Over de macht
en het aanzien van
correspondenten in
de Leidse regio
FARDDEZK
>|X
CeidaeSou/umt
75 jaar Nieuws
IJK
tier
it verspreidingsgebied van de
idse Courant omvat een groot
el van de provincie Zuid-Holland,
kan zich bij wijze van spreken
>ts afspelen tussen Hillegom en
>n Haag, tussen Bodegraven en
itwijk, tussen De Kwakel en
jmpwijk of een plaatselijke cor-
spondent brieft het over naar de
dactie in Leiden. In de ene plaats
dat een huisvrouw, in de andere
n actieve middenstander, in weer
andere een al dan niet gepen-
Jneerde ambtenaar. Welke motie
hebben ze voor hun werk?
orden ze gedreven door Geld?
n ze uit op Macht? Of verschaft
journalistieke bijbaantje hun
nzien?
onderstaande reportage de onver-
emde antwoorden op deze bijna onbe-
iaamde vragen. Opgetekend uit de
nd van Ellen Verhaar-Kapiteyn (36 jaar,
svrouw te Roelofarendsveen), Cornelis
iflang (68 jaar, oud-rechercheur te
ordwijk) en Antoon Koch (54 jaar, logis-
medewerker van de Marine in Oegst-
ist). Om het fenomeen „correspondent"
}d te karakteriseren komen tevens aan
woord Koos van der Geest (51 jaar,
ne bakker te Zoeterwoude) en Cees
taal (49 jaar, onderwijzer te Oude Ade).
den berichtten jarenlang over het wel
in hun dorp. Ze kijken er met ge-
ngde gevoelens op terug.
word je eigenlijk correspondent?
i Verhaar: „Gewoon via een adverten-
i de krant, waarin de redactie een cor-
pondent voor Alkemade vroeg,
leek me wel wat. Ik heb er op geschre-
en werd aangenomen".
d u dan schijfervaring?
,Ach, wat heet schrijfervaring? Niet
in dat ik ooit iets had gepubliceerd,
lom oorspronkelijk uit Lisse. Ging in die
de middelbare school en volg-
daarna een secretaresse-opleiding bij
nt. Werkte vervolgens jarenlang bij Sik-
is. Voor en na m'n trouwen. Tussen-
Dr haalde ik m'n diploma's handelscor-
pondentie Nederlands, Engels en
aans. Ik volgde ook nog een cursus rap
ieren. Vandaar waarschijnlijk dat ik nu
ambtelijk schrijf. Daarbij komt: mijn
ir zat in de bloembollen en reisde veel
Italië. We schreven elkaar veel. Heet
schrijfervaring? De redactie
id kennelijk van wel",
heer Leeflang moet een beetje lachen
de vraag: „Dat vroegen ze me ook
n ik begon. Of ik wel kon schrijven.
i, ik deed toch de hele dag niets an-
s. Ik schreef het ene proces-verbaal na
andere".
iflang: „Toen ik het destijds aan mijn
schef voorlegde fronste hij wel even
wenkbrauwen. Hij legde het voor de ze-
heid even voor aan de burgemeester,
slot van rekening het hoofd van de po-
Die gaf officieel geen toestemming,
ir gedoogde het wel. De korpschef liet
[arbij doorschemeren, dat het eigenlijk
politiekraam te pas kwam. Op
r bleef ik goed op de hoogte van
jt plaatselijk gebeuren, was ik overal bij,
'ar dat het al te veel opviel",
krant heeft er ook altijd veel profijt
Ik lever uiteraard veel nieuws
de politiekoker, zo smakelijk mogelijk
gedist. Ook al zet ik natuurlijk niet elke
f\QQA chtpartij in de krant. Je moet tenslotte
k om de reputatie van Noordwijk als
aemen-badplaats denken".
Metaal heeft een heel ander verhaal:
oen ik in het begin van de jaren zestig
Oud Ade kwam was het hoofd van de
fiool, de heer Ponsioen, correspondent,
wijze van spreken al sinds mensenheu-
lis. Hij gaf na verloop van tijd te kennen
hij het wel wilde overdoen. Ik had na-
iirlijk nee kunnen zeggen, maar je weet
e dat gaat: je bent een beetje geletterd,
behoort met het schoolhoofd, de pas-
de dokter zo'n beetje tot de nota-
an het dorp. Ik heb toen maar ja
zegd. Ook, omdat Ponsioen tegen me
gezegd: iedereen is hier wel vriende
maar je zult je eigen cultuur moeten
leppen. Wil je hier iets op touw zetten,
zul je de mensen zelf moeten opzoe-
om ze er warm voor te maken. Nou,
heb ik ter harte genomen".
'S van der Geest is geboren en getogen
Zoeterwoude en kent het dorp op zijn
mpje. Hij is eigenlijk min of meer auto-
Van studeren is nooit veel terecht
komen. Na de lagere school ging ik di
ll de bakkerij in. Ik las in mijn jeugd wel
el. Er stond uiteindelijk geen boek in de
iliotheek of ik had het wel in mijn han-
gehad. Dat werpt nu nog zijn vruchten
<elet
Mevrouw E. Verhaar voor het gemeentehuis van Alkemade in Roelofarendsveen: „Ik heb
goede contacten met de ambtenaren".
af. M'n hele leven ben ik ook al een ver
woed "krantelezer. De krant heeft me altijd
gefascineerd Als ik vroeger naar de re
dactie moest, toen nog in het oude ge
bouw aan de Papengracht, kon ik nooit
nalaten even langs de zetterij en de druk
kerij te lopen. Dat deed me altijd wel wat".
Maar hoe kwam u nu bij de krant?
„Mijn voorganger was een zekere Cor
Paardekooper. Die is zeker veertig jaar
correspondent geweest. Op een gegeven
moment moest hij stoppen om gezond
heidsredenen. In die tijd gaf ik al een en
ander van de voetbalvereniging SJZ door
aan de sportredactie en toen het met de
algemene verslaggeving uit het dorp een
paar keer mis was gelopen, vroegen ze of
ik die ook wilde doen".
Regeltjes fokken
Voor het geld hoef je het bepaald niet te
doen, zo geven Ellen Verhaar en al haar
collega's onomwonden te kennen.
Antoon Koch: „Mijn voorganger deed het
helemaal voor niets. De Leidse Courant
was toen nog een puur roomse krant. Hij
deed het louter en alleen ten faveure van
de goede katholieke zaak. Toen ik begon
heer A. Koch (rechts) in gesprek met burgemeester Van Eysinga,
iftig baasje die soms voor het nodige tumult in de raadzaal zorgde, w<
rd wél schreef"..
kreeg ik vijf cent per regel, later zeven.
Het gevolg was dat je regeltjes ging fok
ken. Ik noemde het ook wel „journalistiek
per meter" Weer later werd per bericht
gehonoreerd De lengte van het bericht
deed er niet langer toe Wel de tijd die je
er globaal aan had besteed. Hoe korter
hoe beter, is nu de stelregel. Ik redeneer
altijd maar zo: het is een hobby. Hobby's
worden nooit betaald Nou deze toevallig
wel een beetje. Dat is mooi meegeno-
De wijze van honorering hangt overigens
af van diverse factoren. Of de man of
vrouw in kwestie exclusief voor de Leidse
Courant schrijft of ook voor andere dag
en weekbladen Of er een vrij constante
stroom van berichten en verhalen richting
krant gaat of met Ook speelt de kwaliteit
van de aangeleverde kopij uiteraard een
rol
Koos van der Geest: „In mijn beginjaren
telde nog elk regeltje. Nou, als je er dan
toch voor zat dan tikte je maar een eind
voor de vuist weg. Dat tikte dan ook finan
cieel lekker aan. Soms schrapte de redac
tie ook wel. Dan bleven er niet meer dan
twintig regels over. Twintig maal vier cent.
Tel uit je winst. Daar was je dan uren voor
in de weer geweest".
Leeflang: „Hou op over dat geknoei met
regeltjes. Ik ben blij dat we daar van af
zijn".
Maar wat levert het nou uiteindelijk op?
Ellen Verhaar: „Bij mij gemiddeld zo'n
achthonderd gulden per maand, inclusief
onkosten. Daar moeten dan nog de belas
ting en de sociale premies van af. Dat
staat in geen verhouding tot wat je er voor
moet doen. Eigenlijk ben je er de hele dag
mee bezig. Alkemade is een grote ge
meente. Dat is niet alleen Roelofarends
veen, maar ook Oude Wetering, Nieuwe
Wetering, Rijpwetering, Oud Ade en de
Kaag. Naar de Kaag is het gauw tien kilo
meter heen en tien kilometer terug. Die
tijd moet je ook rekenen. Want je moet er
soms echt naar toe. Ze komen het nieuws
echt niet altijd bij je brengen".
Twee uur slaap
Koos van der Geest: „Ik vraag me nu nog
wel eens af: hoe heb je het al die tijd vol
gehouden? Soms zag ik nog geen twee
uur mijn bed. Dan kwam je om twaalf, een
uur uit de gemeenteraad, dan thuis het
verslag schrijven. Daar was je toch gauw
anderhalf, twee uur mee bezig. Tot gauw
drie uur. En dan om vijf uur weer op voor
de bakkerij. Ik kan me zelfs herinneren,
dat ik m'n bed helemaal niet zag. Een keer
vlak voor Pasen. Op Witte Donderdag was
er een extra vergadering over een affaire
rond Adriaan van der Poel. Tot diep in de
nacht. Daarna moest ik uiteraard het ver
slag maken en toen kon ik vervolgens di
rect de bakkerij in. De hele Goede Vrijdag
door. Paaszaterdagmiddag dook ik m'n
bed pas in. Eigenlijk had ik nooit een vrije
dag. De vrije zaterdag bestond niet en
's zondagsmiddags zat ik bij SJZ. Toege
geven, voor mijn eigen plezier, maar toch
ook voor de krant en 's morgens deed ik
de jubilarissen. Na de kerk had ik daar
mooi de tijd voor".
Goed, correspondent zijn valt dus niet
mee, het wordt ook nog slecht betaald,
maar waarom houden correspondenten
het dan over het algemeen zo lang vol?
Soms wel tientallen jaren. Wat is er dan zo
aantrekkelijk aan?
r
'i
i der Geest: „Dank zij de krant sliep ik geregeld r
Leeflang: „Je moet een zekere ambitie
hebben. Je raakt van alle markten thuis. Ik
weet bijvoorbeeld ondertussen misschien
wel even veel van surplusregelingen als de
bollenbazen. En dan natuurlijk de vrijheid
die je hebt. Je kunt je werk helemaal naar
eigen inzicht indelen Daarom heb ik het
correspondentschap na m'n functioneel
leeftijdsontslag ook aangehouden. Je staat
met beide benen in de maatschappij. Kun
je het mooier hebben als je eenmaal met
pensioen bent?"
Antoon Koch: „Ze zeggen wel eens van
me: hij is getrouwd met zijn vrouw en zijn
schrijfmachine. Nou, zolang het in die
volgorde blijft, is het dik in orde. Ook vra
gen ze me weieens: waarom ben je geen
journalist geworden? Dat vraag ik mezelf
dan ook af. Ik zou nog wel willen, maar het
is nu geloof ik te laat om nog te switchen.
Mijn zoon gaat nu naar de School voor de
Journalistiek". Niet zonder enige trots: „Ik
moet zeggen: hij heeft een aardige stijl van
schrijven".
Ellen Verhaar: „Voor mij is het bezig zijn
het belangrijkste. Ik ben een beetje een
solist. Ik moet in de weer zijn. Toen ik
door m'n huwelijk in 1973 in Roelofa
rendsveen kwam wonen, kende ik nauwe
lijks iemand. Dat is eigenlijk zo gebleven
totdat ik in 1980 voor de krant ging wer
ken. Ik ben niet zo'n uithuizig type, was
geen lid van verenigingen, stond eigenlijk
overal buiten. Nu kom ik overal, ken ik
vrijwel iedereen en weet ik overal van. Ik
heb nu iets om me druk over te maken.
Dat heb ik nodig".
Cees Metaal: „Je steekt er zo ontzettend
De heer C. Metaal: „Toen ik vijfentwintig
jaar bij het onderwijs zat kwam er slechts
een fotootje met een klein stukje in de
krant".
veel van op. Het heeft zeker bijgedragen
tot een verbreding van mijn algemene ont
wikkeling".
Koos van der Geest: „Je krijgt te maken
met de meest uiteenlopende zaken".
Toch zijn de heren Van der Geest en Me
taal er uiteindelijk mee gestopt. Waarom
eigenlijk?
Koos van der Geest: „Het CDA-bestuur in
Zoeterwoude zat op een gegeven moment
met het probleem, dat het over genoeg
geschikte kandidaten voor de gemeente
raad beschikte, maar dat die allemaal tot
de zogenaamde „import" behoorden. Het
wilde echter per se ten minste één man of
vrouw uit het dorp, mede om de band met
de autochtone bevolking niet te verliezen.
Het deed toen een beroep op mij: een
middenstander, een zoon van het dorp,
die door zijn werk voor de krant toch al
goed op de hoogte was van de gemeente
lijke problematiek en de daarmee samen
hangende plaatselijke politieke verhoudin
gen. Ik heb na enig beraad „ja" gezegd,
maar toen wel onmiddellijk besloten het
correspondentschap op te zeggen. Je kunt
niet én raadslid zijn én tegelijkertijd voor
een krant schrijven. Dat zijn in mijn ogen
niet te verenigen functies".
Cees Metaal: „In een dorp als Oud Ade
gebeurt niet echt veel. Groot nieuws is er
vrijwel nooit bij. Het gaat bijna altijd om
verenigingsnieuws. Toen ik eenmaal inge
burgerd was, ging ik niet alle vergaderin
gen meer af. De clubmensen stopten na
afloop wel een briefje met de belangrijkste
gegevens bij me in de brievenbus. Daar
maakte ik dan een stukje van. Het meeste
werk kon je zodoende thuis af. Maar die
clubmensen waren natuurlijk ook niet op
hun achterhoofd gevallen en dachten: wat
hij kan, dat kunnen wij ook. Zij gingen op
den duur verslagen zelf naar de krant
brengen.
Daarbij kwam ook: als je eens een flink
stuk had geschreven, over een gouden hu
welijksfeest bijvoorbeeld, dan werd er
vaak door de redactie in gekort. Dat von
den de mensen die het betrof niet leuk en
zij keken mij er op aan. Maar ik kon er na
tuurlijk ook niets aan doen, maar voelde
me toch vaak wel een beetje schuldig.
Daardoor ging de lol er van lieverlee af.
Stilletjesaan heeft die mevrouw uit Roelof
arendsveen het overgenomen. Toen ik zelf
vijfentwintig jaar in het onderwijs zat stond
er slechts een fotootje met een klein stuk
je in de krant. Dat vond ik wel teleurstel
lend".
De correspondenten leveren elke dag
meer kopij dan geplaatst kan worden. En
aangezien krantepagina's nu eenmaal niet
van elastiek zijn moet de redactie wel
schrappen. Inkorten zonder meer gaat
vaak niet. Dat betekent dus in de praktijk
herschrijven.
Leeflang: „De ene redacteur is daar handi
ger in dan de andere. Ik kan me herinne
ren dat ik een stuk had geschreven over
een oefening van de reservepolitie, waarbij
zogenaamd drugssmokkelaars op het
strand waren gearresteerd. Dat het om
een oefening ging had ik achter in het arti
kel gezet. Ik gaf het door aan een paar
kranten. De Telegraaf bracht het groot op
gemaakt op de voorpagina. Net of er ech
te smokkelaars waren aangehouden. De
Leidse Courant liet wél uitkomen, dat het
om een oefening ging. De volgende dag
kreeg ik een woedende hoofdredacteur
van de Telegraaf aan de telefoon. Of ik he
lemaal gek was geworden. Ik kon hem
toen fijntjes vertellen, dat hij zijn redacteu
ren eerst maar eens moest leren lezen".
Invloed
Leeflang: „Wat heet macht? Ja, je hebt
wel invloed op de openbare mening. Als je
bijvoorbeeld schrijft over een gevaarlijk
kruispunt en er wordt daarna iets aan ge
daan, ja, dan kun je zeggen dat je de zaak
hebt beïnvloed".
Koos van der Geest: „Macht? Dat woord
is niet op zijn plaats. Je moet het zo zien
dat mensen graag van je diensten gebruik
maken".
Ellen Verhaar: „Je probeert eerder het ie
dereen zoveel mogelijk naar zijn zin te ma
ken, iedereen aan zijn trekken te laten ko
men. Het probleem is soms weieens, dat
je een zaak niet even kunt laten bezinken.
Vandaag maak je iets mee, dezelfde dag
moet je er nog over schrijven en de vol
gende dag staat het al in de krant. Je
moet niet vergeten: het komt aan wat er in
de Leidse Courant staat. Hier in Alkemade
verschijnt de krant weliswaar niet huis aan
huis, maar dat zal niet veel schelen. Neem
Oud Ade. Daar wonen pak-weg achthon
derd mensen. De Leidse Courant heeft er
tegen de tweehonderd abonnees. Dat be
tekent dus dat vrijwel elk huishouden de
LC heeft".
Koch: „Macht is een veel te negatief
woord. Ik kom er rond voor uit, dat ik het
prettig vind dat gelezen wordt wat ik
schrijf. Ik noem dat: de gemeenschap die-
Zijn er voorbeelden te geven van zaken
waarover de correspondenten om de een
of andere reden niet willen schrijven?
Ellen Verhaar: „Ik kreeg een keer een tip
over heroïnehandel op het Kaageiland.
Nou daar waag ik me niet aan, mij te ge
vaarlijk. M'n gezin is me lief. In zo'n geval
sein ik de redactie in en die zoekt het dan
maar uit".
Cees Metaal: „Grondzaken bijvoorbeeld
zijn in een kleine gemeenschap als Oud
Ade altijd heel gevoelig. Ik was altijd bang
om iemand op zijn tenen te gaan staan. Ik
tipte dan de redactie die iemand stuurde
die er veel vrijer over kon schrijven".
Antoon Koch: „Tijdens de Vredesweek ex
poseerde Onkruit gestolen dossiers. Ik
vond het onverteerbaar om daarover te
schrijven. Dat doen jullie zelf maar, heb ik
tegen de redactie gezegd. Ik werk tenslot
te ook nog bij de Marine".
Beïnvloeding
Laten correspondenten zichzelf dan mis
schien wei eens beïnvloeden? Met name
burgemeesters van kleinere plaatsen heb
ben nog weieens de naam de plaatselijke
pers naar hun hand te willen zetten.
Koos van der Geest: „Ja, de vroegere bur
gemeester hier, Detmers, liet graag mer
ken wat hij in de krant wilde hebben en
wat niet. Daar heb ik me nooit iets van
aangetrokken".
Leeflang: „Burgemeester Bonnike schors
te toen hij pas in Noordwijk was om de ha
verklap de raadsvergadering om vervol
gens zonder pers door te vergaderen. De
pers moest dan op de gang wachten tot
het volgende agendapunt. Toen dat naar
onze zin te vaak voorkwam, gingen we
naar huis en maakten we geen raadsver-
slag. Bonnike was er toen gauw van gene-
Antoon Koch: „Burgemeester Van Eysinga
was een driftig baasje. Dat gaf soms tu
mult in de raadzaal. Natuurlijk schreef ik
daarover. Ik redeneerde altijd maar: als ik
het niet doe, dan doet een ander het wel.
Ik ben ook wel eens gebeld door een wet
houder die iets uit de krant wilde houden.
Nou, toen zette ik het er natuurlijk juist
De heer C. Leeflang: „Als correspondent
in Noordwijk moet je ook om de reputatie
van de bloemen-badplaats denken. Ik zet
niet elke knokpartij in de krant".
Ellen Verhaar: „Ik heb goede contacten
hier in het dorp. Ook onder de ambtena
ren. En je moet natuurlijk oppassen dat je
die goede contacten niet verspeelt. Dat wil
niet zeggen dat ik schroomde te schrijven
over een ambtenaar, die de voormalige
burgemeesterswoning mocht kopen voor
drie en een halve ton, terwijl er aanvanke
lijk meer dan vier ton voor was geboden.
Daar heb ik de verstandhouding mee in de
waagschaal gezet. Dat besef ik heel goed.
Maar de waarheid moet geschreven kun
nen worden".
„Invloed heb je daardoor wel. Dat heb ik
gemerkt met het zogenaamde paprikacon
flict rond een geweigerde bouwvergunning
voor een loods van inmakerij Volwater. In
die loods zouden paprika's worden
schoongemaakt, maar de loods was ge
pland op een stuk grond met een agrari
sche bestemming. Er mocht dus volgens
de letter van de wet geen industrie worden
bedreven. Over de onzin daarvan heb ik
een groot stuk in de krant geschreven
Daarna mocht het opeens wel van de pro
vincie. Ja, dat kun je invloed noemen".
„Over het algemeen is het zo, dat de men
sen die van buiten komen, de import dus.
beter hun woordje kunnen doen. Maar dat
wil niet zeggen, dat je ze in de krant meer
ruimte moet geven dan anderen. Ik blijf
me voor ogen houden dat ze een minder
heid vormen".
„Men krijgt ook niet zoveel gelegenheid
mij te beïnvloeden. Na afloop van een ge
meenteraadsvergadering bijvoorbeeld
gaan tal van raadsleden naar Jan Punt om
een pilsje of een borreltje te drinken. Ik
zou best een keertje mee willen hoor, lijkt
me wel gezellig. Maar dat kan niet, want
dan begint voor mij het werk pas: het ver
slag schrijven".
(ADVERTENTIE)
Een greep uit onze menukaart:
dagschotelv a. f 9,50
gebakken kalkoenfilet met een
honing-kerriesaus en fruit f 13,50
gegrilde haasbiefstuk met
knoflooksaus f 19,50
varkenskarbonade gevuld met
paprika, champignons en ui f 11,75
gebakken zeewolf met witte wijn
en citroenf 12,75
groot terras - vanaf 22.30 uur zullen wij U
ook graag aan onze bar ontvangen
- wekelijks live-muziek - borrels, recepties
en partijen mogelijk
Iedere dag vanaf 17.00 uur geopend.
Doezastraat 43, Leiden - tel. 071-133672