£eUk>e Somant
omdat er
voor hen geen
plaats was
in de herberg
KERSTMIS 1984
Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan
waaropzij moeder zou worden; zij bracht een zoon
ter wereld, haar eerstgeborene, wikkelde Hem in
doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat er
voor hen geen plaats was in de herberg 99
KERSTMIS 1984
ZATERDAG 22 DECEMBER
Kerstmis is in veel delen van de christelijke
wereld uitgegroeid tot het grootste feest van
het jaar. Groter nog dan het feest van Pasen
waarin het christendom zijn eigenlijke bood
schap viert. In het evangelie ligt ook alle na
druk op de gebeurtenissen rond Jezus' lijden,
sterven en verrijzenis. Zijn geboorte komt er
betrekkelijk bekaaid af. Alleen Lucas en Mat-
theus gaan erop in, en dan nog maar heel
summier. Voor de eerste christenen zullen bij
zonderheden over Jezus' geboorte ook niet zo
interessant zijn geweest. Eerst en vooral ging
het om Zijn boodschap van de verlossing. De
tails over de omstandigheden waaronder hij
ter wereld was gekomen, vielen hiermee ver
geleken in het niet.
In de eerste eeuwen van het christendom was
er zelfs helemaal geen sprake1 van zoiets als
Kerstmis. De vroegste kerstvoorstellingen da
teren van de vierde eeuw en zijn te vinden op
Romeinse sarcofagen. Zij richten de aandacht
niet op de geboorte van Jezus, .maar op de
Epifanie: het moment waarop de drie Wijzen
uit het Oosten Hem herkennen als de Zoon
van God.
De datum van de vroegste kerstvieringen was
in de Oosterse Kerk 6 januari: ons huidige
Drie-Koningenfeest. Onder invloed van het
Romeinse zonnewendefeest heeft men in
Rome in de vierde eeuw de kerstviering be
paald op 25 december. Een verschuiving die
ongetwijfeld beoogde het feest van de Sol In-
victus (de onoverwinnelijke zon) te kerstenen
tot het feest van de Heiland, die immers ,,het
licht van de wereld" is.
In de vroege middeleeuwen verschoof ook de
kunstenaarsblik van de Epifanie naar de ge
boorte zelf. Daarbij putte men uit apocriefe
bronnen, zoals het proto-evangelie van Jaco
bus of het pseudo-Mattheusevangelie. Ver
dichtingen die voor het eerst in de tweede
eeuw opduiken en een reeks van bijzonderhe
den over het leven van Jezus toevoegen aan
de door de Kerk als waar erkende evangeliën.
Zo verschijnen de kribbe met het Kind in
beeld, Maria die opzij van de kribbe is geze
ten, de os en de ezel; dit alles geplaatst onder
een afdak. Naast dit type voorstelling komen
vanaf de zesde eeuw afbeeldingen voor die
als het byzantijnse type worden aangeduid en
waarbij het afdak is vervangen door een grot.
Maria rust hier op een bed of matras. Jozef zit
afgewend terzijde en het Kind wordt dikwijls
een tweede maal op de voorgrond afgebeeld,
waar een vroedvrouw bezig is het te baden.
Eind veertiende, begin vijftiende eeuw ver
dwijnen de min of meer huiselijke kerstvoor
stellingen om plaats te maken voor afbeeldin
gen die een grote eerbied uitstralen en het
kerstgebeuren in een verheven religieuze
sfeer plaatsen. Van doorslaggevende invloed
op deze nieuwe benadering van het kerstge
beuren is de H. Birgitta van Zweden, geboren
in Uppsala rond 1303, die vele visioenen ont
ving waaronder een visioen van Jezus' ge
boorte. Voorstellingen die kennelijk door haar
geïnspireerd zijn, worden in de kunstwereld
wel eens Birgitta-voorstellingen genoemd. Het
nevenstaande schilderij van de hand van de
Vlaamse vijftiende eeuwse schilder Hans
Memling is er een goed voorbeeld van. Het
wordt bewaard in Keulen. Overeenkomstig
Birgitta's visioen knielt de Moeder Gods neer,
ontdoet zich van haar opperkleed, en terwijl
ze hiermee bezig is wordt het Kind in een
oogwenk geboren. Een geboorte die, zoals de
middeleeuwers zeiden, te vergelijken is met
een lichtstraal die door een glazen raam valt
en het glas niet beschadigt. De lichtexplosie,
letterlijk en figuurlijk, waarmee Jezus' komst
in de wereld gepaard gaat is zo groot, dat het
aardse licht van Jozefs kaarsje hierbij in het
niet valt.
(Met dank aan
prof. dr.
Martien J. G.de
Jong,
verbonden aan
de faculteit der
letteren en
wijsbegeerte
van de
universiteit in
Namen).
De verstilde, verheven gelaatsuitdrukking van
zowel Jozef als Maria benadrukt de diep reli
gieuze sfeer waarin de Birgitta-voorstellingen
het kerstgebeuren plaatsen. Treffend is ver
der de jeugdige schoonheid van Maria met
haar lange blonde haar.
Overigens zijn veel elementen uit het Birgitta-
visioen al van oudere datum. De, moeilijk te
duiden, zuil links op het schilderij komt bij
voorbeeld al voor in een anoniem geschrift
van omstreeks 1300 dat ten onrechte werd
toegeschreven aan Sint-Bonaventura. Ook de
os en de ezel komen al voor vanaf het midden
van de vierde eeuw. Ze zijn ontleend aan het
Oude Testament en wel aan de profeet Isaias
die in het eerste hoofdstuk klaagt: ..Een os
kent zijn meester, een ezel de krib van zijn
heer; maar Israel kent zoiets niet, mijn volk
begrijpt het niet eens" In de eerste eeuwen
na Christus is dit citaat in verband gebracht
met Jezus' geboorte en sindsdien zijn os en
ezel altijd in de kerststal aanwezig gebleven.
WILLEM SCHEER
IN DIT
NUMMER:
PAGINA 2
Een portret van
Reint de Jonge:
schilder, tekenaar,
illustrator, zeiler,
natuurliefhebber,
globetrotter. De
illustratie
hiernaast van de
drie wijzen uit het
Oosten, uitkijkend
op Bethlehem, is
er een van de vele
die hij maakte
voor het onlangs-
verschenen
„Luisteren naar de
bijbel" van Riet
Tigchelaar.
PAGINA 2
Bep Schut, een
73-jarige
„bedelaarster",
zet zich in voor de
armen en
melaatsen in de
Indiase stad
Indore.
PAGINA 3
Met Caroline
Kaart op
pelgrimage naar
de wortels van
haar jeugd. Op de
foto rechts
Caroline aan de
grens van haar
geboorteland.
PAGINA 4
Het wonder van
de geboorte. Een
bezoek aan de
kraamafdeling van
Dijkzigt in
Rotterdam.
PAGINA 5
Er was eens of
de reis van het
heimwee. Terug
naar het
kinderparadijs van
de vijf gebroeders
Grimm.
PAGINA 6
Kinderkerst
verhaal van Wim
Hofman met een
kleurplaat voor de
jeugd. Tevens een
kerstpuzzel voor
de groteren.
PAGINA 7
De kleine stapjes
van Foster Parents
Plan in Sri Lanka.
PAGINA 8
Kerstmis 1944. De
verschrikkingen
van de
hongerwinter.
PAGINA 9
Discuswerpster
Ria Stalman kan
haar gouden plak
van de
Olympische
Spelen in Los
Angeles eindelijk
thuis ophangen.
PAGINA 10
Vader Toon
Hermans is
duidelijk terug van
even weggeweest
en gaat nog een
keer op stap om
de balans van zijn
successen op te
maken.
PAGINA 11
Lolus (Carolus
Josephus Wojtyla)
de trots van
Wadowice. dat
dank zij hem de
Galicische armoe
schijnt te hebben
afgelegd.
PAGINA 12
Anita van Ingen uit
Ede hoedt als
Nederlands enige
vrouwelijke herder
ongeveer honderd
Veluwse
heideschapen.
Vormgeving:
CHARLES BELS
Eindredactie:
WIM HUGENS