trucker in de dop,
reed bloemen
QeidwQowtant
ZATERDAG 27 OKTOBER 1984
Ch'i»uH*uf J»n «n bl|rijd»r P»ter bij de kolo»»al« truck die „wanüult" near
Peter Hoogenboom uit Roelofarendsveen
zal het nooit meer vergeten. In de afgelo
pen herfstvakantie ging zijn droomwens in
vervulling: meerijden op een vrachtwagen.
Zijn zusje Corrie had de wens ingestuurd
naar de jubilerende Leidse Courant. De ju
ryleden van de Liefste-Wens-Actie vonden
het een aardige: een dertienjarig knulletje
dat zo graag eens „trucker" wilde zijn. De
wens ging in vervulling. Na een teleurstel
lend aanloopje, reisde Peter op een vrijdag
middag met pyjama, tandenborstel, hand
doek en zeep naar de veiling Flora in
Rijnsburg om met een wondermooie, vijf
tien meter lange truck van expediteur Gijs
van der Vijver op stap te gaan. Zaterdag
nacht kwam hij terug, na 22 uur met heel
weinig slaap om zo min mogelijk te missen.
Wat Peter er na afloop van vond? Een
krachtig Veens „Gaaf" was zijn mening.
Verslaggever Ton Pieters sprak uitvoerig
met Peter en met Gijs van der Vijver en
tekende onderstaand relaas op. Henk van
den Ende zorgde voor fotografische onder
steuning.
•ELOFARENDSVEEN
iNSBURG Peter mag
n voor zijn dertien jaren een
■fJlere indruk maken, toch
ieft de knaap in 22 uur tijd
n diepe indruk op zijn „ver-
erders" gemaakt. Er was
terlijk niets waarover hij
it mee kon praten.
n gastheer Gijs van der Vijver
u later tegen me zeggen: „Die
figen is verschrikkelijk goed bij
tijd, hoor. Hij heeft kijk op de
|Jp ök en inzicht. Je kon hem rustig
lagen: „Peter, weet jij het kente-
inummer van de truck?" „Jaze-
zei Peter dan, zonder met z'n
;n te knipperen: „BG 16 PF". En
te beseffen, dat ik m'n eigen
nmer niet eens uit het hoofd
n". Peter, met z'n Navo-jack en
Jltoenen klep-petje, is een gezonde
hgeman. Als zijn moeder hem
lagt: „Ga je morgen met ons mee
[ar tante Cor?", zegt hij ijskoud:
Jlat weet ik nu nog niet; ik zal wel
i?nToch heeft deze Veense
Hfigen een opvallende „eigen-aar-
jpheid": hij is gek van vrachtwa-
|ns. Hopeloos gewoon. Dergelijke
Jnhulsels van paardekrachten
Ifbben voor hem geen enkel ge-
lim meer. Types en tonnages
Jian in zijn geheugen gegrift en
I hij werkelijk iets niet zo snel
ïet (maar dat gebeurt zelden),
melt modellen, bouwplaten, al
ms, tijdschriften, posters, plak-
|batjes, pfff. Natuurlijk wil Peter
Ier vrachtwagenchauffeur wor-
ter Hoogenboom, dertien dus,
•lui broertjes en viif zusjes") van
Floraweg in Roelofarendsveen,
beter: de Veen. Volgt als scholier
zonder onderwijs in de vijfde
is van de christelijke basisschool
Weerklank in het Leidse Mors-
vartier. Elke ochtend wordt hij
et een busje (een Mercedes, waar
in hij bij benadering alle kwali-
ten kan opsommen) opgehaald,
men met nog wat plaatsgenootjes,
's middags weer thuisgebracht,
p de Floraweg, dat kleine stukje,
>nen ook een paar vrachtwagen-
auffeurs. Goed, hè? De rest is
inder. Mijn vader is bloemen-
feker. Die gaat naar de bloemen-
iling in Aalsmeer, de grootste
n de wereld. De Veense veiling,
ïgen ze, gaat achteruit". Nou, en
aan
ide
ik
en)
iter
cht
'aar lusten ze wel pap van de
Jemen. Dat zou Peter Hoogen-
om aan den lijve gaan ondervin-
ok Peter uit de Veen kreeg zijn
i. nadat de jury van de Liefste-
ens-Actie zowat het „heerlijk
ondje" van de Leidse Courant,
B dit jaar „75" in haar vignet
eft staan de briefkaart van
dste zusje Corry onder ogen had
kregen: „Hij zou zo graag eens
Flora
Twee dagen later was Peter Hoo
genboom over zijn teleurstelling
heen, zei pa en moe en zusters goei-
endag, en met dezelfde tas en aan
gepaste paperassen en vol goede
moed verscheen hij opnieuw op „de
Flora". Ontvangst met koffie; opge
vrolijkt door het geroezemoes van
een bloementransportbedrijf dat
een naam hoog moet houden. Vrij
dagmiddag 19 oktober. In box 5-
501, het zenuwcentrum van Gijs-
bertus van der Vijver Zn, b.v.:
Import und Export von Blumen.
De expeditionaire vorst Gijs (57)
was zelf aanwezig. Ettelijke tele
foongesprekjes, vol partijtjes bloe
men en prijzen. Dat doet hij, als
Rijnsburgse zelfstandige, al 43 jaar
lang. Gijs presenteerde daar aan
Peter een van de grootste (DAF)-
trucks in de bloemenhandel: truck
met trailer van viiftien meter leng
te, wit en blauw en een bloempor-
tret, dat op een Duitser een „zau-
berhalte" indruk moet maken.
Hier lag Peters basis voor de ko
mende 22 uur. Even bijkletsen; we
hadden nog ruim een half uur de
tijd. Ook al is Gijs van der Vijver
een Rijnsburger, recht-toe-recht-
aan, hij kan oeverloos vertellen.
Peter diepte uit z'n bagage een paar
tijdschriften op die over „vracht
wagens" handelden. Die legde hij
Gijs voor en verklaarde de afbeel
dingen nader. Gijs zat toen al te ge
nieten van dat enthousiasme van
zijn jonge reisgast. „Knapie, knapie,
dat was in mijn tijd wel even an
ders. In de oorlogsjaren maakte ik
drie keer in de week het tochtje
Rijnsburg-Amsterdam met een
bakfiets. Dan moest je af en toe
wegduiken voor de vliegtuigen van
de Tommy's die aan het mitraille
ren waren. Ik huurde toen een
bakfiets voor zes gulden per week.
Dat was duur, hoor. Onder de bloe
men hadden we vaak geslachte
schapen liggen; die ruilden we in
Amsterdam voor groene zeep. Of er
lagen aardappelen onder de bloe
men: zes gulden de kist. Dat heette
dan zwart-doen".
Gijs kwam weer eens los, tussen de
telefoontjes door, terwijl Peter met
bedwongen ongeduld op zijn ver
trek zat te wachten. „We namen,
zeg maar, duizend bossen chrysan
ten mee op de bakfiets. Daar ver
diende je duizend gulden aan en
die gaf je dan weer uit voor dertig
bruine tarwebroodjes. Nou, stroop
van suikerbieten ertussen, en dan
vrat je zo een broodie van een dik
ke dertig gulden op
Inladen
De karren en dozen met ontelbare
snijbloemen en planten werden in
middels hydraulisch ingeladen.
Voor zo'n 80.000 gulden aan flora.
Op luchtvering. Gijs koopt en ver
koopt, ook in Aalsmeer en in
Naaldwijk, en z'n klanten zijn voor
de helft Duitsers en de andere helft
is Nederlander. Over de oostgrens
gaat het dan: „Kein Tag ohne Blu
men", vers uit Rijnsburg. Met non-
stopvervoer. Over acht uur al bij de
eerste klant en over tien uur staan
de Rijnsburgse bloemen in een
Westduitse kamer. Peter spitste de
oren: de Turbo Intercooling 2800
heeft een gevaarte van een trailer
achter zich. Het gewicht van de
vrachtwagen is twaalf ton en dan is
er nog eens twaalf ton aan laadver
mogen. Dan gaat er dus vieren
twintig ton over de weg, met een
vaartje van honderd kilometer per
uur. Het gevaarte van Gijs (met au
tomatisch in te schakelen sneeuw
kettingen) is nu een maand of vijf
tien in gebruik. Er is bijna 300.000
kilometer mee afgelegd. „Een auto
die niet loopt, hij wandelt naar z'n
klanten", heet het in Vijver-krin
gen.
Peter zei niet veel meer tegen het
punt van vertrek, maar hij keek
z'n ogen uit op die machtige cabine
met twee slaapplaatsen: één onder
en één boven. Hij draaide ook, als
toekomstig vrachtwagenchauffeur,
vol overtuiging aan dat geweldige
stuurwiel. Het was de lust van zijn
jonge leven. Een van de aanwezige
kerels die daar in die box zaken
doen en volop van dat jong met z'n
op- en aanmerkingen zaten te ge-
Eentonig
Die vrijdagmiddag, precies om
kwart over twee, zette het trans
port met Peter, die inwendig zo
veel te verstouwen had zich in
beweging. Jan Noort doet dit nu al
vijftien jaar lang. Steeds dezelfde
route. Tweemaal in de week. Onge
veer een kleine 1900 kilometer in
ongeveer 22 uur. Twaalf Duitse
klanten. Dat is twaalf maal tien mi
nuten stoppen. Steeds hetzelfde
parcours. „Het wordt wel eens een
tonig", moest Jan Noort bekennen,
toen hij zaterdagmiddag om vijf
over één weer in Rijnsburg arri
veerde. Maar als hij terugkomt van
zijn missie, staan daar op „de Flo
ra" steevast zijn vrouw en dochter
tje in hun auto klaar om Jan mee
naar huis te nemen. Cor Looyen
was op de terugreis bij Veenendaal
uitgestapt. Hij wilde, als invaller,
ook niet op de foto: „Het was alleen
maar om Gijs te helpen".
Daar reed Peter dan, zijn ogen uit
kijkend. Via Arnhem en grenssta
tion Bergh naar Keulen, Bonn en
via Frankfort naar Wiirzburg, de
eerste klant. Daarna kreeg onze
Liefste Wenser indrukken van
Mooie truck
Peter was vol van zijn bloemenreis:
„Ik heb nog nooit zo'n mooie truck
gezien!". Gijs van der Vijver snoof
bescheiden, want hij dacht aan die
rib van honderdduizenden guldens
uit z'n lijf. Peter wist ook de „clue"
van het middernachtelijk toeleve
ringsbedrijf: „De klanten slapen
natuurlijk, maar de chauffeur weet
precies waar de sleutel van de op
slag verborgen ligt. Weet u wat me
ook zo opviel? In Duitsland lijkt
het wel of tien kilometer file niets
is; twintig en veertig kilometer is
heel gewoon. Daar hoorden we van
over de boordradio. Wat zegt u? Of
we moppen verteld hebben onder
weg? Nee hoor, daar hadden we
geen tijd voor. We hebben alleen
gepraat over dure auto's. En we
tankten een keer vierhonderd liter
dieselolie. Je hebt ook bij-tanks en
dan kun je wel achthonderd liter
tanken".
Peter Hoogenboom ging die zater
dagnacht om half vijf plat. In de
onderste slaapkist. Gewoon in z'n
dagelijkse kleren. Om half negen
was-ie er weer uit. De handdoek
heeft hij niet gezien, laat staan ge
bruikt. „Jammer; het mooiste zag je
niet, omdat het donker was". Het
was slecht weer, behalve in het zui
den. De bijrijder knorde gewoon
door, toen Peter z'n ogen uitkeek.
Een vrachtwagenchauffeur hit
the road. Jack gaat vier uur op
en vier uur af; je moet maar zih
hebben om te slapen, het moet
maar lukken.
Daar wordt wat afgewerkt in het
bloemenvak. Gijs van der Vijver
zei, na het volbrengen van de ope
ratie: „Het is een vak waar je voor
honderd procent achter moet staan.
Als je dat in uren moet gaan becij
feren en uitbetalen kun je als
chauffeur wel elke week geld mee
nemen naar je baas. Het is een be
drijf van dag en nacht in touw zijn.
Dan mogen we een keertje mis
schien wat hard overkomen, maar
dat ligt dan in de aard van het
beestje".
Peter kan nu, nog veel meer dan
tevoren, met liefde over vrachtwa
gens vertellen. En over kastelen en
bergen, en files. „Hij zag, midden
in de nacht, bij een klant een ouwe
Korvet staan Machtig vond-ie
dat", zei Gijs, z'n gastheer voor één
rit. En Peter zag ook nog, dat er
een paar dozen gerbera's weer te
rug naar Rijnsburg gingen. „Dat
kereltje heeft z'n ogen niet in z'n
zak", vond expediteur Gijs. „Als
die jongen geen vrachtwagenchauf
feur wordt
TON PIETERS
Foto's: HENK VAN DEN ENDE
meerijden met een vrachtwagen.
Dat is zijn liefste wens!", schreef
Corry ons. Enfin, er werden maat
regelen getroffen om Peter op de
bok te krijgen.
Het internationale bloementrans-
port, met die joekels van karren
vanuit Rijnsburg, leek bijzonder
aansprekelijk. Expediteur Leen
Maat was bereia Peter als passagier
mee te nemen op een rit naar
Duitsland en terug. Vroeg in de
ochtend, vorige week, haalden we
Peter op. Alles was perfect in orde:
paspoort, reisverzekering, een
briefje van „geen bezwaar" vanwe
ge Peters ouders, die verklaarden
dat hun zoon de grens over mocht
met dit transport. De marechaussee
kon immers eventueel vallen over
de aanwezigheid van een jongetje
in een vrachtwagencabine. Prach
tig geregeld allemaal. Ruim op tijd
waren we op de veiling Flora.
Maar er was geen auto van Maat te
bespeuren. „Oh, die is allang weg",
vertelden collega's. Peter maar
sjouwen met zijn reistas vol beno
digdheden, pyjama, handdoek en
„studiemateriaal". Na een lange
zwerftocht (je kunt op Flora beter
een fiets pakken) bereikten we
Leen. Die zat hoog op de tribune de
vier veilingklokken in de gaten te
houden. Het was niet leuk. Zeker
niet voor Peter, die zich manmoe
dig groot hield. Leen Maat zei: „O,
sorry, ik ben het vergeten
nieten, zei: „Peter, als je even
meerijdt, heb ik thuis voor jou nog
iets aardigs". Ze kwamen een
kwartiertje later terug met twee
dotten van heel lange vracht
wagenmodellen. Nieuwe stukjes ge
luk voor een uitverkorene. Baas en
vader Gijs zei: „Peter is in goeie
handen bij die jongens; er is nog
nooit iets naars gebeurd in al die ja
ren. Jongens, jullie motten vort".
Chauffeur was Jan Noort (33) en
als „co-pilot" fungeerde Cor Looy
en (27) uit Veenendaal, die een re
latie van Gijs is en welwillend bij
sprong als bijrijder omdat een van
de vaste chauffeurs ziek was ge
worden.
Neurenberg, Amberg en Weiden,
op twintig kilometer van de Tsje
chische grens. Een van de eerste
reacties van Peter, bij thuiskomst:
„Twintig kilometer van de Tsjechi
sche grens; wat een eind, hè?" Wat
een ervaring voor zo'n knulletje in
de herfstvakantie. Hij had bij de
grens, bij Bergh, een heleboel Rus
sische vrachtwagens zien staan.
„Die stonden daar maar te wachten
op een vrachie; soms staan ze daar
weken. Vrachtwagens mogen in
Duitsland maar honderd kilometer
per uur rijden. Maar als ze dan
bergaf gaan, moeten ze steeds bij-
remmen, want je zit er zö over
heen. En daar zijn veel polities,
heel veel polities in Duitsland. Die
slingeren een Hollandse vrachtrij
der zo op de bon. En de bergen wa
ren van verschillende kleuren
groen, bruin en zwart ook. Ik heb
acht steden gezien, maar de kaste
len in Duitsland zijn 's nachts ver
licht, en dat is een heel mooi ge
zicht", zei Peter, toen hij zaterdag
middag om vijf over één in Rijns-
burg terugkeerde. Het eerste wat
hij zei was: „Gaaf!"
Links: Peter
wordt van huis
gehaald. Ton
Pieters
overhandigt
moeder
Hoogenboom
een ruiker
bloemenen
controleert
nog even of
het paspoort
niet vergeten
is.
in zijn
element,
achter het
reuzenstuur
van de vijftien
meter lange
DAF-truck.