GROOTTE POLITIEKORPSEN ALTIJD BENEDEN DE MAAT
De Jan van Houtbrug: dankt bestaan aan de Blauwe tram
Het Maandrente Deposito van Mees&Hope
Bank Mees&Hopenv
CiidaeSowont
0verBru9gen
UNIEK
Kleiden/regio
WOENSDAG 5 DECEMBER 1964 PAGINA S
Bruggen, we maken er allemaal maar historische verhalen waar-
gebruik van. Zeker in een water- in een brug als leidraad dient. De
rijke stad als Leiden zijn het on- gegevens zijn verzameld door een
misbare schakels in het wegen- werkgroep van historisch geïnte-
net. Veel aandacht is er nooit aan resseerden, die veel van de ge-
de Leidse bruggen besteed. De schiedenis van de Leidse bruggen
stilte rond de Leidse bruggen is heeft uitgezocht,
met de presentatie van het Brug-
genboek al gedeeltelijk „ver- Samensteller is de begeleider van
stoord". Het Gemeentearchief deze werkgroep, de heer P.J.M. de
aan de Boisotkade hoopt volgend Baar van het Gemeentearchief,
jaar de tentoonstelling „De Leid- Kees van Herpen tekent voor de
se bruggen" te houden. Als inlei- eindredactie. De reprodukties
ding op deze expositie verschijnt zijn van fotograaf Wim van
in deze krant een serie artikelen Noort.
over Leidse bruggen. Het zijn Vandaag verschijnt het eenenzes-
geen technische verhandelingen, tigste artikel in deze serie.
Wanneer volgend jaar
alle werkzaamheden aan
de Korevaarstraat en de
Jan van Houtbrug vol
tooid zijn, zal dit ver
keersknooppunt aan de
zuidkant van de binnen
stad aanzienlijk van ge
daante veranderd zijn, ze
ker als dat vergeleken
wordt met de situatie van
zestig jaar geleden. De
brug was toen spiksplin
ternieuw en ook de Kore
vaarstraat had een grote
beurt gekregen met de
aanleg van tramrails en
vermoedelijk de vernieu
wing van de riolering in
verband met de zware
trams. Die riolering
wordt thans weer volle
dig vervangen. Het zuide
lijk gedeelte van de Ko
revaarstraat had zijn rio
lering nog niet eens zo
geweldig lang: eerst bij
de demping van wat toen
de Zijdgracht heette werd
deze in 1886 aangebracht.
Afgezien van de riolering
had de aanleg van de
trambaan nog heel wat
meer gevolgen voor dit
deel van de binnenstad.
Voor een goed begrip
daarvan moet wat verder
in de geschiedenis terug
gegaan worden.
De stoomtramlijn Leiden-
Voorschoten-Den Haag kwam
in 1892/93 in handen van de
Maatschappij tot Exploitatie
van Tramwegen (MET), die in
later jaren grotendeels opge
kocht werd door de spoorweg
maatschappij HYSM. Deze
maatschappij, die zelf de lij
nen Leiden-Katwijk en Lei-
den-Noordwijk al exploiteer
de, verwierf ook alle aande
len van de Noord-Zuid-Hol-
landsche Stoomtramweg
Maatschappij (NZHSM), ex
ploitant van de tramlijn naar
Haarlem. In 1909 vond de di
rectie de tijd gekomen om de
stoomtramlijnen eens wat
nieuw leven in te blazen. De
nieuwste ontwikkeling was
immers de electrische tram en
nu de ene gemeente na de an
dere een electrische centrale
stichtte zodat de stroomleve-
rantie geen problemen meer
vormde, werd electrificatie
een haalbare zaak.
In Leiden, waar in 1907 de
electrische centrale aan de
Langegracht gereedgekomen
was, reed nog steeds de paar
dentram zijn ritjes. De HYSM
wijzigde de naam NZHSM in
NZHTM (de T uiteraard van
Tramweg-Maatschappij) en
droeg het beheer van de lij
nen naar Katwijk en Noord-
wijk aan die maatschappij
over. Met de Rotterdamse
Tramweg Maatschappij (de
nog bestaande RTM), die de
Leidse paardentram exploi
teerde, werd overeengekomen
het lijnennet in Leiden over
te nemen na de electrificatie
ervan, hetgeen in 1911 plaats
vond. In dat jaar werd ook de
lijn naar Katwijk geélectrifi-
ceerd, gevolgd door de lijn
naar Noordwijk in 1912. De
stroomspanning op dit totale
electrische netje was 1200
Volt, hetgeen voor de stad
stram betekende dat het de
eerste stadstramlijn in Europa
was waarop een dergelijke
hoge netspanning toepassing
vond.
Nieuwe route
Het spreekt vanzelf dat de
HYSM plannen ging koeste
ren om ook de drukke lijn
Leiden-Den Haag van zijn
verkapte dochtermaatschappij
MET te electrificeren en
daarna door de echte dochter
maatschappij de NZHTM te
laten exploiteren. Dit vergde
echter een geweldige investe
ring. Niet alleen zouden er in
grijpende werkzaamheden
aan de baan en bovenleiding
verricht moeten worden,
maar het tracé was op bepaal
de plaatsen zo weinig ideaal,
dat daar beter een geheel
nieuwe route gekozen kon
worden. Dit gold vooral voor
het gedeelte vanaf de Zilver-
fabriek naar Leiden. De
stoomtram reed daar over de
Leidse weg (noord) naar De
Vink en vandaar over de
Haagweg tot op het Noordein
de, het eindpunt. De directie
achtte dit voor een dubbel
spoor allemaal te bekrompen
en wilde liever ook de omweg
afsnijden met een nieuwe
baan vanaf de Zilverfabriek
rechtstreeks naar het zuiden
van de stad en tenslotte op de
Hogewoerdsbrug aansluitend
op het stadstramlijnennet.
Voorlopig gooide de eerste
wereldoorlog roet in het eten,
maar de plannen vonden
slechts tijdelijk onderdak in
de ijskast. Zodra de toestand
weer redelijk normaal was,
werd er opnieuw actie onder
nomen. Na heel wat onder
handelingen, waarmee nog
tijdens de oorlog voortgegaan
was, werd op 20 augustus 1919
door B W aan de Raad de
concept-overeenkomst met de
MET voorgelegd. Hierbij
werd nog ingegaan op de eer
ste plannen: oorspronkelijk
wilde de MET de lijn laten lo
pen over de Herenstraat, de
Doezastraat, door het Van der
Werfpark en over het Steen-
schuur (zuidzijde) naar de Ho
gewoerdsbrug, met aanslui
ting op de stadslijn naar het
station. Het Rijk was echter
tegen de lijn door het Van der
Werfpark in verband met de
nabijheid van het laborato
rium van prof. Kamerlingh
Onnes aan het Steenschuur.
Het tweede plan behelsde een
route over de Garenmarkt
met een in de bebouwing
langs de Jan van Hout^ade te
breken gat en een trambrug
over de singel en daarna
dwars door het buiten „Zui-
derzicht" naar het zuiden. B
W waren daar tegen in ver
band met de lelijke verhoogde
trambaan op het Steenschuur
en het verplaatsen van walto-
ren Oostenrijck. Een derde
plan om de lijn over de aan te
leggen Burggravenlaan aan
de stadslijn te koppelen op de
Hoge Rijndijk stuitte op be
zwaren bij de maatschappij
omdat de Hogewoerd te smal
was voor dubbel spoor, en dat
gold ook voor de bestaande
route over de Haagweg.
Brug
Daarom werd gekozen voor
de te verbreden Jodenkerk-
steeg, over het Levendaal en
de Zijdgracht en pal ten oos
ten van „Zuiderzicht". Omdat
dit plan aanzienlijk duurder
was vergeleken met het plan
Garenmarkt, zo'n 320.000,-
tegen 160.000,-, wilde de
maatschappij dat de gemeente
de helft van de kosten van
aanleg zou betalen. Die had
daar natuurlijk niet veel zin
in en begon af te dingen:
slechts eenderde zou betaald
worden en alleen van de kos
ten van de wegen, niet de ei
genlijke trambaan. Daarmee
zou een fraaie brede ver
keersweg naar de Zoeter-
woudse singel ontstaan, die
kosteloos overbrugd zou wor
den met een 16 meter brede
vaste brug. Als de lijn echter
via de Jan van Houtkade over
de Koepoortsbrug en de druk
bevolkte Herenstraat zou lo
pen, wilde de gemeente wel
de helft betalen van het deel
van de Hogewoerdsbrug tot
de oprit naar de Jan van
Houtkade.
De Zoeterwoudse singel met waltoren Oostenrijck en de Jan van Houtbrug. Foto ca. 1930.
De-maatschappij vond dit ech
ter geen belangrijk offer
waard, want het zou haar niet
in de gelegenheid stellen „in
het hart der gemeente met be
hoorlijke snelheid door te
dringen en dientengevolge
den rijtijd te bekorten". Zij
verklaarde zich echter bereid
het plan Zijdgracht zélf uit te
voeren, mits de gemeente een
bijdrage van 110.000,- zou
verlenen. Hiermee stemden B
W in en kochten bijvoor
beeld al op 23 mei 1918 de
panden Hogewoerd 5 hoek
Jodenkerksteeg 1 voor
f 18.625,- en Jodenkerksteeg 3
voor 1750,-. Het fabrieks- en
kantoorgebouw van de N.V.
Nederlandsche Fabriek van
Verduurzaamde Levensmid
delen voorheen W. Hoogen-
straaten Co. was al door de
tramwegmaatschappij aange
kocht, op conditie dat Hoog-
enstraaten een minstens even
grote fabriek elders in de ge
meente zou bouwen vóór 1
mei 1928 op straffe van het
verbeuren van 30.000,- aan
de gemeente. Over deze bepa
ling is overigens later nog
heel wat te doen geweest.
De maatschappij verplichtte
zich onder meer tot de ver-
stratings- en rioleringswerken
op de Zijdgracht, de overklui
zing van het Levendaal over
een lengte van 40 meter en
verbreding en zo mogelijk
verlaging van de Hoge
woerdsbrug. Bepaald werd
dat de ontwerpen, bestekken
en uitvoering van de kunst
werken volledig ten genoegt
van B W uitgevoerd moes
ten worden en dat alle kunst
werken in eigendom en on
derhoud aan de gemeente
overgingen. Met deze over
eenkomst stemde de Raad op
28 augustus 1919 zonder pro
blemen in, en daarna werd er
vaart achter het werk gezet
De Jan van Houtbrug werd in
1922 gebouwd (in gebruik ge
steld op 18 januari 1923) en de
vrijwel geheel vrijliggende
dubbelsponge trambaan, die
bovendien van smalspoor
(1067 millimeter) omgebouwd
werd naar normaalspoor (1435
millimeter), werd op 24 janua
ri 1924 grotendeels en op 11
april 1924 geheel tot aan
Scheveningen in gebruik ge
nomen. Hiermee was de rol
van de MET uitgespeeld; de
NZHTM nam de lijn over.
Monument
De situatie rond de Jan van
Houtbrug veranderde snel.
Op 15 oktober 1923 kocht de
gemeente van de N.V. voor
heen Gebrs. de Graaff „Zui
derzicht" met de omliggende
landerijen. Op die landerijen
werden door de woningbouw
vereniging „Ons Belang" al
snel huizen gebouwd, in 1939
afgerond met de bouw van de
gereformeerde Zuiderkerk.
Aan de ingang van het Plant
soen verrees in het najaar van
1924 een herinnering aan het
ontzet van Leiden 350 jaar te
voren: het monument ter ere
van de helden Willem van
sot. Dit door J.C. Altorf ont
worpen monument werd op 3
oktober 1924 onthuld; de kos
ten van het monument wer
den door de Drie Octoberver-
eeniging en die van de funde
ring werden door de gemeen
te gedragen. Overigens stond
het op een plaats die in 1939
bij de bouw van het Zuidelijk
rioolgemaal aan de Geere-
gracht erg ongelukkig bleek;
daarom werd het toen een
stuk verplaatst, zoals toen ook
de aansluiting van de weg
door het plantsoen op de
Geeregrach t Oranjeboom -
straat gewijzigd werd.
Ook het aanzien van de Jo
denkerksteeg veranderde in
grijpend. Nadat een rechtsge
ding tegen de MET beëindigd
was. kon de gemeente 665
vierkante meter grond inclu
sief twee pakhuizen kopen
voor ƒ11.100.-. samen met de
schadeloosstelling wegens het
verloren proces, deor de Hoge
Raad bepaald op 32 645.83.
was dit weer een forse aan
slag op het door de Raad voor
alle werken voor de NZHTM
verleende krediet van
f 160.333.-. In 1924 en volgen
de jaren werd nieuwe bebou
wing aan dit deel van de Ko
revaarstraat gerealiseerd. De
nieuwe straatnaam, waarmee
de vroegere wethouder Jacob
Korevaar P. Azn (Vrijenban
1855 - Laren 1916) geecrd
werd, stelde de Raad op 7
april 1924 na enige discussie
vast; ofschoon niemand de
verdiensten van de geestelijke
vader van de woningbouw
aan de Cathrijnestraat in twij
fel trok, wilden sommige
raadsleden, met name de
communist Knuttel, speciaal
de naam Zijdgracht graag
handhaven.
De tram van de NZHTM.
naar de blauwe kleur van de
zogenaamde Boedapester
tramstellen al gauw de Blau
we Tram genoemd, bleef zijn
ritjes naar Den Haag trouw
rijden. Slechts van 23 septem
ber 1944 tot 25 juni 1945
dwongen de oorlogsomstan
digheden tot het staken van
alle diensten. Tegen de auto
bus viel echter niet meer te
concurreren en op 9 novem
ber 1961 werd de lijn opgehe
ven. De brug wordt echter
nog even veel gebruikt, al
moeten de bussen en auto's te
genwoordig wel een wat inge
wikkelde route volgen om
over de Zoeterwoudse singel
te kunnen raken Als straks
het leed geleden is. zal de Jan
van Houtbrug weer in alle
glorie kunnen stralen, met
een knipoog naar de dan ook
gerestaureerde waltoren Oos
tenrijck.
Allé—
«j Dezelfde hoeveelheid geld op andere manier verdelen
Nogal wat
gemeenten zijn
onlangs opgeschrikt
door een brief van
minister Rietkerk
van Binnenlandse
Zaken over de
grootte van hun
politiekorpsen.
Sommige korpsen
gingen er zwaar op
achteruit (Alphen en
Katwijk min 5.1,
Leiden min 1.9,
terwijl Wassenaar er
5.5 bij kreeg en
Noordwijk 1).
Rietkerk hanteerde
voor het eerst andere
verdeelsleutels en
andere maatstaven,
die op zichzelf
rechtvaardiger zijn,
maar die nog lang
niet volmaakt
blijken. Veel
onderzoek loopt nog.
Het ministerie hoopt
over drie 4 vier jaar
zover te zijn dat alle
„werkdruk gevoelige
factoren", zoals de
mate van
criminaliteit formeel
wordt aangeduid,
worden
meegerekend. Maar
optimaal wordt het
nooit. Kan het ook
niet worden. Een
verhaal over het
eeuwige tekort aan
politiemensen.
LEIDEN In feite is het
probleem van de sterkte
toewijzing voor gemeente
lijke politiekorpsen snel
verteld. Er is geen geld
om aan alle gerechtvaar
digde gemeentelijke wen
sen tegemoet te komen en
dus moet er gezocht wor
den naar een mogelijk
heid om de beschikbare
hoeveelheid geld beter en
eerlijker te verdelen. Dat
betekent eigenlijk dat ge
meenten die een te groot
korps hebben, politiemen
sen moeten afstaan aan
gemeenten met een te
klein korps. Nog anders
gezegd: het tekort beter
verdelen. Daarom moet er
geschoven worden. Waar
het op aan komt, is het
vinden van de juiste argu
menten om dat beleid
goed te kunnen „verko
pen". Die argumenten zijn
er nog niet allemaal, maar
minister K. Rietkerk (Bin
nenlandse Zaken) is alvast
wel met het herverdelen
van de politiekorpsen be
gonnen. Dat is de situatie
van dit moment.
Nu moet erbij vermeld wor
den, dat de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten zich
in grote lijnen wel in de nieu
we aanpak kon vinden. Zoals
het was, kon het niet door
gaan: veel korpsen blijken wat
hun grootte betreft steeds va
ker niet berekend op hun
taak. Mede op aandrang van
de gemoenten zelf is de VNG
ook accoord gegaan met het
uitbreiden het politie-studie-
centrum in Warnsveld, waar
onlangs acht organisatie-des
kundigen extra zijn aangetrok
ken.
Dit instituut wordt weliswaar
door het ministerie van Bin
nenlandse Zaken betaald,
maar staat geheel ten dienste
van de gemeenten. Doel ervan
is de organisatie van de korp
sen door te lichten, want ook
daaraan valt volgens ingewij
den op Binnenlandse Zaken
nog heel veel te verbeteren.
De voorstellen van de organi
satie-deskundigen zullen
straks worden „losgelaten" op
de nieuwe verdeelsleutels en
nieuwe maatstaven. Van lie
verlee, aldus de hoop van het
ministerie, zal de sterkte van
het korps beter afgestemd ra
ken op de plaatselijke noden.
Buitenlanders
Waar komen die nieuwe maat
staven op neer? Hanteerde
men tot voor kort hoofdzake
lijk alleen het inwonertal van
een gemeente, nu zijn daar bij
gekomen de woningbezetting
(de aantallen bewoners van
een huis), de aantallen geregis
treerde buitenlanders, de aan
wezigheid van diplomatieke
objecten en buitenlandse mili
tairen, de ligging, de grens, de
aantallen woonkernen, de aan
wezigheid van een luchthaven
en de recreatie.
Sommige van die aspecten
werden voorheen ook wel
meegewogen; dat leidde er in
dertijd toe dat acht regionale
bijstandscontingenten en een
aantal lokale contingenten in
het leven werden geroepen.
Deze contingenten hebben in
de nieuwe opzet hun langste
tijd gehad.
Al die maatstaven zijn ver
werkt in een ingewikkelde,
wiskundige formule (een ge
meentelijk „model") waar de
plaatselijk geldende getalseen
heden kunnen worden inge
vuld. Optellen, delen, verme
nigvuldigen en aftrekken doet
er een uitkomst uit rollen die
vrij nauwkeurig aangeeft hoe
veel politiemensen een ge
meente nodig heeft. Tevreden
stelde het ministerie vast dat
de tot nu toe gehanteerde uit
komsten aardig bleken over
een te stemmen met de werke
lijkheid: wie teveel had, had
meestal ook „echt" teveel en
wie te weinig had, had meestal
„echt" teweinig.
Grote afwezigen
Grote afwezigen in de nieuwe
maatstaven zijn de criminali
teit, het verkeer en het ver
werken van meldingen (door
burgers). Wat bleek? De wis
kundige „modellen" werkten
niet goed, wanneer ook deze
aspecten daarin werden mee
gerekend. Dat kwam omdat
gemeenten onderling sterk
verschilden in het aanbrengen
van prioriteiten op deze pun
ten; er was geen lijn in te ont
dekken. Verder speelde de uit
eenlopende cellencapaciteit
een grote rol, alsmede de capa
citeit van de staande en zitten
de magistratuur en het gevan
geniswezen. Kortom, centraal
bleek te staan de vraag: hoe
veel kun je verwerken? En
niet de vraag: wat moeten we
bestrijden?
Er tekenen zich in de bestrii-
ding van de criminaliteit wel
iswaar trends af in sommige
politiekorpsen, maar Rietkerk
wil die (nog) niet tot wetma
tigheid verheffen en nu al in
de reken-modellen stoppen.
Daarover komt nog intensief
overleg en dan zullen ook deze
criteria op een of andere ma
nier worden toegevoegd.
Verrassend
Verandert dat veel aan de
ADVERTENTIE
7f-^ Het Maandrente Deposito van Mees Hope
I f\/ combineen hoge vaste rente met unieke bcschikbaar-
I xJY hcid. Looptijd en rentepercentage zijn 5 jaar vast.
Momenteel bedraagt deze rente 7,25%. E ITecl ie f zclls
7,50%. want de rente wordt maandelijks uitgekeerd,
waardoor L' maandelijks over extra inkomsten kunt
beschikken De minimum stoning is f 10.000.-
Naast jaarlijks f3.000.- is het saldo van het Maandrente Deposito vry be
schikbaar bij aankoop van onroerend goed en bij overlijden. Tussentijds op
nemen blijft mogelijk. U betaalt dan 2% opnamekosten
Een Maandrente Deposito kunt U eenvoudig thuis openen. De brochure
"Maandrente Deposito" sturen wij U hiervoor gaarne toe. Voor meer informa
tie bent U van harte welkom bij ondergenoemde kantoren.
Amsterdam. Herengracht 548. (020) 5279111 Rotterdam Coolsingcl 93. (010) 632911
's-Gravcnhagc. Kncuterdi|k 13, (070) 924031
Voorts te Alblasserdam (01859) 2605. Amsterdam Builcnvddcrt (020) 444848 Arnhem (085) 424100. Delft (015) 140481
Dordrecht (078) 141077. Eindhoven (040) 444155. s-Gravcnhagc Duinwi|ck (070) 244080. Groningen (050) 189711
Groningen De Wijcrt (050) 250700. Haarlem (023) 315950. Haren (050) 345645 Heerlen (045) 711710. s Hertogenbosch (073) 128644
Rotterdam-Zuid (010) 192711. Schiedam (010) 340222. Usqucrt (05950) 2909 Utrecht (030) 317824 Vlaardingcn (010) 340222
Zaltbommcl (04180) 3752.Zeis^(03404) 16204
sterkte-toewijzingen die hier
en daar zoveel stof deden op
waaien? Op zich verrassend is
het, te vernemen dat het mi
nisterie dat niet verwacht. Dat
houdt verband met iets anders,
hoe meer een gemeente met
een centrumfunctie verstede
lijkt is, hoe groter de maat
schappelijke bedrijvigheid. „Er
ts sprake van een algemene
binding tussen die bedrijvig
heid en de aanwezigheid van
bijvoorbeeld criminaliteit",
schreef Rietkerk in een
leidende brief bjj de sterkte
toewijzing.
Anders gezegd; dat de crimi
naliteit in een gemeente gelijk
stijgt met het inwonertal, is
waarschijnlijk met altijd waar
Volgens een deskundige op het
ministerie kan het best zo zijn,
dat de grote steden teveel poli
tie hebben in plaats van te
weinig. Hetzelfde geldt voor
kleinere gemeenten „Maar",
voegde hij er haastig aan toe.
„het is maatschappelijk niet
verantwoord dat nu te zeg
gen".
Toch zullen gemeenten steen
en been blijven klagen Ge
meenten overvragen, weten de
specialisten op het departe
ment uit ervaring. Maar ook
als dat zou worden afgeroomd
van de vraag om meer poltUe,
blijft er een aanzienlijk ver
schil bestaan tussen de uit
komsten van het rekenmodel
en de werkelijke nood Pro
bleem is dat Binnenlandse Za
ken omwille van het terug
dringen van het financierings
tekort niet uitgaat van de be
hoefte aan politie, maar van
het beschikbare geld Het on
tegenzeggelijke tekort aan po
litiemensen zal daarom voorlo
pig blijven bestaan
ED FIOGE