naie Eerste Wereldoorlog begon zeventig jaar geleden nu s zou echter een trieste affaire vanPen 'laus Paar schoten in Serajevo Koi^en er ontelbare explosies vol dane' In Verdun regende het soms n vogranaten per dag, met om de i om 'Seconden een gasbom. 28 juli 1914, toen in Serajevo den, jkhertog-troonopvolger Frans ontai dinand en zijn gemalin door de rhoui v'ër Princip werden vermoord, itonii ^en de Oostenrijkers hun aan- 'oon 'n8 om a* te rekenen met Ser- ook in hun ogen een land van op- relj tkraaiers en terroristen en bo- hdien een vooruitgeschoven pion i de Russen op de Balkan. Door rlei verdragen sleepten de beide nphanen een rits machtige lan- i met zich mee. De geallieerden igeland, Rusland. Frankrijk, Ja- Italië, Verenigde Staten, Ser- België, Roemenië, Portugal, ekenland e.a.) stonden nu te- lover de Centralen (Duitsland, van stenrijk-Hongarije, Bulgarije, c ia rkije). De Nederlandse regering m mgeen reden om aan een van ?nkv Ie blokken vertrouwen loor enken en koos voor een strikte rag i itraliteitspolitiek, die toen nog NA1 t de Duitsers gerespecteerd iem: rd. Igens traditie waren de Duitsers best op de oorlog voorbereid, eer I It in het hoofdkwartier van hou aiser" Wilhelm heerste die sfeer dan zelfverzekerdheid. Men sprak -are 1 ».ein frischer, fröhlicher Krieg" i is,: met doorgewinterde generaals htenl Ludendorff, Moltke, Von egd jUck, Von Bülow en de oude louojgmeester Von Hindenburg be- Tikte de keizer over de beste tegen. Het „plan-Schlieffen" ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1984 Yanse hoofdstad was trots op tonen. Deze jongens, al waren as achttien en al hadden som- n pas enkele weken daarvoor het eerst een geweer in han- 'ekregen, deze mannen zouden I KJghartige Pruisen een lesje le- Daaraan twijfelde niemand. France" zou de smadelijke ne- 1 ag van 1870 wreken en wat >elangrijker was, het toen ver- gegane Elzas-Lotharingen i 5 >pnieuw bij Frankrijk worden ijfd. De tijd van revanche was -"i men. Dat predikte „de tijger" lenceau, minister van Binnen- Zaken, jaar in jaar uit. Pre- ht Poincaré verscherpte die po le, ook al maakte hij allerminst strijdlustige indruk toen hij in zomer van 1914 met vrouw, Ider en een hondje parmantig le voorpagina van de krant „Le 4 Journal" pronkte. [aktakel itig jaar later lijkt het aan de van springerige journaalbeel- iOf de grote Cecil B. DeMille qónlijk de regie voerde bij dat geestdrift overlopende spekta- |De Fransen waren zowat bui- 1 zinnen van verlangen naar pk op de Duitsers. Een ov ling stond bij voorbaat vast en Ide glorieuze veldtocht binnen Iele maanden zou zijn beslecht leen tweede zekerheid. De poi- I hadden geen wintertenue in ransel. Dat was niet nodig, Kerstmis zouden ze te- Franse generale staf, met gene- Joffre aan het hoofd, voer op het eigen trommelvuur, legen niets bestand was. De la- I veldmaarschalk onderschatte Jer het formaat van de tegen- lij, die over nog veel moorden- lsnelvuur beschikte. Het was ty- or het optimisme der hsen. Hun strategen dachten in Kidioze massale acties en de gei lde militaire doctrine wilde dat ■e offensieven dan ook met een Itterende overwinning werden fond. Zo was het altijd geweest lie generale staven wreven zich 1 plezier in de handen toen het Jeuze „plan XVII" op tafel lm. Dat voorzag in een regel- pte strafexpeditie tegen de Duit- I en hoopte zelfs voorzichtig op (doorstoot naar Berlijn. Reims is Emille Carrier een van de laatste overlevenden van de Eerste Wereldoorlog. Blunders Door een reeks tactische blunders van de Fransen zetten de Duitsers in 1916 de aanval in op Verdun. Niet minder dan 1251 kanonnen van allerlei kaliber zouden de aar de „omwoelen", waarna de infante rie kon doorstoten. Generaal Von Falkenhayn wist het zeker: „De zege wordt in 1916 gehaald". Drie keer werd de „omwoel- theorie" in praktijk gebracht en net zo vaak liepen de Duitsers op een muur van staal. Verdun houdt er tegenwoordig een veelzeggende stedenband op na. De stad heet „verbroederd" met onder andere Bastogne, Warschau, Hiros hima en Oradour-sur-Glane, het Franse dorp dat door de SS in 1944 werd uitgemoord. Op het voormalige slagveld van Verdun heerst een plechtige stilte, die zelfs een bus opgeschoten Bel gen eerbiedig doet zwijgen. In mensonterende omstandigheden sneuvelden alleen hier al 400.000 Fransen en eenzelfde aantal Duit sers. Voor de monumentale kapel van de heuvel Douaumont staan 15.000 witte kruizen. In deze heu vels rond de strategisch belangrijke Maasvlakte gebruikten de Duitsers ongekende hoeveelheden gifgas, waar de poilus nauwelijks op wa ren voorbereid. Ze stikten, ver brandden en verdronken bij dui zenden in volgeregende bomkra- ters of werden weggemaaid door Duits machinegeweervuur als ze in wanhoop hun loopgraaf ontvlucht ten om elders beschutting te zoe ken. Later zouden ook de Fransen gas in de strijd werpen. Een gids die toeristen naar een van de vele forten leidt, wijst naar een helling. „Zeven jaar geleden groei de daar voor het eerst weer plan ten. De bodem was vergiftigd door het vele gas". In het aangrenzende bos van Beaumont vielen alleen al in februari 1916 ruim 90.000 grana ten. „Het lijden van de soldaten gaat elk voorstellingsvermogen te boven", schreef de nieuwe Franse opperbevelhebber generaal Pétain. Een onderofficier noteerde in een dagboek: „Ik zie mannen van veer tig als "kinderen huilen. Sommigen willen het liefst sterven. De Duit sers hebben het net zo beroerd als wij". Een sinister souvenir is de „loop graaf der bajonetten". Op 10 juni 1916 werden twee compagnieën van het 137e infanterie-regiment levend begraven na een buitenge woon krachtig Duits bombarde ment. Alleen de bajonetten staken nog boven de aarde uit. „Ik wist dat ik Verdun zou overle ven", vertelt Pierre Cornil (89) uit Chélon-sur-Marne als hij van de bejaardensoos terugkomt. „In 1914 was ik mijnwerker in Bethune, bij Lille. Toen de Duitsers daar kwa men, scheerde er op een dag een kogel rakelings langs mijn been. Toen wist ik dat mij niets kon ge beuren en heb ik me als vrijwilli ger aangemeld om tegen de Duit sers te vechten". Pierre Cornil is nooit gewond geraakt en spreekt van een „altijd wakende bescher mengel". Bij Chemin-des-Dames vocht hij in 1917 in de bloedige slag. „Als we in de aanval gingen, deed iedereen het in zijn broek van de angst. Nie mand wist waar we eigenlijk heen renden of waar de vijand zat Je moest wel doorgaan, want als je stopte was je er geweest". Of de mensen na zeventig jaar wijzer zijn geworden? Pierre Cornil denkt van niet. „Iedereen denkt aan zijn ei gen hachie en zo is het altijd ge weest. Het zou me niets verbazen als er weer oorlog komt. Het is de schuld van de politiek". Zwaar invalide Emille Carrier is een andere me ning toegedaan en verkondigt die de laatste jaren ook op Franse scho len, waar hij als getuige wordt op geroepen als tijdens de geschiede nislessen de Eerste Wereldoorlog wordt behandeld. „De jongeren zijn in mijn verhalen geïnteresseerd", zegt hij, „want ik pleit nog steeds voor de vrede. Dat ik zwaar invali de ben en toch het volste vertrou wen heb in de toekomst zet ze aan het denken. We hebben geleden in 1914-T8, zwaar geleden en daarna is er nog een heleboel fout gegaan, maar we mogen de hoop nooit op geven dat de mensen eens in vrede met elkaar zullen leven. De Eerste Wereldoorlog eindigde met de wapenstilstand van 11 no vember 1918 in het bos van Com- piègne. De Duitse keizer vluchtte naar Nederland, dat weigerde hem uit te leveren om hem te laten ver oordelen wegens oorlogsmisdaden. Daardoor gingen uiteindelijk ook de voorgenomen processen tegen andere oorlogsmisdadigers niet door. In totaal heeft „la grande guerre" bijna 10 miljoen doden (ofwel elke minliut vijf doden), 20 miljoen ge wonden en 3 miljoen vermisten ge kost. De totale uitgaven worden ge schat op ongeveer 500 miljard gul den. De harde bepalingen toen ten na dele van Duitsland, vastgelegd in het verdrag van Versailles, zouden uiteindelijk mede toe bijdragen aan het uitbreken van de nog veel gru welijker Tweede Wereldoorlog. 'ieste affaire Britse troepen op weg naar de loopgraven. „plan-Schlieffen" bleek net zo wei nig glorieus als het „plan XVII". De Duitsers lieten die dingen op om de windrichting' te bepalen al vorens ze hun gasgran'aten afvuur den. De collectie Duitse helmen van La Pompelle is indrukwek kend. Op 31 juli 1944 verzamelden duizenden van oorlogsdrift begeesterde Duitsers zich voor het keizerlijk paleis in Berlijn, om de keizer op het balkon luide toe te juichen. voorspelde een Franse nederlaag in zes weken. Daarna kon de keizer zich op het Oostfront toeleggen. Tot zover de geschiedenisboekjes. Zeventig jaar na het uitbreken van wat bij de Fransen nog steeds leeft als „la grande guerre" rijden we door het vriendelijk glooiende landschap van Champagne. De streek heeft geen tekort aan histo rische wapenfeiten, want het was in deze velden dat Napoleon het in 1814 aan de stok kreeg met de Pruisische veldheer Blücher. De plaatselijke VVV's hebben dat niet vergeten en overal borden ge plaatst die verwijzen naar een of ander „théatre de combat", strijdto neel. Veel Amerikanen „Per jaar bezoeken ongeveer een miljoen mensen deze streek", zegt monsieur A. Brizard, directeur van de VVV in Reims. „Dat leiden we tenminste af uit het aantal bezoe ken aan de kathedraal van Reims. Een deel van onze promotie accen tueert de militaire geschiedenis van deze omgeving. De meeste mensen gaan naar Verdun. De Slag aan de Marne wordt soms in dagtochtpro gramma's opgenomen". Volgens de directeur zijn het in hoofdzaak Fransen, Belgen en Duitsers die hier komen kijken. „En dit jaar verrassend veel Amerikanen. Die maken dan een tour langs de slag velden van Normandië, waai veer tig jaar geleden de bevrijding van Europa begon, en komen vervol gens deze kant op. Ze willen zien waar hun voorvaderen zijn gesneu veld". Maar in eerste instantie beplakt de VVV de streek Champagne toch liever met een ander etiket. De champagne, de wereldberoemde mousserende witte wijn komt er vandaan. Links en rechts van de Marne strekken zich 25.000 hectare wijngaarden uit. In september 1914 brak aan de Marne de hel los en ondanks de Franse zege was het een desillusie voor alles wat een rode broek droeg. Sinds ze eind augustus naar België waren getransporteerd ter ondersteuning van de Belgen, wier neutraliteit eenvoudig door de Duitsers werd geschonden, sleepten de poilus zich van het ene debacle naar het andere. Hun in het oog springende broeken bleken gewilde mikpunten voor de Duitse artille rie. Bij duizenden werden de hel den van het Gare de L'Est wegge maaid en voor zover hun broeken iets met camouflage te maken had den, dan wellicht om het vele bloed te verbergen dat hij Mons en Char leroi was gevloeid. Joffre kwam tot de verbijsterende conclusie dat de „strijd der kurassiers" uit de mode was. De Duitsers verpletterden de Fransen aan de lopende band en kwamen tot op 30 kilometer van Parijs. „Ingraven", luidde toen het parool van de generaal en de „loop gravenoorlog" was geboren. Aan de Marne kwam de Pruisische stoom wals tot stilstand. Aan wie die pres tatie moet worden toegeschreven is in Frankrijk nog steeds een punt van discussie. Generaal Galliéni, de militaire gouverneur van Parijs, had de helderheid van geest gehad begin september alle taxi's van de hoofdstad te vorderen voor het vervoer van 6.000 verse troepen naar het front. Joffre zette die in jectie om in een aantal overwinnin gen. De westelijke fronten lagen daarna min of meer vast. Het Even buiten Reims bevinden zich de resten van het Fort de la Pom pelle. Op 4 september 1914 werd het door de Duitsers veroverd; 19 dagen later wapperde de Franse driekleur er weer. „Het verzet van La Pompelle leidde tot twee victo ries aan de Marne", vermeldt de Guide Vert. Het fort, sinds kort een museum, is een van de weinige mo numenten dat aan de slag herin nert. Het wordt beheerd door An- dré LaMarche, een joviale Frans man, die min of meer in zijn eentje de zaak runt, want La Pompelle heeft bescheiden middelen. Vorig jaar turfde hij 50.000 bezoekers. Dat hadden er veel meer geweest als de „Vrienden van Fort de la Pompel le" eens wat reclame maakten, klaagt hij. De voorzitter van die club blijkt een hartstochtelijk paar denfokker. „En dan weet je het wel", zegt LaMarche. Zelf knijpt hij er ook wel eens tussenuit, want als volle neef van de familie Russ heeft hij zo zijn verplichtingen wanneer het circus in de buurt Van Franse epauletten tot en met Duitse bierpullen, van alles ligt hier uitgestald. Ook een brief, ge schreven op 17 november 1914 door een zekere Roland Dorgeles aan zijn moeder. „Gisteren ben ik naar de voorste loopgraaf geweest. Men ziet de Duitsers op 300 meter en een stuk of twintig „pantalons-rou- ges", de doden van de laatste aan val". Daarnaast een rode ballon met de tekst „1st zu vernichten". Een gas- ballon, vertelt André LaMarche. „U moet weten meneer, die oorlog, daar werden alle jonge mannen in Frankrijk voor klaargestoomd". Emille Carrier (92) spreekt met die ruim rollende „r", die vroeger veel meer doorklonk in het Front dan tegenwoordig. Hij is oorlogsinva lide, veelvuldig gedecoreerd en ui terst actief in organisaties die voor de pensioenen van veteranen opko men. „Met een krankzinnig en thousiasme trokken we ten strijde, ook de reservisten. We werden ge dreven door haat tegen alles wat Duits was". Huilen Het 21e legerkorps waarin Emille Carrier soldaat was leed zware ver liezen in Noord-Frankrijk en werd verder gedecimeerd bij Verdun in 1916. Viermaal raakte hij gewond, de laatste keer door een granaat. Door het gas is een deel van zijn geheugen uitgewist. „Verdun was penibel", zegt hij. „Ik ging op een dag met vijf kameraden op pa trouille en met z'n tweeën kwamen we terug. Penibel was het We bag gerden door de modder en altijd was het donker door de rook van de ontploffingen". Hij verontschul digt zich: „Weet u meneer, het valt me niet mee daarover te praten zonder te huilen. Later, pas veel la ter werd de oorlog voor ons georga niseerd. In het begin hadden we geweren die die naam niet eens verdienden". In zijn woonplaats Oorlogsbuit uit de Eerste Wereldoorlog. I duizenden marcheerden naar het Gare de L'Est. ld zingend wuifden ze Zpntr de Parijzenaars. Op de /CMce Clichy barstte intaan een feest los. De lilus" (soldaten) werden Igemoedigd door mannen burger en vrouwen die emen toewierpen. Mnigen staken die «emen in de loop van hun reer en baldadig stootten roodbroeken elkaar aan er weer een van hen door i Parijse schone werd belsd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 15