WËÊÈÈP I Wegen belastinghalve eeu w jong 'otocon trole is bijna wa terdich t 1 Houderschapsbelasting voorlopig een utopie oSf Rijn tige w|t Centraal Bureau Motorrijtui- ibelasting aan de Apeldoornse a F. Kennedylaan verkeert steeds een beetje in feeststem- RTERI ig. Begin deze maand was het (Z.( nelijk precies een halve eeuw eden, dat de „motorrijtuigenbe- Urg ingwet" een feit werd en hoe de huidige staatssecretaris Financiën. H. E. Koning, nnen koestert op korte termijn een verdere vereenvoudiging, zogeheten „houderschapsbelas- over te gaan zie elders deze pagina laten directeur 9 Vermeulen en zijn ambtenaren p niet van de feestwijs bren- recht mag het CBM zich in overigens onpersoonlijke to la t het grootste passagekan- van Nederland noemen. Da- jks worden er 50.000 boekin- verricht en verwerkt men er dikke 2.000 telefoontjes. De luter, compleet met beeld- ien, heeft er uiteraard zijn gedaan, maar niettemin het zo optimaal mogelijk in- •en van de verplichte we- lasting nog altijd een ambte- inkorps van 600 mannen en r mte,Jwen' ^at misschien veel, ai4p^r stelt men tegenover die be- r9-27?ing het totale vaderlandse ?rtuigenpark personenau- r-Leiö, vrachtwagens, autobussen, -kmrtoters en motorfietsen dan mf' «K* arr,t5tenaar goed voor en®1 minder dan 8.000 motorrijtui- 8530^-En die verhouding lag enkele Ben geleden wel iets anders, ne- ^—■fever: één ambtenaar op 4.000 BJlorrijtuigen. Het merendeel ^^Irvan, ongeveer 93 procent, ,Hrdt gevormd door de 4.800.000 personenauto's, ^■ij vertaald: één op de drie land- ^Hioten beschikt anno 1984 dus een eigen wagen(tje). Geza- tnlijk zijn die gemotoriseerde rnerlanders jaarlijks goed voor opbrengst aan wegenbelasting [omtrent twee en een half mil- i 1 gulden. ^fein 20e eeuw lastingplichtige" voertuigen ruim 180.000 stuks. Gaan we terug naar de Spijkers en T-autootjes van ene Henry Ford. Het begin van de twintigste eeuw dus. Hoewel de automobiel in die tijd zich slechts schoorvoe tend, zowel letterlijk als figuur lijk, een weg door het voorname lijk door paarden beheerste ver keer zocht, bleek toch al snel dat het bestaande wegennet ontoerei kend was. Er waren te weinig goede verbindingswegen en die er waren verkeerden bovendien in een niet al te beste staat. Onder druk van de ANWB ook toen al werd de vereniging „Het Nederlandsche Wegencongres" opgericht, die prompt een studie van het vervoersvraagstuk liet maken. Ook van regeringswege werd er een staatscommissie inge steld, hetgeen in 1924 tot een rap port leidde, dat tot dezelfde slot som kwam als eerder genoemde vereniging Belangrijkste item daarvan was, dat de financiële problemen dienden te worden op gelost door de gebruiker van de wegen te laten betalen voor de kosten van aanleg en onderhoud. Twaalf van deze auto's zijn dagelijks op de Nederlandse wegen om te controleren of iederen zijn of haar wegenbelasting wel betaald heeft. Duizenden foto'9-per week dus. Wetsontwerp 1 oktober 1934, toen de „mo- ijtuigenbelastingwet" een feit d, lagen die verhoudingen lo- herwijs nog beduidend lager, dat jaar kende Nederland hts 90.000 personenauto's j op de honderd landgeno- en bedroeg het aantal ,,be- Aansluitend kreeg de staatscom missie opdracht een wetsontwerp voor wegenbelasting voor te be reiden. Daarbij viel de keus uiter aard op de auto het motorvoer tuig en hoewel er ook toen al alternatieven werden bekeken, zoals belasting op benzine of op de banden, kwam er op 30 december 1926 een wegenbelastingwet tot stand, die met ingang van 1 mei 1927 van kracht zou worden. Daarbij werd de belasting gehe ven door het Rijk, terwijl een ge deelte van de opbrengst werd uit gekeerd aan de provincies, die op hun beurt weer een deel uitkeer den aan andere wegbeheerders. De rest kwam terecht in het zoge naamde Wegenfonds. Er was toen dus al duidelijk sprake van een bestemmingsheffing; met andere woorden, de belastingopbrengst kwam geheel ten goede aan de aanleg en het onderhoud van de wegen. In 1934, om precies te zijn op 1 oktober, vond er een belangrijke wetswijziging plaats. Het eerder genoemde Wegenfonds werd om gezet in een Verkeersfonds, zodat bijvoorbeeld ook uitkeringen kon den worden gedaan ten behoeve van het trein- en luchtverkeer. Bovendien werd het tarief gewij zigd en werd de naam van de wet veranderd in „motorrijtuigenbe lastingwet". Opgeheven Pas in 1946, na de Tweede We reldoorlog dus, werd het Ver keersfonds weer opgeheven. Daardoor ontstond een volledige ontkoppeling tussen de auto en het oorspronkelijke doel van de belastingheffing. De motorrijtui genbelasting werd niet langer als bestemmingsheffing aangemerkt en de opbrengst kwam ten goede aan de algemene middelen. Door de sterke toename van hët aantal motorrijtuigen in het begin van de jaren zestig 850.000 in 1960 te gen 1.647.000 in 1965 bleek an dermaal dat aantal en kwaliteit van de wegen onvoldoende wa ren. Omdat de gebruikers van die wegen wel bereid bleken voor verbetering een extra financieel offer te brengen, werd in 1955 het Rijkswegen fonds ingesteld. Het werd gevoed uit de opbrengst van zogenaamde opcenten bepaal de percentages op de motorrij tuigenbelasting. Het fonds exis teert nog steeds, zij het dat de op centen inmiddels zijn vervangen door toeslagen. Controle Door het steeds verder toenemen de aantal motorrijtuigen bestond er behoefte aan een totale herzie ning van de belastingwet. De con trole op naleving van de wet werd steeds moeilijker. Die kon name lijk slechts plaatsvinden door rij dende auto's te laten stoppen. Een uiterst tijdrovende en verkeers technisch steeds gevaarlijker wor dende bezigheid. Ook al omdat de administratieve verwerking van de aangiften moeilijker werd, be sloot men tot de invoering van een ander, een nieuw controlesys teem. Daarbij bleek de datum van 1 oktober dit keer in 1966 opnieuw magisch. Op die datum werd een moderne wet op de mo torrijtuigenbelasting van kracht. Dat ging gepaard met een centra lisatie van de administratie, die bovendien geautomatiseerd werd. Het Centraal Bureau Motorrijtui genbelasting werd daartoe opge richt. Vanaf oktober 1966 vindt de controle op het betalen van de motorrijtuigenbelasting voorna melijk plaats aan de hand van fo tografische vastlegging van kente kens. De ongeveer tachtig buiten dienstambtenaren beschikten in die tijd over 25 auto's, die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat en ook tijdens de weekends zich al „flitsend" voortbewogen over de Nederlandse wegen. Grootste fotograaf Vorig jaar werden er op deze wij ze maar liefst 4.000.000 foto's ge maakt. Het CBM kan zich dan ook zonder meer de grootste foto graaf ter wereld noemen. Het is maar dat de automobilisten het weten: elke auto wordt gemiddeld eenmaal in de 250 dagen op de kiek gezet. Naast deze fotografi sche controles werden in datzelf de jaar ruim 400.000 controles van de douane en bijna 700.000 contro les via politie-instanties verkre gen. Duidelijk wordt uit een en ander, dat de „pakkans" bij het zogenaamde zwart-rijden zeer groot is. Via het kentekenregister van de Rijksdienst voor het Weg verkeer in Veendam worden van elk gecontroleerd motorrijtuig waarvoor geen belasting is be taald, de gegevens verkregen en kunnen dientengevolge nahef fingsaanslagen worden opgelegd. De daarbij te betalen boete be draagt vrijwel altijd honderd pro cent over de niet betaalde belas ting. Fraude len zijn ze, zoals hun meeste ega's, afkomstig van de doua- "enk Brands en Herman Jan- respectievelijk hoofdassistent sisten t A bij het Centraal Bu- Motorrijtuigenbelasting. Hun ïlijks werk ook vaak tij de weekeinden en 's a- ligt langs 's heren we- Vanuit hun „huisje", een o 340, oefenen ze al dan niet behulp van ingebouwde foto- iratuur controle uit op de na- ig van de wet op de motorrij- inbelasting. Met andere woor- zij „kieken" of u en ik onze mbelasting wel betaald heb- een dagje te gast is van deze Jtoriseerde CBM-afdeling, die lit negen steden met twaalf 's opereert, komt echter al tot de ontdekking dat het bij fotograferen alleen blijft, s Brands: „Natuurlijk, we iten honderden foto's per dag. Ps, die deelnemen aan het teer, maar ook op de openbare geparkeerde wagens. Daarbij ken we volgens een bepaald nSVJeem, dat er in feite op neer- it dat elke wagen ten minste naai in de tweehonderd vijftig gefotografeerd wordt. Bij betalen 's de pakkans dus groot. Daarnaast houden we auto's aan. Bijvoorbeeld wa- ♦uJ met een gasvuldop. Kijken IC of de kentekenpapieren wel ellil die brandstof overeenkomen, rbij kunnen zich nog wel eens ilijkheden voordoen, omdat thet)s die vroeger op gas gereden >en, maar nu alleen nog maar zien zijn van bijvoorbeeld Lf I zichtbare gasvuldop, wel de- II ijk onder het motorrijtuigenbe- k|9. g voor LPG vallen. Kunnen zo'n toegeruste wagen door keerstechnische zaken niet houden, dan noteren we op een kaart het kenteken.Met de foto's gaan al onze gegevens naar het kantoor in Apeldoorn. Daar zit een bepaalde afdeling, die alle foto's via beeldschermen met de betalingskaarten vergelijkt. Een waterdicht systeem. Het percenta ge wanbetalers, dat toch nog door de mazen glipt, wordt steeds klei ner. Bovendien krijgen wanbeta lers bij ontdekking een extra boe te van honderd procent. Zwartrij den is dus wel erg duur". Onderzoek Herman Jansen: „Met die controle langs de wegen zijn we er echter nog niet. We verrichten ook veel zogenaamde onderzoeksdiensten. Dan gaan we bij mensen, die be zwaarschriften, beroepschriften, hebben ingediend, op bezoek. Praten we aan de hand van de be schikbare papieren de zaken door en maken daar een rapport van op. Ook controleren we geregeld bij bedrijven, die LPG-installaties inbouwen en controleren we de boeken van dergelijke zaken. En natuurlijk zijn we dikwijls present op LPG-stations. Tevens assiste ren we bij controles op het zware verkeer. Dat gebeurt in samen werking met de Algemene Ver keersdienst uit Driebergen en de plaatselijke politie. En vaak zijn we op grote sportevenementen of andere manifestaties aanwezig. Een gevarieerd en betrekkelijk vrij leven". Wat mij opvalt is. dat jullie blik voortdurend door kente kens gefixeerd wordt. Is dat niet slaapverwekkend? Herman Jansen: „Ik heb het al gezegd, we hebben een betrekke lijk vrij en gevarieerd leven, maar vrijgesteld zijn van het betalen van wegenbelasting zijn de politie, de brandweer, ziekenauto's en mi litaire voertuigen. Nee, gek ge noeg, onze wagens van het CBM niet. Daar moet de normale mo torrijtuigenbelasting voor betaald worden. We zijn dus in feite een klant van onszelf". Krentjes Een keurig tot stoppen gedwongen automobilist heeft de achterkof fer geopend om de beide CBM-controleurs zijn LPG-installatie en de daarbij behorende kentekenpapieren te laten zien. aan elke baan zitten nu eenmaal minder leuke kanten. Als je dit werk lang doet, dan ga je dat vooral beseffen als je met je vrouw in de eigen auto een ritje maakt. Zit je onwillekeurig nog naar die kentekens te kijken. Het is een soort zevende zintuig ge worden". Vrijgesteld Voor de achterruit klapt het ver lichte bordje „douane volgen" en even daarna „douane stop" uit. De achter ons rijdende van een groen kenteken (FH of HF) voorziene auto wordt door de betreffende chauffeur keurig geparkeerd De beide CBM-controleurs begroeten de man uiterst vriendelijk en vra gen hem om de betreffende papie ren. Wat blijkt? Het kenteken be hoort tót de categorie Fabrikan ten-Handelaren, wat zoveel wil weggen, dat de auto „in de ver koop" zit. Garagehouders mogen met een dergelijk kenteken alleen op de weg verschijnen als een dergelijke rit rechtstreeks met koop of verkoop te maken heeft. En dat bleek in het onderhavige geval. Alles in orde dus. Zoals ook de papieren van een grote vracht wagencombinatie, die even later langs de autoweg keurig naar een parkeerplaats geleid wordt, geen onregelmatigheden vertonen. Henk Brands: „We houden niet alle wagens aan. Het GN-kente- ken, dat zoveel wil zeggen als Geen Nederlander, wordt door ons bijvoorbeeld niet gecontro leerd. Zo ook niet de AA-num- mers van het koninklijk huis. Die kentekens zijn vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting. Zoals ook de officiële taxi's dat zijn. Of de CD-nummers, Corps Diplomati que. Wel worden de CC-kente- kens, Corps Consulair, gecontro leerd. Andere categorieën, die De hele dag langs de weg, dat betekent bijvoorbeeld ook be trokkenheid bij eventuele on gelukken of andere gebeurte- Herman Jansen: „Uiteraard. Als het zo uitkomt verlenen we bij stand bij verkeersongelukken, maar ook stuiten we wel eens op regelrechte misdaad. Zo ontdek ten we eens een nogal verdacht geparkeerde Ford ergens in de buurt van Ede. Toen we erop af gingen verdween de wagen als een gek de bossen in. Maar we hadden het kenteken. Dus snel doorgegeven aan de politie. Ble ken het inbrekers te zijn. Ja, ze werden gepakt. Ook kom je toe vallig wel eens midden in een fik se ruzie terecht. Een man, die er gens in een tuin zijn vrouw een pak rammel geeft. Probeer je tus senbeide te komen. Wat bleek? De man was al maanden bezig zijn vrouw naar de tandarts te krijgen. Toen het hem eindelijk gelukt was, vluchtte ze uit de wachtka mer. Hij kwaad en dus klappen. Na veel heen en weer gepraat hebben we niet alleen die ruzie weten te sussen, maar kregen we met behulp van de tandarts die vrouw nog in de stoel ook. Dat zijn voor ons de krentjes uit de pap". CBM-DIRECTEURH. VERMEULEN: Door een uiterst actief informatie- en voorlichtingsbeleid wordt door het CBM voortdurend geprobeerd de belastingplichtige automobilist in het juiste fiscale spoor te bren gen of te houden. Niettemin blijft fraude mogelijk. Een en ander blijkt bijvoorbeeld uit het feit, dat in 1983 2.618.000.000,- aan „we genbelasting" betaald diende té worden. Het CBM ontving echter slechts 2.410.000.000,-. Een na delig (fraude)verschil dus van 208 miljoen gulden. Dit manco wordt nagenoeg helemaal opgevuld door de opgelegde naheffingsaanslagen. De huidige motorrijtuigenbelas ting is daarmee een van de weini ge belastingvormen, waarbij prak tisch een honderd procent score wordt bereikt. KEES JAGERS Staatssecretaris H. E. Koning van Financiën en zijn hoge ambtena ren hebben het begrip en het woord uitgevonden: Houder schapsbelasting. Is het momenteel nog zo, dat alleen motorrijtuigen die gebruik maken stilstaan of rijden van de openbare weg belast worden, als het aan voor noemde staatssecretaris ligt zal op korte termijn iedere houder van een kentekenbewijs belasting plichtig worden. Op het eerste ge zicht een voor de hand liggende vereenvoudiging van het huidige belastingsysteem, dat met zijn uit eenlopende controlewerkzaamhe den veel ingewikkelder lijkt. Maar toch De per 1 maart aanstaande schei dende directeur van het Centraal Bureau Motorrijtuigenbelasting, H. Vermeulen, ziet die vereen- CBM-directeur H. Vermeulen: „Invoering van de houderschaps belasting vergt een enorm schoonmaakkarwei". voudiging op voorhand echter (nog) niet zo zitten. „Bij invoering van de voorgestel de houderschapsbelasting moet ie dereen gaan betalen, ook als de auto of motorfiets ongebruikt in de garage staat, op zolder ligt of in een weiland geparkeerd is. Dat lijkt op zich geen al te moeilijke opgave. Iedere houder van een kentekenbewijs moet doodeen voudig belasting gaan betalen. Maar zo doodeenvoudig als het lijkt is het niet. Om te beginnen is er het levensgrote probleem, dat er bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer in Veendam 1,1 mil joen kentekens meer te boek staan dan bij ons. Dit enorme ver schil is voor het belangrijkste deel ontstaan doordat mensen, die hun auto bijvoorbeeld naar de sloop hebben gebracht, het bij die wa gen behorende kentekenbewijs niet hebben ingeleverd. Stuur je die ruim één miljoen mensen straks een aanslag, dan ontstaat prompt de grootste belastingop- roer die ons land ooit gekend- heeft. Om tot een juiste vereffe ning van de gegevens in Veen dam en die van ons te komen, zal er dus een gigantisch schoon maakkarwei moeten worden ver richt. Daarmee, en dat is niet al leen tijdrovend maar ook .kosten verslindend, ben je er echter nog niet. Er bestaan nog andere onef fenheden. Bij ongeveer 600.000 auto's is er een verschil met de realiteit. Rijden ze op gas, diesel of op benzine? Vele tienduizenden automobilisten rijden op gas, maar betalen het lagere belastingtarief voor benzine. Anderen betalen het hogere gastarief wel, maar staan in Veendam te boek als ben- zine-automobilisten. De kente kenadministratie van de Rijks dienst voor het Wegverkeer zal dus eschoond dienen te worden. Dat kan onmogelijk door bijvoor beeld de beide comput4rs, die van ons en die in Veendam te vergelij ken. Er zal weer langs de deuren gevent moeten worden om te kij ken of mensen, die als kenteken houder te boek staan, ook daad werkelijk in het bezit van een motorvoertuig zijn. Vaak komt het ook voor, dat mensen een auto buiten hun eigen woongebied ko pen. Omdat een en ander niet strookt met de voorschriften van de betrokken dealer, wordt dan bij de koop een foutief of gefin geerd adres opgegeven. Dat veelal dus niet bestaande adres komt dan wel in de kentekenadmini stratie van Veendam terecht Het gaat daarbij maar om één procent van het totale bestand, maar die ene procent betekent wel 50.000 auto's. De interdepartementale studiegroep van het ministerie van financiën en verkeer en wa terstaat, die de plannen voor de houderschapsbelasting heeft uit gedokterd, streefde er daarbij naar de zaken voor het publiek, de belastingbetaler, overzichtelij ker en voor het Rijk goedkoper minder inzet van ambtenaren te maken. Maar men heeft de praktische problemen onderschat of over het hoofd gezien. Men zal pas tot invoering van de houder schapsbelasting kunnen overgaan als de door mij gememoreerde grote schoonmaak tussen Veen dam en Apeldoorn heeft plaatsge vonden. En dat is echt geen kwes tie van eventjes Eerlijk? Zou het niet eenvoudiger zijn de wegenbelastingin de brandstoftarieven benzine, gas en diesel te verwerken? „Ook dat lijkt in eerste instantie op een vrij logische zaak, maar is het evenmin. In Nederland zijn we economisch gezien nogal af hankelijk van grensoverschrij dend verkeer met West-Duitsland en België. In de Bondsrepubliek, al is het daar per deelstaat gere geld, kent men nagenoeg hetzelf de belastingsysteem als bij ons. Bovendien zou het toch al zwaar belaste bedrijfsleven dan het ge lag moeten betalen, terwijl onze wegen hun maximale verkeers aanbod op mooie zondagmiddagen kennen. Gemiddeld betaalt de Nederlandse weggebruiker zo'n vijfhonderd tot zeshonderd gul den motorrijtuigenbelasting per jaar. Maar daarmee zijn we er nog niet. Iedereen, die een auto aan schaft, moet bij aankoop bijzonde re verbruiksbelasting betalen. Dat levert per jaar een kleine twee miljard gulden op. De btw be draagt 19 procent en op benzine zit nog eens zo'n 55 procent aan accijns. Als je nu weet, dat er mo menteel ruim vijf miljoen geregi streerde personenauto's motorfiet sen en vrachtwagens over onze wegen razen, dan kun je inder daad wel van „melkkoetjes" spre ken. En het wagenpark neemt nog steeds toe. Om voor al die weggebruikers een eerlijke belas tingverdeling te maken...? Wie het weet, mag het zeggen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 17