Wijnschrijver Hugh Johnson op herhaling Het leven is heus niet zo kwaad Nieuwe Toepoels hondenencyclopedie weer als vanouds boeken actueel Herinneringen van een Europese idealist B bi OI BOEKEN EekbeSomunt VRIJDAG 7 DECEMBER 1984 PAGINA 11 Huisman of huisvrouw, dat doet er niet toe, maar wie graag zingt in de keuken, zal daar een muziekstandaard moeten plaatsen met daarop het handzame boek „Het leven is heus niet zo kwaad". Even speels als perfect geïllustreerd door Reint de Jonge, bevat het levensliedjes waarvan de tek sten niet meer uit harter) en hoofden schijnen weg te bran den, evenmin als de namen van de makers: Louis Davids, Lou Bandy, Koos Speenhoff, Dirk Witte en Alex de Haas, welke laatste zingend dichtte: Het leven is heus niet zo kwaad, wanneer je de zin maar verstaat Zo gaat het honderd bladzijden lang. Zo sla je het boek op, zo sta je al te zingen: Daar is de orgelman en Had je niet die mooie blauwe ogen. Word nooit verliefd, want dan ben je verloren, maar Sarina, het kind uit de dessa, bleef zingen: „Ik mag jou wel lij". En dan Mijn eerste meisje van de zangvereniging, maar Hoe je heette, dat ben ik vergeten of heb ik nooit geweten. Een meisje, dat je nooit vergeet, laat zich in één moeite door bezingen met Johanna van ze ventien jaren. Dan gaat het eigenlijk alleen nog maar over de liefde. Leed en treurnis zijn evenzeer be zongen, al zitten er volop zil verdraden tussen het goud. Gelukkig gaan pa en moe af en toe met ons naar de speel tuin toe. Dat weet je nog wel oudje? Met het Broekie van Jantje liep het triester af. Zijn moeder sneed hem een broek uit haar eigen rok en stierf vervolgens van armoe. Het Weesmeisje aan de Oever van de snelle vliet popelde toen al naar een Hutje bij de zee, ter wijl zij zong: we gaan naar Zandvoort aan de zee, toen de olieman juist een Fordje had opgedaan, waar de Kleine man van Louis Davids zijn ogen op uit keek. Prachtig uitgegeven is het wonder van dit boek, dat het je aan het zingen zet, terwijl je er in bladert. TON OLIEMULLER „Het leven is heus niet zo kwaad." Illustraties: Reint de Jonge. Uitgeverij: Bigot en van Rossum, Baarn. Prijs: ƒ27.50. Kleurrijke agenda 1985 voor tuin en gezin Twee in één. Met deze drie woorden is heel in het kort aangeduid, dat de dezer dagen verschenen Nederlandse Tuin agenda 1985 voor twee doel einden tegelijk kan worden gebruikt: als kalender/agenda, maar ook als een handige tijd wijzer voor werkzaamheden in de tuin. Want terwijl aan de ene kant de dagelijkse aante keningen als in een agenda kunnen worden gemaakt, kan men in de marge van de pagi na's gewaar worden welke werkzaamheden men het beste omstreeks die tijd in de moes- of andere tuin kan verrichten. De bijzonder fraaie en kleur rijke toto's laten heel duidelijk zien wat men in de tekst be doelt. Ook wordt men nog eens op een leuk idee gebracht voor de voor- of achtertuin. Dat gebeurt onder meer met tips over radijsjes in de achter tuin. aardbeien in een pot, on kruid om op te eten en moder ne rozen die een hele zomer bloeien. Maar ook problemen gaat de tuinagenda niet uit de weg: dus ook over de bestrij ding van ziekten en plagen kan men er van alles in vin den. Bij het begin van elke maand treft men telkens, be halve de dagelijkse informatie bij de weekindeling, nog twee pagina's tekst en illustraties aan over een of ander alge meen onderwerp. De tekst is verdeeld in artikeltjes over de sier- en de moestuin en passen bij de betreffende maand, zoals de titel van het hoofdstukje bij de vijfde maand al aangeeft: „Een natte mei geeft boter in de wei mei is de grasmaand (grasboter)". Bij elke dag van de agenda is voorts voldoende ruimte om aantekeningen te maken, die niet per se over de tuin behoe ven te gaan. Het is dus heel goed mogelijk, dat de agenda een geheugensteuntje wordt voor het hele gezin. De ring band en de geplastificeerde omslag maken een handig ge bruik van ■de tuinagenda dan ook goed mogelijk. De tuina genda beslaat 160 pagina's, telt 60 kleurenfoto's en bevat vele tekeningen. Hij verschijnt dit jaar voor het eerst en het ziet er naar uit, dat gezien de handige opzet en de goede bruikbaarheid, eventueel slechts voor één van beide aangeduide doeleinden het zeker niet de laatste keer zal zijn. A AD VAN HOLSTEIN De Nederlandse tuinagenda 1985. Uitgave: Lochem druk. Prijs: 16,45. overspoelt een vloed aan wijnboeken de markt. Net als de borre lende wijn in wording in de buik van de kuip, verkeert rond de oogsttijd de min of meer gespecialiseerde uitgever in barens nood. De nieuwe Hubrecht Duijker moet uit, de nieuwe Hugh Johnson, de nieuwe Pieter Taselaar„Nooit eerder was een wijnboek completer en voorzien van meer informatie", met was- poeder-slogans als deze, worden de nieuwe werkjes op de willige lezersmeute losgelaten. Veertien, vijftien liter nobel nectar nuttigt Nederland per hoofd van de bevolking, grijsaards, geheelonthouders en grut inbegre pen. Per jaar. Niet niks. Met de wassende stroom wijn is ook de hoeveelheid wijnliteratuur geweldig toegenomen. De pioniersar beid van Wina Born uitgezonderd, werd de voorhoede eerst ge vormd door uit het Frans en Engels vertaald werk, maar anno 1984 kan men zelfs al spreken van een vaderlandse generatie wijnschrijvers. Iedere zichzelf respecterende uitgever meent een of meer wijn- boeken in het fonds te moeten hebben en dus bezit menig recen sent enige strekkende meters over dit onderwerp. Afgezien van de vraag of de behoefte nu werkelijk zo groot is, kan gerust ge steld worden dat met het verder overvoeren van de lezers, met het alsmaar herkauwen vooral, de uitgeverswereld bezig is met zelfvernietiging. Op dit gebied althans. Wat valt er werkelijk nog over de voortbrengselen van de vitis vinifera, moeder der alle wijnstammen, te schrijven? Neem het nieuwe boek van Hugh Johnson, super-pretentieus getiteld „Standaardwerk van de wijnen van de wereld". Wie van dezelfde auteur de „Wijnatlas" en „Wijnwijzer" bezit, be hoeft de nieuwe uitgave echt niet aan te schaffen. Honderd gul den uitgespaard! Qua feitelijke wijninformatie: een volmaakte, (geactualiseerde) doublure. Slechts op het punt van de producen ten-informatie, heeft Johnson een en ander toe te voegen. Wat Frankrijk en Italië betreft, kunnen we die wetenswaardigheden trouwens minstens zo uitgebreid, en meer op de Nederlandse si tuatie toegesneden, vinden in eerder verschenen boeken van Duijker en Reuten. Voor de lezer die voor de eerste maal kennis maakt met een wijnboek, mag Johnsons geesteskind overigens best waardevol genoemd worden, misschien wel té compleet. Grafisch voortref felijk verzorgd, kostelijke tekeningen op luxe papier. Maar kost baar en met, schandalig eigenlijk voor een zo dure uitgave, sto rende fouten. Zo worden de wijngebieden Saint Chinian en Fau- gères binnenkort een promotie naar de Appellation Contrólée- klasse beloofd, en dat terwijl de plots omhooggevallen Zuidfran se boertjes al sinds 1982 goede sier maken met de gunstige ne ven-effecten van de opwaardering. Een ander punt van kritiek geldt de prijs-indicatie. Hoe aardig ook voor de consument, wijn-richtprijzen verstrekken is een ha chelijke zaak. Eén misoogst kan de marktwaarde doen stijgen, een seizoen lang overvloedige zon daarentegen dompelt soms de boeren in rouw. De wijze van inkoop en het daaruit voortvloei ende verschil in verkoopprijs van een en dezelfde wijn bij een kleine slijter of een filiaal van een winkelketen, is een andere factor die zich niet in een tabel laat vangen. En wat te denken van de vin de pays? Door Johnson en/of de bewerkers ingedeeld onder de vier gulden, maar waar Mas de Daumas Gassac uit de Hérault te plaatsen? Vijftien gulden of meer, in prijs en kwaliteit de grand crus naar de kroon stekend. En zo zijn er wel meer voorbeelden: die andere uitnemende ca bernets en merlots uit de Languedoc, niet hoog gekwalificeerd maar geliefd en prijswaardig; sommige totaal onderschatte Ita liaanse tafelwijnen. Eens te meer: wijn laat zich nauwelijks in regels vangen, hooguit in vat, fles, glas of keel.... CHARLES BELS Hugh Johnson: „Standaardwerk van de wijnen van de we reld". Uitgeverij Spectrum. Prijs 99.50. Als ie maar lief is, menen sommige mensen die een hond in huis halen. Anderen daarentegen spreken zich heel duidelijk voor een speciaal ras uit. Voor beide groepen is een hondenboek geen overbodige luxe, maar vooral voor de kritische bezitters van één of meer rasexemplaren is er al sinds mensenheugenis het abso lute standaardwerk „Toepoels hondenencyclopedie". Daarin staan naast alle algemene feiten en adviezen betreffende de (on- )trouwe viervoeter ook zeer uitvoerig alle raskenmerken be schreven. Erkenning van nieuwe rassen en verschuivingen in gestelde eisen maken regelmatige bewerking van deze encyclo pedie noodzakelijk. De reputatie van zeer compleet te zijn moet immers overeind blijven. De „Toepoels" beleeft nu al weer zijn zevende druk en Martin van de Weijer heeft zich met deskundi ge nauwgezetheid ontfermd over de herziening. Hij heeft daarbij de basisopzet van wijlen P.C.M. Toepoel, de vermaarde kynoloog uit de jaren dertig, geen geweld aangedaan. Het geheel is zoals gebruikelijk alphabetisch opgezet, waarbij het wennen blijft om sommige begrippen op te zoeken. Heeft uw hond buikpijn als gevolg van het eten van aarde, dan staat dit in een gewoon boekje misschien vermeld onder het hoofdstukje ziekte, gewoon ten of verzorging. In deze encyclopedie kijkt u gewoon bij de A: Aarde eten. Daarna wijst alles zich vanzelf in dit prachtig ge bonden boek, dat qua formaat en allure aan een chique atlas doet denken. Één ding is jammer. Van een moderne druk mag worden verwacht dat de zinsconstructies in een vlotter jasje zijn gestoken. Maar er komen in deze nieuwste Toepoels nog steeds zinnen voor die als gevolg van liefst dertien komma's in zó veel hoofd- en bijzinnen worden gebroken dat men meent een onlo gisch wetboek te lezen. En niet alle hondenliefhebbers zijn juris- HERMAN JANSEN Toepoels hondenencyclopedie. Uitgeverij Becht. Prijs (tot dien: ƒ79,50. 1.1.85): ƒ59.50. Nadien: De cynische rede In 1981, tweehonderd jaar nadat Imma- nuel Kants boek „Kritik der reinen Ver nuft" verscheen, begon de Duitser Peter Sloterdijk aan een uitvoerig filosofisch werk, waarvan onlangs als uitgave van Synthese de Nederlandse vertaling ver scheen: „Kritiek van de cynische rede". Het grote essay is in twee kloeke delen uitgegeven samen bijna 900 pagina's. Het uitgangspunt, zoals Sloterdijk dat in zijn voorwoord formuleert heeft te ma ken met het volop waarneembare onbe hagen in onze cultuur, waar zelfs de kri tiek door wordt onttroond: „Omdat alles problematisch is geworden is alles ook eigenlijk om het even. Dat nu is het spoor dat wij moeten volgen. Het leidt ons naar het punt waar sprake kan zijn van cynisme en „cynische rede". In zijn beschouwing van onze eigen tijd consta teert Sloterdijk: „Sinds het uiteenvallen van de studentenbeweging beleven wij windstilte in de filosofische theorie". Er is geen optimisme meer, „de kritische stemming verandert in nostalgische in keer, een filosofisch volkstuintje Pasolinische bloemen van het kwaad en Freudiaanse wolfskers". Na een aantal overwegingen vooraf („Schiftingen") komt Sloterdijk tot een uitvoerige beschouwing van het cynis me, waarbij hij eerst lichamelijke aspec ten van het menszijn bespreekt en daar na het cynisme in allerlei verschijnings vormen en in relatie tot zaken als de godsdienst en wetenschap, de staat, sexu- aliteit. Aan het eind van zijn beschouwingen stelt Sloterdijk vast dat de analyse van het cynisme een kritiek van de subjectie ve rede beoogt, zonder rechtstreeks te willen terugkeren naar de verloren illu sies van een objectieve rede, want „dat zou neerkomen op het bestrijden van de ene verkeerde serieusheid met de ande- Weer Reve-brieven De delen waarin de brieven van Gerard Reve aan allerlei vrienden en bekenden verzameld worden, stapelen zich op. „Na de „Brieven aan Simon C", „....Wim B", „....Josine M", verschijnt nu bij uitgeverij Veen „Brieven aan Frans P", die ge schreven zijn in de jaren 1965-1969. Niet zo'n heel lange tijd. Frans P is de etser Frans Pannekoek, bij Reve-lezers ook wel bekend als „Bullie", met wie Reve aan enkele uitgaven sa menwerkte. Reve-lezers kunnen in dit brievenboek terecht voor nieuwe Reviaanse uitwei dingen en verslagen van zijn deprime rende toestanden in die jaren. De strijd tegen de alcohol, het gedoe in de publici teit, de „verrekijk" waar Reve herhaal delijk moet optreden, omdat Door Jan Verstappen Christine Kraft. De roos van Julia einde" en „Nader tot u". Veel van wat die boeken beschreven is, vindt de lezer op een of andere manier in deze brieven aan Bullie en zijn Pamphylia terug. Prent van Frank Lodeizen over de dron kenschap. Drank „O, drank, je hebt zoveel verpest toch ben je in mijn dorstig leven, altijd die ene hoer gebleven, die mij het diepste heeft gelest.... Zo begint een van de drie drankgedich ten van Simon Carmiggelt, die in een mooi uitgaafje met de titel „Vreugden en verschrikkingen van de dronkenschap" per pagina een strofe ervan is geplaatst, vergezeld van een prent van Frank Lodeizen, die eigenlijk het voor naamste aandeel leverde met zijn zeven tien etsen. Een inleiding van Carmiggelt gaat voor af: „De vraag (is) gewettigd, of er, in het algemeen gesproken, een relatie bestaat tussen de roes en de kunst". Twee alco holische anecdotes uit het leven van Ja mes JoyCe worden dan door Carmiggelt verteld om een antwoord op deze vraag te zoeken. De conclusie, die hij in ge sprekken met Frank Lodeizen bereikt, is „dat niet de roes een bruikbare bron in, maar de kater". Een prachtig boekje, dat ongetwijfeld ve len aanspreekt. Hersentjes Vluchten Ethel Portnoy heeft in een boekje „Vluchten" een aantal prettig leesbare reisverslagen bijeen gebracht. In Duits land bezoekt zij de kastelen van de roemruchte praalvorst Lodewijk van Beieren, in de V.S. is zij in Disneyland, zij komt in Vaticaanstad en reist met de Orient Express. Goed geschreven verslagen, zonder veel verrassingen. Afhankelijk van gevestig de meningen en instituten is ze niet, ze kijkt liever zelf naar wat zij zoal tegen komt. Christine Kraft is een heel nieuwe weg ingeslagen. „De roos van Julia" heet het boekje, dat het resultaat is van haar zelf bezinning. Verhalen of verhandelingen, is de vraag, die over dit boek gesteld wordt. De schrijfster geeft een toelich ting op haar onderneming: „Vroeg of laat wordt iedere schrijver die zich se rieus met zijn of haar vak bezighoudt, geconfronteerd met de noodzaak orde op zaken te stellen, tot omkijken en den ken: waar ben ik nu en vooral, hoe wil ik verder". Dit leidt tot een nadere ana lyse van de taal: „Dit boek gaat over taal". Er is geen verhaal, er zijn verschillende verhalen, die je naast elkaar moet lezen: de linkerpagina correspondeert niet met de rechterpagina. Van alles heeft veel met van alles te maken, het is aan de le zer om zijn eigen verbanden te leggen en mee te denken met de structuren die Christine Kraft heeft opgezet. Ze denkt daarbij aan een waaier: „Je ziet het eer ste segment -een tijdloos verhaal of een verhaal-van-alle-tijden. je schuift de waaier een beetje open en er komt een tweede segment tevoorschijn, een ver haal dat ik zelf zie als een „symbolische dialoog" tussen eigenschappen van taal....". Omdat de schrijfster concessies moest doen aan formaat van het boek en lees baarheid, heeft ze zich beperkt tot vier verhalen. Zo is „De roos van Julia" in haar ogen een „basisboek". Het boek is interessant voor de lezer die zich niet in de war laat brengen door de verschuivingen die de waaier-structuur oplevert: gedurende een groot deel van het boek lees je in vier kolommen even zoveel verhalen naast elkaar. Een spel vol uitdagingen. Hannes Meinkema TE KWADER MIN' Meinkema Het autobiografische boekje van Johnny van Doorn, „Mijn kleine hersentjes" is in een wat gewijzigde vorm opnieuw uitge geven bij De Bezige Bij. De eerste druk verscheen in 1972. Met nogal wat nadruk en een zekere theatraliteit beschrijft Van Doorn (voor heen Johnny the Selfkicker) zijn Arn hemse jeugd in de jaren vijftig. Twaalf jaar na de eerste kennismaking ermee doet het nogal onnodig aan, opnieuw kennis te nemen van de wat stereotiepe jeugdavonturen van deze provinciaalse jongeling, die de plaatselijke burgerlijke conventies steeds weer wil doorbreken. Het nieuwe boek van Hannes Meinkema heet „Te kwader min" en het voegt wei nig toe aan het beeld dat deze schrijfster in haar vorige boeken over zichzelf en haar ervaringen heeft opgeroepen. Ook hier in warrige taal en in een structuur vol slordigheden een relaas van een vrouw, die het alweer! heel moei lijk heeft met haar moeder. Hannes Meinkema heeft onlangs in een NRC-Handelsbladinterview van alles be weerd over haar werk, de thema's ervan en de vergissingen, die critici steeds maakten, omdat ze bijvoorbeeld de iro nie van haar schrijfstijl niet begrijpen. Dat het werk helemaal niet zo autobio grafisch was, als men wel meende, moest zij ook vaststellen. Ironie ontbreekt echter totaal in „Te kwader min". Het is een larmoyante woordenstroom, waarin van de ene niet terzake doende bijzaak naar de volgende wordt gepraat. Je kunt niet aannemen dat Meinkema dat ironisch bedoelt, daar zouden bij herhaling momenten in de structuur van het geheel moeten zijn, die dat duidelijk zouden maken. Hannes Meinkema is geen steek verder gekomen in haar pogingen om te schrij ven. Dat is een droevige zaak. JAN VERSTAPPEN In deze rubriek besproken en genoem de boeken en uitgaven: Peter Sloterdijk: „Kritiek van de cy nische rede", reeks Synopsis. Twee de len. Uitgave De Arbeiderspers. Prijs 65,- Gerard Reve: „Brieven aan Frans P, 1965-1969". Uitgave Veen. Prijs 16,90 (geb. 29,50). Frank Lodeizen: Vreugden en ver schrikkingen van de dronkenschap" met een inleiding en drie gedich ten van S. Carmiggelt. Uitg. Veen. Prijs 25,- Christne Kraft: „De roos van Julia". Uitgave Contact. Prijs 26,50. Johnny van Doorn: „Mijn kleine her sentjes". Uuitgave De Bezige Bij. Prijs 22,50. Ethel Portnoy: „Vluchten". Uitgave Meulenhoff. Prijs 24,50. Hannes Meinkema: „Te kwader min". Uitgeverij Contact Prijs 24,90. Een van de bekendste figuren achter de schermen van de Europese christen-democratie is dr. K. J. Hahn. Bekend zijn en toch achter de schermen werken lijkt met elkaar in te genspraak, maar is het in dit geval niet, want Hahn is ook een zeer actief publicist ge weest over de zaken die hem het aan het hart liggen: de Eu ropese eenwording en de christen-democratie. Jaren lang was hij correspondent van De Tijd in Rome en te vens beheerder aldaar van een documentatiecentrum voor de Europese christen-democraten. Ook voor ons blad heeft hij destijds menige beschouwing geschreven over dit onder werp. Later werd het journa listieke werk minder, het rei zen en contacten leggen voor de Europese christen-democra ten echter des te belangrijker. Vorig jaar werd hij bij gele genheid van zijn zeventigste verjaardag op het congres van de Europese christen-democra ten in Parijs gehuldigd, een aanleiding om het wat kalmer aan te doen en tijd vrij te ma ken voor wat hij met een ze kere gêne zijn memoires heeft genoemd alleen een echte staatsman en dan nog van de oude stempel schrijft immers memoires. Hahn is geen staats man, maar hij heeft wel zijn leven lang in hun midden ver keerd. Hij kan dus heel wat vertellen. Voor de aandachtige lezer van zijn stukken van destijds moet wel duidelijk zijn geweest dat Hahn geen typische Nederlan der is. De optiek is niet direct op Nederland gericht en wordt ook vanuit een andere achter grond gevoed. Nederlands is dan ook niet zijn moedertaal, maar het Duits. Hahn is een Sudeten-Duitser, geboren in Karlsbad, het huidige Tsjechi sche Karlovy Vary. In 1938 kwam hij, getrouwd zich tot het katholicisme had bekeerd, naar Nederland. Hahn en zijn vrouw waren mikpunt in de beruchte Kris- tallnacht mikpunt geworden van de nazi's, maar dank zij zijn „ariërschap" waren zij niet echt in gevaar en konden zij ontkomen naar Nederland. Deze ervaringen heeft Hahn in zijn boekje heel levendig beschreven. Zij maken ook be grijpelijk waarom Hahn na de oorlog een actieve rol wilde spelen in de toen opkomende Europese eenwordingsbewe ging, het werk van mannen als Schuman, De Gasperi en Adenauer. Als Duitser „van de goede kant" was Hahn de ge schikte man om een verzoene- nende rol te spelen tussen Duitsers en Nederlanders. Hahn levert interessante be schouwingen over de verschil len in maatschappelijk opzicht tussen de Sudeten-Duitsers en de in de oorlogsjaren sterk verzuilde verzuilde Neder landse samenleving. Intrige rend blijft Hahn geeft daar geen antwoord op waarom hij verkoos te opereren binnen het kader van de katholieke zuil. Als Sudeten-Duitser, die weliswaar katholiek was opge voed, was de verzuilde menta liteit in Nederland, zo schrijft hij, hem immers volkomen vreemd. Toch weet hij zich wonderwel aan te passen. Als er wellicht een reden is, dan wel dat hij vanuit die startpo sitie het best zijn Europese as piraties kon waar maken. Bij de socialisten was het wat dat betreft de dood in de pot. De eerste hoofdstukken van het boekje van Hahn zijn ver uit het interessantst. De stel- lingname is daar ook het dui delijkst. Het is de tijd waarin de verwachtingen van de Eu ropese eenwording hoog gere zen waren. Hahns latere in spanningen zijn meer gericht op de christen-democratie zelf en de afstand tot de latere maatschappelijke problemen is groter geworden. Van deelne mer lijkt hij in de loop der ja ren meer toeschouwer. Dat is ook te zien aan de christen-de mocratie zelf. Als centrumbe weging is zij naar de marge ge drongen. Nieuwe polarisatie, waar velen zoveel heil van verwachtten, heeft zijn werk gedaan. De Europese landen die in 1957 het Verdrag van Rome ondertekenden, zijn op nieuw verwikkeld in een strijd om op korte termijn gerichte Verhalen vooij jongeren Jongeren enthousiast maki voor het lezen van boeken in de praktijk een moeilij zaak. Na de periode van kinderboeken vallen zij het gat tussen Jan Terlou en Harry Mulisch dat slech gedeeltelijk wordt opgevu door Boeketreeks-achtig pr za of tienerromans stiger karakter. In een poging de jeugd als 1 zer te behouden heeft i CPNB, de Stichting Colle tieve Propaganda van h Nederlandse Boek, e „Leesbevorderingsproject" ondernomen, gericht op jo geren van veertien jaar ouder. Nadat de vorig ja uitgegeven bundel „Nooitg ^c'1 Dr. K.J. Hahn. nationale belangen. In dat kli maat worden idealisten van weleer als Hahn nu voor naïef versleten. Zo lang die beoorde ling zoveel stilzwijgend begrip ontmoet, staat Europa er slecht V° PAUL VAN VELTHOVEN Dr. K. J. Hahn: Standplaats Europa. Memoires van een christen-democraat. Uitgave De Haan. Prijs 24,50. dacht" een groot succes w geworden binnen e« maand waren de 25.01 exemplaren uitverkocht nu een vervolg gepublk onder de titel „Ooitgedach (een eventuele volgende tit laat zich raden). Hierin ongewone verhalen van N derlandse en buitenland auteurs die aantrekkeli moeten zijn voor een begii nende lezer. Opmerkeli zijn twee verhalen van deb tanten, Marianne de Nooy en Erik Slagter, die de proz wedstrijd hebben gewonnr die in de vorige bundel wei aangekondigd. Ook de niei we bundel roept op tot h inzenden van verhalen. PAUL TOB Ooitgedacht, 34 verhale onder redactie van Ro Anker, Fetze Pijlman e John Verhallen. Uit CPNB, prijs 7,90. Nostalgisch boekje van moeder van Paul van Vlie Van Louise van Vliet-va Lakerveld, de moeder v de Haagse cabaretier P« van Vliet, is onder de til „Herinneringen aan de ti van de gaslantaarns" ee nostalgisch boekje versch Het boekje is een samen| steld uit verhalen, die d< uitmaken van een boek A levensherinneringen, dl mevrouw Van Vliet voc haar man en kinderen heel nagelaten. Haar echtgenool die de knappe pentekenin gen voor het werkje maakt! schrijft in zijn voorwoon „In deze vaak zo moeiljf en ingewikkelde tijd waaa, wij allen leven, wordt zo dik wijls met de juist mooie et dierbare ervaringen gespd Zij worden hup...! opzij schoven. Vooral met de dit gen op het gebied van wij nog geloven, wordt heel raar omgesprongen; d in tegenstelling tot wat mij vrouw ervoer en wist door geven. Gelukkig!". Dat h( boekje het „mooie en dierb; re" van rond de eeuwisselin beoogt te tonen, wil niet zef gen dat het hier zware koi betreft. Integendeel: het zi vlot geschreven, lichte stu ies, duidelijk met een glin lach geschreven en beden om een glimlach teweeg brengen. Bij ouderen d glimlach van de herkennin bij jongeren de glimlach va de kennismaking met dinge uit een voorbije wereld. LEO HENN Louise van Vliet-van L kerveld: „Herinneringe aan de tijd van de gaslai taarns; uitgeverij: J.I Voorhoeve, Den Haag; p: perback, 88 bladzijdei prijs 9,90. Landschaps- register door het Instituut voor N tuurbeschermingseducatie, de serie nu afgesloten r een registerdeel De boekwerken beschreef de g ologie, archeologie, cultuu geschiedenis, flora, fauna natuurbescherming in verschillende gebieden: 1 luwe, Mergelland, duine Noordwest-Overijssel en tel slotte de Achterhoek. Omd het voor de lezer bijzond moeilijk was soorten, plaat namen en begrippen terug vinden, door het ontbrelM van registers in de afzonde lijke delen, is nu een totai register samengesteld. heeft hetzelfde formaat de eerder verschenen delen PAUL TO^ Nederlandse landscha pen, register. Uitg. van Inst. v. Natuurbeschj mingseducatie, in sami werking met de VAT Prijs 17,50 (ledenpi 15,-). pirar in. I ciële veili De r M E

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 14