i
I Kerk moetal te gemakkelijke aanpassing schuwen
I
Russische jeugd wacht opVadertje Vorst
PROFESSOR VERGOTE:
JNENLAND/BUITENLAND
Qeidóa Qowuvnt
MAANDAG 24 DECEMBER 1984 PAGINA 9
'et werk van de vooraanstaande Vlaamse
ycholoog en religieuze denker Antoon
'ergote is in Nederland betrekkelijk
pbekend. Zijn meeste werk verscheen dan
jk in het Fram, maar is nu ook in het
'ederlands verschenen. Vergote studeerde
krsofie en thedogie in Leuven en
sychologie en lilosofie in Parijs, onder
ieer bij Levi-Slrauss en Merleau-Ponty.
Is enige Vlamhg doceert hij momenteel
afwisselend aan de Nederlandstalige
universiteit van Leuven en haar
Franstalige afdeling.
Wat hem volgens eigen zeggen in zijn
studies steeds beweegt is de vraag wat de
mens ontvankelijk maakt voor religie en
wat hem daar in conflict mee brengt.
Daarvoor heeft Vergote het nodige
psychologische veldwerk verricht. Hij is
ook nog steeds praktiserend
psychotherapeut. Ondanks zijn grote
belezenheid is hij zeker geen typische
kamergeleerde. Hij heeft veel reizen
gemaakt, onder meer naar Japan, het
Caraïbische gebied en Brazilië.
Op een congres van de Radboudstichting
eerder deze maand ging hij nader in op de
vraag hoe geloof kan functioneren in een
samenleving waar religie en publiek leven
weinig raakvlakken meer hebben. Volgens
hem bewijzen de Griekse en Romeinse
beschaving waarin de christelijke
godsdienst evenmin officiële erkenning
genoot, juist hoe krachtig zij werkzaam kan
zijn.
Naar aanleiding van zijn laatst verschenen
boek Religie, geloof en ongeloof stelden
wij hem een paar vragen.
IUVEN „Dat treft
j altijd. Ongelcvigen
imen zeer gemakkelijk
in dat wij een psytholo-
sche analyse naken
in wat psychologisch is
het geloof. Maar mijn
varing is dat ze zfch er
tijd tegen verzettei als
en aantoont dat ei ook
ychologische moteven
|n in hun ongeloof.Er is
hen een drang naar
tionele zelfbevestging
e toch een miskeming
van het psychischt dat
een mens leeft. Een
ontaan verzet en een
rdediging tegen wit als
in invraagstelling kan
orden beschouwd. Pre
es op de manier zoals
irkelijke milieus zich
dertijd verzet hebben
gen de psychoandyse.
u zijn het ongeloügen
e altijd in de verledi-
ngshouding zijn. Dat
:eft toch ook te derken.
menen een ve:ant-
[oorde levenskeuze ge
kt te hebben, naar
fillen niet toegeven dat
ook allerlei socrten
lectieve motieven in
werken, die zij dan
ihun wijze door hui af-
jzing van de gel«ofs-
'dschap beantwoord
sbben. Ik zeg niet dit ik
ïn gelovig zou wllen
laken. Hoegenamd
iet. Maar ze sluiten zich
bwoonlijk voor de oitle-
ug van hun mindeibe-
iste affectieve mitie-
n. Als men het nalien
schrijft, zijn ze kwaad,
heb boze bemerkiigen
ikregen naar aanleiiing
an mijn boek."
rof. Vergote zegt in ditDoek
n strikt wetenschappdijke
ïalyse te hebben willei ge-
n van wat in de men tot
ligie aanzet. Hij is er niet
n overtuigd dat er ies in
n psyche de mens spoitaan
ortbeschikt om religieis te
n. „Hij kan het woden,
aar alleen door crisissei en
nflicten heen." Godsdenst,
zeker de christelijke reli-
die volgens Vergote een
euk inhoudt met de ov;rige
dsdiensten omdat de God
in de christenen tegeliker-
d universeel is en eenper-
onlijke God waar de géovi-
een persoonlijke rdatie
ee onderhoudt, is Eker
en vanzelfsprekende aak.
1aulus zegt niet voor liets
onze godsdienst eigeilijk
folie is, een dwaashed en
vereist de nodige peroon-
te inzet om tot zo n (ods-
:nst toe te treden."
het westen neemt he on-
loof steeds meer toe. Wat
r) de oorzaken daarvar?
k zou een vraagteken ivill-
Ji stellen achter uw seeds
eer. Ik denk dat we onsniet
ogen blind staren op staisti-
he gegevens die alleen /oor
-eerste komende twntig
ar spreken. Men heeft het
zelfde gezegd in de tijd van de
Verlichting en van de Franse
revolutie. Toen dacht men dat
het christendom voorgoed
van de baan was en toch zien
we dat na een crisistijd nieu
we vormen van geloof steeds
weer opleven."
De maatschappelijke omstan
digheden waren toen radicaal
anders. Het ongeloof had toen
nog niet de brede lagen van
de maatschappij bereikt.
„Nee, maar niets in sociologi
sche studies wijst uit dat de
ontwikkeling van de bescha
ving het christendom noodza
kelijkerwijze zou uitsluiten.
Men ziet een zekere terug
gang, men ziet de conflictmo
menten, maar zo is het in de
geschiedenis altijd geweest:
een cultuur is altijd een uitda
ging waarop het geloof geant
woord heeft. Een uitdaging
betekent een conflictsituatie
met veel vertroebeling, met
veel geloofsverlies, maar het
geloof is altijd zichzelf ge
weest en opnieuw geworden
als een antwoord. Wie be
weert dat grote groepen on
verschillig zijn geworden voor
het geloof zou toch ook moe
ten kijken naar de geweldige
belangstelling op dit terrein.
Iedereen weet dat religieuze
publicaties in onze tijd een ge
weldig commercieel succes
hebben. Dat wijst op een die
pe existentiële vraag."
Wat zijn de oorzaken van de
religieuze crisis
„Er is natuurlijk nooit een en
kele oorzaak die alles ver
klaart. Ik denk ten eerste dat
we nog sterk onder de in
vloed leven van een soort
vooruitgangsgeloof die meent
dat de mens zich vrijer heeft
kunnen bevestigen tegen
godsgeloof in. Er is een soort
utopische overmoed gegroeid
en ik denk dat we daar nog
altijd de invloed van onder
gaan. Het is opvallend dat
men misprijzend kan neerkij
ken op religie die infantiel of
onvolwassen wordt gevonden.
Dat is een mentaliteit die
sterk ingeprent is. Zij is inge
prent precies door het idee
dat juist diegene volwassen is
die zijn autonomie op God
heeft veroverd. Er zijn niette
min ook veel tekenen die
erop wijzen dat dat voorbij
gaat.
Een tweede oorzaak lijkt me
dat, in de lijn van die vooruit
gangsideologie, het utopische
geloof geleefd heeft in de mo
gelijkheden van de mens om
tot volkomen geluk te komen.
Men dacht alle ziekten te
kunnen overwinnen en een
eeuw geleden zelfs ook nog de
dood. Een bekende analyticus
en leerling van Freud heeft
dat een godscomplex ge
noemd. De ervaring van de
werkelijkheid leidt nu tot een
kritische afstandname daar
van."
Angst voor illusies
Volgens Vergote kun je de re
ligieuze mens niet psycholo
gisch bestuderen zonder in
hem te zien wat tot ongeloof
leidt en wat een ongelovige er
toe drijft een negatief ant
woord te geven.
„Dat is de angst voor illusies,
de sterke drang tot bevesti
ging van zijn zelfstandigheid
in tegenstelling tot de erken
ning van zijn afhankelijkheid.
Ook is het de idealisering die
tot ontgoocheling leidt. Be
paalde christelijke religieuze
taal is gemakkelijk te idealise
ren in de zin dat ze zulke uto
pische voorstellingen maakt
van volkomen broederlijk
heid. Het marxisme heeft dat
ook overgenomen. Marx heeft
het ontdekt bij christelijke
.sekten in Engeland. Maar die
droom van een volkomen
menselijke broederlijkheid en
van een gemeenschap zonder
lijden leidt praktisch altijd
door de botsing met de reali
teit tot ongeloof."
Een andere factor in de rich
ting van het ongeloof is dat
onze cultuur de gesloten zelf
standigheid van de mens
sterk heeft bevorderd. Men
sen willen liever iets stilleg
gen dan verontrust te worden.
„Ik zou een woord van Freud
kunnen citeren waarin hij
herinnert aan de Griekse ge
schiedenis van koning Baob-
dil die zijn leger uitgestuurd
had tegen een vijand. Een
bode kwam terug met te zeg
gen dat zijn leger verslagen
was en de koning doodde hem
omdat hij niet wilde weten
dat het waar was. Mensen zijn
daar nu eenmaal toe geneigd.
Dat is fundamenteel. Als we
spreken over geloof en onge
loof mogen we dat niet uit het
oog verliezen."
Aanpassing
„Daarom ben ik altijd wat
wantrouwig over de gemak
kelijke kerkelijke praat over
aanpassing. Men past zich
nooit zonder meer aan. Zich
aanpassen, dat betekent een
voudigweg de mensen vlei-
„Ik zeg overigens niet dat er
nooit of te nimmer aanpassing
moet ziin aan rechtmatige
menselijke inzichten, bijvoor
beeld inzake de huwelijksmo
raal. Het is evident dat de of
ficiële Kerk daar de noodza
kelijke aanpassing niet ge
maakt heeft, hoe gerechtvaar
digd de nieuwe inzichten ook
waren. Ik sluit dus niet alle
aanpassing uit.
Een voorbeeld van slechte
aanpassing is bijvoorbeeld de
bevrijdingstheologie te veren
gen tot een soort moraal. Het
is een verenging omdat het
geloof de hele mens wil be
vrijden en niet alleen dq mens
in zijn sociale relaties. Ik er
ken natuurlijk dat de moraal
heel individueel is geweest
Maar zich zonder meer aan
passen aan marxistische ten
densen betekent ook dat men
datgene wat waardevol is in
bijvoorbeeld lokale religieuze
culturen eigenlijk prijs geeft
aan een soort marxistisch ge
ïnspireerde utopie over volko
men rechtvaardigheid die alle
conflicten overwint. Ik ben
hoegenaamd niet tegen het
doortrekken van de evangeli
sche consequenties in de soci
ale relaties, maar de héle
christelijke boodschap bijna
moraliserend verengen daar
toe, dat is uiteindelijk het
christendom overbodig ma
ken. Men heeft het daarvoor
ook niet nodig. Dat kunnen
toch louter menselijke ideolo
gieën ook. En dat ziet men
ook. Mensen die deze richting
zijn opgegaan, zetten het ge
loof buiten spel. Het christen
dom heeft echter meer te bie
den en het verheugt mij dan
ook dat men in Brazilië, waar
de bevrijdingstheologie zo'n
grote rol speelt, beklemtoont
dat men nu juist de hele men
selijke en ook de religieuze
cultuur moet bevrijden van de
economische machten die
haar bedreigen.
Dat de verleiding tot dit soort
aanpassing toch heel sterk is
komt omdat zij voor bepaalde
groepen aan de kerk groot
prestige kan geven. Maar dat
wijs ik af."
Niettemin is professor Vergo
te niet somber gestemd over
het instituut kerk, omdat zij
steeds weer bliik geeft van
een opmerkelijk vermogen
zich te kunnen vernieuwen.
„Als ik het bijvoorbeeld ver
gelijk met de marxistische
partijen, dan kunnen die op
een uitzondering na als de
Italiaanse zich niet aanpassen.
De kerk is de oudste institutie
die er bestaat in onze cultuur.
Zij blijkt tot aanpassing in
staat en op een verrassende
wijze voor wie weet wat het
gewicht is van een institutie.
Waarom kan de kerk dat?"
„Ik denk om verscheidene re
denen. Omdat onder meer on
danks haar hiërarchische en
monarchie-achtige organisatie
de kerk tezelfdertijd demo
cratisch is dat ze altijd veel
initiatieven van onderaan laat
groeien en in zich opneemt."
In Nederland heeft men dat
de laatste jaren niet kunnen
merken.
„Ik zal niet oordelen over de
Nederlandse situatie die mis
schien toch een bijzondere is.
Ik denk dat dat niet het geval
is in andere landen. Je moet
Nederlandse moeilijkheden
niet universeel maken. Ne
derland is kennelijk een land
waarin de spanningen wel het
grootst zijn. Maar dat kan
veranderen, soms zeer snel
zelfs. Als ik zie dat de Brazili
aanse bisschoppen volmondig
de basisgemeenschappen steu
nen en dat zij die in Rome
kunnen steunen en dat ze be
luisterd worden. Voor een in
stitutie die tweeduizend jaar
oud is getuigt dat toch van
een opmerkelijke levens
kracht."
Welke evolutie voorziet u
voor het christendom. Waar
om zou uitgerekend deze
godsdienst die pas tweedui
zend jaar bestaat uniek zijn?
„We weten niet hoe lang de
mensengeschiedenis nog
duurt en we moeten ons niet
bij voorbaat opsluiten in een
korte tijdsspanne. Onze men
sengeschiedenis is sterfelijk,
maar de tijd die we nu ken
nen is nog maar een kort stuk
uit het grote geheel. Wel heb
ik toch de overtuiging, laat ik
het vrij zeggen, van een gelei
delijke dominantie van het
christendom in die zin, dat
het christendom met zijn mo
notheïstisch godsgeloof ook
voor andere religies het ver-
wijzingspunt wordt In ge
sprekken tussen gelovigen en
niet-gelovigen wordt toch al
tijd de verwijzing gemaakt
naar de God van het bijbelse
monotheïsme."
Omdat zii in het westen de
zelfde achtergrond hebben.
„Uit mijn gesprekken met
Boeddhisten ben ik tot de
overtuiging gekomen dat in
de ontmoeting tussen oost en
west het christendom steeds
meer het grote vergelijkings
punt wordt."
„Ik heb onlangs drie uur lang
gepraat met Takyuti, een
Boeddhist die professor is in
de filosfie aan de universiteit
van Kyoto. De Godsvraag is
een vraag die vanuit het
christendom naar hem toe
komt en die hem zeer sterk
bezighoudt. Dat wijst er toch
op dat de historische culturele
relativiteit van het christen
dom niet noodzakelijk een de
finitief gegeven is, maar dat
de christelijke taal over God
als God een vraag opent voor
degene die er buiten staat."
„Ik geef toe dat het histori
sche besef veel mensen er toe
brengt het christendom een
relatieve plaats te geven in
het geheel. Dat is voor veel
mensen hedentendage ook
een groot struikelblok om tot
geloven te komen of een
zwaar argument tot twijfelen.
En toch moet je zeggen, als
God een persoonlijke bestem
ming heeft met de mens is er
aan de oorsprong natuurlijk
wel een schepping en in die
zin zou ik het christendom
willen relativeren en tot een
eenheid willen maken met de
godsdiensten in de wereldge
schiedenis; al die figuren van
wijsheid die in de geschiede
nis voorkomen, de Boeddha,
Toetanchamon, Socrates, heb
ben natuurlijk bijgedragen tot
de opheffing en verlichting
en bevrijding van de mens
Dat is juist. Ik zou als gelovige
ook zeggen, daarin werkt de
geest Gods. Ik zou dus het
christendom niet exclusief
willen maken, maar er wel
een originaliteit aan toeken
nen. Het is niet exclusief in
die zin dat ik ervan overtuigd
ben dat God door de mens
heid heen altijd gewerkt
heeft. Voor mij hebben ande
re religies dan ook een posi
tieve betekenis, zelfs in mijn
geloofsperspectief. Maar te
zelfdertijd denk ik toch dat de
mensengeschiedenis als ge
schiedenis er niet alleen een
is van wetenschap die voor
uitgaat, maar ook van een re
ligie die geleidelijk aan God
duidelijk God laat zijn door
het initiatief van God zelf. En
waarom dat nu precies twee
duizend jaar geleden gebeurd
is, ja daar laat ik het geheim
over aan God."
„Wanneer iemand een andere
persoon toespreekt met een
liefdewoord, U kunt zeg
gen: dat is lang voorbereid.
En toch gebeurt dat op een
bepaald moment Dat is een
persoonlijk initiatief. Een per
soonlijk initiatief is altijd gesi
tueerd, gelokaliseerd in de tijd
en U kunt de vraag stellen
waarom dan Daar hebben
we nooit een oorzakelijke ver
klaring voor."
PAUL VAN VELTHOVEN
De twee voornaamste wer
ken van prof. Vergote zijn
verschenen bij de Neder-
landsche Boekhandel te
Antwerpen: Schuld en be
geerte (1978), en Religie, ge
loof en ongeloof (1984).
SKE EN WISKE AMORIS VAN AMORAS
(Van onze correspondente El-
fie Siegel)
MOSKOU De officiële Sov
jet-Russische kalender, die na
de Oktoberrevolutie van 1917
aan de Europese kalender
werd aangepast, kent geen
kerstfeest meer. De oude
kersttradities en kerstgebrui
ken worden eenvoudigweg
een week opgeschoven, naar
Oudejaarsavond en Nieuwjaar.
In bijna alle Russische wonin
gen wordt, zeker wanneer er
kinderen zijn, een „jolka", een
nieuwjaarsboom opgezet, rijk
versierd met kleurige ballen
en zilverpapier. In de waren
huizen, op pleinen en in som
mige grote winkelstraten staan
enorme sparren met bonte
lichtjes. In Moskou staat de
mooiste en hoogste nieuwjaars
boom natuurlijk in het Krem
lin, voor het grote Congrespa
leis. De top van de Kremlin-
-spar wordt gesierd door een
reusachtige blinkend-rode
ster, niet het evenbeeld van de
ster van Bethlehem, maar het
symbool van de Sovjet-Russi
sche macht..
Tsaa* Peter de Grote heeft in-
derti^j de kerstboom in Rus
land ingevoerd. Hij werd be
trekkelijk snel in het hele land
populair. Tegenwoordig be
weegt hij, omgedoopt tot
„nieuwjaarsden" vooral de ge
moederen van de Sovjet-Russi
sche milieubeschermers.
Maar ook de natuurvrienden
willen deze feestboom niet af
schaffen, doch hem alleen
maar door een kunstboom ver
vangen. Want de romantische
tijden die de dichter Ivan
Sjmeljov zo mooi beschreef, lij
ken ook in de Sovjet-Unie
voorgoed voorbij. Nergens ziet
men nog hoe enkele dagen
voor het grote feest de markt
pleinen in dennebossen veran
deren, waar boeren in scha
penleren jassen en vilten laar
zen hun dennen aan de man
proberen te brengen en de ste
delingen in alle rust hun
boompjes kunnen uitzoeken.
Tegenwoordig behoort de
nicuwiaarsboom ook al tot de
artikelen die nauwelijks ver
krijgbaar zijn. Op de denne-
boom-markten die in Moskou
vlak voor de jaarwisseling ge
houden worden staan door
gaans enorme rijen kooplusti
gen. En een heel leger van
vrijwillige opzichters probeert
ervoor te zorgen dat illegale
houthakkers de dennebossen
niet leeg roven.
Op de belangrijkste toegangs
routes naar Moskou is de con
trole verscherpt en er wordt
naarstig gespeurd naar illegale
boompjes die in de koffer
ruimtes van privé- auto's ver
stopt zijn. Wie gesnapt wordt,
krijgt een forse boete en voor
het bezit van vijf illegale
boompjes staat een jaar gevan
genisstraf.
Degenen die privileges genie
ten de partijleden dus
krijgen speciale toestemming
om hun nieuwiaarsboompje
zelf in het bos te kappen. Hoe
hoger je op de Sovjet-Russi
sche maatschappelijke ladder
staat, des te groter mag de
boom van ie keuze uitvallen.
Dat waardevolle bospercelen
voor de hout- en papierindus
trie gered zouden kunnen
worden wanneer de Sovjet-
-burgers genoegen zouden wil
len nemen met nieuwjaars-
boompjes van plastic heeft
men in theorie allang begre
pen. Doch alleen in de Sovje
t-republiek Armenië wordt dit
inzicht ook in praktijk ge
bracht: daar staat op het ogen
blik in vrijwel alle huiskamers
een plastic boompje.
Geschenken
De Sovjet-Russische kinderen
verheugen zich al op de komst
van „Ded Moroz", Vadertje
Vorst. Dat is een goedmoedige
oude heer met een wollige
witte baard, die, gekleed in
een rode mantel, rond de jaar
wisseling geschenken komt
uitdelen. Hij wordt doorgaans
vergezeld door „Snjegoroets-
ika'Sneeuwvlokje, die met
laar blonde haar cn haar zil
verkleurige jurkje lijkt op wat
eens de engelen waren.
Het Moskouse servicebureau
„Morgenrood nummer twee"
heeft in de hoofdstedelijke
kranten 18 telefoonnummers
bekend gemaakt die men kan
bellen wanneer men een huis
bezoek van „Ded Moroz" en
„Snjegoroetsjka" wil bestellen.
De 31ste december is natuur
lijk de meest gevraagde avond;
dan geldt ook het hoogste ta
rief: ongeveer twintig gulden.
Voor de pakjes moet men ui
teraard zelf zorgen.
Voor de Sovjet-Russische kin
deren komen „Ded Moroz" en
..Snjegoroetsjka" niet uit de
hoge nemcl, maar uit de dicht-
besneeuwde bossen, wat in de
gedachtengang van de jeugdi
ge Sovjet-burgertjes overigens
ongeveer op hetzelfde neer
komt Dit goedgeefse koppel is
al sinds de eeuwwisseling in
Rusland populair, maar on
middellijk na de Oktoberrevo
lutie werd hun rondtocht langs
de feestelijke huiskamers als
een bourgcois-verschijnsel be
schouwd en derhalve verbo
den.
„Ded Moroz" en zijn gezellin
zijn eigenlijk ontleend aan een
oud Russisch sprookje Het is
het verhaal over een kwaad
aardige vrouw die haar stief
dochter middenin de winter
het besneeuwde bos injaagt
waar het arme kind ver
dwaalt. Het wordt echter door
een goedaardige grijsaard met
een witte baard gered: Vader
tje Vorst Miljoenen Sovjet-
-Kindcrtjcs mogen nu weer
naar hem uitkijken.