Wijnschrijver
Hugh Johnson
op herhaling
Het leven
is heus niet
zo kwaad
Nieuwe Toepoels
hondenencyclopedie
weer als vanouds
boeken
actueel
Herinneringen van een Europese idealist
B
bi
OI
BOEKEN
EekbeSomunt
VRIJDAG 7 DECEMBER 1984 PAGINA 11
Huisman of huisvrouw, dat
doet er niet toe, maar wie
graag zingt in de keuken, zal
daar een muziekstandaard
moeten plaatsen met daarop
het handzame boek „Het leven
is heus niet zo kwaad". Even
speels als perfect geïllustreerd
door Reint de Jonge, bevat het
levensliedjes waarvan de tek
sten niet meer uit harter) en
hoofden schijnen weg te bran
den, evenmin als de namen
van de makers: Louis Davids,
Lou Bandy, Koos Speenhoff,
Dirk Witte en Alex de Haas,
welke laatste zingend dichtte:
Het leven is heus niet zo
kwaad, wanneer je de zin
maar verstaat
Zo gaat het honderd bladzijden
lang. Zo sla je het boek op, zo
sta je al te zingen: Daar is de
orgelman en Had je niet die
mooie blauwe ogen. Word
nooit verliefd, want dan ben je
verloren, maar Sarina, het
kind uit de dessa, bleef zingen:
„Ik mag jou wel lij". En dan
Mijn eerste meisje van de
zangvereniging, maar Hoe je
heette, dat ben ik vergeten of
heb ik nooit geweten. Een
meisje, dat je nooit vergeet,
laat zich in één moeite door
bezingen met Johanna van ze
ventien jaren.
Dan gaat het eigenlijk alleen
nog maar over de liefde. Leed
en treurnis zijn evenzeer be
zongen, al zitten er volop zil
verdraden tussen het goud.
Gelukkig gaan pa en moe af
en toe met ons naar de speel
tuin toe. Dat weet je nog wel
oudje? Met het Broekie van
Jantje liep het triester af. Zijn
moeder sneed hem een broek
uit haar eigen rok en stierf
vervolgens van armoe. Het
Weesmeisje aan de Oever van
de snelle vliet popelde toen al
naar een Hutje bij de zee, ter
wijl zij zong: we gaan naar
Zandvoort aan de zee, toen de
olieman juist een Fordje had
opgedaan, waar de Kleine man
van Louis Davids zijn ogen op
uit keek. Prachtig uitgegeven
is het wonder van dit boek,
dat het je aan het zingen zet,
terwijl je er in bladert.
TON OLIEMULLER
„Het leven is heus niet zo
kwaad." Illustraties: Reint
de Jonge. Uitgeverij: Bigot
en van Rossum, Baarn.
Prijs: ƒ27.50.
Kleurrijke
agenda 1985
voor tuin
en gezin
Twee in één. Met deze drie
woorden is heel in het kort
aangeduid, dat de dezer dagen
verschenen Nederlandse Tuin
agenda 1985 voor twee doel
einden tegelijk kan worden
gebruikt: als kalender/agenda,
maar ook als een handige tijd
wijzer voor werkzaamheden in
de tuin. Want terwijl aan de
ene kant de dagelijkse aante
keningen als in een agenda
kunnen worden gemaakt, kan
men in de marge van de pagi
na's gewaar worden welke
werkzaamheden men het beste
omstreeks die tijd in de moes-
of andere tuin kan verrichten.
De bijzonder fraaie en kleur
rijke toto's laten heel duidelijk
zien wat men in de tekst be
doelt. Ook wordt men nog
eens op een leuk idee gebracht
voor de voor- of achtertuin.
Dat gebeurt onder meer met
tips over radijsjes in de achter
tuin. aardbeien in een pot, on
kruid om op te eten en moder
ne rozen die een hele zomer
bloeien. Maar ook problemen
gaat de tuinagenda niet uit de
weg: dus ook over de bestrij
ding van ziekten en plagen
kan men er van alles in vin
den. Bij het begin van elke
maand treft men telkens, be
halve de dagelijkse informatie
bij de weekindeling, nog twee
pagina's tekst en illustraties
aan over een of ander alge
meen onderwerp. De tekst is
verdeeld in artikeltjes over de
sier- en de moestuin en passen
bij de betreffende maand, zoals
de titel van het hoofdstukje bij
de vijfde maand al aangeeft:
„Een natte mei geeft boter in
de wei mei is de grasmaand
(grasboter)".
Bij elke dag van de agenda is
voorts voldoende ruimte om
aantekeningen te maken, die
niet per se over de tuin behoe
ven te gaan. Het is dus heel
goed mogelijk, dat de agenda
een geheugensteuntje wordt
voor het hele gezin. De ring
band en de geplastificeerde
omslag maken een handig ge
bruik van ■de tuinagenda dan
ook goed mogelijk. De tuina
genda beslaat 160 pagina's, telt
60 kleurenfoto's en bevat vele
tekeningen. Hij verschijnt dit
jaar voor het eerst en het ziet
er naar uit, dat gezien de
handige opzet en de goede
bruikbaarheid, eventueel
slechts voor één van beide
aangeduide doeleinden het
zeker niet de laatste keer zal
zijn.
A AD VAN HOLSTEIN
De Nederlandse tuinagenda
1985. Uitgave: Lochem druk.
Prijs: 16,45.
overspoelt een vloed aan wijnboeken de markt. Net als de borre
lende wijn in wording in de buik van de kuip, verkeert rond de
oogsttijd de min of meer gespecialiseerde uitgever in barens
nood. De nieuwe Hubrecht Duijker moet uit, de nieuwe Hugh
Johnson, de nieuwe Pieter Taselaar„Nooit eerder was een
wijnboek completer en voorzien van meer informatie", met was-
poeder-slogans als deze, worden de nieuwe werkjes op de willige
lezersmeute losgelaten.
Veertien, vijftien liter nobel nectar nuttigt Nederland per hoofd
van de bevolking, grijsaards, geheelonthouders en grut inbegre
pen. Per jaar. Niet niks. Met de wassende stroom wijn is ook de
hoeveelheid wijnliteratuur geweldig toegenomen. De pioniersar
beid van Wina Born uitgezonderd, werd de voorhoede eerst ge
vormd door uit het Frans en Engels vertaald werk, maar anno
1984 kan men zelfs al spreken van een vaderlandse generatie
wijnschrijvers.
Iedere zichzelf respecterende uitgever meent een of meer wijn-
boeken in het fonds te moeten hebben en dus bezit menig recen
sent enige strekkende meters over dit onderwerp. Afgezien van
de vraag of de behoefte nu werkelijk zo groot is, kan gerust ge
steld worden dat met het verder overvoeren van de lezers, met
het alsmaar herkauwen vooral, de uitgeverswereld bezig is met
zelfvernietiging. Op dit gebied althans. Wat valt er werkelijk
nog over de voortbrengselen van de vitis vinifera, moeder der
alle wijnstammen, te schrijven?
Neem het nieuwe boek van Hugh Johnson, super-pretentieus
getiteld „Standaardwerk van de wijnen van de wereld". Wie
van dezelfde auteur de „Wijnatlas" en „Wijnwijzer" bezit, be
hoeft de nieuwe uitgave echt niet aan te schaffen. Honderd gul
den uitgespaard! Qua feitelijke wijninformatie: een volmaakte,
(geactualiseerde) doublure. Slechts op het punt van de producen
ten-informatie, heeft Johnson een en ander toe te voegen. Wat
Frankrijk en Italië betreft, kunnen we die wetenswaardigheden
trouwens minstens zo uitgebreid, en meer op de Nederlandse si
tuatie toegesneden, vinden in eerder verschenen boeken van
Duijker en Reuten.
Voor de lezer die voor de eerste maal kennis maakt met een
wijnboek, mag Johnsons geesteskind overigens best waardevol
genoemd worden, misschien wel té compleet. Grafisch voortref
felijk verzorgd, kostelijke tekeningen op luxe papier. Maar kost
baar en met, schandalig eigenlijk voor een zo dure uitgave, sto
rende fouten. Zo worden de wijngebieden Saint Chinian en Fau-
gères binnenkort een promotie naar de Appellation Contrólée-
klasse beloofd, en dat terwijl de plots omhooggevallen Zuidfran
se boertjes al sinds 1982 goede sier maken met de gunstige ne
ven-effecten van de opwaardering.
Een ander punt van kritiek geldt de prijs-indicatie. Hoe aardig
ook voor de consument, wijn-richtprijzen verstrekken is een ha
chelijke zaak. Eén misoogst kan de marktwaarde doen stijgen,
een seizoen lang overvloedige zon daarentegen dompelt soms de
boeren in rouw. De wijze van inkoop en het daaruit voortvloei
ende verschil in verkoopprijs van een en dezelfde wijn bij een
kleine slijter of een filiaal van een winkelketen, is een andere
factor die zich niet in een tabel laat vangen.
En wat te denken van de vin de pays? Door Johnson en/of de
bewerkers ingedeeld onder de vier gulden, maar waar Mas de
Daumas Gassac uit de Hérault te plaatsen? Vijftien gulden of
meer, in prijs en kwaliteit de grand crus naar de kroon stekend.
En zo zijn er wel meer voorbeelden: die andere uitnemende ca
bernets en merlots uit de Languedoc, niet hoog gekwalificeerd
maar geliefd en prijswaardig; sommige totaal onderschatte Ita
liaanse tafelwijnen.
Eens te meer: wijn laat zich nauwelijks in regels vangen, hooguit
in vat, fles, glas of keel....
CHARLES BELS
Hugh Johnson: „Standaardwerk van de wijnen van de we
reld". Uitgeverij Spectrum. Prijs 99.50.
Als ie maar lief is, menen sommige mensen die een hond in huis
halen. Anderen daarentegen spreken zich heel duidelijk voor
een speciaal ras uit. Voor beide groepen is een hondenboek geen
overbodige luxe, maar vooral voor de kritische bezitters van één
of meer rasexemplaren is er al sinds mensenheugenis het abso
lute standaardwerk „Toepoels hondenencyclopedie". Daarin
staan naast alle algemene feiten en adviezen betreffende de (on-
)trouwe viervoeter ook zeer uitvoerig alle raskenmerken be
schreven. Erkenning van nieuwe rassen en verschuivingen in
gestelde eisen maken regelmatige bewerking van deze encyclo
pedie noodzakelijk. De reputatie van zeer compleet te zijn moet
immers overeind blijven. De „Toepoels" beleeft nu al weer zijn
zevende druk en Martin van de Weijer heeft zich met deskundi
ge nauwgezetheid ontfermd over de herziening. Hij heeft daarbij
de basisopzet van wijlen P.C.M. Toepoel, de vermaarde kynoloog
uit de jaren dertig, geen geweld aangedaan. Het geheel is zoals
gebruikelijk alphabetisch opgezet, waarbij het wennen blijft om
sommige begrippen op te zoeken. Heeft uw hond buikpijn als
gevolg van het eten van aarde, dan staat dit in een gewoon
boekje misschien vermeld onder het hoofdstukje ziekte, gewoon
ten of verzorging. In deze encyclopedie kijkt u gewoon bij de A:
Aarde eten. Daarna wijst alles zich vanzelf in dit prachtig ge
bonden boek, dat qua formaat en allure aan een chique atlas
doet denken. Één ding is jammer. Van een moderne druk mag
worden verwacht dat de zinsconstructies in een vlotter jasje zijn
gestoken. Maar er komen in deze nieuwste Toepoels nog steeds
zinnen voor die als gevolg van liefst dertien komma's in zó veel
hoofd- en bijzinnen worden gebroken dat men meent een onlo
gisch wetboek te lezen. En niet alle hondenliefhebbers zijn juris-
HERMAN JANSEN
Toepoels hondenencyclopedie. Uitgeverij Becht. Prijs (tot
dien: ƒ79,50.
1.1.85): ƒ59.50. Nadien:
De cynische rede
In 1981, tweehonderd jaar nadat Imma-
nuel Kants boek „Kritik der reinen Ver
nuft" verscheen, begon de Duitser Peter
Sloterdijk aan een uitvoerig filosofisch
werk, waarvan onlangs als uitgave van
Synthese de Nederlandse vertaling ver
scheen: „Kritiek van de cynische rede".
Het grote essay is in twee kloeke delen
uitgegeven samen bijna 900 pagina's.
Het uitgangspunt, zoals Sloterdijk dat in
zijn voorwoord formuleert heeft te ma
ken met het volop waarneembare onbe
hagen in onze cultuur, waar zelfs de kri
tiek door wordt onttroond: „Omdat alles
problematisch is geworden is alles ook
eigenlijk om het even. Dat nu is het
spoor dat wij moeten volgen. Het leidt
ons naar het punt waar sprake kan zijn
van cynisme en „cynische rede". In zijn
beschouwing van onze eigen tijd consta
teert Sloterdijk: „Sinds het uiteenvallen
van de studentenbeweging beleven wij
windstilte in de filosofische theorie". Er
is geen optimisme meer, „de kritische
stemming verandert in nostalgische in
keer, een filosofisch volkstuintje
Pasolinische bloemen van het kwaad en
Freudiaanse wolfskers".
Na een aantal overwegingen vooraf
(„Schiftingen") komt Sloterdijk tot een
uitvoerige beschouwing van het cynis
me, waarbij hij eerst lichamelijke aspec
ten van het menszijn bespreekt en daar
na het cynisme in allerlei verschijnings
vormen en in relatie tot zaken als de
godsdienst en wetenschap, de staat, sexu-
aliteit.
Aan het eind van zijn beschouwingen
stelt Sloterdijk vast dat de analyse van
het cynisme een kritiek van de subjectie
ve rede beoogt, zonder rechtstreeks te
willen terugkeren naar de verloren illu
sies van een objectieve rede, want „dat
zou neerkomen op het bestrijden van de
ene verkeerde serieusheid met de ande-
Weer Reve-brieven
De delen waarin de brieven van Gerard
Reve aan allerlei vrienden en bekenden
verzameld worden, stapelen zich op. „Na
de „Brieven aan Simon C", „....Wim B",
„....Josine M", verschijnt nu bij uitgeverij
Veen „Brieven aan Frans P", die ge
schreven zijn in de jaren 1965-1969. Niet
zo'n heel lange tijd.
Frans P is de etser Frans Pannekoek, bij
Reve-lezers ook wel bekend als „Bullie",
met wie Reve aan enkele uitgaven sa
menwerkte.
Reve-lezers kunnen in dit brievenboek
terecht voor nieuwe Reviaanse uitwei
dingen en verslagen van zijn deprime
rende toestanden in die jaren. De strijd
tegen de alcohol, het gedoe in de publici
teit, de „verrekijk" waar Reve herhaal
delijk moet optreden, omdat
Door
Jan Verstappen
Christine Kraft.
De roos van Julia
einde" en „Nader tot u". Veel van wat
die boeken beschreven is, vindt de lezer
op een of andere manier in deze brieven
aan Bullie en zijn Pamphylia terug.
Prent van Frank Lodeizen over de dron
kenschap.
Drank
„O, drank, je hebt zoveel verpest
toch ben je in mijn dorstig leven,
altijd die ene hoer gebleven,
die mij het diepste heeft gelest....
Zo begint een van de drie drankgedich
ten van Simon Carmiggelt, die in een
mooi uitgaafje met de titel „Vreugden en
verschrikkingen van de dronkenschap"
per pagina een strofe ervan is
geplaatst, vergezeld van een prent van
Frank Lodeizen, die eigenlijk het voor
naamste aandeel leverde met zijn zeven
tien etsen.
Een inleiding van Carmiggelt gaat voor
af: „De vraag (is) gewettigd, of er, in het
algemeen gesproken, een relatie bestaat
tussen de roes en de kunst". Twee alco
holische anecdotes uit het leven van Ja
mes JoyCe worden dan door Carmiggelt
verteld om een antwoord op deze vraag
te zoeken. De conclusie, die hij in ge
sprekken met Frank Lodeizen bereikt, is
„dat niet de roes een bruikbare bron in,
maar de kater".
Een prachtig boekje, dat ongetwijfeld ve
len aanspreekt.
Hersentjes
Vluchten
Ethel Portnoy heeft in een boekje
„Vluchten" een aantal prettig leesbare
reisverslagen bijeen gebracht. In Duits
land bezoekt zij de kastelen van de
roemruchte praalvorst Lodewijk van
Beieren, in de V.S. is zij in Disneyland,
zij komt in Vaticaanstad en reist met de
Orient Express.
Goed geschreven verslagen, zonder veel
verrassingen. Afhankelijk van gevestig
de meningen en instituten is ze niet, ze
kijkt liever zelf naar wat zij zoal tegen
komt.
Christine Kraft is een heel nieuwe weg
ingeslagen. „De roos van Julia" heet het
boekje, dat het resultaat is van haar zelf
bezinning. Verhalen of verhandelingen,
is de vraag, die over dit boek gesteld
wordt. De schrijfster geeft een toelich
ting op haar onderneming: „Vroeg of
laat wordt iedere schrijver die zich se
rieus met zijn of haar vak bezighoudt,
geconfronteerd met de noodzaak orde op
zaken te stellen, tot omkijken en den
ken: waar ben ik nu en vooral, hoe wil
ik verder". Dit leidt tot een nadere ana
lyse van de taal: „Dit boek gaat over
taal".
Er is geen verhaal, er zijn verschillende
verhalen, die je naast elkaar moet lezen:
de linkerpagina correspondeert niet met
de rechterpagina. Van alles heeft veel
met van alles te maken, het is aan de le
zer om zijn eigen verbanden te leggen en
mee te denken met de structuren die
Christine Kraft heeft opgezet. Ze denkt
daarbij aan een waaier: „Je ziet het eer
ste segment -een tijdloos verhaal of een
verhaal-van-alle-tijden. je schuift de
waaier een beetje open en er komt een
tweede segment tevoorschijn, een ver
haal dat ik zelf zie als een „symbolische
dialoog" tussen eigenschappen van
taal....".
Omdat de schrijfster concessies moest
doen aan formaat van het boek en lees
baarheid, heeft ze zich beperkt tot vier
verhalen. Zo is „De roos van Julia" in
haar ogen een „basisboek".
Het boek is interessant voor de lezer die
zich niet in de war laat brengen door de
verschuivingen die de waaier-structuur
oplevert: gedurende een groot deel van
het boek lees je in vier kolommen even
zoveel verhalen naast elkaar. Een spel
vol uitdagingen.
Hannes Meinkema
TE
KWADER
MIN'
Meinkema
Het autobiografische boekje van Johnny
van Doorn, „Mijn kleine hersentjes" is in
een wat gewijzigde vorm opnieuw uitge
geven bij De Bezige Bij. De eerste druk
verscheen in 1972.
Met nogal wat nadruk en een zekere
theatraliteit beschrijft Van Doorn (voor
heen Johnny the Selfkicker) zijn Arn
hemse jeugd in de jaren vijftig. Twaalf
jaar na de eerste kennismaking ermee
doet het nogal onnodig aan, opnieuw
kennis te nemen van de wat stereotiepe
jeugdavonturen van deze provinciaalse
jongeling, die de plaatselijke burgerlijke
conventies steeds weer wil doorbreken.
Het nieuwe boek van Hannes Meinkema
heet „Te kwader min" en het voegt wei
nig toe aan het beeld dat deze schrijfster
in haar vorige boeken over zichzelf en
haar ervaringen heeft opgeroepen. Ook
hier in warrige taal en in een structuur
vol slordigheden een relaas van een
vrouw, die het alweer! heel moei
lijk heeft met haar moeder.
Hannes Meinkema heeft onlangs in een
NRC-Handelsbladinterview van alles be
weerd over haar werk, de thema's ervan
en de vergissingen, die critici steeds
maakten, omdat ze bijvoorbeeld de iro
nie van haar schrijfstijl niet begrijpen.
Dat het werk helemaal niet zo autobio
grafisch was, als men wel meende, moest
zij ook vaststellen.
Ironie ontbreekt echter totaal in „Te
kwader min". Het is een larmoyante
woordenstroom, waarin van de ene niet
terzake doende bijzaak naar de volgende
wordt gepraat. Je kunt niet aannemen
dat Meinkema dat ironisch bedoelt, daar
zouden bij herhaling momenten in de
structuur van het geheel moeten zijn, die
dat duidelijk zouden maken.
Hannes Meinkema is geen steek verder
gekomen in haar pogingen om te schrij
ven. Dat is een droevige zaak.
JAN VERSTAPPEN
In deze rubriek besproken en genoem
de boeken en uitgaven:
Peter Sloterdijk: „Kritiek van de cy
nische rede", reeks Synopsis. Twee de
len. Uitgave De Arbeiderspers. Prijs
65,-
Gerard Reve: „Brieven aan Frans P,
1965-1969". Uitgave Veen. Prijs 16,90
(geb. 29,50).
Frank Lodeizen: Vreugden en ver
schrikkingen van de dronkenschap"
met een inleiding en drie gedich
ten van S. Carmiggelt. Uitg. Veen.
Prijs 25,-
Christne Kraft: „De roos van Julia".
Uitgave Contact. Prijs 26,50.
Johnny van Doorn: „Mijn kleine her
sentjes". Uuitgave De Bezige Bij.
Prijs 22,50.
Ethel Portnoy: „Vluchten". Uitgave
Meulenhoff. Prijs 24,50.
Hannes Meinkema: „Te kwader min".
Uitgeverij Contact Prijs 24,90.
Een van de bekendste figuren
achter de schermen van de
Europese christen-democratie
is dr. K. J. Hahn. Bekend zijn
en toch achter de schermen
werken lijkt met elkaar in te
genspraak, maar is het in dit
geval niet, want Hahn is ook
een zeer actief publicist ge
weest over de zaken die hem
het aan het hart liggen: de Eu
ropese eenwording en de
christen-democratie. Jaren
lang was hij correspondent
van De Tijd in Rome en te
vens beheerder aldaar van een
documentatiecentrum voor de
Europese christen-democraten.
Ook voor ons blad heeft hij
destijds menige beschouwing
geschreven over dit onder
werp. Later werd het journa
listieke werk minder, het rei
zen en contacten leggen voor
de Europese christen-democra
ten echter des te belangrijker.
Vorig jaar werd hij bij gele
genheid van zijn zeventigste
verjaardag op het congres van
de Europese christen-democra
ten in Parijs gehuldigd, een
aanleiding om het wat kalmer
aan te doen en tijd vrij te ma
ken voor wat hij met een ze
kere gêne zijn memoires heeft
genoemd alleen een echte
staatsman en dan nog van de
oude stempel schrijft immers
memoires. Hahn is geen staats
man, maar hij heeft wel zijn
leven lang in hun midden ver
keerd. Hij kan dus heel wat
vertellen.
Voor de aandachtige lezer van
zijn stukken van destijds moet
wel duidelijk zijn geweest dat
Hahn geen typische Nederlan
der is. De optiek is niet direct
op Nederland gericht en wordt
ook vanuit een andere achter
grond gevoed. Nederlands is
dan ook niet zijn moedertaal,
maar het Duits. Hahn is een
Sudeten-Duitser, geboren in
Karlsbad, het huidige Tsjechi
sche Karlovy Vary.
In 1938 kwam hij, getrouwd
zich tot het katholicisme had
bekeerd, naar Nederland.
Hahn en zijn vrouw waren
mikpunt in de beruchte Kris-
tallnacht mikpunt geworden
van de nazi's, maar dank zij
zijn „ariërschap" waren zij
niet echt in gevaar en konden
zij ontkomen naar Nederland.
Deze ervaringen heeft Hahn
in zijn boekje heel levendig
beschreven. Zij maken ook be
grijpelijk waarom Hahn na de
oorlog een actieve rol wilde
spelen in de toen opkomende
Europese eenwordingsbewe
ging, het werk van mannen
als Schuman, De Gasperi en
Adenauer. Als Duitser „van de
goede kant" was Hahn de ge
schikte man om een verzoene-
nende rol te spelen tussen
Duitsers en Nederlanders.
Hahn levert interessante be
schouwingen over de verschil
len in maatschappelijk opzicht
tussen de Sudeten-Duitsers en
de in de oorlogsjaren sterk
verzuilde verzuilde Neder
landse samenleving. Intrige
rend blijft Hahn geeft daar
geen antwoord op waarom
hij verkoos te opereren binnen
het kader van de katholieke
zuil. Als Sudeten-Duitser, die
weliswaar katholiek was opge
voed, was de verzuilde menta
liteit in Nederland, zo schrijft
hij, hem immers volkomen
vreemd. Toch weet hij zich
wonderwel aan te passen. Als
er wellicht een reden is, dan
wel dat hij vanuit die startpo
sitie het best zijn Europese as
piraties kon waar maken. Bij
de socialisten was het wat dat
betreft de dood in de pot.
De eerste hoofdstukken van
het boekje van Hahn zijn ver
uit het interessantst. De stel-
lingname is daar ook het dui
delijkst. Het is de tijd waarin
de verwachtingen van de Eu
ropese eenwording hoog gere
zen waren. Hahns latere in
spanningen zijn meer gericht
op de christen-democratie zelf
en de afstand tot de latere
maatschappelijke problemen is
groter geworden. Van deelne
mer lijkt hij in de loop der ja
ren meer toeschouwer. Dat is
ook te zien aan de christen-de
mocratie zelf. Als centrumbe
weging is zij naar de marge ge
drongen. Nieuwe polarisatie,
waar velen zoveel heil van
verwachtten, heeft zijn werk
gedaan. De Europese landen
die in 1957 het Verdrag van
Rome ondertekenden, zijn op
nieuw verwikkeld in een strijd
om op korte termijn gerichte
Verhalen vooij
jongeren
Jongeren enthousiast maki
voor het lezen van boeken
in de praktijk een moeilij
zaak. Na de periode van
kinderboeken vallen zij
het gat tussen Jan Terlou
en Harry Mulisch dat slech
gedeeltelijk wordt opgevu
door Boeketreeks-achtig pr
za of tienerromans
stiger karakter.
In een poging de jeugd als 1
zer te behouden heeft i
CPNB, de Stichting Colle
tieve Propaganda van h
Nederlandse Boek, e
„Leesbevorderingsproject"
ondernomen, gericht op jo
geren van veertien jaar
ouder. Nadat de vorig ja
uitgegeven bundel „Nooitg ^c'1
Dr. K.J. Hahn.
nationale belangen. In dat kli
maat worden idealisten van
weleer als Hahn nu voor naïef
versleten. Zo lang die beoorde
ling zoveel stilzwijgend begrip
ontmoet, staat Europa er slecht
V° PAUL VAN VELTHOVEN
Dr. K. J. Hahn: Standplaats
Europa. Memoires van een
christen-democraat. Uitgave
De Haan. Prijs 24,50.
dacht" een groot succes w
geworden binnen e«
maand waren de 25.01
exemplaren uitverkocht
nu een vervolg gepublk
onder de titel „Ooitgedach
(een eventuele volgende tit
laat zich raden). Hierin
ongewone verhalen van N
derlandse en buitenland
auteurs die aantrekkeli
moeten zijn voor een begii
nende lezer. Opmerkeli
zijn twee verhalen van deb
tanten, Marianne de Nooy
en Erik Slagter, die de proz
wedstrijd hebben gewonnr
die in de vorige bundel wei
aangekondigd. Ook de niei
we bundel roept op tot h
inzenden van verhalen.
PAUL TOB
Ooitgedacht, 34 verhale
onder redactie van Ro
Anker, Fetze Pijlman e
John Verhallen. Uit
CPNB, prijs 7,90.
Nostalgisch
boekje van
moeder van
Paul van Vlie
Van Louise van Vliet-va
Lakerveld, de moeder v
de Haagse cabaretier P«
van Vliet, is onder de til
„Herinneringen aan de ti
van de gaslantaarns" ee
nostalgisch boekje versch
Het boekje is een samen|
steld uit verhalen, die d<
uitmaken van een boek A
levensherinneringen, dl
mevrouw Van Vliet voc
haar man en kinderen heel
nagelaten. Haar echtgenool
die de knappe pentekenin
gen voor het werkje maakt!
schrijft in zijn voorwoon
„In deze vaak zo moeiljf
en ingewikkelde tijd waaa,
wij allen leven, wordt zo dik
wijls met de juist mooie et
dierbare ervaringen gespd
Zij worden hup...! opzij
schoven. Vooral met de dit
gen op het gebied van
wij nog geloven, wordt
heel raar omgesprongen; d
in tegenstelling tot wat mij
vrouw ervoer en wist door
geven. Gelukkig!". Dat h(
boekje het „mooie en dierb;
re" van rond de eeuwisselin
beoogt te tonen, wil niet zef
gen dat het hier zware koi
betreft. Integendeel: het zi
vlot geschreven, lichte stu
ies, duidelijk met een glin
lach geschreven en beden
om een glimlach teweeg
brengen. Bij ouderen d
glimlach van de herkennin
bij jongeren de glimlach va
de kennismaking met dinge
uit een voorbije wereld.
LEO HENN
Louise van Vliet-van L
kerveld: „Herinneringe
aan de tijd van de gaslai
taarns; uitgeverij: J.I
Voorhoeve, Den Haag; p:
perback, 88 bladzijdei
prijs 9,90.
Landschaps-
register
door het Instituut voor N
tuurbeschermingseducatie,
de serie nu afgesloten r
een registerdeel De
boekwerken beschreef de g
ologie, archeologie, cultuu
geschiedenis, flora, fauna
natuurbescherming in
verschillende gebieden: 1
luwe, Mergelland, duine
Noordwest-Overijssel en tel
slotte de Achterhoek. Omd
het voor de lezer bijzond
moeilijk was soorten, plaat
namen en begrippen terug
vinden, door het ontbrelM
van registers in de afzonde
lijke delen, is nu een totai
register samengesteld.
heeft hetzelfde formaat
de eerder verschenen delen
PAUL TO^
Nederlandse landscha
pen, register. Uitg. van
Inst. v. Natuurbeschj
mingseducatie, in sami
werking met de VAT
Prijs 17,50 (ledenpi
15,-).
pirar
in. I
ciële
veili
De r
M
E