rify mfhté* oiifpn
Bo Derek zoekt een
Rudolph Valentino
Gene Wilder:
van een
romantische komiek
Lachen om Gene Wilder
naar Frans voorbeeld
I
Gene Wilder: kwetsbaar en komisch
FILM.
Ceidóc Commit
VRIJDAG 2 NOVEMBER 1984 PAGINA 9
Hij werd geboren als het
f enige joodse jongetje in
het plaatsje Milkwaukee,
in de Amerikaanse staat
Wisconsin. „Hoe dacht je
anders dat 't kwam dat ik
komiek ben geworden?"
heeft hij zelf eens gezegd.
Maar Jerome Silberman
werd niet meteen ko
miek. Hij raakte als jon
gen zo onder de indruk
van Arthur Millers „De
dood van een handelsrei
ziger" dat hij er een ge
comprimeerde versie van
maakte en het voor aller
lei verenigingen in z'n
eentje ging spelen.
llC \^JL JL l Cy M\CM.±JL ICJii
Wilders eerste filmsucces:
met Zero Mostel in „The
Producers".
Later volgde het officiële to
neel na een serieuze acteurs-
opleiding bij Lee Strasbergs
Actor Studio, rollen in
Brechts „Moeder courage", in
de toneelversie van „One
flew over the cuckoo's nest".
Hij viel op, kreeg prijzen,
maar de doorbraak voor Jerry
Silberman, die toen al de ac
teur Gene Wilder was gewor
den, kwam met de film. Die
j film heette „Bonny and Cly-
I de" en Wilder speelde er een
begrafenisondernemer in die
samen met zijn auto gestolen
werd door het misdadigersduo
Barrow en die uiteindelijk
maar tussen angstig en gea
museerd in op de achterbank
hamburgers begint op te peu
zelen. Het werd het beginpunt
van een filmkomiek, zoals er
eigenlijk nog maar weinig
zijn, al hoort hij zichzelf lie
ver geen „komiek" noemen.
„Ik ben een acteur die komi
sche rollen speelt" zegt Wil
der wiens komedie „The wo
man in red" deze week in
première is gegaan.
Gene Wilder heeft trouwens
gelijk. Om in Europese ter
men te spreken: Louis de Fu-
nes was een komiek, maar
Bourvil? Het woord „komiek"
sluit meteen een aantal eigen-
i schappen uit die juist de
kracht van Gene Wilder zou-
l den bepalen. De onverwoest-
I baar romantische blik van dat
hoofd met het krulletjeskap-
1 sel, de ogen met net dat
vleugje triestigheid dat voor
evenwicht met de pretrimpels
j zorgt. De jonge Silberman
wilde „romantisch acteur"
Gene Wilder: „Ik wil geen komiek zijn, maar een ac
teur die komische rollen speelt"
worden, en eigenlijk schoot
die jongensdroom niet ver
naast de roos. Want al vond
Wilder op den duur uit dat
hem daarvoor het uiterlijk
ontbrak, hij werd wel een ro
mantische komiek. Meer in de
richting van de door hem be
wonderde Chaplin, dan in de
richting van Mel Brooks, met
wie hij later veel zou samen
werken. Al is hij de eerste om
te roepen „nooit zo goed als
Chaplin te kunnen worden".
„Ik wil proberen mijn kome
dies een serieuze ondergrond
te geven, om mensen te laten
lachen en ze toch innerlijk te
beroeren. Dat is niet makke
lijk. Het is veel gemakkelijker
om öf gewoon een komische
rol öf een dramatische rol te
spelen". Aldus Wilder nadat
hij in zijn eigen script „The
worlds greatest lover" een ze
nuwachtige banketbakker
had gespeeld die in de tijd
van de stomme film meedoet
aan de verkiezing van een
tweede Valentino. De film
werd geregiseerd door Mei
Brooks.
„Chaplin en Mel Brooks heb
ben de meeste invloed op mé
gehad" zei Wilder in '78 in
een interview. „Het lijkt een
vreemde combinatie, want
Chaplin is de balletkunste-
Gene Wilder als
naluisterend.
egisseur de opnamen van zijn film
denken het krankzinnigste
dat er bestaat, een musical
over Hitier, maar het succes
slaat toch toe. Wilder kreeg er
een Oscar-nominatie voor. In
'72 vroeg Brooks hem om The
Waco Kid te spelen in de
Westernparodie „Blazing
saddles" en vanaf die dag zat
Wilder stevig in het paard.
Hij bedacht zelf het verhaal
van de erfgenaam van de be
faamde griezelfiguur, Young
Frankenstein" en dat van
„Sherlock Holmes' Smarter
Brother", de knappere broer
van Conan Doyle's oer-detec-
tive. Van typisch Amerikaan
se grappen, met nadruk op
absurde en gooit- en smijtkan-
tjes, ging Wilder steeds meer
figuren neerzetten. „Ik wil
films maken waar mensen om
kunnen lachen en huilen" liet
hij weten.
i al f
sub-
de roos. Mel Brooks neemt
een machinegeweer en vuurt
vijftig kogels tegelijkertijd af.
Een hoop komen in het huis
van de buren terecht, een
aantal schampen er langs, een
stelletje komt her en der op
de schietschijf terecht en een
paar belandden er maar in de
roos". Met Mel Brooks maakte
hij zijn tweede film, „The pro
ducers", een krankzinnig ver
haal waarin hij een accoun
tant is die de blutte producent
Zero Mostel influistert dat je
voor de belastingen beter een
flop kan hebben dan een suc
ces. Ze worden partners, be-
Voor het echte uitbuiten van
de mogelijkhedn van Wilder
lijken in Hollywood toch de
scenaristen te ontbreken. Al is
het altijd een genoegen om
naar Gene Wilder te kijken.
Of hij nu met licht-komische
overtonen in de nesten werkt
in een actie-film als „Silver-
streak Express", of als hij niet
écht geslaagd met Richard
Pryor - eenzelfde acteurstype
als hij trouwens - het ten on
rechte opgesloten boevenduo
speelt in „Stir Crazy". Voor
zijn joodse rabbi die rond 1850
uit Polen naar San Francisco
komt uit „The Frisco Kid"
ontbrak nét dat kader dat de
film er definitief boven uit
tilde. Wat dat betreft heeft
Wilder iets van een moderne
Danny Kaye, ook een roman
tische komiek, die eveneens
maar zelden een film maakte
die van a tot z goed was en
waarin de karakters redelijk
echt en herkenbaar waren. Ik
zag Gene Wilder voor het
eerst in de verfilming van het
Roald Dahl-verhaal Willy
Wonka and the chocolate fac
tory" - hier vertaald als „Sja-
kie en de sjokoladefabriek" -
en eigenlijk kan je niet zeg
gen dat de belofte die hij
daarin deed, gestand is ge
daan. Maar wat hij op een ac
teur als Danny Kaye vóór-
heeft, is de werkelijke kwets
baarheid die hij uitstraalt en
die hem geschikt zou maken
voor échte, tragi-komische
karakters. „Ik wilde altijd
hoogst dramatisch zijn, maar
het waren altijd de komische
rollen waarmee ik succes had.
joodse vader zei al dat „koos
jer" en „borjst" niet samen
gaan. Al heb ik wel geleerd
dat het om de dosering gaat.
Chaplin was daar een meester
in. Vijfentachtig procent slap
stick. waardoor die vijftien
procent gevoel nóg meer spre
ken. Ik ben niet op m'n best
in de uitbundige kluchtigheid.
Meer in het wat subtielere,
zoals wanneer ik verliefd
wordt op dat schaap in Woody
Aliens „Everything You Al-
way Wanted To Know About
Sex".
Hypocriet
Dat men de ruimte in Wilders
talent wel vermoedde, blijkt
uit het feit dat hij gevraagd
werd voor een rol in Stanley
Donens verfilming van „De
kleine prins", uit zijn rol in de
verfilming van Ionesco's
„Rhinoceros". Maar het ble
ven uitstapjes die toch niet
zijn totale talent benutten.
Vandaar misschien dat Wil
dere zoeken naar geschikt
materiaal hem bij Yves Ro
berts Franse komedie „Un
élephant qa trompe
ment" bracht. Een
komedie over vier middelbare
mannen die wat onvolwassen
rondscharrelen en in feite le
vens verpesten. De Franse
versie werd fantastisch, rea
listisch gespeeld door o.a.
Jean Rochefort en Claude
Brasseur. Rochefort indertijd
tegen Ab van Ieperen: „Ik ge
loof dat scenarioschrijver
Jean-Loup Dabadie en Yves
Robert dat personage (dat een
vervolg kreeg in de film
„Nous irons tous au paradis")
op mij hebben geïnspireerd,
op mijn manier van bewegen,
op mijn manier van me kle
den". Gene Wilder ordende
de gegevens nogmaals. Hij
maakte de Amerikaanse ver
sie van het stuk, maakte zich
zelf de centrale figuur en
zwakte de scherpe kantjes af.
Hij zal uiteindelijk zijn vrien
din niet krijgen. Hij bekent
zelf dat de oorspronkelijke re
gisseur Yves Robert dat, toen
hij ervan hoorde, „hypocriet"
vond. Wilder werd de goed
willende echtgenoot, die om
zich heen maar van „vrien
dinnetjes" hoort en uiteinde
lijk zelf het „vreemde" pad op
Wilders pogingen om bij de
dure juf van zijn keuze in de
smaak te vallen, hebben dat
typisch schlemielige dat de
betere komieken eigen is: Je
lacht om ze, maar je kan ze
niet uitlachen. Je blijft van ze
houden, om ze geven: De man
die de tikken dreigt te krij
gen, maar ze wanhopig draai
end probeert te ontlopen. Wil
der werd erin getraind in wat
hij zijn „traumatische jeugd"
noemt. „Ik heb m'n portie
pijn wel gehad. Ik was de eni
ge jood op school en kreeg
alle klappen. Maar ik wil niet
zwelgen in de zachte kanten
van mijn karakter. Die ko
men er toch wel uit".
BERT JANSMA
kelly Lebrock en Gene Wilder: romance in „The woman in red"
JDO II: THE WOMAN IN
RED De nieuwste ko-
Inische lilm van en met
Bene Wilder (alle leeftij
den)
Wie bij „The woman in red"
opeens het „déja-vu"-effect
Idenkt te ervaren, zij verwit-
Itigd dat deze Gene Wilder-
film een bijna exacte herver-
(filming is van „Un éléphant qa
jtrompe énormément" van de
IFranse regisseur Yves Robert.
verder lezen, want zo
iegatief is dat nog niet: On-
lanks dat niet-originele scena-
levert Wilder als regis-
-hoofdrolspeler weer een
lichte komedie van niveau. Ik
heb ondanks de bekendheid
en aantal grappen hard
moeten lachen. En hoe vaak
overkomt je dat nog?
De film begint met Wilder in
kamerjas op de rand van de
bovenste verdieping van een
I appartementengebouw, iets
mompelend van: „Ik was niet
zo lang geleden een eerzame
huisvader en kijk me nou
staan". Wat hij gedaan heeft, is
verliefd worden op een foto
model dat voor een reclame
campagne van het bureau
waar hij werkt dienst doet.
Een beeldschoon meisje (met
privé de merkwaardige naam
Kelly LeBrock, Kelly het Stuk
ben je geneigd te vertalen) dat
hij allereerst ontmoet in een
scène die een Marilyn Monroe-
citaat is (uit een film van die
andere Wilder - Billy - „The
seven years itch"): ze staat bo
ven een rooster en haar jurk
waait omhoog. Eenzelfde grap
zit in het Franse origineel,
maar Wilder (Gene) voegt er
iets geks aan toe: Hij gaat 't
ook even proberen boven het
rooster. Zo heeft hij op meer
dere manieren het oorspron
kelijk opgepept tot een typisch
Amerikaanse komedie, luchti
ger, met sterker aangezette
grappen.
In de scherpte van de
diverse karakters om hem
heen is wel wat verloren ge
gaan in vergelijking met het
origineel, maar wat er nieuw
aan is, is dat typische Wilder-
karakter: Een aardige man, bij
wie eigenlijk geen greintje
kwaad zit, maar die zichzelf in
de nesten werkt volgens het
klassieke komedie-principe en
zich er dan weer uit mag wer
ken. Met steeds de nét over de
werkelijkheidsnabootsing
heengetilde overdrijving.
Het mannetje dat Wilder neer
zet trekt met een drietal
vrienden op, middelbare man
nen die het allemaal zo nodig
nog eens moeten proberen en
daarbij hevig onvolwassen blij
ken: Vrouwen, verhoudinkje
zus, verhoudinkje zo, stoer
doen, maar o wee als er moe
ders lik op stuk geeft. De se
rieuze tonen van Yves Roberts
komedie zijn hier sterk ge
dimd, maar net niet helemaal
weg. Het wordt een luchtig
spel van onvermijdelijke men
selijke zwaktes zonder te
scherpe oordelen. En Wilder
toont wederom z'n eigen ster
ke kanten goed te kennen: Het
befaamde stuntelen, de on
schuldige blauwe ogen en de
gelaatstrekken tussen een tik
keltje droevig en ondeugend
in van acteur Wilder beheer
sen het beeld van regisseur
Wilder. Gilda Radner - die al
naast hem speelde in „Stir
Crazy" - geeft goed partij als
de ongetrouwde secretaresse
die ten onrechte denkt een af
spraakje met collega Wilder te
hebben en die als ze een avond
vergeefs heeft zitten wachten
als straf zijn auto bekrast, een
knoop in z'n antenne legt en
hem uiteindelijk een van de
hellingen van San Francisco
afduwt.
Zo tot Wilders tevre
denheid dat hij privé inmid
dels maar met haar getrouwd
is. De geluidsband telt de hit
song van Steve Wonder „I just
called to say I love you". Leuk
BERT JANSMA
Tweedehands
actiewerk
EUROCINEMA I (Alphen
aan den Rijn): CODE
NAAM WILD GEESE Lan
delijke première (16 jaar)
Wat „Drakenkracht" is
mag u zelf invullen, mij
krijgt u er niet voor. Wan
neer iemand zich Bruce Li
noemt, krijg ik al vraagte
kens op m'n netvlies. Stel
je voor, een nieuwe Ne
derlandse film met ene
Ko van Deik. Brr. „Code-
name Wild Geese" ver
enigt dan tenminste een
aantal bekende namen.
Zelfs bij de naam van regis
seur Anthony Dawson zal er
hier en daar een belletje rin
kelen. Opgepast: het is de
schuilnaam voor de Italiaan
Antonio Margheriti, een oude
rot, die in Rome met kostuum
films en sandalen-westerns be
gon, overzwaaide naar de spa
ghetti-westerns en nu met een
hoop mannen op hun retour
naar Hong Kong en de Fillipij-
nen mocht. De gemeen door
z'n oogspleten loerende Lee
van Cleef (in de film „China"
genoemd) is alweer tijden te
rug verwezen naar de C-films
waarin hij begon, Ernest Borg-
nine nam het allang niet zo
nauw meer met wat hij speel
de, en Klaus Kinski (in de film
Klein) heeft dat nooit gedaan -
ondanks een aantal kritische
voltreffers onder vooral Duitse
regisseurs. Lewis Collins (Wes
ley) is al veroordeeld tot het
spelen van SAS-officieren, dit
maal een ex-, die een huurlin
gentrio leidt dat tegen een he-
roïne-fabriek in de Gouden
Driehoek op moet treden. Een
loffelijk streven in een goed
kope en krakkemikkige film
waarin verhaal, acteurs en ti
tel (geleend van de film met
Richard Burton en Roger
Moore) tweedehands zijn. Zelfs
de decors. Want op de Fillipij-
nen werden de decors ge
bruikt die Francis Coppola
voor „Apocalypse Now" had
laten neerzetten.
Bo Derek als Ayre McGillvary en George Kennedy als chauffeur Cotton Gray in „Bole
ro".
LIDO I: BOLERO Met
Bo Derek (16 jaar)
John Derek heeft het toch
niet zo gemakkelijk om
projecten voor echtgenote
Bo te vinden. Hun geza
menlijke „Bolero" is een
wat wanhopig geconci
pieerd verhaal met weinig
kop en veel staart. John
Dereks uitgangspunten
zijn duideliüt genoeg: Ik
heb Bo, dat^s een. Ze kan
niet acteren, dat is twee.
Ze is mooi, dat is drie. En
ze werd een soort sex-
symbool na Blake Ed
wards „Ten" en dat moe
ten we zo houwen. Vier
dus. Opgave: Hoe lang be
nut ik dat sex-symbool ef
fect, houd ik haar zo mooi
mogelijk, zonder te laten
opvallen dat ze niet kan
spelen. Niet makkelijk.
Hun laatste probeersel was een
vederwicht-variatie op het
„Tarzan"-gegeven met alle
ogen op Bo en een onderdani
ge rol voor tegenspeler Miles
O'Keeffe. De variant is nu: De
vrolijke jonge maagd Bo moet
een man hè. Ze droomt van
Rudolph Valentino, alias „The
Sheik", we zien enkele scènes
uit die film, en hup, we ver
trekken naar Noord-Afrika
waar Bo een sjeik haar onge
reptheid komt aanbieden. Dat
mag natuurlijk niks worden,
anders had de film niet verder
gekund. Een al te promiseuè
Bo verkleint je kijkerspubliek.
Dus blijkt die sjeik een onhan
dig knulletje, dat eerst de
strooppot over Bo laat vallen,
haar dan aflikt en vervolgens
tevreden in slaap valt. Een
merkwaardige scène, waarbij
Bo, hevig met haar buik gol
vend, probeert een redelijk
mislukte poging tot sexparodie
te doen. Waar zijn nog meer
mooie mannen voor Bo? Aha,
Spanje Méér smaken had
John niet, dus de Spaanse held
wordt de rest van de film door
uitgemolken: Hij heeft een
wijngaard, is een wat ïnkon-
sekwente stierevechter-te-
paard (prikt wel van allerlei in
de stieren, maar maakt ze toch
niet dood, want dat is slecht)
én hij heeft geen directe inte
resse in Bo, alleen in wat zi
geuner-groupies om hem heen
Om nog steeds niet opgehel
derde redenen slaat de Beau
om en valt voor Bo. En dag la
ter treft een stier hem in zijn
mannelijkheid. Kortom Bo
boos
Het komt goed met heel veel
muziek van de Britse filmcom
ponist Elmer Bernstein die alle
registers heeft opengezet om
de leegte te vullen, met dialo
gen van John Derek in een
soort Ot en Sien-idioom, en
spelers die niet gehinderd
worden door enig acteertalent.
Alles bij elkaar vlees noch vis,
een hypocriete „kasteelro
man", Courts Mahler en Rose
mary Rodgers in beeldversie
Alles even beeldig, mannen,
vrouwen en sex. John houdt
via de camera scherp in de ga
ten dat de billen wel beschaafd
bloot blijven. Meneer en me
vrouw Derek hebben privé be
slist meer plezier beleefd aan
Afrika, Spanje, woestijn, zee.
bergen en sneeuw dan wij ooit
zullen hebben. Hier en daar
riekt het hevig naar een va
kantiefilmpje. En u weet het:
niets is vervelender dan an
dersmans vakantieplaatjes in
het donker te moeten uitzitten
BERT JANSMA
BURT
..in horeca..
Burt Reynolds beheert z'n geld
goed. Hij smijt het niet over de
balk en hij kijkt er mooi voor
uit 't allemaal in de filmindu
strie te stoppen Verstandige
knaap. Rond zijn woonplaats
in Fort Lauderdale in Florida
bezit hij al het een en ander:
een eigen diner-theater, een
aantal flatgebouwen en een
groot deel van het locale voet
balteam. Inmiddels heeft hij
zich ook in de locale horeca
begeven. Hij mag zich mede-
eigenaar noemen van een eet-
en drinkgelegenheid aan de
rand van de oceaan. Het ding
heeft al heel wat namen gehad
- wat overigens niet op een
florissant verleden wipt - in
z'n tijd van bestaan: The Lu
minaries, Normandy Beach,
Pleasures. Nu Burt financiën
heeft gefourneerd aan eige
naar Leon Jackson, heet 't
„Burt en Jack's". Voor als u
toevallig langs komt.
FORMAN
..ook in Filmcentrum..
Het Filmcentrum Den Haag
(Studio 2000heeft voor de
maanden november en decem
ber weer een programma van
top films bij elkaar gezocht:
o.m Hal Ashby's ..Being the
re" Peter Sellers!) Scola's
..La nuit de Varennes" en Roy
Hills „The world according to
Garp Maar eerst is er op 6
november Milos For mans
„Ragtime" te zien. Een on
danks z'n feilen onderschatte
film, en het is aardig dat die
aan de beurt komt nu For-
mans „Amadeus" over de kop
pen gaat - elke avond uitver
kocht Mooie come-backrol
van de oude James Cagney.
Net zoals „Amadeus" is „Rag
time" gefotografeerd door de
Tsjech Miroslav Ondricek. Hij
werkte al met Forman samen
toen ze beiden in Tsjechoslo-
wakije begonnen. Maar ook al
diens Amerikaanse films foto
grafeerde hij. Forman was
hier kort geleden. Naar zijn
samenwerking met Ondricek
gevraagd, zei hij: „Die blijft zo.
Zolang hij van de Tsjechoslo-
waakse autoriteiten tenminste
elke keer de mogelijkheid
krijgt om voor een film van
mij het land uit te reizen. Die
samenwerking is ideaal, want
we kennen elkaar zo goed. dat
we nauwelijks nog hoeven te
discussieren. Hij heeft aan een
paar woorden genoeg en weet
precies wat ik wil". „Ragtime"
is gebaseerd op de bestseller
van EL.Doctorow waarin hij
een kaleidoscopisch beeld van
het jonge Amerika geeft
JEANNE
Jeanne Moreau werd o.m. be
roemd door haar rol in Truf-
fauts „Jules et Jim". Truffaut
overleed kortgeleden - de
Duitse tv was er trouwens
weer als de kippen bij om een
aantal films van hem uit te
zenden - en in het blad „Ame
rican Film" kwam ik een
merkwaardige uitspraak van
haar tegen over Truffaut: „Ik
kende Truffaut lang voordat
hij regisseerde. Hij was nog
criticus van Les Cahiers du Ci-
Een kleine, erg verle-
an met vurige ogen. Ik
ontmoette hem in Cannes
„Als u in Parip bent, zou ik
graag met u willen spreken'
zei hij. We ontmoetten elkaai
hij gaf me een boek, „Jules
gen i
et Jim We praatten er vcrdet
niet over. Ik ben hem blijven
ontmoeten, zelfde plaats, zelf
de tijd, zelfde voedsel, maar hij
heeft er nooit één woord over
gerept. Toen we de film gin
gen maken, hoorde ik van
vrienden dat hij iets zo en zc
wilde Of hij schreef me brie
ven. Maar praten Nee. nooit"
BERT JANSMA
„..Truffaut zei niets.."