De ge fluisterde woorden waren evenwel goed te verstaan. De spreker bleek de luisteraar te helpen en compenseerde een aantal dingen in zijn spraak". „Het ging om woordjes in het Nederlands en het Engels en er waren echte woordjes bij en nonsens-woordjes: bus en bup of toon en toof. De luisteraars waren Nederlanders die uitste kend Engels kenden, maar ze bleken de Nederlandse woord jes toch veel beter te verstaan dan de Engelse. Dat geeft voor mij aan, dat je redundantiever mindering kunt gebruiken om te testen hoe goed iemands luistervaardigheid in een vreemde taal is. Onder gunsti ge omstandigheden zouden de luisteraars de Nederlandse en Engelse woordjes beslist even goed hebben verstaan. Verder werden de bestaande woordjes veel beter herkend dan de niet-bestaande". Kruiswoordpuzzels „Je ziet dat ook bij kruis woordpuzzels. Als je van een woord maar een paar letters hebt, dan weet je dat woord vaak al zonder dat je de vraag hebt gezien. Als er staat: advo...., dan weet iedereen dat het advocaat moet zijn. Maar als je ad...aa. ziet, is het veel moeilijker het woord te her kennen. Blijkbaar hangt het er van af welke informatie je weghaalt. Als we beter weten welke informatie essentieel is, komen de toepassingen van zelf". „Je kunt denken aan slechtho renden die voortdurend met verminderde redundantie le ven. Ze krijgen gewoon min der informatie binnen dan ie mand die normaal hoort. Juist voor zulke mensen is het be langrijk te weten waar ze zich op moeten concentreren om zo goed mogelijk een gesprek te kunnen volgen. En als je over commerciële toepassingen praat, denk ik aan mogelijkhe den in de computerbranche. Op het Instituut voor Percep tie Onderzoek in Eindhoven is geëxperimenteerd met een computer waar je pratend in formatie aan kunt vragen over vertrektijden van treinen. Maar dat ding werkt nog heel gebrekkig, juist omdat de taal zo ingewikkeld is. Als je tegen die computer zegt dat je de vertrektijd naar 's Hertogen bosch wilt weten, dan is dat gen probleem. Maar er zijn ook mensen die Den Bosch zeggen. Dat moet zo'n systeem ook aankunnen. Taai-onder zoekers zullen moeten aange- wat je erin moet stoppen het goed te laten functio- Acteurs „Het principe van redundan tievermindering, het bestand zijn tegen spraakgeluid van minder goede kwaliteit, is in elk geval wel heel toepasbaar in het onderwijs. Hoeveel mensen die op school een vreemde taal hebben geleerd, staan niet met hun oren te klapperen als ze voor het eerst in dat land komen9 De inwo ners van dat land blijken niet zo duidelijk te spreken als de acteurs die voor het onderwijs de bandjes hebben volgepraat. Je moet begrip hebben van de taal, van elke taal. Weten wat noodzakelijk is en weten wat in principe overbodig is, welke variaties kunnen optreden, want anders zul je nooit kun nen communiceren. Temeer daar een taal altijd door men sen in de omgang wordt ge maakt en niet door mensen die voorschrijven hoe het zou moeten. Die verliezen het al tijd". DICK HOFLAND Ringelng: „Taal wordt altijd gemaakt door mensen in de enniet door menser die voorschrijven hoe het zou moe- ÊcidóC Qowiant ZATERDAG 29 DECEMBER 1984 PAGINA 7 De PTT begint er niet eens aan. Zevenenvijftig graden Noorderbreedte, twintig graden Westerlengte? Een schip ergens op zee? Geen denken aan. Al jaren nemen vliegtuigen van de Koninklijke Marine op hun navigatievluchten rond de jaarwisseling de beste wensen voor het komende jaar mee voor de opvarenden van het Nederlandse weerschip Cumulus. Zo ook dit jaar, 1984. Deze week was de vlucht in meer dan één opzicht historisch. Ten eerste ligt het weerschip volgend jaar rond deze tijd ergens veilig aan de wal afgemeerd: weersatellieten hebben de taak van de Cumulus immers grotendeels overgenomen. Ook de Breguet Atlantic, het vliegtuig waarmee de vluchten de laatste jaren zijn gemaakt, heeft z'n dienstjaren erop zitten. Zijn taak wordt vanaf 1 januari volledig overgenomen door de Lockheed Orion. Op verzoek van het KNMI wierp een Breguet Atlantic (codenaam bij deze gelegenheid RNN 190) van de Marineluch t vaartdienst deze week voor de laatste maal de goede wensen af bij het schip, ergens in het onmetelijke grijs tussen Ierland en IJsland. Verslaggever Arjen van der Sar maakte de tocht mee en brengt de lezers de groeten over van alle opvarenden, die nog een paar weken voor de boeg hebben voor ze naar huis mogen. VALKENBURG Mist, dichte mist. Geen hand voor de ogen zien, laat staan dat je een Breguet Atlantic op het platform van het Marinevliegkamp Valkenburg (ZH) kunt onderscheiden. Als het busje met mannen in oranje overall en geel zwemvest dichterbij komt, worden echter al snel de omtrekken van de onder zeebootbestrijder van de Koninklijke Marine zicht baar. Over de radio klinkt het, ui teraard in de voertaal Engels, dat het zicht bij het opstijgen niet meer dan honderd meter zal bedragen. Genoeg om op te stijgen, maar zeker niet om over een paar uur weer te lan den. Uitwijken naar Schiphol of ergens anders is dan onver mijdelijk. „Dat zien we dan wel weer", zegt vlieger Wytze van der Meer. „Groot licht straks, ja?", herinnert hij zijn collega Frans Charbon. „Bij mist overdag minstens dim licht", grapt die. Het volgende moment zijn de grollen weer over, want het is tijd voor de start. Door een grijze deken rolt het gevaarte steeds snel ler, de inzittenden gespannen turend op de meters. Los! Het is een kwestie van enkele se conden voordat het loodzware toestel de mistflarden onder zich laat, het stralende blauw erboven. Nederland bestaat niet meer. Uitje Het toestel heeft twee bijzon dere passagiers. Adriaan Brou wer en Gerben Koelewijn, bei de F-16-vlieger bij de lucht macht op Leeuwarden. „Dit is voor ons een uitje", zegt Brou wer. „We wilden dit ook wel weer eens meemaken. Het vliegen met een moderne F-16 is niet per definitie makkelij ker of moeilijker dan op zo'n Atla. Deze vlieger heeft het voordeel dat hij een collega naast zich heeft en een paar mensen achterin die allerlei taken van hem overnemen. In onze F-16 hebben we geen hulp van anderen, maar wel van vier computers, wat het vliegen en navigeren wel weer een stuk eenvoudiger maakt", zegt Brouwer terwijl hij met Bemanning De laatste postvlucht van de marine naar het weer schip de Cumulus is ge maakt door: Vliegers ltz Wytze van der Meer en ltz Frans Charbon, navi- gator-boordcommandan t ltz Jaap Poot, eerste me- cano sgt mjr John van Haeften, tweede mecano kpl Floor Kortenoever, sensor-operators sgt Ruud Eggink en sgt Piet Verbiest, en konstabel kpl Hans Koenen. de armen over elkaar het werk van de beide vliegers be kijkt. Het geluid van de motoren, de monotone dreun wordt al spoedig gewoon. Je went er- Beneden maken de wolken af en toe wat ruimte vrij voor een blik op de 's winters zo grillige zee. Het ene moment grijs, wild, ruig en immens, het andere moment zonnig en vriendelijk. Altijd onbetrouw baar en voortdurend veran derlijk in conditie. Denkend aan de bemanning van de Cu mulus, komt een gevoel van medelijden op. Hoe houdt ie mand het daar weken achter elkaar uit? „Nasi met saté". Nasi met saté? Zeker, het warme eten wordt opgediend. Er was wel gezegd dat de vlucht comfortabel zou verlopen, maar dit lijkt wel een chartervlucht naar één of andere vakantiebestemming. Snuifcentrum Dat blijkt toch anders te zijn. Sensor-operator Ruud Eggink laat zien waarom bijna geen vaartuig tijdens de dienstjaren van de Breguet onopgemerkt bleef. Een lange rij apparaten, knopjes, lampjes, indicatortjes en schermen maken het toe stel tot de speurneus die de Atla is. „Er zijn verschillende systemen, het ene kan onder scheiden wat het ander niet kan", legt Eggink de werking van het vliegende snuifcen trum uit. Via een kaart met bakens, in gewikkelder dan de wegen kaart van de randstad, zoekt de automatische piloot van de Atla zijn weg naar dat plekje in de Atlantische Oceaan. On derweg worden verbindingen gelegd met stations als Lon den, Scottish Control en Shan- wick. Een half uur voor de geplande rendez-vouz wordt de daling ingezet. Niet lang daarna doet de turbulentie zich gelden. „Nu al", zucht vlieger Frans Charbon. „En we moeten nog een flink stuk zakken". Op dit moment heb je echt zeebenen nodig om overeind te blijven. De buizen aan de wand zitten er niet voor niets, dat blijkt. Gauw zitten. In de burger luchtvaart waren de bordjes „fasten your seatbelts" onge twijfeld al drie maal op tilt ge gaan. Inderdaad, dit is pas vliegen. Het is duidelijk dat het bezorgen van de pakjes voor deze postduif geen mak kie wordt. Inmiddels is het water angstig dichtbij gekomen. De witte schuimkoppen zijn duidelijk zichtbaar. Daar zit je dan, op je knietjes in een grote glazen bol, in de neus van het vlieg tuig, op dertig meter boven de woeste golven. Bij golven blijft het voorlopig, want van een schip is nog niets zichtbaar. Geen wonder, sneeuw en ha gel razen met snelheden van soms honderd kilometer per uur over het grijs met wit. Volgens de berekeningen van de navigator en de sensor-ope rators moet de Cumulus over tien minuten zichtbaar zijn. Ie dereen die niet met iets anders De onderzeebootbestrijder Breguet Atlantic levert voor de laat ste maal de beste wensen af. Na vijftien dienstjaren is het afgelo pen voor de speurneus van de marine. Opvolger is de Lockheed Orion (foto: Audio Visuele Dienst KM). Voortdurend bedreigd door huizenhoge golven: het weerschip Cumulus, ergens in de Atlantische Oceaan lussen Ierland en IJs land. Volgend jaar ligt het schip veilig aan de wal (foto: Audio Visuele Dienst KM). bezig is, speurt het zee-opper vlak af. Niets te zien dan gol ven van zeven meter hoog, de toppen door de storm aange scherpt. Ijzige kou „Reent vooruit", wijst mecani cien Floor Kortenoever, die op zulke momenten in de glazen neus het geoefend oog over de zee laat gaan. Inderdaad, in de verte slingert een miezerig klein bootje, niet meer dan een stip. Ook als we dichterbij ko men blijft het klein, eigenlijk veel te klein voor zo'n agres sieve zee. Bij een eerste ver kennend overvliegen blijkt dat de bemanning van ons reisdoel Cumulus de postdrop als een verzetje ziet. Noodweer of niet, met z'n allen staan ze daar op het groene dek, zich met één arm vasthoudend aan de re ling en de andere arm wild zwaaiend in de lucht. Zakken, rijzen, zakken, rijzen. Voort durend bedreigd door huizen hoge golven, die net op tijd on der het schip lijken te verdwij nen, na nog net de stakkers op het dek te hebben getracteerd op een slok zeewater. De ijzige kou lijkt ze niet te deren. He vig deinend ligt daar het doel van onze reis, het bootje waar op 28 mensen niet alleen de kerstdagen hebben doorge bracht, maar ook Oud en Nieuw gaan vieren. Je moet wel over een flinke dosis flexi biliteit beschikken om het zes weken uit te houden op zo'n schuit Als de Cumulus voor de eerste keer onder het vliegtuig door schiet, wordt in de Atla alles in gereedheid gebracht voor de „drop". In het bommenrek hangt een gele, 41 kilo zware container, anderhalve meter lang en veertig centimeter in doorsnee. De inhoud: brieven. kaarten, kranten videobanden. Genoeg een paar weken mee komen. „Wat een vertier mannen hè", zegt Kortenoever als hij paar blik n kijkt. de de gla- meewarige beneden Plons Met scherpe bochten ploegt de Atla door het stormachtige luchtruim. De wendingen zijn zo kort dat iemand die dit niet gewend is door de kracht van meer dan twee maal de zwaar tekracht (2g) zijn maag flink voelt zitten. Een paar maal wordt de run gemaakt, waarbij een kleur- en een rookmar- keerder worden afgeworpen om te zien wat de invloed is van stroming en wind. „We komen nu in om het pakketje bij u af te leveren", klinkt het over de radio. Een krakend antwoord volgt. Door de inter com: „Standby for drop...now- ...now...Now!" Door de lucht suizen 41 kilo nieuwjaarswen sen, even later gevolgd door een plons. „En?" „Krak...Ietsje te ver ...gaat wel...". Een scher pe bocht en een minuut later is te zien dat de gele container al vlakbij het schip ligt. Nog drie keer komt het schip in zicht Dan wendt vlieger Frans Charbon de neus defini tief in de richting van de Brit se eilanden. Op de radio wenst de beman ning de familie in Nederland „een prettig uiteinde„Hoe we Oud en Nieuw vieren? Op een bewegende dansvloer, wat dacht je! We zitten hier met 23 bemanningsleden en vijf amb tenaren van het KNMI. Vrou wen? Nee. geen vrouwen, die zitten thuis". De volgende woorden zijn al niet meer te verstaan, ze gaan op in het steeds sterker wordende ge kraak. De opdracht is uitgevoerd, nu snel naar huis. Terug boven de wolken wordt de cabine weer fel verlicht door een warme zon. De zonnebrillen gaan op. Doodzonde „Dit is eigenlijk een routine klus", zegt vlieger Wytze. Hn leunt leunt achterover, terwijl konstabel Hans Koenen koffie ronddeelt. Hij vertelt van de echte spannëhde nachtvluch ten. „Uren achtereen, dertig meter boven het water vlie gen, terwijl de hele bemanning ingespannen bezig is met de apparatuur. Het is doodzonde dat het afgelopen is, echt heel jammer dat de marine de Bre guet Atlantic opdoekt. Ik heb hier vijftien iaar op gevlogen. Ik ben gesteld geraakt op dit ding. Een moment als dit grijpt me echt aan". Net als voor Van der Meer be tekent deze vlucht voor de meesten aan boord de laatste op de Atla. Een aantal beman ningsleden gaat weer naar zee, zoals dat bij de marine gebrui kelijk is. Een paar gaan op At- la's opvolger Orion vliegen. Dan komt het weerbericht door. Opluchting bii iedereen, want het zicht op Valkenburg is 2.000 meter, ruim voldoende voor een vlekkeloze landing. Als die niet lang daarna plaatsvindt, heeft de Breguet Atlantic haar laatste vlucht van zeven uur achter de rug ..Het is voorbij, nooit meer zal ik de oude vliegen". Wytze van der Meer daalt voor de laatste maal vanuit de staart van het toestel het trapje af Met de handen diep in de zak'- ken loopt hij zwijgend naar de mess. de Atla in het donker achterlatend ARJEN VAN DER SAR De laatste postvlucht naar de Cumulus was tevens de laatste operationele vlucht van de zo onfortuinlijk ge bleken Breguet Atlantic. Tussen 1969 en 1984 hebben m totaal negen toestellen hun diensten als onderzeebootbe strijder en verkenner-redder voor de marine bewezen. Drie gingen er verloren één door een motorbrand en twee door besturingsproblemen. Die besturing is meteen de belangrijkste reden voor het opdoeken van de At- la's" Het vliegtuig heeft een relatief simpele, enkelvou dige besturing, in tegenstelling tot wat tegenwoordig bij vergelijkbare toestellen gebruikelijk is. In verband met de ongelukken, die voor drie bemanningsleden fataal waren, wilde het Atla-personeel niet meer vliegen voordat grondige, afdoende veiligheidsmaatregelen wa ren getroffen. De marine kondigde een vliegverbod af. waardoor de gewraakte toestellen gedurende bijna het hele jaar 1980 aan de grond bleven De minister van Defensie besloot uiteindelijk de Bre- guets af te voeren toen bleek dat bevredigende veilig heidsmaatregelen erg kostbaar zouden worden De an dere landen die met dit toestel vliegen (West-Duitsland Frankrijk en Italiëwaren namelijk niet bereid mee te doen aan de dure modificaties voor een betere bestu ring. De squadrons 320 en 321 blijven bestaan, de vliegers zullen de opvolger Lockheed Orion bemannen in on derlinge poules Het vliegende snuifcentrum een lange rij apparaten, knopjes, lampjes, indicatortjes en schermen (foto: Audio Visuele Dienst KM).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 7