„Alleen voor
kinderen wil
ik me nog
inzetten
FREDERICK FORSYTH
„Het vierde
protocol":
in wereldwijde
simultaanséance
gelanceerd
„Ik laat
het
politiek
theater
zien
zonder
pruik,
kaal en
lelijk"
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1964
steek
icties
ordei
lid va
e niet
at is
AMSTERDAM Toen Fre
derick Forsyth september vo
rig jaar aankondigde op 31 de
cember de laatste hand aan
het manuscript van zijn nieu
we boek te leggen, bracht die
simpel lijkende mededeling
over een respectabel deel van
deze aardbol een complete
machinerie aan de gang. Uit
gevers planden afspraken met
hun vertalers, die werden
vastgepind op een afleverings
datum, daarna kwamen zet
ters, drukkers en binders aan
de beurt. Want Frederick For-
syths boeken plegen in een gi
gantische simultaanseance de
lezer tegemoet gestuurd- te
worden.
Zo ook zijn nieuwste „Het vierde
protocol", dit najaar overal ver
schenen. „Bijna wereldwijd. Nie
mand heeft verstek laten gaan, ge
loof ik. Zelfs Japan deed meteen
mee", zegt Forsyth. Hij is op rond
reis door een deel van Europa om
dat uit de hand gelopen gezel
schapsspelletje publicitair te bege
leiden. Niet dat het hoeft, Forsyth
heeft genoeg boeken verkocht.
Elke morgen als hij z'n bankenve-
lopje met rekeningsoverzicht open
maakt, zou hij zich bij wijze van
spreken nog wel twintig, keer in.z!n
bed kunnen omdraaien. Forsyth is
in guldens omgerekend al enkele
malen miljonair. Bezitter van één
miljoen kon hij zich al veertien
maanden na de publikatie van zijn
eersteling, „The day of the Jackal"
(De dag van de jakhals) noemen.
„Every thriller a market killer" be
dacht een Engels blad gratis en
voor niets als slogan. Een slagzin
die tot nog toe tot op de cent klopt.
„Mijn laatste roman is van vijf jaar
geleden. Niet dat ik vijf jaar stil
heb gezeten, ik heb wel een bundel
verhalen gepubliceerd. Maar het
probleem is je thema. Er zijn echt
niet zo bar veel goeie, loslopende
ideeën op de wereld. Ik heb wat je
noemt „een breed doek" nodig. Ik
hoef niet aan te komen zetten met
de overval op een geldtransport in
Amsterdam, want dan krijgt ieder
een iets van: Oh, een geldtransport?
Leuk hoor, maai- schrijf je daar dan
tweehonderd bladzijden over vol?
Ze verwachten van mij iets groters.
En moeilijkheid nummer twee is
dat de werkelijkheid al zo krank
zinnig is tegenwoordig. Als je vijf
jaar geleden over een moordaan
slag op de paus had geschreven,
had iedereen je meewarig aangeke
ken. Bulgaren? Turkse terroristen?
Laat me niet lachen. Zelfs als je het
over een Poolse paus had gehad,
hadden ze je al voor gek versleten.
Linkse coup
Je moet heel voorzichtig zijn met
het gebruik van „maybe realism",
van een realiteit die mogelijk zou
kunnen zijn, in je boeken. Ga je te
ver, dan zeggen de mensen, dat is
pure fantasie. Ga je niet ver ge
noeg, dan haalt de werkelijkheid je
in voor jij je laatste regel op papier
hebt. Van de echte thema's die ik
in m'n hoofd heb, en dan bedoel ik
niet IRA of PLO, want daar word
je al mee doodgegooid, verwerp ik
er vijf of zes voor ik e^i definitieve
keus maak".
Frederick Forsyth pleegt behalve
boeken ook nieuws te maken. Met
„De dag van de jakhals" introdu
ceerde hij een door de OAS ge
huurde moordenaar op het spoor
van generaal De Gaulle. De onthul
lingen over wapensmokkel en de
invloed van big business op politici
tegen de achtergrond van een Afri
kaanse staatsgreep uit „The dogs of
war" (de honden van de oorlog)
kwamen hard aan. Met „Het vierde
protocol" laat Forsyth de Britse
overloper Philby in Rusland een
Elan bedenken om de Britse ver-
iezingen te beïnvloeden en een
linkse coup binnen de Labour-par
ty, tot stand.te,brengen, onder meer
via het binnensmokkelen van een
kléin formaat kernbom binnen het
Britse koninkrijk. Waarbij levende
politici met naam en toenaam ge
noemd worden, alles omgeven door
zo'n minutieus net van feitelijke in
formatie dat je geen enkele moeite
hoeft te doen om je het voor te stel
len. Het gebeurt vóór je ogen. For
syth: „Niét iederéén is even geluk
kig met al die informatie. Maar zo
werk ik. Ik ben geen groot schrij
ver. Het woord „schrijver" in het
Engels betekent: proza, stijl. Gra
ham Greene, is een groot schrijver,
wat die met taal doet is fantastisch.
Ik ben een verhalenverteller. Ik
weet niet hoe ".mijn boeken in ver
taling overkomen, maar in het En
gels heeft mijn'; proza iets reporta-
ge-achtigs. Er is geen symbolisme,
er is. weinig karakterontwikkeling,
maar er is vërhaalj verhaal en nóg
eens verhaal. Een structuur, een
vertelling, een plot en een climax.
Natuurlijk heb ik me wel eens af
gevraagd waarom ik dat succes
heb. Ik denk gewoon dat ik onder
werpen aanpak die het publiek in
teresseren. Wat je er ook van den-
ken mag, de mensen houden van
"tamelijk onsmakelijke dingen als
machtspolitiek, spionage, geweld,
huurlingen, wapensmokkel, moord,
jacht op nazi's, -kapingen en tan
kers. En een tweede punt is de in
tensieve research die ik doe. Ik
neem de lezers mee achter het to
neel. Normaal zién ze hun politici
keurig geschminkt, onder de goeie
belichting. Ik laat ze zien zonder
pruik, kaal en lelijk, terwijl ze te
veel drinken. Poljtieke journalisten
kunnen dat niet. Die maken deel
uit van het theater. Net zoals de po
litici de journalisten nodig hebben,
hebben-journalisten ook politici no
dig. Ik weet het, ik ben zelf poli
tiek journalist geweest. Als je als
journalist schrijft hoe slim de heren
werkelijk zijn, hangen de ministers
en hun ambtenaren al gauw bij je
baas aan de lijn. Of ze zich wel rea
liseren wat hun journalistje aan het
doen is. En jé kunt je uitnodigingen
wel vergeten en je stukken worden
korter en korter. Nee, ik heb het
excuus dat ik schrijver ben. Ik
maak fictie".
Boerenomelet
We zitten aan de lunch in het Am-
stelhotel. Forsyth praat vanachter
een boerenomelet, die hij in om
vang onderschat heeft („Ze do§n er
hier een hele groentetuin in").- Een
spontaan formulerende, slanke,
sportief geklede man. „Kijk, ze kla
gen toch wel, hoor" zegt hij. „Me
ieer Ken Livingstone heeft over
,Het vierde protocol" geklaagd.
Kenneth Livingstone is'op dit mo-
nent voorzitter van de Greater
London Council, de zeg maar Raad
/oor Groot Londen, en staat be
iend als „rooie Ken". BJ). Ik be
grijp het best hoor. Vijf jaar gele
den zou hij er nog om gelachen
hebben, maar nu hij dicht tegen de
macht aan zit, is dat anders. Het
Mao-jasje is uit, hij draagt nu een
pak. Hij wilde eerst niet naar het
huwelijk van prins Charles, maar
toen de koningin de stormvloedke-
ringsdam in de Thames in gebruik
kwam stellen, stond hij er wel
„Dag majesteit" te knikken. Ken
trekt naar het establishment toe en
begint zichzelf serieus te nemen.
Kijk, ik gebruik natuurlijk maar
weinig bestaande personen in mijn
boeken. En normaal gesproken op
een niet-controversiële manier.
Controversieel zijn ze alleen als ze
dood zijn, of in een geval als dat
van de nazi Roschman in „The
Odessa File". Weinig kans dat die
man uit Zuid-Amerika zou komen
om me een proces aan te doen,
want bij het Londense gerechtshof
lagen wel vijf arrestatiebevelen
voor hem klaar. Maar ik gooi er
wel een aantal speculaties tussen
door. En tussen al die feiten brengt
dat de lezer vaak in de war. Zo
werkt dat. Kijk, als ik schrijf dat
mevrouw Thatcher in '87 nog aan
de macht is, is dat waarschijnlijk
met de meerderheid van zo'n 140
zetels die ze heeft. Of ze moet in
tussen een hartaanval krijgen, of
opgeblazen worden. En het is na
tuurlijk niet zo gek dat Ken Li
vingstone na de ophef fingyVan de
Greater London Council een gooi
naar een parlementszetel doet. Ik
weet toevallig dat dat zijn ambitie
is. En Neil Kinnock zal waarschijn
lijk nog de Labour Party leiden. En
daar begin ik te speculeren: zou het
mogelijk zijn Kinnock van z'n plek
te krijgen en de Labour Party door
extreem links te laten overnemen?
Daar beledig ik niemand mee, dat
is geen laster. Ik begrijp best dat
Kinnock het niet zo leuk vond,
want iedereen kwam nadat het
boek uit was natuurlijk naar hem
toe, met: „Zo Kinnock, gaan ze je
wippen?" Maar ik vraag me alleen
af: is het mogelijk? En dan is het
allerkortste antwoord: in politiek is
alles mogelijk".
Ruzie met BBC
Pratend over politiek komen we
terug bij het begin van Forsyths
carrière. Als journalist (hij had bij
Reuter als correspondent voor
Oost-Duitsland en Tsjechoslowakije
gewerkt) kreeg hij het met zijn
werkgever, de BBC, aan de stok.
Hij kon zich niet meer vinden in
het objectieve standpunt van de
BBC inzake Biafra, waar hij als
correspondent gestationeerd was en
kreeg ontslag: „Ik was gewoon
vóór Biafra. Ik zei dat de kinderen
er omkwamen van de honger, ik
zei dat er in Nigeria dictators zaten.
Zoals er nog steeds dictators zitten,
al zijn ze van een andere soort. Het
Britse standpunt was een leugen.
De olie-politiek heeft mij m'n baan
toen gekost". Niet dat Forsyth er
achteraf spijtig om hoeft te zijn.
Het werd het begin van zijn schrij
verscarrière. „Ik zat zonder baan
en zonder geld in Londen. Ik had
ooit in '63 iets gehoord over een
huurmoordenaar voor De Gaulle
en daar informatie over verzameld
en ik dacht: kom, ik begin met een
boek, misschien verdien ik er een
paar duizend pond mee. Toen dat
boek af was ontdekte ik dat het in
het boekenbedrijf allemaal lang
zaam gaat. Ik heb eerst vijf uitge
verijen afgeleurd. In '71 kwam het
uit en het verkocht niet zo best. Ik
had geen enkele naam en dan is
niemand bereid geld in een cam
pagne voor je te steken. Maar op
een of andere manier kreeg dat
boek een enorme mondreclame. In
'72 ging het opeens goed lopen en
op een nacht belt m'n uitgever me
op dat het naar Amerika verkocht
is. En toen kwamen Duitsland,
Frankrijk, Nederland, Denemar
ken, enzovoort. En langzaam aan
begon ik te beseffen dat ik rijk was.
En die eerste honderdduizend
pond, m'n hemel, dat was ongeloof
lijk, fantastisch, daar kun je niet te
genop dromen".
Terug naar de politiek, die door ex-
politiek journalist Forsyth niet
werd losgelaten. Wie de achterkant
van de officiële waarheid tot een
basis voor zijn boeken maakt, wie
links Engeland en de vredesbewe
ging laat manipuleren door een
overgelopen geheime-dienstman
Philby, moet over een redelijke
portie cynisme beschikken. For
syth: „In „Dogs of war" zit een pas
sage, waarin iemand tegen de
huurling Pat Shannon zegt: „Jij
doodt mensen?" Dan zegt hij: „Als
ik elke dag van m'n leven zou
vechten, kan ik nog niet veroorza
ken wat een politicus in één mid
dag kan". Wat hij wilde zeggen en
wat ik wil zeggen is: al de huurlin
gen in de Congo, Biafra en Nigeria,
tel hun slachtoffers op en je hebt
één dag in Ethiopië, één week in
Vietnam. In de wereld lopen moor
denaars rond die begroet worden
als staatsmannen. Idi Amin was
eerst zogenaamd een clown, je kon
om hem lachen, maar men wist al
lang wat hij uitspookte. Maar het
kwam de politiek niet goed uit. Re
den: koffie, thee, export, import.
Kiik, een politicus kan niet te scru
puleus zijn. En ik respecteer een
politicus die daarvoor uit durft te
komen. Die zegt: jullie willen olie
in jullie auto's? Goed, jullie krijgen
olie, maar dan moet je met hem en
met hem in zee, allemaal moorde
naars. En ik héb graag een volle
tank benzine in m'.n Jaguar. Laten
we onszelf niks wijs maken over de
moraal van de politiek. Ikzelf sta
een beetje in het midden van wat
links en rechts heet. Bij de sociaal
democraten. David Owen is mijn
persoonlijke keus. Om het precies
te zeggen: ik kijk met wantrouwen
naar mensen die denken dat de
Heilige Graal aan hen persoonlijk
ter bescherming is toegewezen en
die iedereen uit de wereld helpen
die vindt dat dat niet zo is. „Extre
mists do not amuse me". Noch ter
linker-, noch ter rechterzijde."
Huurlingen
Forsyth werkt als een journalist-
op-reportage aan een boek. Hij ver
zamelt informatie over zijn onder
werpen ter plekke. Er gingen zelfs
geruchten dat hij eigenhandig een
huurlingengroep had samengesteld
om de verslagen Biafranen elders
in Afrika een nieuw thuis te geven.
Hij heeft het nooit bevestigd. Wel
dat hij voor „De dag van de jak
hals" inderdaad contact heeft ge
had met een huurmoordenaar. „Ik
heb eerst een idee, dan het verhaal,
en als dat helemaal compleet is,
weet ik welke informatie ik nodig
heb. Hoe je een kluis openbreekt,
hoe je gestolen diamanten heelt,
hoe de KGB opereert, waar de
KGB is gehuisvest, enzovoort. Die
research duurt een maand of zes.
En dat is het leukste deel van het
werk. Ik verzamel papiertjes met
aantekeningen, stukken uit tijd
schriften, kranteartikelen, allemaal
gebundeld op onderwerp. Een sta
peltje MI 5 en een stapel MI 6 (de
twee Britse geheime diensten. BJ),
een stapeltje alarminstallaties, een
stapel diamanten. En die gaan in
een doos. Wat die diamanten be
treft, voor één pagina in „Het vier
de protocol" ben ik naar België ge
weest. In het begin van het boek
worden diamanten gestolen. Ik ben
naar een vriend gegaan, een dia
mantair in Hatton Court en heb ge
vraagd: hoe raak je gestolen dia
manten kwijt? Zeg, ik ben een fat
soenlijke diamantair, riep hij on
middellijk verontwaardigd. Maar
hij wist 't wél. Niet laten splijten,
maar opnieuw laten slijpen. Waar
doe je dat? In Antwerpen, Amster
dam of Tel Aviv? En als ik een
free-lance-diamantslijper wil heb
ben? Dan ga je naar de Antwerpse
Pelikaanstraat, of naar een manne
tje in de Belgische Kempen. Zo ben
ik naar Nijlen zomaar een dorp
je naar keuze daar gegaan, heb
er de kerk gezien, de Molenstraat,
de Marktstraat, en die heb ik ge
bruikt. Ik ben ervoor naar België
gevlogen, heb een auto gehuurd en
ben daar vier uur kwijt geweest.
Dat is vaak goedkoper dan dat ik
alles vanuit Londen probeer te we
ten te komen. Behalve natuurlijk
als het om de KGB gaat. Ze hebben
in Moskou helaas geen p.r.-man,
die informatie kun je beter in Lon*
den halen."
Kinderen
Niet dat Forsyth 't nodig heeft,
maar gezien z'n achtergrond in
Biafra, z'n mening over politiek
zou hij zich ooit als journalist weer
voor iets in willen zetten? „Daar
kom je aan mijn persoonlijke stok
paardje, of noem 't achilleshiel"
zegt hij. „Dat is maar voor één
ding. Kinderen. Als je als journalist
al iets zou kunnen doen, dan zou je
't voor de kinderen op de wereld
moeten doen. Volwassenen hebben
altijd mogelijkheden. Ze kunnen
vluchten, emigreren, ze kunnen te
rugvechten, ze kunnen zorgen dat
ze het brood uit de mond van een
ander halen om zelf te overleven.
Maar kinderen zijn kansloos. Zij
zijn de eerste slachtoffers. Als je me
vraagt of ik ooit ter linker- of ter
rechterzijde in San Salvador zou
willen vechten, zeg ik nee. Laat ze
elkaar maar afslachten als ze dat zo
nodig moeten. Maar als ik daar
voor kinderen iets zou kunnen
doen, zou ik 't niet nalaten".
Forsyth heeft er zelf twee. twee
zoons, een van vijf en een van ze
ven. „Het vierde protocol" opent
dan ook met: „Voor Shane Richard,
vijf jaar oud. Zonder jouw liefderij
ke attenties zou dit boek in de helft
van de tijd af zijn gekomen". For
syth lacht erom. „Gek, maar ieder
een is dat opgevallen. Dat grapje
heb ik me gepermitteerd. Want ik
ben inmiddels gek van de boeken
die beginnen met: „Aan John
Smith, zonder wiens onwaardeerlij-
ke hulp dit boek nooit tot stand zou
zijn gekomen".
BERT JANSMA