„Herinneringen aan Wim Kan condoléanceregister vol twijfels 1984 495 Indrukwekkend vierde deel van Hans Warrens „Geheim dagboek EcidócSoinant Guinness boek: Stc een record op zichult F cl 1984" in het nieuw PA Overbodige wi jnwi jzel van Hubrecht Dui jke Erop of Eronder [I BOEKEN VRIJDAG 16 NOVEMBER 1984 PAGINA i Op verzoek van aanspre ker Wim lbo hebben 33 bekende Nederlanders, een jaar na de dood van Wim Kan, alsnog het con doléanceregister aange vuld met hun persoonlijke visie op Neerlands meest befaamde aansmoezenier, die tijdens een glansrijke carrière zijn landgenoten op speelse wijze het ABC van de humor heeft bijge bracht. In het boek „Her inneringen aan Wim Kan", waarvan het eerste exemplaar vanmiddag tij dens een feestelijke hap pening in het Amsterdams De La Mar-theater door uitgeverij Villa in Weesp als een rijkelijk premature Sinterklaassurprise aan Corrie Vonk werd over handigd, wordt deze con ferencier van klasse uit Kuddelstaart door de meesten geportretteerd in de vage, wijkende kleuren van de twijfel. „Wim Kan had de twijfel tot levenshouding verheven", schrijft de cabaretier Seth Gaaikema, die aan vele pro gramma's van Kan met punt gave tekstbijdragen heeft mee gewerkt. „Dat kon hij zich veroorloven", vervolgt hij, „omdat hij wist, dat Corrie als valnet op de achtergrond was. De dag na zijn laatste fatale Oudejaarsuitzending belde hij een vriend op en opende hij het gesprek met: „Wanneer gaat de eerste boot naar Elba?" Hij zei wèl Elba, niet St. Hele na. Net als de grote Napoleon sloot hij dus niet uit dat hij nog één keer zou kunnen komen". In de periode, dat Gaaikema nauw samenwerkte met Kan, wandelden zij samen vaak over de Veluwe. „Was hij aar dig?", vraagt Gaaikema zich alsnog af. Zijn conclusie: „Hij was aardig. En ook helemaal niet aardig. Hij kon weerga loos vriendelijk zijn, maar ook de boosheid koesteren met een Kan vaak een vernauwde de tailmaniak. Hij ging maar door. Eenmaal op de rails kwam zijn locomotief niet meer tot stilstand. Moeizaam was hij op gang gekomen, maar daarna was hij niet meer af te remmen". „Kan was ook niet zwart-wit. Hij dacht in de grijzen van het leven zelf. Hij had daarbij de, adel van het eenvoudig kun nen zeggen. Ik zou niemand op de wereld weten, die op het toneel zo privé kon worden. Er waren ogenblikken, dat hij echt authentiek werd. Dan stond er opeens op het podium een particulier met een me ning". Onderkinnen Filmer Bert Haanstra, die ruim twee jaar tevergeefs heeft geprobeerd om Kan te strikken voor zijn film over Simon Carmiggelt, onthult dat het steeds moeilijker werd om Kan voor zijn Oudejaarsconfe rence op de televisie over de drempel van zijn onzekerheid te helpen. Voordat de opname begon klaagde hij reeds: kan er niet wat minder in close-up worden gefilmd? Want, ver duidelijkt Haanstra, Wim vond dat hij zo'n sombere hondekop had. Maar regisseur Nico Knapper vond dat juist zo'n sprekend detail. „En die on derkinnen", zeurde Kan on dertussen verder, „wat moeten we in vredesnaam aan met die onderkinnen van me?". Op zo'n moment hakte Corrie Vonk de knoop resoluut door en riep ze: „Die laten we mooi zitten. We gaan nu beginnen". De conclusie van Haanstra is dan ook: „Eigenlijk worstelde Kan zijn leven lang met zijn eigen succes". Het Kan Naar aanleiding van een van zijn fameuze Oudejaarsconfe rences, die Wim Kan jaren ge leden voor de VARA-radio verzorgde, vroeg Godfried Bomans zich in de Volkskrant af: „De vijf kwartier, die Wim Kan de laatste avond van het jaar heeft volgepraat, zal bij vele luisteraars de vraag heb ben opgeroepen: Kan dit nu wel? Ja, dit kan. maar het kan Wat Kan kon alleen in Nederland. Ik geloof niet, dat het elders ter wereld mogelijk is om gezaghebbende figuren zoals ministers en Ka merleden in het openbaar en voor miljoenen luisteraars bij hun voornamen aan te duiden en vervolgens in hun hemd te zetten. Natuurlijk worden ze in Parijs ook voor de mal ge houden. Maar daar gebeurt het in cafés, in keldertjes, kortom in de intimiteit van een afge sloten ruimte. Dat men thuis kan blijven en door het simpe le omdraaien van een knop het hele kabinet een uur lang voor gek ziet staan, is ginds ondenkbaar. Hier kan het wel. En het kan, omdat de gebeur tenis in een nationale behoefte voorziet. Deze behoefte is de typische Nederlandse drang tot nivelleren". „Ter voorkoming van misver standen zij hier gezegd", voeg de Bomans daar indertijd nog aan toe, „dat ik deze jaarlijkse aderlating gezond acht. We hebben dat blijkbaar nodig. En het is een zegen, dat dit ge neesmiddel in handen ligt van een man. die weet, hoe ver hij te ver kan gaan. Het is op het randje. Maar het Kan". „Wim Kan is zich tot het einde van zijn dagen blijven opwin den over de pers en andere media", herinnert Simon Car miggelt zich moeiteloos. „Zelfs over de niet-professionele, zo als een door scholieren ver zorgde ziekenomroep in Nij megen, die natuurlijk kwam met de vraag: „Wanneer houdt u er nu mee op?". Naar aanlei ding daarvan schreef Kan mij: „Dan voel je duidelijk hoe oud 60 is. Mijn antwoord luidt al tijd weer: „Als ik er geen zin meer in heb en het publiek geen zin meer in mij". Professionele interviewers wilden graag weten, wat Kans liefste wens was. Zijn ant woord: „Artistiek, denk ik, de laatste tijd: „In één liedje of in één conference datgene onder woorden te kunnen brengen wat je nooit onder woorden zult kunnen brengen. Altijd zweef je in de buurt, een heel enkele keer hoor je een zinne tje ruisen dat het een heel klein beetje benadert. Maar dan komt er nooit een volgen- Seth Gaaikema: „Kan was aar- Filmer Bert Haanstra: „Wim Simon Carmiggelt: „Gelukkig dig. En ook helemaal niet aar- vond dat hij zo'n sombere hon- is Kan zijn hele leven lang blij- dig". dekop had". ven proberen". Samensteller Wim lbo: „Hij is van nature onzeker, weifelach tig en besluiteloos". de zin. Het blijft alleen een beetje hangen in de lucht". „Gelukkig is Kan zijn hele le ven lang blijven proberen", concludeert Carmiggelt tevre den, „en heel vaak is hij er vlak bij gekomen. Daarom bleef het hem boeien. Daarom was hij ook zo goed". Karakter Coördinator lbo, die vele pagi na's van dit condoléanceregis ter voor zijn rekening heeft genomen, citeert uit een eer der verschenen boek over Kan: „Hij is van nature onze ker, weifelachtig en besluite loos. En dat heeft ook te ma ken met zijn trots, zijn ijdel- heid en zijn egoïsme". Toen ik die tekst aan Kan liet lezen zei hij tot mijn verrassing: „Einde lijk weet ik hoe mijn karakter in elkaar zit". Broer Jan Kan vraagt zich op zijn beurt af, van wie Wim zijn weergaloze talent geërfd had. „Mijn inziens zowel van vader als van moeders zijde", veron derstelt hij. „Mijn vader was een van de geestigste mensen, die ik in mijn leven heb ont moet. Onuitputtelijk zijn de anecdotes die zelfs nu nog de ronde doen over antwoorden die hij als minister van Bin nenlandse Zaken en Land bouw a l'improviste in de Tweed'e en Eerste Kamer gaf. Maar hij had beslist geen im- mitatietalent, noch school in hem een potentiële cabaretier. Die laatste eigenschap bezat grootvader van moeders zijde weer wel". „Het is overigens goed", vult Jan Kan nog aan, „dat Wim zijn roem niet overleefd heeft. Uit de gesprekken die mijn vrouw en ik twee weken voor zijn overlijden met hem had den, bleek dat hij niet meer te gen de situatie van de laatste anderhalf jaar was opgewas sen. Een situatie die hij nota bene zelf had gecreëerd door zijn nooit aflatende zorg om Corrie. Bovendien ging hij er onder gebukt, dat de roem, die zijn leven zoveel glans had ge geven, door zijn niet meer op treden langzaam ging verble ken. Wij weten het allen: hij, die daarvan heeft genoten, kan er niet gemakkelijk meer afstand van doen". Grappen Wouter van Liempt, zijn in ventieve manager gedurende tientallen jaren, die Kan bijna dagelijks voorzag van nieuwe grappen en woordspelingen, die hij onderweg had opgevan gen of zelf had bedacht, is van één ding in elk geval over tuigd: „Bij Kan ging het altijd om die ene vraag: was het pu bliek tevreden? Hij informeer de nooit naar de recette of naar de uitkoopsom. Mensen die hem een te grote zakelijk heid hebben verweten, kenden hem dan ook niet echt. Mijn opvatting was dat een man van zijn kaliber minstens een miljoen zou moeten hebben voor zo'n Oudejaarsprogram- ma op de televisie. In tien mi nuten tijd werd er voor 25 mil joen aan vuurwerk afgestoken. Wim Kan deed dat ook, alleen zes maal zo lang. Maar hij kreeg nog niet de helft van dat bedrag". Stormram In een lange rij maken ze zo hun opwachting voor een post- huum herdenkingswoord: Wil lem Drees sr. en Paul van Vliet, Herman van Veen en Tilly Perin-Bouwmeester, Maya Bouma en Jelle Zijlstra, Eric de Vries, A. Viruly en vele andere min of meer illus tere vaderlanders. „De bloei tijd waren de zestiger jaren met zijn ontheiliging van het Gezag", schreef Jaap van der Merwe in zijn bijdrage. „Maar de stormram die daaraan voor af ging heette Wim Kan. Hij sloeg de eerste bressen in het gebouw, dat daarna door ande ren veel onbarmhartiger werd gesloopt. Daardoor kreeg Kan de schijn van mildheid tegen. Maar hij bleef wel degelijk de machtigste onder de opinievij- lers". En Michel van der Plas stelde opnieuw vast: „Dat Kan on Nederlands was in zijn verre gaande onzekerheid, zijn af keer van betweterigheid en zijn eindeloze twijfelarij. Kan ontroerde me maar zelden, maar hij heeft mij harder doen lachen dan Sonneveld of Her mans". LEO THURING „Herinneringen aan Wim Kan" is samengesteld door Wim lbo. Uitgeverij Villa. Prijs ƒ27,50. „Het meest verkochte boek van alle tijden waarop au teursrecht rust, is het Guin ness book of records, dat voor het eerst uitgegeven werd in Fleetstreet 107, Londen, in september 1955, door de Guin ness Brouwerij om daarmee meningsverschillen te kunnen beslechten in de 81.400 pubs in Groot-Brittannië. De totale verkoop in 24 talen tot midden 1984 bedroeg meer dan 49 mil joen exemplaren. Per week komen daar nog zo'n 50.000 stuks bij". Waar anders kun je zo'n uniek resultaat aantreffen, dan in de nieuwste uitgave van het Groot Guinness Record Boek zelf. De langste, dikste, klein ste of op welke manier ook meest bijzondere conrete of abstracte zaken zijn volgens de allerlaatste gegevens bijge werkt, aangevuld of vervan gen. Nederlandse en Belgische records worden als extra ser vice bij alle wereldrecords vermeld. Uiteraard heeft de Fantasie en vriendschap centraal in „Gevecht om een glimlach'" Tekening van Jaap Nieuwen- huis uit „Gevecht om een glim lach". Van de geliefde kinderboekenschrijfster Thea Dubelaar is bij Ploegsma „Gevecht om een glimlach" verschenen, bestemd voor kinderen vanaf 9 jaar. Thea Dubelaar verstaat als geen ander de kunst om met een heel eigen, levendige en beeldende verteltrant en een toch heel eenvoudig taalgebruik te vertellen wat ze aan haar lezertjes kwijtwil. Uit haar boeken blijkt ook dat zij zich uitstekend in de belevingswereld van het kind kan verplaatsen. Zonder twijfel dankt zij haar succes en bekendheid aan deze kwaliteiten. Haar werk, dat door vele kinderjury's werd bekroond, is tot ver over onze landsgrenzen bekend. Het verscheen onder andere in de Verenigde Staten, Engeland, Oostenrijk en Zwitserland. In „Gevecht om een glimlach" speelt een roodharig meisje dat veel fantasie heeft volgens haar moeder tè veel de hoofd rol. Karola, zo heet het meisje, heeft geen broers en zusjes en omdat ze zich daardoor nogal alleen voelt, heeft ze als compen satie fantasiedieren verzonnen. Met deze dieren, die ze alleen vlakbij in het bos kan ontmoeten en die elk een eigen karakter hebtien kan ze gesprekken voeren en ruzie maken. Op een dag wordt Karola tiidens een van haar gesprekken met de fantasie dieren betrapt door Peterpaul. Ze weet dan nog niet dat ze deze jongen, de zoon van een oorlogscorrespondent, nog veel vaker zal ontmoeten en zelfs nog van de dood zal redden. Op een dag wordt Peterpauls vader als vermist op gegeven. De jongen vlucht het bos in en klimt uit wanhoop in een boom. Karola blijkt hem te kunnen helpen. Ze kan namelijk precies zien wat er allemaal in hem omgaat. In „Gevecht om een glimlach", komen de fantasieën en gedach ten van de kinderen tot leven. Een bijzonder kinderboek vol verrassingen, waarvan ook „vriendschap" een van de thema's is. Jaap Nieuwenhuis maakte de treffende, vlot getekende illustra ties ervoor. Het boek is voorzien van de Ploegsma Leeswijzer, een kaart die in één oogopslag de informatie biedt die men no dig heeft om te zien of het boek geschikt is voor het kind waar voor het bestemd is. LEO HENNY Thea Dubelaar: „Gevecht om een glimach". Uitgeverij: Ploegsma, gebonden, 126 bladzijden. Prijs: 18,90. Hans Warren publiceert sinds 1981, met de frequentie van één deel per jaar, zijn „Geheim dagboek", waarvan nu dus het vierde verschenen is. In dit boek worden de gebeurtenis sen in 1952 en 1953 beschre ven, verwarrende, conflictma- tige tijden voor de auteur, vooral wat betreft zijn liefdes relaties. De manier waarop deze dramatische verwikkelin gen worden beschreven is bij zonder indrukwekkend: Hans Warren slaagt erin zonder pa thos, opsmuk, onevenwichtige gevoeligheid of zelfbeklag de vastlopende situatie te be schrijven waar hij in terecht komt en waaruit geen uitweg mogelijk lijkt. In 1952 staat de relatie met een Engelse vrien din, Mabel, centraal. Hij bezoekt haar in Engeland, zij bezoekt hem hier, ze bou wen een liefdesrelatie op, on danks de homosexuele geaard heid van Warren. Hij weet niet goed wat hij met de situa tie aan moet, vaak staat hem de erotiek met de vrouw, de sexuele omgang, op een enor me manier tegen, maar door de grote band die hij op ande re manieren met Mabel heeft, gaat hij daar toch mee door. Als zij zwanger wordt, ontstaat een dilemma: hij zou vanwege het kind met haar moeten trouwen en wil dat ook niet uit de weg gaan, maar vanwe ge zijn geaardheid is hij er te gelijk van overtuigd dat dit leid/ tot beider ongeluk. Ze trouwen desondanks. In deze periode is hij vaak in Engeland, bij zijn vriendin, dan weer verblijft hij in zijn geboorteplaats, het Zeeuwse Borssele, waar Mabel hem ook komt opzoeken. Ze besluiten elkaar in allerlei opzichten vrij te laten, bovendien besluiten ze tot een abortus, die in Bors- Hans Warren. sele plaatsvindt. De beschrij ving van deze gebeurtenis is zeer indringend, vooral door de manier waarop Warren op heldere manier zijn gevoelens eromheen beschrijft en omdat hij zich voortdurend realiseert hoe Mabel op een geheel ande re manier moet ervaren, wel ke vreselijke dingen er met haar gebeuren. Later verblijft hij met Mabel in Parijs, het is dan 1953 ge worden. Intussen is hij gere geld „gevlucht" naar de Fran se hoofdstad, waar hij ronds lentert op Place Pigalle en de kroegen daaromheen. Daar heeft hij de plek gevonden om zijn sexualiteit te beleven: met veel jongens en mannen heeft hij daar korte, langere, opper vlakkige of wat diepere kon mannen. Van het literaire werk van Warren lees je in het dagboek over deze jaren niet zoveel. Hij heeft gedichten geschreven over de stormramp van 1953, waar hij een aantal pagina's aan wijdt, omdat hij op dat zover hij daartoe in staat was. Die gedichten noemt hij er gens in zijn relaas: verder is er hier en daar sprake van recen sies die hij af moet maken of gedichten die hij naar deze en gene op moet sturen. Er zijn uitgeverij ingespeeld op het olympisch jaar 1984 door ook alle uitslagen van de Winter en Zomerspelen van dit jaar in dit ruim 300 pagina's tellende, gebonden boek op te nemen. Binnenkort verschijnen ook het Groot Guinness Postzegel- boek en het Groot Guinness Astronomieboek. Maar in af wachting van die gespeciali seerde werken, kan uit intyzondh resse of ter oplossing van wei denschappen reeds naar algemene recordboek wordieine gegrepen. Snurkt uw partn ogelijk en kunt u niet slapen, dan troost op pagina 305 staat vermeld dat de Engel vatter dame Julie Switzer slechje ver door op haar enige niet d< oor te gaan liggen, een bi kan ontsnappen aan het snurk van haar man Melvyjk geei Melvyn ronkt met een geluidfelkshi sterkte van 87,5 decibel. Menjilieubi ge pneumatische boor legt tegen hem af. HERMAN JANS1 hfenleid: jkt dz lelijk^ hfek hei n var IE rontri McWhirter „H Groot Guinness Recoi oepen Boek". Uitgeverij: Luiting n Utrecht. Prijs (tot 1.1.8J Pkfn ƒ34,90. Nadien ƒ39,90. Op de valreep van dit jaar worden we wederom veelvul dig geconfronteerd met Or well's meesterwerk „1984". Gaat deze week de gelijknami ge film in ons land in premiè re (elders in de krant daarover meer), in de boekwinkel ligt sinds kort de eerste geïllus treerde Nederlandse versie van deze klassieke naoorlogse toekomstroman. Illustrator, graficus Peter Vos heeft zich kennelijk door Or well laten inspireren en weet de vaak sinistere beelden, die de Engelsman in zijn verhaal oproept, van treffende illustra ties te voorzien. Door het konsekwente bruik van arceringen in zl pentekeningen laat hij, zei bij de rebelse hoofdpersoo Winston Smith, immer het it ond AS 6 lt gel 'I )ed b: GEORGE ORWELL Omslag van Peter Vos. Vos is soms iets te direkt; wa j Orwell schrijft over een gela, met zwarte snor dat neerkijl1 uit alle hoeken zie je bij V een kop die wel erg nadrukk',|Cj lijk Hitler ten tonele voe^e Maar voor het overgrote di"1^ blijven zijn tekeningen sfei makers. Hij suggereeert, 1 .j, accenten, versterkt of remt® maar doet dat zelden te d\v gend zodat de lezer zijn eii ^eTji verhaal kan blijven lezen. De uitgever heeft door Tinil Davis ook een geheel nieuwfi vertaling laten maken, u stijfheid, die de ietwat formel vertaling van Halbo C. Kof uit 1950 kenmerkte, heel, plaatsgemaakt voor Neder lands anno nu. Wellicht een reden te meer d boek te pakken wil men ked nis maken met of nog eens b ginnen aan „1984". ADRI DE BRUIJl George Orwell: „1984". Ver taling Tinke Davis. IllustrT ties Peter Vos. Uitgeverij F Arbeiderspers, gebonden, 3naar pagina's. Prijs ƒ38,50. BF11 wat kontakten met andere li teratoren, zoals met Ad den Besten, maar het „leven van Warren speelt zich in deze ja ren ver van het literaire we reldje af. Interessant zijn de opmerkingen over de debuu troman van Harry Mulisch, „Archibald Strohalm", waar van hij terstond de kwaliteit en het belang ziet. Dit vierde deel van „Geheim dagboek" eindigt met de aantekeningen over de situatie in Parijs, aan het eind van 1953, waar War ren en Mabel dan wonen en proberen een Noordafrikaanse vriend, Habib, in hun leven op te nemen. Deze ménage-a-trois leidt tot grote spanningen tus sen Mabel en Warren, Warren en Habib, waarbij ook de rela tie tussen Habib en Mabel een bepalende rol gaat spelen. Het kan niet anders of hier moet een heel dramatische ontla ding van de moeilijke emoties komen, maar dat maakt geen deel uit van de in dit deel be schreven gebeurtenissen. Als bij een ouderwets feuilleton takten. Parijs wordt voor hem zal de lezer deze ontwikkelin- een onmisbaar aspect van zijn gen moeten afwachten in een leven: door een baan als reis- volgende aflevering, leider kan hij er regelmatig Warrens „Geheim dagboek" een korte reis heen maken en laat zich lezen als een indrin- even kontakten zoeken met gende roman, zonder dat de „Zachtsoepele, al vroeg toe gankelijke wijn. Prettig, maar niet bijster boeiend" en „In de smaak is naast sap ook wat stoffige tannine aanwezig: de wijn mist wat diepte, maar be koort toch wel". Zinnige én onzinnige zinnen als deze kun nen alleen maar vloeien uit de pen van onze vaderlandse wijnprimaat Hubrecht Duij- ker. Maar liefst 1156 soortgelijke karakteristieken vinden we in de jongste loot aan de wijn- stam „Wijnwijzer Bordeaux". Duijker mag dan in binnen- en buitenland als auteur van vele standaardwerken gelau werd zijn en als gelouterd gel den, zeg maar gelooid, wat be treft het beoordelen van vi- neus vocht, met deze uitgave slaat hij de plank toch wel een beetje mis. Wat moeten we hiermee? Met het boekje (nou ja boekje, het kost maar eventjes dertig gul den) in de hand de schappen afspeuren tot we een door Duijker bewierookte Bordeaux (ADVERTENTIE) PRISMA VAN DE MAAND NOVEMBER beschreven werkelijkheid als overtrokken, opgeklopt, dra matiserend wordt verteld. Zo is het na deze vier delen al meer dan duidelijk, wat War ren hier bezig is met een erg indrukwekkend geheel, waar bij je mag hopen dat hij alle WIM HORNMAN Deel 4 van de zesdelige romancyclus Het Geslacht van Galen moment in Borssele was en energie en tijd zal hebben i meehielp op de dijken, voor dit jaar in jaar uit voort te zet- JAN VERSTAPPEN Hans Warren: „Geheim dag boek 1952-1953" (vierde deel). Uitgeverij Bert Bak ker. Prijs ƒ29,80. DEZE MAAND JL PRISMA PRISMA. iromanj tegenkomen? Of als gêne oi zulks verhindert, de kwalific ties thuis uit het hoofd lere en vervolgens pijlsnel, onde weg hardop repeterend, na de slijter snellen? Zo men no al vergeetachtig is, kan aa vankelijke wijnwijsheid ve keren in wijnwaan. Hoewel een niet onaanzienÜ deel van de liefhebbers afg; op reclame en publicaties, I staat er toch geen betere I oordeling dan de eigen, subjf tieve. Geen wijn smaakt ii mers gelijk, zoals ieders i ceptie anders is. Men mag i soort boeken, alle pretenti ten spijt, als niet meer schouwen dan een wegwijzi waarbij men het stuur, bel gezegd de kurketrekker, z< in handen moet zien te hc den. Duijker als gids, niet i goeroe. Kwamen uit eerdere boek van Duijker vele nieuwe I cetten van het wijnvak n voren, deze gebundelde somming lijkt slechts gema. om het promillage in de porj monnee van auteur en uitf ver op te vijzelen. Oude in nieuwe zakken. Trouwens, er is toch mei (goedkopere en vaak betef wijn onder de zuidelijke tI dan Bordeaux. De eerlijkhef gebiedt te zeggen dat Duijkf zij het vrij laat, op dit gebied het nodige werk heeft richt. We hoeven maar te ken aan grote publicaties I „De goede wijnen van Elzas en Champagne" goede wijnen van de Rhönel het Franse zuiden". Of n zeer consument-gerichte breder georiënteerd werï „Wijngids 1982". Wil Duijker echter op de lal duur niet eindigen als stukj schrijver in dubieus comffl ciële uitgaven, hij zal ijlings Franse wijnpaden moeten laten. Italië niet langer i ren, of Spanje en Dl Ook daar weet men maken. CHARLES I Hubrecht Duijker-Wijnj zer Bordeaux. Uitgei Spectrum, 352 pagina's. I ƒ29.90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 10