„Herinneringen aan Wim Kan
condoléanceregister vol twijfels
1984
495
Indrukwekkend vierde deel van
Hans Warrens „Geheim dagboek
EcidócSoinant
Guinness boek: Stc
een record op zichult
F cl
1984" in het nieuw
PA
Overbodige wi jnwi jzel
van Hubrecht Dui jke
Erop of
Eronder
[I
BOEKEN
VRIJDAG 16 NOVEMBER 1984 PAGINA i
Op verzoek van aanspre
ker Wim lbo hebben 33
bekende Nederlanders,
een jaar na de dood van
Wim Kan, alsnog het con
doléanceregister aange
vuld met hun persoonlijke
visie op Neerlands meest
befaamde aansmoezenier,
die tijdens een glansrijke
carrière zijn landgenoten
op speelse wijze het ABC
van de humor heeft bijge
bracht. In het boek „Her
inneringen aan Wim
Kan", waarvan het eerste
exemplaar vanmiddag tij
dens een feestelijke hap
pening in het Amsterdams
De La Mar-theater door
uitgeverij Villa in Weesp
als een rijkelijk premature
Sinterklaassurprise aan
Corrie Vonk werd over
handigd, wordt deze con
ferencier van klasse uit
Kuddelstaart door de
meesten geportretteerd in
de vage, wijkende kleuren
van de twijfel.
„Wim Kan had de twijfel tot
levenshouding verheven",
schrijft de cabaretier Seth
Gaaikema, die aan vele pro
gramma's van Kan met punt
gave tekstbijdragen heeft mee
gewerkt. „Dat kon hij zich
veroorloven", vervolgt hij,
„omdat hij wist, dat Corrie als
valnet op de achtergrond was.
De dag na zijn laatste fatale
Oudejaarsuitzending belde hij
een vriend op en opende hij
het gesprek met: „Wanneer
gaat de eerste boot naar Elba?"
Hij zei wèl Elba, niet St. Hele
na. Net als de grote Napoleon
sloot hij dus niet uit dat hij nog
één keer zou kunnen komen".
In de periode, dat Gaaikema
nauw samenwerkte met Kan,
wandelden zij samen vaak
over de Veluwe. „Was hij aar
dig?", vraagt Gaaikema zich
alsnog af. Zijn conclusie: „Hij
was aardig. En ook helemaal
niet aardig. Hij kon weerga
loos vriendelijk zijn, maar ook
de boosheid koesteren met een
Kan vaak een vernauwde de
tailmaniak. Hij ging maar
door. Eenmaal op de rails
kwam zijn locomotief niet
meer tot stilstand. Moeizaam
was hij op gang gekomen,
maar daarna was hij niet meer
af te remmen".
„Kan was ook niet zwart-wit.
Hij dacht in de grijzen van het
leven zelf. Hij had daarbij de,
adel van het eenvoudig kun
nen zeggen. Ik zou niemand
op de wereld weten, die op het
toneel zo privé kon worden.
Er waren ogenblikken, dat hij
echt authentiek werd. Dan
stond er opeens op het podium
een particulier met een me
ning".
Onderkinnen
Filmer Bert Haanstra, die
ruim twee jaar tevergeefs
heeft geprobeerd om Kan te
strikken voor zijn film over
Simon Carmiggelt, onthult dat
het steeds moeilijker werd om
Kan voor zijn Oudejaarsconfe
rence op de televisie over de
drempel van zijn onzekerheid
te helpen. Voordat de opname
begon klaagde hij reeds: kan
er niet wat minder in close-up
worden gefilmd? Want, ver
duidelijkt Haanstra, Wim vond
dat hij zo'n sombere hondekop
had. Maar regisseur Nico
Knapper vond dat juist zo'n
sprekend detail. „En die on
derkinnen", zeurde Kan on
dertussen verder, „wat moeten
we in vredesnaam aan met die
onderkinnen van me?". Op
zo'n moment hakte Corrie
Vonk de knoop resoluut door
en riep ze: „Die laten we mooi
zitten. We gaan nu beginnen".
De conclusie van Haanstra is
dan ook: „Eigenlijk worstelde
Kan zijn leven lang met zijn
eigen succes".
Het Kan
Naar aanleiding van een van
zijn fameuze Oudejaarsconfe
rences, die Wim Kan jaren ge
leden voor de VARA-radio
verzorgde, vroeg Godfried
Bomans zich in de Volkskrant
af: „De vijf kwartier, die Wim
Kan de laatste avond van het
jaar heeft volgepraat, zal bij
vele luisteraars de vraag heb
ben opgeroepen: Kan dit nu
wel? Ja, dit kan. maar het kan
Wat Kan kon
alleen in Nederland. Ik geloof
niet, dat het elders ter wereld
mogelijk is om gezaghebbende
figuren zoals ministers en Ka
merleden in het openbaar en
voor miljoenen luisteraars bij
hun voornamen aan te duiden
en vervolgens in hun hemd te
zetten. Natuurlijk worden ze
in Parijs ook voor de mal ge
houden. Maar daar gebeurt het
in cafés, in keldertjes, kortom
in de intimiteit van een afge
sloten ruimte. Dat men thuis
kan blijven en door het simpe
le omdraaien van een knop
het hele kabinet een uur lang
voor gek ziet staan, is ginds
ondenkbaar. Hier kan het wel.
En het kan, omdat de gebeur
tenis in een nationale behoefte
voorziet. Deze behoefte is de
typische Nederlandse drang
tot nivelleren".
„Ter voorkoming van misver
standen zij hier gezegd", voeg
de Bomans daar indertijd nog
aan toe, „dat ik deze jaarlijkse
aderlating gezond acht. We
hebben dat blijkbaar nodig. En
het is een zegen, dat dit ge
neesmiddel in handen ligt van
een man. die weet, hoe ver hij
te ver kan gaan. Het is op het
randje. Maar het Kan".
„Wim Kan is zich tot het einde
van zijn dagen blijven opwin
den over de pers en andere
media", herinnert Simon Car
miggelt zich moeiteloos. „Zelfs
over de niet-professionele, zo
als een door scholieren ver
zorgde ziekenomroep in Nij
megen, die natuurlijk kwam
met de vraag: „Wanneer houdt
u er nu mee op?". Naar aanlei
ding daarvan schreef Kan mij:
„Dan voel je duidelijk hoe oud
60 is. Mijn antwoord luidt al
tijd weer: „Als ik er geen zin
meer in heb en het publiek
geen zin meer in mij".
Professionele interviewers
wilden graag weten, wat Kans
liefste wens was. Zijn ant
woord: „Artistiek, denk ik, de
laatste tijd: „In één liedje of in
één conference datgene onder
woorden te kunnen brengen
wat je nooit onder woorden
zult kunnen brengen. Altijd
zweef je in de buurt, een heel
enkele keer hoor je een zinne
tje ruisen dat het een heel
klein beetje benadert. Maar
dan komt er nooit een volgen-
Seth Gaaikema: „Kan was aar- Filmer Bert Haanstra: „Wim Simon Carmiggelt: „Gelukkig
dig. En ook helemaal niet aar- vond dat hij zo'n sombere hon- is Kan zijn hele leven lang blij-
dig". dekop had". ven proberen".
Samensteller Wim lbo: „Hij is
van nature onzeker, weifelach
tig en besluiteloos".
de zin. Het blijft alleen een
beetje hangen in de lucht".
„Gelukkig is Kan zijn hele le
ven lang blijven proberen",
concludeert Carmiggelt tevre
den, „en heel vaak is hij er
vlak bij gekomen. Daarom
bleef het hem boeien. Daarom
was hij ook zo goed".
Karakter
Coördinator lbo, die vele pagi
na's van dit condoléanceregis
ter voor zijn rekening heeft
genomen, citeert uit een eer
der verschenen boek over
Kan: „Hij is van nature onze
ker, weifelachtig en besluite
loos. En dat heeft ook te ma
ken met zijn trots, zijn ijdel-
heid en zijn egoïsme". Toen ik
die tekst aan Kan liet lezen zei
hij tot mijn verrassing: „Einde
lijk weet ik hoe mijn karakter
in elkaar zit".
Broer Jan Kan vraagt zich op
zijn beurt af, van wie Wim zijn
weergaloze talent geërfd had.
„Mijn inziens zowel van vader
als van moeders zijde", veron
derstelt hij. „Mijn vader was
een van de geestigste mensen,
die ik in mijn leven heb ont
moet. Onuitputtelijk zijn de
anecdotes die zelfs nu nog de
ronde doen over antwoorden
die hij als minister van Bin
nenlandse Zaken en Land
bouw a l'improviste in de
Tweed'e en Eerste Kamer gaf.
Maar hij had beslist geen im-
mitatietalent, noch school in
hem een potentiële cabaretier.
Die laatste eigenschap bezat
grootvader van moeders zijde
weer wel".
„Het is overigens goed", vult
Jan Kan nog aan, „dat Wim
zijn roem niet overleefd heeft.
Uit de gesprekken die mijn
vrouw en ik twee weken voor
zijn overlijden met hem had
den, bleek dat hij niet meer te
gen de situatie van de laatste
anderhalf jaar was opgewas
sen. Een situatie die hij nota
bene zelf had gecreëerd door
zijn nooit aflatende zorg om
Corrie. Bovendien ging hij er
onder gebukt, dat de roem, die
zijn leven zoveel glans had ge
geven, door zijn niet meer op
treden langzaam ging verble
ken. Wij weten het allen: hij,
die daarvan heeft genoten,
kan er niet gemakkelijk meer
afstand van doen".
Grappen
Wouter van Liempt, zijn in
ventieve manager gedurende
tientallen jaren, die Kan bijna
dagelijks voorzag van nieuwe
grappen en woordspelingen,
die hij onderweg had opgevan
gen of zelf had bedacht, is van
één ding in elk geval over
tuigd: „Bij Kan ging het altijd
om die ene vraag: was het pu
bliek tevreden? Hij informeer
de nooit naar de recette of
naar de uitkoopsom. Mensen
die hem een te grote zakelijk
heid hebben verweten, kenden
hem dan ook niet echt. Mijn
opvatting was dat een man
van zijn kaliber minstens een
miljoen zou moeten hebben
voor zo'n Oudejaarsprogram-
ma op de televisie. In tien mi
nuten tijd werd er voor 25 mil
joen aan vuurwerk afgestoken.
Wim Kan deed dat ook, alleen
zes maal zo lang. Maar hij
kreeg nog niet de helft van dat
bedrag".
Stormram
In een lange rij maken ze zo
hun opwachting voor een post-
huum herdenkingswoord: Wil
lem Drees sr. en Paul van
Vliet, Herman van Veen en
Tilly Perin-Bouwmeester,
Maya Bouma en Jelle Zijlstra,
Eric de Vries, A. Viruly en
vele andere min of meer illus
tere vaderlanders. „De bloei
tijd waren de zestiger jaren
met zijn ontheiliging van het
Gezag", schreef Jaap van der
Merwe in zijn bijdrage. „Maar
de stormram die daaraan voor
af ging heette Wim Kan. Hij
sloeg de eerste bressen in het
gebouw, dat daarna door ande
ren veel onbarmhartiger werd
gesloopt. Daardoor kreeg Kan
de schijn van mildheid tegen.
Maar hij bleef wel degelijk de
machtigste onder de opinievij-
lers".
En Michel van der Plas stelde
opnieuw vast: „Dat Kan on
Nederlands was in zijn verre
gaande onzekerheid, zijn af
keer van betweterigheid en
zijn eindeloze twijfelarij. Kan
ontroerde me maar zelden,
maar hij heeft mij harder doen
lachen dan Sonneveld of Her
mans".
LEO THURING
„Herinneringen aan Wim
Kan" is samengesteld door
Wim lbo. Uitgeverij Villa.
Prijs ƒ27,50.
„Het meest verkochte boek
van alle tijden waarop au
teursrecht rust, is het Guin
ness book of records, dat voor
het eerst uitgegeven werd in
Fleetstreet 107, Londen, in
september 1955, door de Guin
ness Brouwerij om daarmee
meningsverschillen te kunnen
beslechten in de 81.400 pubs in
Groot-Brittannië. De totale
verkoop in 24 talen tot midden
1984 bedroeg meer dan 49 mil
joen exemplaren. Per week
komen daar nog zo'n 50.000
stuks bij".
Waar anders kun je zo'n uniek
resultaat aantreffen, dan in de
nieuwste uitgave van het
Groot Guinness Record Boek
zelf. De langste, dikste, klein
ste of op welke manier ook
meest bijzondere conrete of
abstracte zaken zijn volgens de
allerlaatste gegevens bijge
werkt, aangevuld of vervan
gen. Nederlandse en Belgische
records worden als extra ser
vice bij alle wereldrecords
vermeld. Uiteraard heeft de
Fantasie en
vriendschap
centraal
in „Gevecht
om een
glimlach'"
Tekening van Jaap Nieuwen-
huis uit „Gevecht om een glim
lach".
Van de geliefde kinderboekenschrijfster Thea Dubelaar is bij
Ploegsma „Gevecht om een glimlach" verschenen, bestemd voor
kinderen vanaf 9 jaar.
Thea Dubelaar verstaat als geen ander de kunst om met een
heel eigen, levendige en beeldende verteltrant en een toch heel
eenvoudig taalgebruik te vertellen wat ze aan haar lezertjes
kwijtwil. Uit haar boeken blijkt ook dat zij zich uitstekend in de
belevingswereld van het kind kan verplaatsen. Zonder twijfel
dankt zij haar succes en bekendheid aan deze kwaliteiten. Haar
werk, dat door vele kinderjury's werd bekroond, is tot ver over
onze landsgrenzen bekend. Het verscheen onder andere in de
Verenigde Staten, Engeland, Oostenrijk en Zwitserland.
In „Gevecht om een glimlach" speelt een roodharig meisje dat
veel fantasie heeft volgens haar moeder tè veel de hoofd
rol. Karola, zo heet het meisje, heeft geen broers en zusjes en
omdat ze zich daardoor nogal alleen voelt, heeft ze als compen
satie fantasiedieren verzonnen. Met deze dieren, die ze alleen
vlakbij in het bos kan ontmoeten en die elk een eigen karakter
hebtien kan ze gesprekken voeren en ruzie maken. Op een dag
wordt Karola tiidens een van haar gesprekken met de fantasie
dieren betrapt door Peterpaul. Ze weet dan nog niet dat ze deze
jongen, de zoon van een oorlogscorrespondent, nog veel vaker
zal ontmoeten en zelfs nog van de dood zal redden. Op een dag
wordt Peterpauls vader als vermist op gegeven. De jongen
vlucht het bos in en klimt uit wanhoop in een boom. Karola
blijkt hem te kunnen helpen. Ze kan namelijk precies zien wat
er allemaal in hem omgaat.
In „Gevecht om een glimlach", komen de fantasieën en gedach
ten van de kinderen tot leven. Een bijzonder kinderboek vol
verrassingen, waarvan ook „vriendschap" een van de thema's is.
Jaap Nieuwenhuis maakte de treffende, vlot getekende illustra
ties ervoor. Het boek is voorzien van de Ploegsma Leeswijzer,
een kaart die in één oogopslag de informatie biedt die men no
dig heeft om te zien of het boek geschikt is voor het kind waar
voor het bestemd is. LEO HENNY
Thea Dubelaar: „Gevecht om een glimach". Uitgeverij:
Ploegsma, gebonden, 126 bladzijden. Prijs: 18,90.
Hans Warren publiceert sinds
1981, met de frequentie van
één deel per jaar, zijn „Geheim
dagboek", waarvan nu dus het
vierde verschenen is. In dit
boek worden de gebeurtenis
sen in 1952 en 1953 beschre
ven, verwarrende, conflictma-
tige tijden voor de auteur,
vooral wat betreft zijn liefdes
relaties. De manier waarop
deze dramatische verwikkelin
gen worden beschreven is bij
zonder indrukwekkend: Hans
Warren slaagt erin zonder pa
thos, opsmuk, onevenwichtige
gevoeligheid of zelfbeklag de
vastlopende situatie te be
schrijven waar hij in terecht
komt en waaruit geen uitweg
mogelijk lijkt. In 1952 staat de
relatie met een Engelse vrien
din, Mabel, centraal.
Hij bezoekt haar in Engeland,
zij bezoekt hem hier, ze bou
wen een liefdesrelatie op, on
danks de homosexuele geaard
heid van Warren. Hij weet
niet goed wat hij met de situa
tie aan moet, vaak staat hem
de erotiek met de vrouw, de
sexuele omgang, op een enor
me manier tegen, maar door
de grote band die hij op ande
re manieren met Mabel heeft,
gaat hij daar toch mee door.
Als zij zwanger wordt, ontstaat
een dilemma: hij zou vanwege
het kind met haar moeten
trouwen en wil dat ook niet
uit de weg gaan, maar vanwe
ge zijn geaardheid is hij er te
gelijk van overtuigd dat dit
leid/ tot beider ongeluk. Ze
trouwen desondanks.
In deze periode is hij vaak in
Engeland, bij zijn vriendin,
dan weer verblijft hij in zijn
geboorteplaats, het Zeeuwse
Borssele, waar Mabel hem ook
komt opzoeken. Ze besluiten
elkaar in allerlei opzichten vrij
te laten, bovendien besluiten
ze tot een abortus, die in Bors-
Hans Warren.
sele plaatsvindt. De beschrij
ving van deze gebeurtenis is
zeer indringend, vooral door
de manier waarop Warren op
heldere manier zijn gevoelens
eromheen beschrijft en omdat
hij zich voortdurend realiseert
hoe Mabel op een geheel ande
re manier moet ervaren, wel
ke vreselijke dingen er met
haar gebeuren.
Later verblijft hij met Mabel
in Parijs, het is dan 1953 ge
worden. Intussen is hij gere
geld „gevlucht" naar de Fran
se hoofdstad, waar hij ronds
lentert op Place Pigalle en de
kroegen daaromheen. Daar
heeft hij de plek gevonden om
zijn sexualiteit te beleven: met
veel jongens en mannen heeft
hij daar korte, langere, opper
vlakkige of wat diepere kon
mannen.
Van het literaire werk van
Warren lees je in het dagboek
over deze jaren niet zoveel. Hij
heeft gedichten geschreven
over de stormramp van 1953,
waar hij een aantal pagina's
aan wijdt, omdat hij op dat
zover hij daartoe in staat was.
Die gedichten noemt hij er
gens in zijn relaas: verder is er
hier en daar sprake van recen
sies die hij af moet maken of
gedichten die hij naar deze en
gene op moet sturen. Er zijn
uitgeverij ingespeeld op het
olympisch jaar 1984 door ook
alle uitslagen van de Winter
en Zomerspelen van dit jaar in
dit ruim 300 pagina's tellende,
gebonden boek op te nemen.
Binnenkort verschijnen ook
het Groot Guinness Postzegel-
boek en het Groot Guinness
Astronomieboek. Maar in af
wachting van die gespeciali
seerde werken, kan uit intyzondh
resse of ter oplossing van wei
denschappen reeds naar
algemene recordboek wordieine
gegrepen. Snurkt uw partn ogelijk
en kunt u niet slapen,
dan troost op pagina 305
staat vermeld dat de Engel vatter
dame Julie Switzer slechje ver
door op haar enige niet d<
oor te gaan liggen, een bi
kan ontsnappen aan het
snurk van haar man Melvyjk geei
Melvyn ronkt met een geluidfelkshi
sterkte van 87,5 decibel. Menjilieubi
ge pneumatische boor legt
tegen hem af.
HERMAN JANS1
hfenleid:
jkt dz
lelijk^
hfek hei
n var
IE rontri
McWhirter „H
Groot Guinness Recoi oepen
Boek". Uitgeverij: Luiting n
Utrecht. Prijs (tot 1.1.8J Pkfn
ƒ34,90. Nadien ƒ39,90.
Op de valreep van dit jaar
worden we wederom veelvul
dig geconfronteerd met Or
well's meesterwerk „1984".
Gaat deze week de gelijknami
ge film in ons land in premiè
re (elders in de krant daarover
meer), in de boekwinkel ligt
sinds kort de eerste geïllus
treerde Nederlandse versie
van deze klassieke naoorlogse
toekomstroman.
Illustrator, graficus Peter Vos
heeft zich kennelijk door Or
well laten inspireren en weet
de vaak sinistere beelden, die
de Engelsman in zijn verhaal
oproept, van treffende illustra
ties te voorzien.
Door het konsekwente
bruik van arceringen in zl
pentekeningen laat hij, zei
bij de rebelse hoofdpersoo
Winston Smith, immer het
it ond
AS
6 lt gel
'I )ed b:
GEORGE
ORWELL
Omslag van Peter Vos.
Vos is soms iets te direkt; wa j
Orwell schrijft over een gela,
met zwarte snor dat neerkijl1
uit alle hoeken zie je bij V
een kop die wel erg nadrukk',|Cj
lijk Hitler ten tonele voe^e
Maar voor het overgrote di"1^
blijven zijn tekeningen sfei
makers. Hij suggereeert, 1 .j,
accenten, versterkt of remt®
maar doet dat zelden te d\v
gend zodat de lezer zijn eii ^eTji
verhaal kan blijven lezen.
De uitgever heeft door Tinil
Davis ook een geheel nieuwfi
vertaling laten maken, u
stijfheid, die de ietwat formel
vertaling van Halbo C. Kof
uit 1950 kenmerkte, heel,
plaatsgemaakt voor Neder
lands anno nu.
Wellicht een reden te meer d
boek te pakken wil men ked
nis maken met of nog eens b
ginnen aan „1984".
ADRI DE BRUIJl
George Orwell: „1984". Ver
taling Tinke Davis. IllustrT
ties Peter Vos. Uitgeverij F
Arbeiderspers, gebonden, 3naar
pagina's. Prijs ƒ38,50. BF11
wat kontakten met andere li
teratoren, zoals met Ad den
Besten, maar het „leven van
Warren speelt zich in deze ja
ren ver van het literaire we
reldje af. Interessant zijn de
opmerkingen over de debuu
troman van Harry Mulisch,
„Archibald Strohalm", waar
van hij terstond de kwaliteit
en het belang ziet. Dit vierde
deel van „Geheim dagboek"
eindigt met de aantekeningen
over de situatie in Parijs, aan
het eind van 1953, waar War
ren en Mabel dan wonen en
proberen een Noordafrikaanse
vriend, Habib, in hun leven op
te nemen. Deze ménage-a-trois
leidt tot grote spanningen tus
sen Mabel en Warren, Warren
en Habib, waarbij ook de rela
tie tussen Habib en Mabel een
bepalende rol gaat spelen. Het
kan niet anders of hier moet
een heel dramatische ontla
ding van de moeilijke emoties
komen, maar dat maakt geen
deel uit van de in dit deel be
schreven gebeurtenissen. Als
bij een ouderwets feuilleton
takten. Parijs wordt voor hem zal de lezer deze ontwikkelin-
een onmisbaar aspect van zijn gen moeten afwachten in een
leven: door een baan als reis- volgende aflevering,
leider kan hij er regelmatig Warrens „Geheim dagboek"
een korte reis heen maken en laat zich lezen als een indrin-
even kontakten zoeken met gende roman, zonder dat de
„Zachtsoepele, al vroeg toe
gankelijke wijn. Prettig, maar
niet bijster boeiend" en „In de
smaak is naast sap ook wat
stoffige tannine aanwezig: de
wijn mist wat diepte, maar be
koort toch wel". Zinnige én
onzinnige zinnen als deze kun
nen alleen maar vloeien uit de
pen van onze vaderlandse
wijnprimaat Hubrecht Duij-
ker.
Maar liefst 1156 soortgelijke
karakteristieken vinden we in
de jongste loot aan de wijn-
stam „Wijnwijzer Bordeaux".
Duijker mag dan in binnen-
en buitenland als auteur van
vele standaardwerken gelau
werd zijn en als gelouterd gel
den, zeg maar gelooid, wat be
treft het beoordelen van vi-
neus vocht, met deze uitgave
slaat hij de plank toch wel een
beetje mis.
Wat moeten we hiermee? Met
het boekje (nou ja boekje, het
kost maar eventjes dertig gul
den) in de hand de schappen
afspeuren tot we een door
Duijker bewierookte Bordeaux
(ADVERTENTIE)
PRISMA
VAN DE MAAND
NOVEMBER
beschreven werkelijkheid als
overtrokken, opgeklopt, dra
matiserend wordt verteld. Zo
is het na deze vier delen al
meer dan duidelijk, wat War
ren hier bezig is met een erg
indrukwekkend geheel, waar
bij je mag hopen dat hij alle
WIM HORNMAN
Deel 4 van de zesdelige
romancyclus
Het Geslacht van Galen
moment in Borssele was en energie en tijd zal hebben i
meehielp op de dijken, voor dit jaar in jaar uit voort te zet-
JAN VERSTAPPEN
Hans Warren: „Geheim dag
boek 1952-1953" (vierde
deel). Uitgeverij Bert Bak
ker. Prijs ƒ29,80.
DEZE MAAND
JL PRISMA
PRISMA.
iromanj
tegenkomen? Of als gêne oi
zulks verhindert, de kwalific
ties thuis uit het hoofd lere
en vervolgens pijlsnel, onde
weg hardop repeterend, na
de slijter snellen? Zo men no
al vergeetachtig is, kan aa
vankelijke wijnwijsheid ve
keren in wijnwaan.
Hoewel een niet onaanzienÜ
deel van de liefhebbers afg;
op reclame en publicaties, I
staat er toch geen betere I
oordeling dan de eigen, subjf
tieve. Geen wijn smaakt ii
mers gelijk, zoals ieders i
ceptie anders is. Men mag i
soort boeken, alle pretenti
ten spijt, als niet meer
schouwen dan een wegwijzi
waarbij men het stuur, bel
gezegd de kurketrekker, z<
in handen moet zien te hc
den. Duijker als gids, niet i
goeroe.
Kwamen uit eerdere boek
van Duijker vele nieuwe I
cetten van het wijnvak n
voren, deze gebundelde
somming lijkt slechts gema.
om het promillage in de porj
monnee van auteur en uitf
ver op te vijzelen. Oude
in nieuwe zakken.
Trouwens, er is toch mei
(goedkopere en vaak betef
wijn onder de zuidelijke tI
dan Bordeaux. De eerlijkhef
gebiedt te zeggen dat Duijkf
zij het vrij laat, op dit gebied
het nodige werk heeft
richt. We hoeven maar te
ken aan grote publicaties I
„De goede wijnen van
Elzas en Champagne"
goede wijnen van de Rhönel
het Franse zuiden". Of n
zeer consument-gerichte
breder georiënteerd werï
„Wijngids 1982".
Wil Duijker echter op de lal
duur niet eindigen als stukj
schrijver in dubieus comffl
ciële uitgaven, hij zal ijlings
Franse wijnpaden moeten
laten. Italië niet langer i
ren, of Spanje en Dl
Ook daar weet men
maken.
CHARLES I
Hubrecht Duijker-Wijnj
zer Bordeaux. Uitgei
Spectrum, 352 pagina's. I
ƒ29.90.