I
rinab
blijheid
op school
schaadt belang
van het kind
Frankrijk
in ban van
3 „Onnozelen"
Presteren
mag geen
vies woord
meer zijn
ZATERDAG 6 OKTOBER 1984
lertien scholen
Geen knuppel in het hoenderhok,
inaar wham! Daniël in de
leeuwekuil gooide Kees van der Wolf
|oen hij dezer dagen promoveerde op
ten onderzoek waaruit populair
gezegd bleek dat lagere scholen die
alleen maar leuk en fijn willen zijn,
iielemaal niet zo'n gunstige invloed
iiebben op de ontwikkeling van
kinderen. Half onderwijzend
Nederland buitelde meteen over hem
ben. Voor de VAR A-microfoon werd
hij zelfs als een onverantwoordelijk
wetenschapper gebrandmerkt.
PARIJS Sinds vorige week kijkt
bijna iedereen in Frankrijk naar de
televisieshow „Cocoricocoboy", die
elke avond tussen het regionale
programma en het journaal van
acht uur door TF-1 wordt uitgezon
den. Nu is dat „Cocoricocoboy"
geenszins een sterk programma. In
tegendeel, Stéphane Collaro, de
centrale figuur, is oer flauw. Hij
maakt grappen, die pakweg 'tien
jaar geleden op de Hollandse buis
werden vertoond door de Mounties.
Collaro zingt bijvoorbeeld een lied
je over de regen en hopla, daar
gooit iemand hem pardoes een em
mer water in het grijnzende gelaat.
Dat soort humor.
Tot voor kort liet het de Fransen
koud wat er in „Cocoricocoboy" ge
beurde. Men keek veel liever naar
Antenne 2, het andere net waar
Phillip Bouvard sinds mensenheu
genis zijn straattheater presenteert.
Die Bouvard is overigens ook niet
om te gillen, maar vergeleken bij
Collaro is zijn gevoel voor geestig
heid bijna geniaal.
Maar nu zijn de rollen dus radikaal
omgedraaid en kijkt iedereen, iede
re Fransman die de volgende dag
op kantoor mee wil tellen, trouw
naar Collaro. Hetzelfde geldt voor
de vrouwen.
De aanstichter van dat zo plots ver
anderde kijkgedrag is niemand
minder dan Jean-Marie le Pen, de
omhoog gevallen aanvoerder van
het extreem-rechtse Front Natio
nal. Le Pen heeft namelijk een pro
ces tegen Collaro aangespannen
wegens „belediging en onterende
presentatie" in „Cocoricocoboy".
Jean-Marie le Pen, die zijn gepe
perde politieke toespraken altijd
wel lardeert met antisemitische of
racistische grappen, vindt dat Col
laro toch echt te ver is gegaan.
Steen des aanstoots is de zogenaam
de „Bébéte Show", een klein on
derdeel van Cocoricocoboy
Daarin wordt telkens een ongeveer
drie minuten durend sketchje opge
voerd met Muppet-achtige mario
netten, die onmiskenbaar bekende
Franse politici voorstellen. Zo heb
je Kermitterrand de Kikker (uiter
aard de president), Barzy de Beer
(oud-premier Raymond Barre),
Piggy het Varken (communisten
leider George Marchais), Black
F ach de Gier (oppositieleider Jac
ques Chirac) en de twee opaatjes
Gastounet en Valy (respectievelijk
minister van Staat Gaston Deferre
en oud-president Valéry Giscard
d'Estaing). De Bébétes, wat mag
worden vertaald als de „Onnoze
len" praten dankzij een team er
kende imitatoren met de stemmen
van hun politieke vaders en maken
belegen (het blijft een idee van Col
laro) mopjes over actuele zaken. De
marionetten geven allerminst een
flatteus beeld van de betrokken po-'
litici, maar er was niemand die zich
daar aan stoorde. Zelfs Marchais
niet, die in het programma voor de
broer van de echte miss Piggy uit
de Muppet-show kan doorgaan.
Een week geleden echter betrad
een nieuw personage de bar waar
de Bébétes zich plegen op te hou
den. Het was een telg uit een oud
vampierengeslacht met Dracula-
tandjes, uitbundige oren en een
antiek Duits punthelmpje op zijn
kop. „Frankenpen", zo was zijn
naam en hij sprak met een zwaar
Duits accent. Anders dan de andere
marionetten liet de nieuweling de
anderen nooit uitpraten. Zijn Ger
maanse kreten overstemden zelfs
Black Fach, toch niet de eerste de
beste Bébéte.
Jean-Marie herkende zich blijk
baar onmiddellijk in Frankenpen,
want een dag later stapte hij al
naar de Franse rechter om (een
van de punten uit zijn verkiezings
programma) de doodstraf te eisen
voor de nieuwe marionet. De rech
ter gaf de baas van het Front Na
tional slechts gedeeltelijk zijn zin
en oordeelde dat Frankenpen 's
Duitse tongval wel wat te veel van
het goede is.
Collaro, uiteraard dolgelukkig met
alle publiciteit rond zijn show, be
dankte Jean-Marie le Pen vriende
lijk voor het vele pr-werk dat hij
voor „Cocoricocoboy" had verricht.
Als beloning zal Frankenpen zijn
punthelm afzetten, beloofde hij
deze week in zijn uitzending, waar
hij grinnekend aan toevoegde dat
Frankenpen 's stembandenoperatie
ten spoedigste zou worden uitge
voerd „in een kliniek ergens in
Zuid-Marokko". BOB VAN HUËT
woede die Van der Wolf zich
net deze stelling op dé hals heeft
jgehaald, valt deels te verklaren uit
net feit, dat zijn onderzoek zich be-
ierkt heeft tot slechts dertien scho
len en dat nog in een bepaalde Am-
lerdamse volkswijk. Scholen bo
vendien die vallen onder het on
derwijsvoorrangsbeleid omdat ze,
pet name door de toestroom van
-{buitenlandse kinderen, in de pro-
jblemen zijn gekomen. Logisch dat
jde critici krijten: „Wat zegt zo'n
•onderzoek nou over de kwaliteit
van het totale basisonderwijs
„Ik beweer ook nergens dat mijn
Jbevindingen opgaan voor alle scho
len in Nederland", verdedigt Van
der Wolf zich. „Ik heb bijvoorbeeld
en Montessori-scholen of vrije
icholen onderzocht.. Daar gaat mijn
proefschrift dus niet over. Wel durf
ik te zeggen dat ik een hypothese
heb ontwikkeld waarvan het de
noeite waard is te onderzoeken of
[hij ook elders opgaat. Dat zou in
jonge doctor blijkt er nauwelijks
Komt veer-
hoog van de grond
zit te scheppen in een
itrooide paperassen. Zet
onschuldige ogen op.
me erover verbaasd' dat de
doen alsof ik iets bedacht
wat nog nooit door iemand an-
is gezegd. In het buitenland,
name in Amerika en Enge-
komen onderzoekers al tien
tot soortgelijke conclusies,
als mijn gevolgtrekkin-
niet deugden, was ik op de pro-
wel onderuit gehaald. Ik
dus dat mijn critici zo tekeer
omdat ik iets anders zeg dan
zij graag zouden willen horen.
Tpen meer met het hoofd in de
;eo wolken dan met de benen op de
grond"
k-s. bevindingen van dr. Kees van
Wolf laten zich alweer in
ulaire termen als volgt
m.uumiiciiTaiKH. Op basisscholen waar
1 nodighet psychisch en sociaal welbevin-
._jden van kinderen centraal staat
noemt ze affectief gerichte wel-
sscholen) voelen kinderen zich
tegen de verwachting en be-
in onveilig. Verveling is er
en er treedt vaker agressief
aan de dag dan op scholen
meer de nadruk op leren leg
gen. Naarmate de klemtoon op ou
derwets onderwijs sterker is en er
duidelijke gezagsstructuur
gehanteerd, stijgen de kan
van de leerlingen op succes in
voortgezet onderwijs. Boven-
kennen deze prestatiegerichte
de minste uitvallers. De
blijkt er ook veel lager te
ontdekkingen voor
die met de frisse
zestig in de neus
ogen van onderwijsvernieu-
aan de slag ging. Toch was
der Wolf ooit zo iemand. Hij
sludeerde opvoedkunde aan de
Universiteit van Amsterdam en
ging na zijn doctoraal in 1972 wer
ken bij de vakgroep Orthopedago
giek aldaar. „We hadden indertijd
het idee dat scholen die het welzijn
van kinderen centraal stellen, die
kinderen automatisch ook tot leer-
vg prestaties zouden brengen. Ons ide
aal was het terugdringen van het
buitengewoon onderwijs. Helemaal
afschaffen vonden we nog het al
lerbeste. Als je het maar leuk
maakte op school en voor een ge-
tzellige sfeer zorgde, dachten we,
zouden de leerproblemen vanzelf
•verdwijnen. Nou, dat heeft dus
-averechts uitgepakt. De uitval naar
het buitengewoon onderwijs is juist
3i ^enorm toegenomen. In 1972 ver
trokken er ongeveer 19.000 kinde-
tp ren naar het buitengewoon onder
wijs omdat ze op de gewone lagere
school niet mee konden komen,
ef Tien jaar later was dat gestegen tot
35.000. De welzijnsoriëntatie in het
:onderwijs blijkt lang niet altijd ii
het belang van het kind te zijn".
Er is
gelukkig
wei wat
veranderd
in het
onderwijs,
maar nu gaan
er deskundige-
stemmen op die be
weren dat we wel
een beetje te ver
zijn doorgeschoten
in het streven naar
onderwijsvernieuwing.
hand. De twee zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden. Treurig kan
Van der Wolf dan ook worden van
het aan zijn adres gerichte verwijt
als zou hij terug willen naar de pe
dagogische dressuur van voor de
onderwijsvernieuwing. „Ik ben
verbaasd over de agressie die ik
over me heen krijg. Die mensen
willen kennelijk alleen onderzoek
resultaten horen die ze leuk vin
den. Maar daar zit ik hier niet
voor. Ik vind dat je eerlijk moet
durven zeggen: bij het vernieu-
wingsstreven vallen op proefonder
vindelijke gronden kanttekeningen
te maken. Als reactie op de tucht
en orde van vroeger is de aandacht
voor kind-vriendelijkheid uiterst
waardevol geweest. Er zijn grote
verbeteringen tot stand gebracht.
Ik zeg ook helemaal niet dat we te
rug moeten naar het eenzijdig pres
tatiegerichte onderwijs. Ik zeg al
leen dat er hier en daar wellicht te
veel is doorgeslagen naar het wel
zijn. Ook in beleidsstukken zie je
dat terug: een haast naïef geloof in
almacht van het emotionele, het af
fectieve".
Hoezeer de cijitici zijn bedoelingen
verdraaien, wordt duidelijk wan
neer Van der Wolf met grote stel
ligheid verklaart dat hij zijn eigen
kinderen nooit op de door hem on
derzochte prestatiegerichte scholen
zou hebben gedaan. Dit ondanks
pluspunten als daar zijn: minder
uitval, minder agressie, minder
faalangst, minder verveling. „Ik
acht leerprestaties zeer belangrijk
omdat ik zie hoe kinderen met te
weinig bagage in het voortgezet on
derwijs vastlopen. Maar ik heb ook
een groot nadeel van het prestatie
gerichte onderwijs ontdekt. Je
vindt op die scholen meer eenzame
kinderen dan elders. Ik heb de
scholieren onder meer een socio-
gram laten invullen. Wie neem je
in vertrouwen als je ergens mee
zit? Op de prestatiegerichte scholen
bleken kinderen te zitten die nooit
door klasgenoten in vertrouwen
genomen werden. Dat waren Turk
se en Marokkaanse kinderen. Een
belangrijk aspect, vind ik. Als je de
Centrumpartij de wind uit de zei
len wilt nemen, moet je daar in het
onderwijs op letten. En dat gebeurt
op welzijnsgerichte scholen veel
beter".
Wat Van der Wolf bepleit, is een
mengvorm van het prestatiegerich
te en affectief welzijnsgerichte ba
sisonderwijs. Maar dan zal er op de
pedagogische academies wel een
iets stijvere bries moeten gaan
waaien. „Ik verwijt de docenten
daar dat ze de toekomstige onder
wijzers nog steeds voorhouden: als
de kinderen maar een fijne tijd
hebben, komt alles op zijn pootjes
terecht. Ze blijven de ideologische
opvattingen van de jaren zestig en
zeventig vertegenwoordigen. De
pedagogische academies zijn te kort
geschoten in het oriënteren van be
ginnende onderwijzers op de be
roepspraktijk. jStaan ze eenmaal
voor de klas en rijzen er toch pro
blemen, dan gaan die onderwijzers
steeds meer veronderstellen dat het
eigenlijk aan de kinderen ligt dat
ze niet mee kunnen komen. Beter
zou het zijn wanneer ze zich af
vroegen: is er misschien in de klas
iets gaande wat kan verklaren
waarom het ene kind wel slaagt en
het andere niet. Die kant moeten
we op, vind ik. En niet steeds maar
de oorzaak blijven zoeken in de
hoofdjes van die kinderen".
PIET SNOEREN
het belang van het onderwijs kun
nen zijn. Want de tendens die ik
aangeef, klopt met de uitkomsten
van internationaal onderzoek. In
Amerika en Engeland vinden ze
hetzelfde".
De harde cijfers. Bij effectief wel
zijnsgerichte scholen is de uitval
naar het buitengewoon onderwijs
twee en een half maal zo groot als
bij prestatiegerichte scholen, zo
blijkt uit. het proefschrift van Van
der Wolf. En de agressie onder de
kinderen van de vrijheid-blijheid-
scholen is twee en een half maal zo
groot. Hoe verklaart de jonge doc
tor (die overigens veertig jaar oud
is en twee opgroeiende kinderen
heeft) dit meer dan markante ver
schil? „Ik zie een verband tussen
een onduidelijke omgeving en
agressief gedrag of leermoeilijkhe
den. Wanneer een kind in zijn om
geving geen ankers krijgt aangebo
den, wanneer er geen duidelijke
grenzen worden getrokken, kan dit
zelfs op het gebied van de fysiolo
gie gevolgen hebben. Een jonge rat,
weten we uit dierproeven, die in
een vage, diffuse omgeving wordt
geplaatst, leert niets. Het heeft zelfs
een nadelig effect op het gewicht
van de hersenen. Voor het leerpro
ces is een goed voorbereide omge
ving nodig. En die omgeving moet
als veilig ervaren worden zodat het
kind weet dat het op verkenning
uit kan gaan zonder de angst aan
gevallen te worden".
Baas boven baas
In een schoolomgeving van vrij
heid-blijheid kan een kind zich niet
oriënteren. Het raakt de kluts kwijt
omdat de leerkrachten het te wei
nig lijn, te weinig structuur bieden.
Ter verduidelijking haalt Van der
Wolf een begrip uit zijn weten
schappelijke bagage dat in de biolo
gie erg bekend is: de zogenaamde
pik-orde. Die naam is ontleend aan
het feit dat er bij kippen op een erf
een strikt systeem van baas-boven-
baas heerst waarbij een gedomi
neerde kip (zeg maar: een kip die
onder de duim zit) niet terug mag
pikken naar bepaalde kippen, maar
zich wel op bepaalde andere kippen
af mag reageren. De aldus streng
gehandhaafde verticale rangorde,
hebben biologen ontdekt, komt
overal in de natuur voor, met uit
zondering van sommige in scholen
levende vissoorten. Wat gebeurt er
nu op eenzijdig welzijnsgerichte
scholen? „Daar oefenen de leer
krachten geen controle uit over de
pik-orde", denkt Van der Wolf.
„Voor wie bovenaan in de pik-orde
zit, is dat prima; die zit gebakken.
Wel legt hij een verband met een
andere kwaal des tijds: het zorg
wekkend toegenomen spijbel- en
verzuimprobleem in het voortgezet
onderwijs. „Ik denk dat het stellen
van eisen aan kinderen op het ge
bied van leerprestaties heel belang
rijk is voor hun verdere schoolont
wikkeling. Presteren mag geen vies
woord zijn. Kinderen moeten goed
voorbereid in het voortgezet onder
wijs terechtkomen. Want daar val
len vaak gigantische klappen. Dat
spijbelen komt echt niet alleen door
de beginnende puberteit. Het komt
ook omdat een heleboel kinderen
te weinig bagage meebrengen. Dan
hoeft er maar een leraar te zijn die
zegt: jij kunt niet eens onder de
twintig rekenen, en zo'n kind heeft
al een reden om weg te blijven. Het
voelt zich vernederd. Voor de kan
sen van kinderen is het van groot
belang dat ze goed kunnen lezen en
rekenen. Onderwijzers zien vaak
niet in dat te lage leerprestaties
mede een verklaring kunnen zijn
voor het mislukken van kinderen
in het voortgezet onderwijs".
Kanttekeningen
Aandacht voor prestatie is dus niet
strijdig met het welzijn van het
kind, maar werkt dat juist in de
Van der Wolf durft zover niet te
gaan. Hoewel zijn onderzoek uit
wijst dat kinderen op welzijnsgeo-
riënteerde scholen vaker dan kin
deren op prestatiegerichte scholen
toegeven gestolen te hebben uit
winkels of vernielingen te hebben
aangericht, luidt zijn vermaan: „We
moeten ervoor oppassen dat we
meteen maar de schuld aan die
scholen geven. Er kunnen allerlei
variabelen een rol spelen".
Maar hoe lager je in de pik-orde te
rechtkomt, hoe meer je gefrus
treerd wordt. En dat leidt tot agres
sief gedrag. Bij prestatiegerichte
scholen met hun duidelijke gezags
structuur wordt er door de leer
krachten wat beter op die pik-orde
gelet".
De Britse onderzoeker prof. Rutter
door wiens werk Van der Wolf
zich sterk heeft laten inspireren,
gaat ervan uit dat een verblijf van
in totaal 15.000 uur op een school
aan een leerling niet ongemerkt
voorbij kan gaan. Hij denkt dus dat
de door vrijheid-blijheid opgewekte
agressie zich ook buiten de school
poort doorzet en acht een verband
aanwezig met het grote probleem
van deze tijd dat vandalisme heet.
Van hem is de uitspraak: „Er zijn
scholen waarvan de kinderen haast
nooit een tramhuisje in elkaar
slaan en dat komt door de school".