y
N
2.500 donateurs; ooit waren het er
een 2.700, maar een jaar of drie ge
leden kwam die bezuinigingswoe
de. Nu trekt het weer aan. Duizend
donateurs erbij, dan zou het echt
leuk zijn. Hoewel, dat is nog niet
veel voor een gebied met 60.000 ge
zinnen, zo'n 175.000 mensen, waar
we voor rijden", aldus Hans Ray-
maekers.
Acht gemeenten
De Dierenhulpdienst bedient de ge
meenten Leiden, Oegstgeest, Lei
derdorp, Zoeterwoude, Warmond
en sinas augustus van dit jaar ook
Voorschoten, Rijnsburg en Valken
burg. Acht plaatsen die Raymae-
kers weten te vinden. Voor twee
tientjes minimum per jaar mèèr
mag ook mag men zich donateur
noemen. Raymaekers: „Betaal je
minder, dan ben je net geen dona
teur. Katten, honden, papegaaien
ziek? Bel maar en we rijden. Tegen
vergoeding naar de dierenarts. Of
naar het dierencrematorium in
Stompwijk, of de dierenbegraaf
plaats in Zevenhoven. Enfin, we
kunnen rondkomen, maar soms ge
brekkig. Ons streven is, onder de
Kannen te zijn met een echt dieren-
ospitaal, een soort opvang voor
noodgevallen, als alles en iedereen
dicht zit. We hebben wel eens met
de handen in het haar gezeten met
een koe 's nachts, en met 18 var
kens, een gekantelde veewagen
met 14 koeien. Waar laat je die zo
in de gauwigheid? Of je vist een
pony uit de singel, of twee schapen.
Daar heb je echt een „opvanghuis"
voor nodig, een schuur met accom
modatie, je moet een beetje Leger
des Heils voor het dier kunnen spe
len".
Achter het huis staat in de tuin een
volière met enkele gasten. Het is er
niet zo druk, op het moment: twee
katten één met een genezend ge
broken bekken, en een zorgwek
kend oudje een tamme ekster,
troetelvogel van Hans (34) en bazi
ge „directeur" van de volière. Bin
nen zit nog een pensiongast, een
aangewaaide houtsnip. Carla:
,,'s Zomers hebben we hier tiental
len eenden, postduiven. Er zijn
meer problemen met dieren dan de
mensen zich realiseren". Hans
weer: „Wij fungeren als praatpaal,
je kunt tegen ons aankletsen. Laat
ze maar bij ons komen, al is de
ruimte er niet voor. We moeten ge
woon groter worden. De mensen
verwachten trouwens, dat wij hen
la minute aan een pasklare oplos
sing helpen: die dierenhulpdienst
staat daar nu eenmaal voor, meent
men. Van politie en brandweer niet
anders dan volop medewerking,
maar voor een gemeenteambtenaar
bestaat de Dierenhulpdienst een
voudig niet".
Geen asiel
Zo dromen de twee Raymaekers en
ook Niels, van de zozeer begeerde
hospitaal-schuur „ergens in het ge
bied, maar het liefst centraal gele
gen", met een huis erbij: „Mag best
een stulpje zijn, als we maar bij het
bedrijf zitten", meent Hans. „Kijk,
we willen geen asiel of pension
gaan runnen, beslist niet. Onze op
vang is anders van aard. Wij den
ken aan een schuur, ingedeeld in
ruimten: een paar honden- en kat-
tenhokken, een beetje aangepast,
een quarantaineafdeling, egel-op
vang ook egels?, man, bij tiental
len en een stuk stal om wat gro
tere beesten kwijt te kunnen. Hoeft
niet onwijs groot te zijn, maar hier
aan de Paulownastraat gaat het nu
eenmaal niet. En een „droge" en
„natte" volière, en een praktijk
ruimte voor de dierenarts.
Tegen het eind van het jaar is het
vrij rustig in huize Raymaekers.
Herder Robin van twaalfeneenhalf
jaar (Carla: „Hij is stokoud maar
gezond, maar ik zou niet weten wat
ik straks zonder m'n hond moet be
ginnen") ligt een beetje klagelijk te
zeuren en maakt af en toe een
rondje door de kamer, met een lik
hier en een lik daar. Geen enkel
telefoontje komt er door. Hans:
„Soms worden er wel drie honden
achter elkaar aangereden; hele
bloedbaden, hoe is het mogelijk! En
dan weer helemaal niets. Zoals nu.
Niels vertelt: ,,'s Nachts heerlijk
slapen, en dan bellen ze je op om te
vragen welke dierenarts dienst
heeft. Of, om half drie. „Hebbu nog
jonge katjes voor me?". Zo kachel
zijn ze soms. Maar we hebben ook
liefste wensen vervuld hoor. Zoals
met die grote Jan van Gent, nee,
nee, niet die uit Zoeterwoude. maar
zo'n, hier vrij zeldzame, bullebak
met zukke vlerken, die we in IJ-
muiden hebben losgelaten, met me
dewerking van Rijkswaterstaat".
Hulpeloosheid
De Dierenhulpdienst Leiden e.o.
spreidt haar vleugels om daar vaak
ongedachte gevallen van hulpeloos
heid onder te brengen. Want zie:
daar komen twee kinderen aan met
een muis in een doosje, met afgebe
ten poot, door de kat gepakt Daar
zijn ook de aan lager wal geraakte
zwanen die nooit dankbaar zijn als
ze geholpen worden weinig die
ren tonen dankbaarheid bij hulp,
maar dat heb je bij mensen ook wel
en de onttakelde torenvalkjes,
een op drift geraakte nerts, slangen
op excursie. Wat moet je er ineens
mee? Raymaekers: „Je bent wel
eens bang en dan denk je: wie zou
er nu weer bellen voor iets dat ei
genlijk niet kan? Honden met een
gekantelde maag, een maag-torsie
(doggen, bloedhonden staan daar
om bekend). Daar moet je snel bij
zijn, anders is het fataal Je kunt
hulp bieden als je erop bent inge
steld. En dat zijn we nu niet. Kat
ten in de vin van een automotor.
Komt voor. Soms kruipen ze
's nachts in de nog warme motor
ruimte en gaan ze voor 't laatst lig
gen slapen op die luchtfilter. Dat
kan gemakkelijk, want van onder
en is de zaak open. Volgende och
tend start de baas z'n motor. Een
rotklusje, om zo'n nog half levende
kat onder de kap vandaan te halen.
Want die baas doet dat natuurlijk
niet".
Hans is een groot dierenvriend,
maar niet lichtgevoelig. Anders
had hij beter in een supermarkt de
schappen bij kunnen vullen met
specerijen en soepen. Nee, Hans
steekt een sigaar op terwijl hij.
nou ja. „Het vangen van een gek of
wild geworden kat of hond. Dat is
ook zoiets. Zie maar dat je ze te
pakken krijgt. En buiten kijken de
eigenaar en de buren toe hoe je hal
er vanaf brengt. Je moet niet aar
zelend binnenstappen, want dan is
het kasie hoor!".
Nu weet ik niet wat bij Hans kasie
is, maar ik kan het vermoeden, en
dat is niet zo best. „Dan heb je af
en toe ook nog de agressieve non*
den die hun overleden baas bewa
ken. Heb ik meegemaakt: twee le
vensgevaarlijke bouviers op een
woonboot, waarvan de eigenaar
overleden was. De politie wist er
geen raad mee. Dan moet je niet
bang zijn, maar meteen aanpak
ken!"
Douchevrees
Nee, dan liever die grote doods
hoofdvlinder die bii de Raymae
kers een warm onthaal gevonden
heeft, in het gulle huis dat nooit
een minuut onbemand is en waar
men met tegenzin voor het berei
den van een eenvoudig doch voecU-
zaam maal naar de keuken gaat, in
de vrees dat de telefoon kan gaan.
Carla durft nooit langer dan vijf
minuten te douchen, maar het is
haar niet aan te zien. Ze zal zich
ook zelden bij de slager om de hoek
vertonen, want er zijn altijd lieden
die later zeggen: toen ik belde was
er niemand Afgezien van Niels
(zo'n Scandinavische naam heeft
ook iets met vogels te maken) zijn
de twee Raymaekers voor dieren in
de wieg geiegd. Carla heeft verve
lende ervaringen met reigers, die
op onschuldige oude mannetje®
kunnen lijken, „ma^r, als je ze
beetpakt, opeens venijnig hun lan*
ge nek kunnen laten uitschieten
en, pats, dan is het wel bijna in je
oog. Nee, het is geen risico-loos be
roep, hè Hans?" „Nee Carla, meid,
maar het maakt niets uit We njdeo
er graag voor!".
Nou ja, zoiets moet toch beter uit de
voeten kunnen, dacht ik. Ik zou
zeggen: dierenbezitters, er kan van
alles gebeuren met de wezentjes die
u lief zijn. Vroeg of laat krijg je er
mee te maken. Wat moet er aan ge
beuren9 Vaak paniek, radeloosheid
soms Ik maak geen reclame voor
dit soort zaken, maar het lijkt me
zinnig om de doelstellingen van de
Dierenhulpdienst aan te hangen;
voor een paar dooie tientjes pet-
jaar; met reductie op de werkelijke
kosten in geval van.Ik krijg er
zelf ook mee te maken; straks met
Miepje; maar ik ben (nog) geen do-
nateur Als ik zelf een kat of hond
of wat voor dierlijk wezen ook was,
zou ik toch enige zekerheid willen
hebben. Dit was. opnieuw, een
Liefste Wens. die een aantal men
sen met elkaar moeten zien te ver
vullen. Een beetje anders, maar
toch.Dierenhulpdienst Leiden
e.o. („Je kunt er met omheen") teL
071-220021. postgiro 19 36 486 En
dan niet miauw, kraauw of woef.
Nee, het mdet gewoon.
TON PIETERS
Foto's: Theo Ringen
iTwaalf jaar geleden was er
aarv de Anna Paulownastraat
nog een vogelasiel gevestigd,
tegenwoordig een aan dieren
hulp biedend zelfstandig be
drijf. Er staan twee moderne,
goed geoutilleerde ambulan
cewagens voor de deur. Die
worden inzetbaar gehouden
door een aantal donateurs,
want verder steekt er geen
mens of instelling een finan
ciële vinger naar uit. Hans en
Carla Raymaekers, sinds een
jaar geassisteerd door 24-jarige
[Leiderdorper Niels Groot die
een ambulance bemant, be
dienen zich schijnbaar van
een beproefde methode die
mensen soms op de been
houdt: bidden, hopen én af
wachten. Hans Raymaekers:
„Het kan zo gek niet lopen,
maar er is altijd wel een op
lossing als de nood hoog is.
Wat niet wegneemt, dat er
hoognodig iets moet gebeuren
willen we adequaat met ons
werk door kunnen gaan"
Daarom schreef zijn vrouw
Carla ons destijds een kort
briefje: „Hierbij kort
krachtig onze liefste wens;
meer donateurs en daardoor
de mogelijkheid voor het bou
wen van een dierenhospi
taal!".
En als bij toeval sloot de Liefste
Wens van Bernadette Colasse daar
bij opmerkelijk goed aan. Berna
dette is een jeugdige Luikse van
geboorte en opgeleid tot verpleeg
ster. Op het ogenblik zoekt ze (in
Amsterdam) werk in de gezond
heidssector, maar eerder „diende"
ze geruime tijd bij de Dierenhulp
dienst, die ik zelf zie als ongeveer
de „koninklijke stallen" van Noord.
In haar brief met hartewens
schreef ze onder meer: „Hartewen-
sen zullen leven bij veel mensen,
maar ook bij dieren; dieren die af
hankelijk zijn van de goedheid en
het medeleven van de mens. Mijn
wens betreft de Dierenhulpdienst
in Leiden, een ambulancedienst die
zieke en gewonde dieren vervoert
naar de dierenarts, naar de eige
naar, die vogels opvangt en ver
zorgt. Allemaal dingen die veel
geld tosten. Apparatuur moet wel
eens vervangen worden, de hokken
vernieuwd enz. Ik heb bewonde
ring voor de mensen die dit werk
al twaalf jaar doen. Ik denk, dat u,
door het schrijven erover, kunt
meehelpen aan het vervullen van
een hartewens van honden, katten,
vogels, eenden en welke dieren al
niet meer, die daar liefdevol wor
den opgevangen. Zijn ze dat niet
waard?'Wis en waarachtig wel,
Bernadette R. J. Colasse. Vooruit,
daar gaan we dan met de geit
24 uur paraat
Het is werkelijk verwonderlijk, dat
nog maar eens een keertje om".
Het is bij de Raymaekers thuis nog
net zo'n huishouden als van.
nou ja van Raymaekers. Zo is het
altijd al geweest. Alles is er dier.
Opgezet of niet. Zeven katten
„voor elke dag van de week één",
zegt Carla houden er bijna alle
stoelen en banken bezet. Namen
heb ik niet onthouden. Er is een
zwarte poes bij, die een hekel heeft
aan katten, maar bij een hond gaat
ze bijna op schoot zitten. Er is een
speels hummeltje bij, Madelein.
Hans: „Een verrekt mooi beestje,
twee weken geleden in Leiderdorp
gevonden. Die houden we hier bij
ons. Europees korthaar hè, alias
lapjeskat, een straatkat dus. We
hebben ooit wel een stuk of zestien
katten in huis gehad. Dat was na
tuurlijk van de zotte. Het was de
hele dag bakken verschonen en ie
benen bijna breken over dat spul
Hulpdienst met donateurs. Dag en
nacht alert. Zo rond 1978-'79 zagen
Hans en Carla het niet meer zo zit
ten. „Het liep slecht toen. We had
den een heel strenge winter met
220 klusjes in één maand. Dat kost
te een hoop benzine en een hoop
werk, en door de gladheid viel er
bijna niet te werken. Ach ja, het is
en blijft liefdewerk dat geen cent
opbrengt. Dat hoeft ook niet. We
moeten alleen kunnen leven en
blijven draaien. Er zijn nu tegen de
In goede handen
bij Carla
Raymaekers: wat Is
er beter voor een
afgedwaalde
houtsnip?
Hans en Carla Raymaekers er nog
zo uitgeslapen uitzien. Ze zijn im
mers 24 uur per dag paraat. Geen
dier in nood, of er hu een eigenaar
is of niet, laten ze zitten. Het zou
me niet verbazen *dat, als je ze
's nachts om 2 uur zou bellen met
„Beste Hulpdienst, daar zit bij mij
een muis achter het behang be
kneld", Hans met zwaailicht aan
zou komen suizen om in te griipen.
De man kent vaak rust noch duur,
terwijl z'n vrouw coördinerend aan
de telefoon optreedt. Soms moet
Raymaekers z'n warme nest uit
voor een spoedklus. Meestal zijn
het dan aanrijdingen. Maar hij
wordt ook gemobiliseerd als er een
hond van 'de trap is gevallen, of
voor een geit die door een
hond is gebeten. Soms is er een
steekpartij waarbij, zeg maar, een
bouvier is betrokken. Of er zit een
kat in een luchtkoker. „Eens was
er een meneer die een muizenval
had gezet", vertelt Hans. „Een muis
kwam er 's nachts in. Maar niet
helemaal. Alleen z'n neusje. De
vallenzetter raakte in paniek en
belde ons op: of we niet wat aan
dat neusje konden doen. Nou ja, in
zo'n geval draai ik me toch eerst