M De kleine stapjes van Foster Parents in Sri Lanka KERSTMIS 1984 KERSTMIS 1984 ZATERDAG 22 DECEMBER edagoda Gedara Hiran Indika Rukshani heet hij, maar dat is zelfs de Singalezen, die wat lange namen betreft wel iets gewend zijn, te gortig. „Hiran" dus. Dat past ook veel beter bij een jongetje van vijfjaar, dat met zijn natte, gekamde haartjes heel klein staat te wachten totdat die grote witte mensen een foto van hem hebben gemaakt. Graag zou hij weggelopen zijn, maar uit de manier, waarop zijn vader zich gedraagt, heeft hij begrepen dat zoiets niet verstandig zou zijn. Gelaten laat hij het dus maar over zich heen gaan. Ze moeten echter niet verwachten, dat hij ook nog iets zegt. De fluwelen ogen blijven op de grond gericht en de lippen stijf op elkaar geklemd. een ontwikkelingsland. Want ook in het para dijselijke Sri Lanka, waar de mensen vergele ken met het tamelijk dichtbijgelegen Ethiopië een rijk leven hebben, wordt een westerling nog altijd in de rol gedrukt van de „toean blanda" (witte heer). In theorie mogen wij in het Oosten niets meer te vertellen hebben, in werkelijkheid is dat natuurlijk nog wel zo. Wie het geld heeft, heeft de macht. Ook in .Sri Lanka, waar wij op uitnodiging van Foster Pa rents Plan rondkijken, zijn de mensen daar heel goed van doordrongen. Dat maakt het bezoek aan hun dorpen en steden niet altijd tot een onverdeeld genoegen. Het is niet leuk ontvangen te worden, zoals eind vorigp eeuw in Nederland de vrouw van de fabrieksdirec teur, wanneer zij eieren bracht bij het gezin van een zieke arbeider. Hirans vader, een 29-jarige scharrelaar in al lerhande roerende goederen, doet zijn uiter ste best ons dat gevoel te bezorgen. De lu xueuze Range-Roverachtige auto, waarmee wij laat in de middag, wanneer het niet meer zo verschrikkelijk heet is, bij zijn dorp arrive ren, is nog niet eens helemaal tot stilstand ge komen of hij komt razendsnel in actie. Hij sleurt zijn zoontje, dat net lekker aan het voetballen was, naar binnen om hem met be hulp van een natte kam presentabel te maken voor de natuurlijk onvermijdelijke fotosessie. Wie wij precies zijn en wat we komen doen, weet hij niet. Voor hem volstaat dat wij blank zijn en dat we iets met „Plan" te maken heb ben. Dat is voldoende om ons de eer te bewij zen, waarop we volgens hem aanspraak ma ken. Met zo ongeveer het hele dorp om zich heen, geeft hij geduldig en met eerbiedig neergeslagen ogen antwoord op onze vragen. Per maand f 46,30 Hij woont in een huisje van negen bij negen meter, opgetrokken uit leem. Die ruimte deelt hij met negen andere mensen: zijn twee zoon tjes, zijn vader en moeder, een broer met ge zin en een alleenstaande oudere zuster. Hij houdt zich bezig met het opkopen van rijst en andere agrarische produkten bij kleine boe ren om die vervolgens weer uit te venten. Daarmee verdient hij omgerekend 46,30 per maand, inclusief voedselbonnen van de regering. Zijn uitgaven bedragen echter 126,90 per maand. Hoe kan dat? Dan komt hij toch zo'n tachtig gulden te kort. Het ver schil blijkt te worden aangevuld door Hirans moeder, die in de stad intern als dienstmeisje werkt. Intern is in Sri Lanka echt intern. Hi rans moeder mag eens in de maand een weekeindje naar huis. Als wij veronderstellen dat vader dus tevens moeder is, breekt plotseling het ijs. Hirans va der schiet in de lach, evenals alle omstanders. Dat is toch wel een heel raar idee! Een man die vrouwenwerk doet Nee, Hiran en zijn driejarige broertje Tilan worden natuurlijk ver zorgd door hun grootmoeder. Even later is het echter onze beurt om ver baasd te zijn. Wij willen weten hoeveel het ge zin nu sinds maart '83, toen Hiran geadop teerd werd door de Christelijke Jongerenvere niging Steenwijkerwold. ontvangen heeft van het Foster Parents Plan? „Niets", is het ant woord. „Niets?", vragen wij aan onze gids Suramya Waniganayake. Deze tengere, in elegante sari geklede jonge vrouw is het hoofd van het FPP-bureau in het naburige Gampola. „Dat klopt", antwoordt zij in een bijna accéntloos Engels, dat zij thuis heeft leren spreken, zoals gebruikelijk is in de hogere milieus van de vroegere Britse kolonie Ceylon. „Hirans vader heeft hulp gevraagd bij het opzetten van een kippenfarm. We zijn aan het bekijken of hij daarvoor in aanmerking komt. Waarschijnlijk wel, omdat hij zelf ook het een en ander in brengt. Hij heeft de grond; die kan hij voor heel weinig geld in pacht krijgen van een fa milielid. Bovendien wil hij op tamelijk grote schaal gaan werken, met vierhonderd kippen. Dat is de enige manier om met zo'n onderne ming kans van slagen te hebben". Geen caritas Het gevoel een 19e-eeuwse-directeursvrouw- op-ziekenbezoek te zijn, begint te verdwijnen. Kennelijk doet het FPP niet aan caritas. Sura mya knikt hevig instemmend, als wij haar later deze conclusie voorleggen. We zitten in de ruime villa, die het FPP in Gampola als kan toor gebruikt. Er is geen air-conditioning, maar voor het overige lijkt alles heel efficiënt, zeker voor Aziatische begrippen, te functione ren. „Plan International" staat er op het bord in de tuin. Het begrip „Foster" gebruikt de organisatie niet graag in ontwikkelingslanden, omdat dat het idee zou kunnen wekken, dat het erom gaat kinderen te „exporteren" ten behoeve van kinderloze echtparen in het Westen. Suramya Waniganayake: „Ons doel is natuur lijk het helpen van de kinderen hier ter plaat se. En dat willen we verwezenlijken door mid del van het duurzaam omhoog brengen van de levensstandaard van de kinderen en die van hun familieleden. Dat kun je niet verwe zenlijken door middel van „hand-outs" (uitde len van voedsel e.d.)". Op dit punt wordt zij in de rede gevallen door Pamela Pierce. Zij heeft de functie van plaats vervangend directeur van het FPP in Sri Lan ka en is haar naam ten spijt ook volbloed Ceylonese. Pamela is slechts anderhalve me ter hoog en een hoofd kleiner dan Suramya. Maar zij is wel heel duidelijk de chef. Als er iets verteld moet worden over de algemene achtergronden van Plan, doet zij dat dus. Ter wijl wij onze lunch doen met door het FPP verzorgd fruit (smeuïge avocado's en heerlijk zoete banaantjes) begint Pamela met het uit de weg ruimen van een volgens haar nog wijdverbreid misverstand „Heel veel mensen denken nog altijd dat het geld van een Foster Parent (pleegouder) al leen wordt besteed aan zijn of haar Foster Child (pleegkind). Maar in de bijna vijftig jaar dat het FPP nu bestaat, hebben we geleerd dat kinderen het best geholpen worden door hun omstandigheden te verbeteren. Dat wil zeggen: het helpen van hun familie en van hun dorp. zodat zij opgroeien in een gezondere en kansrijkere omgeving. Het geld dat bijvoor beeld de CJV Steenwijkerwold in Holland elke maand stort voor Hiran 45,00) wordt dus niet in de allereerste plaats voor hemzelf ge bruikt". Dan vertelt Pamela Pierce hoe het Foster Pa rents Plan. dat opgericht is in 1937 en nu werkt in 22 landen, vier jaar geleden naar Sri Lanka kwam. In overleg met de regering werd één werkgebied (inmiddels zijn dat er twee) geselecteerd in het bergachtige Kandy-dis- trict. Tien dorpen met tweeduizend families omvat het gebied, dat gelegen is rond het stadje Gampola. Frits Bom Die laatste zin brengt ons tot het stellen van een prangende vraag. We verbazen ons over de plaats van het FPP-project. Het is verre weg het mooiste en vruchtbaarste deel van het eiland, waar het tropische fruit zo over vloedig groeit, dat niemand hier ooit honger kan lijden, denken wij. Een ontwikkelingspro ject in een paradijselijke omgeving Zou Frits Bom dan toch gelijk hebben? De ge dachten racen terug naar vorig jaar, toen de VARA-ombudsman het Foster Parents Plan fel attaqueerde. Veel te weinig van het aan deze organisatie geschonken geld zou bij de „geadopteerde" kinderen komen Bom be schuldigde het FPP er met name van dat het verplicht schrijven van brieven door de kinde ren een belachelijk dure zaak was De uitzen dingen van Bom hadden ernstige gevolgen voor het FPP. In korte tijd maakten vijfdui zend mensen een einde aan hun pleegouder- Het bergachtige Kandy-district, dat tien dorpen met tweeduizend families omvat. boekhouder erbij geroepen om ons de exacte cijfers te verschaffen. Hoewel wij geen accountants-ervaring hebben maar dat kunnen zij niet weten zien de getallen er vertrouwenwekkend uit. FPP-Sri Lanka heeft van het hoofdkantoor in Amerika voor volgend jaar een budget gekregen van 350.000 dollar (1.250.000 gulden), welk geld onder meer geschonken wordt door vijfhon derd Foster Parents in Nederland. Van die 350.000 dollar zal 23 procent worden besteed aan de salarissen van zestig personeelsleden en aan de andere eigen kosten van de organi satie. Niet zo bar veel, denken wij. Maar Pa mela Pierce denkt daar anders over. „Je moet niet vergeten dat we eigenlijk nog in de aanloopfase verkeren, waarin de kosten rela tief erg hoog zijn. Denk aan de gebouwen en de auto's die we hebben moeten kopen". Wat de brieven betreft drukt Pamela zich kort en krachtig uit „Ja. het kost een hoop geld. Maar als we daarmee zouden stoppen, zou het FPP uit elkaar vallen. Het contact tussen individuen, waardoor de ontwikkelingshulp zijn anonimiteit verliest, is juist het unieke van onze organisatie". Langzaam Volgens Pamela en Suramya werkt die doe- het-zelf-filosofie Ook nu al, na pas vier jaar. zou te zien zijn dat de omstandigheden in het FPP-gebied beter worden dan in vergelijkbare districten, waar de organisatie niet werkzaam is ..Het gaat langzaam maar het gaat Wi| werken met kleine stapjes, die er uiteindelijk toe moeten leiden dat met alleen de vijfjarige Hiran maar zijn hele dorp op een hoger niveau komt. zodat het geen hulp meer nodig heeft Helaas is dat iets, dat ook door veel van onze ..parents" met begrepen wordt Die denken dat hun geld alleen aan hun pleegkind ten goede moet komen RIK IN 'T HOUT „Het gaat om het hele dorp, niet alleen om Hiran" Die klap kwam zo hard aan, dat zelfs Pamela en Suramya in Sri Lanka er weet van hebben Zij tonen dan ook begrip, wanneer wij ons kri tisch opstellen. „Het is hier inderdaad heel vruchtbaar Maar de gewone mensen kunnen daar nauwelijks van profiteren. De Engelsen hebben de landbouw hier opgeofferd ter wille van de thee- en specerijcultuur. De onafhan kelijkheid heeft daar met wezenlijk verande ring in gebracht. De plantages zijn alleen van eigenaar veranderd De produktie van voedsel is echter niet in ere hersteld. Daarom kunnen politici ook door middel van „hand outs" de gunst van de kiezers kopen. De huidige rege ring is aan de macht gekomen door iedere man en vrouw gratis een hoeveelheid graan te beloven", aldus Pamela en Suramya. Geld Na die uitleg durven we nauwelijks nog de kwestie van de financiën ter sprake te bren gen. Had Frits Bom gelijk, toen hij zei dat veel te veel geld in de verplichte brievenschrijverij aan de „pleegouders" en de overige admini stratie ging zitten Maar ook die vraag wekt geen onrust. Zelfs wordt onmiddellijk de chef- Zelf doen Het kleine miljoen gulden, dat FPP-Sri Lanka overhoudt na aftrek van ook de briefkosten. is bestemd voor in totaal vierduizend mensen, van wie de helft rondom Gampola woont. Dit geld wordt ruwweg op twee manieren aange wend, voor familiehulp en hulp aan de ge meenschap. Het laatste bestaat vooral uit het treffen van sanitaire voorzieningen (vooral de bouw van toiletten), het slaan van drinkwater putten en het verbeteren van de scholing (ver strekken van gratis schooluniformen tot en met het herstellen van het dak van een school). Van de mensen zelf wordt geëist dat zij een eigen bij drage leveren Niet in de vorm van geld uiter aard, maar in de vorm van ar beidskracht en vakmanschap „Wij willen de mensen de in druk geven", legt Pamela uit. „dat zij zelf iets ge daan hebben Al leen dan zal het beklijven". Datzelfde princi pe staat ook bo venaan bij het geven van hulp aan een familie of gezin Dit vergt het leeuwedeel van de financiële middelen, maar ook nu wordt er zelden of nooit zomaar geld ge geven Het be langrijkste criteri um, op grond waarvan een fa milie wordt gese lecteerd, is welis waar armoede (en uiteraard het hebben van kin deren), maar daarnaast moet elke Plan-familie een eigen plan maken. Een goed voorbeeld daarvan vindt Pamela wat „Plan" gedaan heeft voor vrouwen, die graag een naaimachine wilden hebben „We hebben toen als voorwaarde gesteld dat ze eerst een cursus zouden volgen. Die cursus moesten we overigens eerst nog even zelf op zetten, samen met de fabrikant van de naai machines, omdat de opzet van de bestaande overheidslessen ons niet beviel" Hetzelfde doet Plan voor mannen, die eén of meer koeien willen hebben. De mannen moe ten eerst drie maanden op onze proefboerde- rij komen werken, eer ze in staat worden ge steld een eigen bedrijf op te zetten ..En dan laten we ze nog zelf de koeien kopen Anders loop je het risico, dat ze bij een mislukking gaan zeggen dat wij slechte koeien hebben geleverd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 25