p..I- c i maleZATERDAG 1 DECEMBER 19af Aartsbisschop Simonis: buitengewoon partijdig is =S( „Ik heb wel eens gedacht: kan de tv niet een uur stilte uitzenden?" ■\Y UTRECHT Storm zwiept zure regen door de Maliebaan. Slaat te gen het raam en onderbreekt de stilte in de hoge gesprekskamer van het bisschoppelijk onderko men. Stilte. Zijn zonder praten, zonder discussies, zonder menin gen. En dan, als vanzelf, dankbaar zijn. Een zoeker wilde advies en vroeg belet bij een zen-meester. „Waarom kom je niet alleen?", vroeg de meester. „Maar ik ben toch alleen", protesteerde de zoe ker. „Je hoofd", wees de meester. „Je hoofd zit tjokvol mensen. Hon derden mensen. Allemaal hebben ze een mening en allemaal praten ze door elkaar heen. Hoe kan ik je temidden van zoveel tumult een advies geven? Je zou me niet ho ren. Ga heen en kom terug wan neer ie alleen bent. Over een jaar misschien". Tolwinden wervelen door de Ma liebaan. De statige ontvangstkamer zwijgt. Schilderijen. Antiek meubi lair. Opeens, onhoorbaar haast, is hij binnengekomen. Niet de zen meester maar de aartsbisschop van Utrecht, dr. A.J. Simonis. Ook in de stemming voor een stil inter view, monseigneur? Een uurtje sa men „zijn" zonder botsing van opi nies? Wel, de weergave zou enige inven tiviteit vergen, maar wat hem be treft hoeft ae suggestie niet noodza kelijkerwijs een grap te zijn. Zelf heeft hij zich ook wel eens afge vraagd of de televisie niet een uur stilte zou kunnen uitzenden. „Je zou dat natuurlijk niet dagen van tevoren moeten aankondigen", legt hij uit. „Het moet plotseling komen. Op beide netten verschijnt een om- roepster in beeld, die zegt: 'En dan nu, dames en heren, nodigen we u uit een uur stil te staan bij het mys terie van ons bestaan. Om tot ons zelf te komen en tot elkaar'. Mooi zou dat zijn. Maar of het zou wer ken?" Toch maar praten, dus. Praten over meningen die botsen. De Katholie ke Raad voor Kerk en Samenle ving publiceerde onlangs een ver klaring waarin hij felle kritiek le verde op de manier waarop de re cente bisschopsbenoemingen in de Rooms-Katholieke Kerk in Neder land tot stand ziin gekomen. Zon der personen onder vuur te willen nemen, uitte de Raad zijn ongenoe gen over de gang van zaken die vooraf is gegaan aan de benoemin gen van aartsbisschop Simonis zelf, bisschop Bör (Rotterdam) en bis schop Bomers (Haarlem). Gepleit wera voor procedures die „eensge zindheid bevorderen en het ambt toevertrouwen aan bisschoppen die, zelf boven de partijen staande, voor alle partijen herder zijn". Een rede lijk pleidooi, nietwaar? Mgr. Simonis: „Ik zou het er hele maal mee eens zijn geweest als het pleidooi gevoerd was binnen een politieke context. Binnen een poli tieke partij, bijvoorbeeld. In een politieke partij heb je verschillende vleugels met uiteenlopende opvat tingen en soms tegengestelde be langen. Om de interne democratie recht te doen, kan zo'n partij zeg gen: jongens, als we willen voorko men dat de verschillende vleugels elkaar afslachten, moeten we een onafhankelijke voorzitter benoe men. Iemand die ons voortdurend herinnert aan onze gemeenschap pelijke doelstelling. Iemand die ae eensgezindheid bevordert en die, zelf Doven de verschillende vleu gels staande, voor alle vleugels voorzitter is. Binnen een politieke context zou ik zo'n pleidooi prima vinden. Trouwens, kijk naar ons staatsbestel en naar de positie van de koningin daarin. De koningin is bij uitstek iemand die de eensge zindheid bevordert door boven de politieke partijen te staan en voor alle partijen staatshoofd te zijn. Prachtig! Maar de Kerk is niet te vergelijken met een politieke organisatie? De Kerk is onvergelijkbaar anders „Ik dacht: onzin, de Tanzaniaanse kinderen zijn veel rijker dan de Nederlandse". ,Een poging om tot meer eensge zindheid te komen ligt er duidelijk in de brief van de bisschoppen die naar aanleiding van het komende bezoek van de paus is geschreven en die in de Pauskrant is gepubli ceerd. De brief beoogt blijk te ge ven van een gevoelige antenne voor al die mensen die op het ogen blik in verwarring verkeren of moeilijkheden hebben met gezag, en de paus niet zo goed meer zien zitten. Zonder dat uiteraard wordt afgedongen op de positie van de paus als eerste verkondiger van het geloof". Opmerkelijk was ook het mooie ar tikel van pater Jan Hulshof, waar in deze de bevrijdingstheoloog Leo nardo Bo ff aanprijst. In de vakkun dige schets die journalist Nico Ad erna van de paus geeft, troffen enkele mild-kritische passages. De Pauskrant is uitgegeven door de Stichting Pausbezoek Nederland, waarvan u de voorzitter bent. „Ik ben voorzitter van dat comité, maar dat betekent niet dat ik alle artikelen voor publikatie heb gele zen. Als ik dat wel had gedaan zou ik misschien bij enkele passages een vraagteken heb gezet. Sommi ge mensen hebben me geschreven dat ze bepaalde elementen in die krant niet passend vonden. Ik kan daar wel in komen, maar de krant als geheel vind ik geslaagd. Ik heb er zeker geen spijt van". De Congregatie voor de Geloofsleer stelt momenteel een onderzoek in naar de bevrijdingstheologie van Leonardo Boff. Verzeilt de Stich ting Pausbezoek niet in een vreem de situatie wanneer de Congregatie straks een veroordeling uitspreekt over deze theologie? „Pater Hulshof heeft geciteerd uit een uitstekend boek van Boff over het Onze Vader. Je kunt daar heel goed uit citeren zonder ermee te kennen te geven dat je in alle op zichten achter zijn theologie staat. 'e t n jkliJ 2. Hoe kijkt u aan tegen de be vrij dingstheologie? „Bevrijding is de kern van ons ge loof. De naam Jezus betekent: Ja weh redt. Jaweh redt of bevrijd! In het Mattheus-evangelie zegt d> engel tegen Jozef: ge zult Zijl naam Jezus noemen, Jahweh red! Want en dan komt het zal Zijn volk van hun zonden vei lossen. Dus Jezus is de redder ei bevrijder van de zonden. Heel lang is die bevrijding eenzijdi. opgevat als bevrijding uit onze per, soonlijke zonden. Daarbij hebbej we te weinig oog gehad voor he' feit dat er naast persoonlijke zon den zoiets bestaat als maatschappe lijke zonden. Kwaad dat zich heel vastgezet in maatschappelijk- structuren, bijvoorbeeld structure; waarbij bepaalde groepen in de S3 menleving consequent worden uit gebuit. De laatste decennia verandert da en krijgen we, vooral dankzij d bevrijdingstheologie, in toenemen de mate oog voor juist die maai schappelijke zonden. Steeds scheiI per zien we in dat het Heil dat Je zus heeft gebracht door voor ons t sterven ook daarop betrekkin heeft. Hij bevrijdt ons uit onze pei soonlijke gevangenis, maar net z] goed uit de gevangenis van 01 rechtvaardige maatschappelijk structuren. Wel, dat inzicht heel consequenties voor ons handeleij Die structuren moeten we afbre* ken. Het probleem dat zich nu voordoe! is dat sommige bevrijdingstheolol "gen als het ware lijken door f slaan naar de andere kant. De pei soonlijke zonden vergeten en d bevrijding uitsluitend uitleggen al bevrijding van het volk uit dl^^ structureel-maatschappelijke zonl I den. Waarbij soms zelfs het evang^LX J lie gevaar loopt te worden mis bruikt voor rechtvaardiging van d klassenstrijd. Wat de Congregati voor de Geloofsleer nu onderzoek is of die eenzijdigheid inderdaai dreigt. Terecht, want Jezus' bevril ding heeft betrekking op alle mei£EISr sen". vooro Maar de arme, geknechte, uitgebdL^ te mens krijgt van Hem wel voo^nëh|t ran& Institi „Zeker. Maar principieel blijft hf'an T evangelie er voor iedereen. Oogezich voor de rijke, die uiteindelijk nifret sc meer is dan een arm mens met ceibare ten. Niet in alle situaties is onmtèprek dellijk duidelijk wie nu echt „die ze, arme" is. Bij mijn bezoek aan Taiheeft zania, een tijdje geleden, kwam frieën, een van de eerste dagen terecht ielektr een werkelijk straatarm dorp. Igedacl zag daar een moeder met kinaereïolletj die nauwelijks een draad aan hünivei lijf hadden. Verschrikkelijk, daclmos o ik. Wat een krankzinnige armoerfJuiter als je het vergelijkt met Nederlagen lu waar de kinderen zwemmen in hflog ir speelgoed. Maar twee weken latfcet ir had ik die mensen leren kennefnakei Had ik de liefde gezien waarmee feld zi binnen het gezin met elkaar oitflag: dacht ik: onzin, deze kinderen zijal zoi veel rijker dan de Nederlandse", de ind milieu Stil kunnen zijn, stil kunnen geniHet w ten dat je mag zijn, is misschien <pers d grootste rijkdom. werelc werke „Ik denk dat een zekere mate vfdeze welvaart een voorwaarde is om a«meet-2 die biddende stilte toe te komelotype; Maar véél materiële luxe, zoals fium r Nederland ondanks de werkloopomm< heid nog steeds bestaat, is voor sjjlen e< ritualiteit evenzeer een slecht kfcenaar maat. Laten we hopen dat de bpers v zoafren do zinning rond het Onze Vader, die nu plaats vindt ter voorberej ding van het pausbezoek, een stt mulans in de goede richting geei Naar mijn gevoel zou die spiritue] voorbereiding wel eens belangrf ker kunnen zijn dan het pausbr zoek zelf" WILLEM SCHEER kl< Itof. D. Volgende week zaterdag is mgr. dr. A.J. Simonis precies één jaar aartsbisschop van Utrecht. Een onzer verslaggevers sprak met hem over eensgezindheid, de grenzen van het herderschap en de bevrijdingstheologie. „Als de waarheid van het evangelie wordt aanvaard, is eensgezindheid een onontkoombaar gevolg" omdat haar bindend element we zenlijk anders is. Kijk, het bindend element in een politieke organisatie is de behartiging van de gemeen schappelijke belangen van haar le den. Belangen die, als het om een democratische organisatie gaat, ge formuleerd en erkend worden in de loop van het democratisch pro ces. En die, naar gelang de omstan digheden, onderhevig zijn aan ver andering. Taak van de voorzitter binnen zo'n politieke club is. be leidslijnen vinden waarin de belan gen van zoveel mogelijk leden zo goed mogelijk tot hun recht komen. De onpartijdige voorzitter zoekt voortdurend naar het beste com promis. De Kerk is op een heel andere leest geschoeid. Wat de Kerk bijeen houdt is niet zoiets als „de grootste gemene deler" van de opvattingen of de belangen van de kerkleden. Wat de Kerk samenbindt is het evangelie van Jezus Christus. Waar een voorzitter van een politieke club op zoek is naar het beste com promis, daar heeft een bisschop het evangelie. Een bisschop heeft dus niet tot taak eensgezindheid te be werkstelligen door boven de partij en te gaan staan. Een bisschop zegt: dit is het evangelie; dit is de waar heid; aanvaard en ervaar de waar heid. En èls de waarheid wordt aanvaard is eensgezindheid een on ontkoombaar gevolg. Anders gezegd: Jezus moet ons sa menbinden. Ziin persoon en de waarheid die Hij verkondigt, moe ten ons bij elkaar brengen. Daar ligt de basis van onze eensgezind heid". In uw visie staat een bisschop dus helemaal niet boven de partijen. Integendeel, hij is buitengewoon partijdig. „Zo is het. Hij kiest radicaal partij voor het evangelie, zoals dat door de Kerk gelezen wordt. Dus vol gens de richtlijnen van de concilies en in gemeenschap met de paus. Een bisschop verenigt mensen in Jezus. Jezus en Zijn evangelie staan op de eerste plaats. Dat kan toch ook niet anders? Stel je even een extreme situatie voor: een bisdom, waarin een deel van de gelovigen zegt: wij blijven trouw aan de leer van de Kerk, zoals die door de eeu wen heen aan ons is doorgegeven. En een ander deel dat zich op het standpunt stelt: hoor 's hier, wij ge loven wel dat Jezus een voorbeel dig mens is geweest, maar werke lijk de Zoon van God nee, dat gaat ons te ver. Moet een bisschop dan „boven de partijen" gaan staan en zijn herderlijke taak zó opvatten dat hij voor beide opvattingen ruimte laat? Dat is toch ondenk baar? De bisschop kiest partij voor het evangelie en zegt tegen de an dersdenkenden: beste mensen, alles goed en wel, maar jullie zitten op het verkeerde spoor. Zo is het ook met andere dwalingen. Als bepaal de katholieken zouden zeggen: wij geloven niet langer dat Christus werkelijk aanwezig is in de eucha ristie, dan kan een bisschop een voudig niet anders dan antwoor den: het spijt me, maar jullie dwa len. Zo'n bisschop vervolgens ver wijten dat hij kiest tegen, ik zal maar zeggen het „Nederlandse" ka tholicisme en vóór het „Roomse" katholicisme, komt voort uit een verkeerd begrip van onze gods dienst. Wij zijn een Rooms-Katho- lieke Kerk". Maar de rooms-katholieke lezing van het evangelie is geen statisch gegeven. Die ontwikkelt zich. „Die ontwikkelt zich in die zin, dat bepaalde aspecten van de Waarheid in bepaalde tijden meer accent krij gen dan in andere. Maar de waar heid zelf is onveranderlijk. Het evangelie, die onbegrijpelijke bood schap van Gods liefde, van zijn verzoening en van zijn trouw, is ge geven voor altijd. Die verjaart niet. En de Kerk maakt deel uit van die boodschap. Die veijaart evenmin. Hoogstens kun je zeggen dat de Kerk in de loop van de tijd nieuwe facetten aan de waarheid ontdekt die tot dan toe onderbelicht waren gebleven. Maar dat betekent nooit dat hetgeen eerder aan het licht trad daarmee ongeldig is geworden. Het is nooit zo dat bepaalde aspec ten elkaar uitsluiten. Eéh voorbeeld. Vroeger spraken we altijd over de Kerk als over het „Lichaam van Christus". Een beeld waarbij het hoofd symbool is van paus en bisschoppen en de ledema ten de overige geledingen van de Kerk uitbeelden. Een vrij statische, hiërarchische opvatting van de Kerk, zou je kunnen zeggen. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie is een ander beeld meer in de aan dacht gekomen, de Kerk als „Volk Gods". Duidelijk een veel dynami scher benadering. Als je het hebt over „Volk Gods", dan zeg je al gauw „Volk Gods onderweg". Dat duidt op openheid voor nieuwe om standigheden, bereidheid tot veran dering. „Volk Gods" is ook een de mocratischer beeld. Het „volk" daar horen we allemaal bij, daarin hebben we allemaal onze inbreng. Welnu, dat nieuwe zinnebeeld heeft het oude niet vervangen, het is er een aanvulling op. Paus en bisschoppen blijven, in de naam van Christus, „hoofd" van de Kerk. In sommige tijden kunnen bepaal de aspecten van de waarheid meer accent krijgen dan in andere, maar ze sluiten elkaar nooit uit. Met an dere woorden: voor nieuwe ideeën, nieuwe opvattingen is ruimte, heel veel ruimte zelfs, zolang ze maar niet indruisen tegen de geloofs waarheden zoals zich die in de loop van twintig eeuwen in de Kerk hebben uitgekristalliseerd". Tegèn mensen die, in alle oprecht heid, nieuwe inzichten uitdragen die klaarblijkelijk of ogenschijnlijk wel in strijd zijn met oude geloofs waarheden, kunt u soms hard op treden. Toch spreekt het evangelie van de herder die zijn 99 schapen in de steek laat om het honderdste, afgedwaalde dier diep in de strui ken te gaan zoeken. Tot hoever reikt uw herderschap? „Niet tegen mensen treed ik hard op, maar tegen opvattingen die niet te verenigen zijn met het evangelie zoals dat door de Kerk geleerd wordt. Ik weet wel dat de mensen vaak kribbig reageren als je de leer van de Kerk benadrukt. 'Daar heb je hem weer met de leer', wordt er dan gezegd. Maar nogmaals: het is mijn diepe overtuiging dat uitein delijk alleen dèt ons kan samenbin den. Nu wat de grens van het herder schap betreft: naast de parabel van de 99 schapen, lezen we in het evangelie ook de parabel van het bruiloftsmaal. Jezus vergelijkt het Rijk Gods met een bruiloftsmaal en zegt: ga naar de hoeken van de straten en dwing iedereen om bin nen te komen en aan het bruilofts maal deel te nemen. De gasten zijn nog niet binnen of, waarachtig, er zit iemand bij zonder bruiloftskleed aan. Die wordt eruit geknikkerd. Ik zeg het nu een beetje hard, maar zo staat het er: gooi hem eruit. Dus Jezus stelt aan Ziin herderschap ook weer grenzen. Wil je erbij ho ren, dan moet je wel bereid ziin het bruiloftskleed aan te trekken De twee parabels lijken tegenstrij dig „Maar ziin het niet. Daarvoor moet je goed begrijpen dat de bruilofts gast die eruit wordt gezet, pertinent en uit vrije wil weigert om een feestelijk kleed aan te trekken. Wie uit vrije wil tegen het evangelie kiest, draagt daarvoor zelf de ver antwoordelijkheid. Als dat hon derdste schaap dat is afgedwaald en door de herder wordt opgehaald, zegt: je kan me wat, ik zit hier lek ker in deze doornstruik, ik wil niet meer terug ja, dan is de grens van het herderschap bereikt. Als puntje bij paaltje komt, is de vrije wil beslissend". Juist omdat we van u zo'n strikt or thodoxe lijn gewend zijn, frappeer de de handreiking naar de meer progressiefof „vrijzinnig" geo riënteerde katholieken, zoals die naar voren komt in de onlangs ver schenen Pauskrant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 14