van
geboorte
KERSTMIS 1984
KERSTMIS 1984
ZATERDAG 22 DECEMBER
We
'ezitten net over kinderen te praten, als de deur opengaat. „Dit is
mevrouw roept de verpleegster alsof het snoepje van de week wordt
binnengereden. Een hoop gekreun en gesteun. Verdwaasde ogen komen net
boven de lakens uit. „Ze heeft een dochtertje", zegt de verpleegster er
snel bij. Onzegesprekspartnervan dat moment schrikt er niet van. Ze kijkt
even op, glimlacht en gaat weer verder waar ze gebleven was: „Waarom ik
een kind wil? Ja, waarom eigenlijk?".
Goeie vraag. En waar kun je die beter stellen dan in een omgeving waar zo'n
vijftienhonderd kinderen per jaar worden geboren?
Een flinkerd: bijna
negen pond.
Egoïsme
dat alles geweldig is? ,,Het jammere van deze
afdeling is, dat we over het algemeen behoor
lijk onderbezet zijn. Met een grote door
stroom van patiënten en een minimum aan
personeel loopt iedereen min of meer op z'n
tenen. Het ziekteverzuim wordt daardoor ho
ger, wat voor mij heel begrijpelijk is".
„Als ik zelf zou moeten kiezen, zou ik niet
graag in een ziekenhuis bevallen. Gewoon
omdat inderdaad vaak het intieme gebeuren
weg is. We doen ons best het zo plezierig mo
gelijk te doen, maar nummer één is: als het
werk maar gedaan is. Door tijdgebrek kun je
heel vaak niet op gevoelens van mensen in
spelen. Dat is ook de frustratie van het ver
pleegkundige beroep; in elk ziekenhuis en op
elke afdeling, daar zijn wij niet uniek in. Aan
de patiënt zelf kom je nauwelijks toe. De pa
tiënt staat wel centraal, natuurlijk, maar je
moet ontzettend oppassen dat je niet alleen
aan het lichamelijke aspect denkt. Daar komt
bij, dat de hele groep verplegend personeel
functioneel en prestatiegericht is opgeleid. De
psycho-sociale aspecten van de patiënten
hobbelen er maar achteraan. Tegenwoordig
ziet men die problemen wel in en worden er
veranderingen in de opleiding aangebracht"
„Ik kan me goed voorstellen dat mensen die
hier bijvoorbeeld acht dagen hebben gelegen
thuis in een enorm gat vallen. Een enorm gat.
De betrekkelijke stilte tij
dens het avondeten, op
dezelfde etage waar de
eerste reageerbuisbaby
en de eerste diepvries
baby werden geboren,
geeft even ruimte voor
een bespiegeling. De
hoofdzuster: „Ik denk
dat je kinderen maar te
leen hebt, je mag er een
bepaalde periode voor
zorgen. Toch hoor je
mensen zo ontzettend
vaak praten over: mijn
kind". Vult een andere
verpleegkundige aan:
„Dat geeft voor mij aan,
dat er altijd iets van ego
ïsme meespeelt als men
sen kinderen willen. Je
denkt, op wat voor ma
nier dan ook, bijna altijd
alleen aan jezelf. En niet
alleen in onze cultuur. In
sommige anoere samenlevingen geldt een
kind als garantie voor de oude dag. Een Hin-
doestaanse zul je op oudere leeftijd nooit in
een bejaardentehuis tegenkomen, maar bij
haar kinderen".
Zegt een nuchtere, stevig ogende moeder van
vier dagen: „Tot ongeveer mijn zevenentwin
tigste jaar heb ik absoluut geen kinderen ge
wild. Achteraf gezien zeg ik, dat ik heb mee
gedaan aan de modegril dat het onverant
woord was kinderen te willen in een wereld
die er zo bedreigend uitzag. Vanaf het mo
ment dat ik mijn man heb ontmoet, is dat om
geslagen. Ik was daarvoor ook altijd ontzet
tend nuchter als het om kinderen ging; al die
moeders op een roze wolk, ik kon er niet te
gen. Nu ik zelf een dochter heb, hoeft ze maar
èèn keer te kuchen of ik wil de kinderarts al
bellen".
ndekraamafdeling,
Troostende woorden voor de oudste, die er nog aan moet wennen dat hij er een broertje
bij heeft gekregen.
Bij het Academisch Ziekenhuis Dijkzigt had
den ze niet veel tijd nodig om na te denken
over de vraag of we een dag langs konden
komen. Als de belangen van de patiënten ge
waarborgd blijven, kan er veel. Op naar Rot
terdam dus om op een willekeurige doorde
weekse dag het wonder van de geboorte te
aanschouwen. Wonder? De eerste indruk is
nogal aards. „De zwangerschap was voor
beeldig, maar de bevalling is één groot lijden
geweest. De weeën moesten uiteindelijk door
een infuus worden versneld en zes uur later
werd mijn dochtertje met behulp van de va-
cuümpomp geboren. Ik heb liggen gillen dat
ik nooit meer een kind wilde en mijn man is
weggelopen uit de verloskamer. Dat hadden
we van tevoren ook afgesproken: als hij er
niet meer tegen kon, zou hij weggaan. Voor
hem hoeft het niet meer, hij gaat volgende
keer naar Foster Parents. Ik ben het meeste
al weer vergeten".
Soppen en boenen
De verpleegster die, naast haar gewone werk,
de hele dag als persoonlijke toeverlaat klaar
zal staan een wel heel luxueus gevoel
laat ter verkenning de afdeling zien. De ver
loskamers, zowel de grote als de kleine, zijn
niet bepaald het evenbeeld van een gezellige
slaapkamer waar, zo schijnt het, steeds meer
vrouwen graag bevallen. Twee in het wit ge
stoken meisjes met doorzichtige plastic
schorten voor en plastic handschoenen aan
brengen de boel aan kant. Ze legen de pe
daalemmers en soppen en boenen tot alles
weer glimt en blinkt. Volgende kind.
„Het is natuurlijk wel iets anders dan lekker
thuis gezellig je zwangerschap volmaken",
zegt een vrouw die haar indrukwekkende buik
als een kroon draagt. Ze is in verwachting van
een tweeling en moet, evenals haar kamerge
note, de hele dag in bed blijven. Aan het in
fuus. De weeën begonnen veel te vroeg en die
moeten worden geremd tot in elk geval de
36e week van de zwangerschap. „Ik wil niet
zeggen dat we het hier slecht hebben, we
worden als vorsten behandeld, maar ja, je
bent toch het liefst in je eigen omgeving, bij je
man en je kinderen. Het was echt een teleur
stelling voor me, dat ik naar het ziekenhuis
moest".
Ze heeft al een dochtertje, van wie ze in een
van de Verenigde Arabische Emiraten is be
vallen. Ze weet niet alleen wat het is een kind
te krijgen, maar ook een kind te verliezen. Ze
inde was al eens zwanger van een tweeling, maar
wereld: dat leidde tot een miskraam. „Het is heel ont-
nogwat roerend een kind geboren te zien worden, te
wennen. weten dat het leven zich voortzet. Maar het is
niet leuk als je ziet met hoeveel pijn dat ge
paard kan gaan. Toch wilden wij altijd meer
dan één kind en daarom heb ik dit er ook ze
ker voor over. Zelfs al is het niet leuk, het is
wel een heel veilig gevoel nu in een ziekenhuis
te liggen. Vooral omdat je zeker weet dat je
een tweeling krijgt. Als je eens een tweeling
niet hebt kunnen baren, geeft dat wel een ex
tra fijn gevoel".
Haar buurvrouw, die met de keizersnee zal
bevallen, zegt dat ze voor geen goud thuis
had willen bevallen, ook al zou het hebben
gekund. Toch is twee maanden in bed liggen
om kinderen te
krijgen ook haar
wel een beetje
veel. Vooral de
totale afhankelijk
heid staat haar te
gen. „Je trekt je
aan elkaar op als
je het eens moei
lijk hebt. Je moet
ook niet vergeten,
dat de eerste
angst dat het mis
gaat snel over is
als je eenmaal
een paar dagen in
het ziekenhuis
ligt. Je krijgt al
gauw iets over je
van: ze moeten
straks gezond in
je armen liggen
en daarvoor is dit
het beste. Je voelt
gewoon dat het
dit waard is, die
gedachte houdt je
op de been". Met
haar man, die
even een kijkje is
komen nemen,
gaat ze nog even
in de slag of ze de
kinderen nou echt
wel hebben ge
wild en waar
om jaloezie, omdat de buren er ook een
hebben; zekerheid voor je oude dag of ge
woon omdat het je leuk lijkt? „Nu twijfel ik
niet meer", zegt hij later op de gang, „maar in
het begin dacht ik echt: dit is het allemaal niet
waard. Ze houdt zich groot, dat wijfie, maar
reken maar dat ze er kapot aan gaat".
Intieme gebeurtenis
„Ik moet zeggen dat ze erin zijn geslaagd zo'n
intieme gebeurtenis als een kind krijgen ook
heel intiem te houden. Ik heb beslist niet het
gevoel dat ik op een lopende band ben beval
len". De vrouw, 37 jaar, kijkt monter uit haar
ogen. Of beter: stralend. Ze schuifelt door de
gang, terwijl ze nog maar net een dag ervoor
een kind heeft gekregen. Een dochtertje, dat
als het straks thuiskomt een broertje en een
zusje van negentien en twintig jaar tegen
komt. „Ja, de meeste mensen kijken vreemd
op als ze dat horen. Het zit zo. De man met
wie ik die twee oudere kinderen kreeg, is
overleden. Later ben ik hertrouwd met een
man die ook twee kinderen heeft, van vijftien
en zestien, die bij zijn ex-vrouw wonen. We
hebben eigenlijk vier kinderen, maar we wil
den zo ontzettend graag een kind van ons
saampjes".
Als het woord „oerinstinct" valt reageert ze
afwerend. „Dat vind ik veel te plat. Zoiets doe
je niet zomaar omdat een of ander onberede-
neerbaar instinct je dat zou ingeven. We heb
ben er heel lang over nagedacht, veel met
deskundigen gesproken omdat de risico's
groter waren, en uiteindelijk hebben we er be
wust voor gekozen. Een leven zonder kinde
ren lijkt mij zonder inhoud. Je houdt van el
kaar en een kind zie ik daarvan als een be
wijs. En ik ben heel dankbaar dat het allemaal
zo voorspoedig is gegaan, al kan ik niet zeg
gen dat de bevalling makkelijk was".
Kwade geesten
Een kop thee om een beetje bij te komen. Het
verplegend personeel in de „rustkamer" zegt
weinig, op één uitzondering na. „We worden
beroemd, we worden beroemd", zingt een
frêle verpleegster en ze huppelt meer dan dat
ze zit. Een tijdje geleden is ze bevallen in haar
eigen ziekenhuis, in hurkzit. Ze voedt het kind
macro-biotisch op. In Dijkzigt vindt iedereen
dat gewoon. „We hadden hier laatst een bui
tenlandse vrouw die op haar kussen een groot
zwart oog had getekend", vertelt de hoofd
zuster van de kraamafdeling. „We hebben dat
kussen verschoond, maar ze begon er meteen
weer zo'n oog op te tekenen. Gelukkig kwa
men we er vlug achter, dat ze daarmee alle
kwade geesten voor haar kind wilde wegja
gen. Ja, toen hebben we dat kussen natuurlijk
laten liggen".
e babykamer over een van de vele donkere mensjes.
In Dijkzigt bevallen veel buitenlandse vrou
wen, waarvan ook deze dag de babykamer
het bewijs levert. Meer dan de helft bestaat
uit mooie, donkere mensjes die daar tijdens
het rustuur zij aan zij worden geparkeerd. De
kinderarts neemt elke dag poolshoogte en de
afdeling orthopedie komt eens per week langs
om de kinderen op allerlei mogelijke afwijkin
gen te controleren. De kinderarts is overigens
elke drie maanden iemand anders. Het is een
arts-assistent, die aan het eind van de specia
lisatie voor kinderarts stage loopt in het So-
phia-kinderziekenhuis. Dat is een onderdeel
van het Academisch Ziekenhuis en daar gaan
ook bijna alle niet gezonde baby's naartoe.
„Je moet wel veel van kinderen houden als je
dit werk wilt doen, al doe je vaak nare dingen
met ze", zegt de dienstdoende stagiair.
Een van de een paar uur oude, donkere meis
jes die het op een oorverdovend krijsen zet
ten als ze uit hun slaap worden gewekt, be
hoort aan een Surinaamse vrouw van 22 jaar.
Die ligt een paar meter verderop bij te komen
in een van de vele tweepersoonskamers. In de
zesde klas van de lagere school begon ze al
naar kinderen te verlangen. „Ik wilde niet zo
lang wachten, want ik vind het beter om jong
kinderen te krijgen. Anders is het leeftijdsver
schil veel te groot. Straks heb ik met mijn
dochter nog een beetje het gevoel dat we
zusjes konden zijn". De kinderkamer thuis
moet opnieuw worden geschilderd en gestof
feerd. Alles is blauw, omdat ze evenals haar
man had gerekend en gehoopt op een jongen.
„Maar misschien is de volgende een jongen.
Lijkt me leuk, want van een meisje weet je al
les eigenlijk al omdat je het zelf bent. Ja, ik
wil zeker een tweede kind, maar niet eerder
dan over een jaar of drie, vier. Ik was op mijn
vijfde alleen met mijn ouders. Ik vond het
toen net een spookhuis. Dat wil ik mijn doch
ter niet aandoen".
Is er nog wel een toekomst voor donkere kin
deren in Nederland, waar de vreemdelingen
haat groeit en de kansen op werk klein zijn?
„Dat bepaal je voor een groot deel zelf en niet
je omgeving. In het begin hadden wij het
moeilijk in Nederland, maar je moet niet te
veel eigenwijs blijven doen. Je moet niet wil
len leven naar de wetten van het land waar je
vandaan komt, maar naar de wetten van het
land waar je woont. En bovendien heeft een
kind hier veel meer kansen dan in Suriname.
Het kan hier alles leren wat het wil. Kun je het
een niet, dan is er altijd nog wel iets anders".
Ook deze Hindoestaansé behoort tot de
groep vrouwen die de medische zekerheid
van een ziekenhuis verkiest boven thuis be
vallen. De verpleegster-toeverlaat memoreert,
dat er voor normale bevallingen een vrij laag
tarief is, ongeveer driehonderd gulden. Dat is
lager dan bij algemene ziekenhuizen omdat
Dijkzigt, dat door de overheid wordt betaald,
bevallingen voor onderwijsdoeleinden moge
lijk wil maken. Voor mensen die in het zieken
fonds zitten, ligt de eigen bijdrage voor zo'n
Er verandert zo onnoemelijk veel in je leven
als je een kind hebt en bovendien weet je van
toeten noch blazen als het ook nog je eerste
kind is. Daarom zijn wij er zoveel mogelijk op
gericht mensen zo snel mogelijk te leren zelf
hun kind te verzorgen. Alle dingen die ze zelf
kunnen doen, mogen ze zelf doen en dat
wordt ook door ons gestimuleerd. In feite zou
den de meeste vrouwen best zelf hun bed
kunnen opmaken, maar omdat jij het dan wat
sneller kunt zeg je: ik doe het wel eventjes,
want die afdeling moet aan kant. Wat maakt
het eigenlijk uit of een bed nou om negen uur
is opgemaakt of om twaalf uur? Ja, de omge
ving is misschien wat gezelliger".
„De organisatie zou moeten veranderen. We
hebben een aantal gediplomeerden en een
aantal leerlingen. Die leerlingen lopen stage,
maar helaas komen ze niet toe aan een echte
stage omdat ze worden ingepast in het werk
proces, vaak vanwege de drukte op de afde
ling. In een eind-evaluatie wordt er dan pas
besproken hoe het is gegaan, of er is een tus-
senbespreking als het niet zo lekker gaat.
Maar over het algemeen is daar gewoon te
weinig tijd voor. Dan zeg ik: plaats de leerlin
gen boven op de formatie. Dan kun je ze ook
goed gaan opleiden".
Kleinere afdelingen zouden volgens haar een
oplossing kunnen bieden. Maar dan zou het
verplegend personeel er ook bij moeten zijn in
de verloskamers, wat nu niet het geval is.
„Dan is het mogelijk een relatie met een
vrouw op te bouwen en na de bevalling ook
weer af te bouwen. Omdat het personeel de
eigenlijke bevalling nu niet meemaakt, niet
weet wat een vrouw doormaakt, is dat veel
moeilijker". Een moeder, geconfronteerd met
dat idee: „Ik moet er niet aan denken, er zijn
nu al zoveel mensen bij een bevalling. Als er
nog meer bijkomen krijg je helemaal het idee
dat je in een warenhuis ligt".
bevalling rond de
39 gulden per
dag. Een kwart
van die bevallin-,
gen gebeurt door
de verloskundige,
waarbij dan een
co-assistent aan
wezig is, weer
vanwege dat on-
derwijsaspect. Bij
de rest van de
normale bevallin
gen is er altijd
een arts-assistent
(gynaecoloog in
opleiding) bij,
vaak in gezel
schap van een gy
naecoloog. Deze
laatste is er altijd
bij als het om
probleemgevallen
gaat, zoals de kei
zersnee.
Onderbezet
Op de gang rinke
len de kopjes en
glazen op de
theewagen. Ver
pleegsters gaan
de ene kamer in,
de andere uit; ze
zijn vaak moeilijk
terug te vinden. „Het hangt af van de motiva
tie van degenen die op dat moment werken of
je erin slaagt een bevalling met alles er om
heen zo sfeervol mogelijk te maken". De
hoofdzuster van de kraamafdeling, die bena
drukt dat de werksfeer een rode draad in het
beleid behoort te zijn, aarzelt. Zal ze zeggen