la „Waarom zouden wij treuren, laten wij liever koekjes eten 1999 CeidócSou/icwit 75 jaar Nieuws 'TEMBERt s mor9ens acht tot 's nachts 1 uur waren de heren in touw. On- ögen. Ze verdienden het zout in pap niet en moesten bij elke itkomma rekening houden met de rattingen van de clerus. Deson- Iks zien vrijwel alle Leidse-Cou- tredacteuren uit de jaren veertig, .tig en zestig op hun Leidse tijd te- als op de leukste periode uit hun rnalistieke loopbaan. De leukste de leerzaamste, zo verzekeren de ollega's die we naar hun herin- Ingen vroegen en die nu zulke uit lopende functies bekleden als: di- leur van weekblad De Tijd (Nic. jrama), perschef van het bisdom terdam (Henk Heruer), redacteur iet NOS-journaal (Peter Meijers), acteur bij Nieuwe Revu (Huub loondergang), hoofdredacteur Elseviers Weekblad (Nic. van |sum) of sterverslaggever bij de igsche Courant, die dit jaar de 6 voor de dagbladjournalistiek eg (Alexander Munninghoff). Bij- ind een tijdsbeeld van de Leidse (rant in de eerste decennia na de =tede Wereldoorlog, samengesteld ie Ie sterke verhalen van in totaal i ex-collega's. Heieen Crul - Van ssel, prominent geworden als co- niste bij het weekblad Margriet: 1965 was ik de eerste vrouwelij- journalist die bij de Leidse Cou- '1AJ werd aangenomen. Ik hoor nog door de hal schreeuwer^ en collega's waarschuwen: Een wijf de redactie!". van Rossum, eertijds corrector-redac- lulpje van de Leidse Courant, nu hoofd acteur van Elseviers Weekblad. t>EN - De eerste van de na-oorlogse leratie journalisten die, in 1946, toetrad (de redactie van de Leidse Courant was h Korthout. Ook Korthout denkt met Smoed terug aan zijn LC-tijd. Zij het uan de maandagen. Op de maandag- Wenden maakte het bisdom de muta- t en bevorderingen binnen de geeste- heid bekend. Daarbij waren altijd wel noemingen in de Leidse regio en aange- jl Wim Korthout redacteur „omgeving" diende hij over iedere nieuwe pastoor stukje te schrijven. dens die gesprekken stond hoofdre- teur Roozen naast me om me vragen fluisteren", aldus Korthout nog immer enige gêne. „Heeft hij iets ge- Iwd?", kreeg ik dan toegesist. „Heeft nieuwe initiatieven ontwikkeld? Een }k geschreven? Misschien een brochu- I afgrijselijke toestand, want de pastoor andere zijde moest voortdurend „nee" kopen. Niks gebouwd. Niks geschre- I. Geen bijzondere initiatieven, ar de hoofdredaoteur bleef maar door hen. Zijn laatste influistering luidde Bvast: „Vergeet de devoties niet! Heeft bijzondere devoties?" idie vraag werd het altijd even stil. Je |rde die nieuwe pastoor denken: moet ou weer een ontkennend antwoord ge- i gewend is aan de open-christelijke latuur van de huidige Leidse Courant het zich moeilijk voorstellen, maar tot je jaren zestig was de LC een puur ms dagblad. Gevestigd aan de Papen- fcht, economisch geheel zelfstandig, ji de krant in 1946 de vooroorlogse ad weer op met een redactiebestand vier man. Hoofdredacteur, tevens re- iteur binnenland, was de heer Th. Wil- j, die overigens ook het fractievoorzit- |chap bekleedde van de KVP in de !se gemeenteraad. De drie overige re euren waren mr. Hein Geise, de heer i Roozen en de heer Martin Zonderop. h Korthout (hij bleef tot 1955 en ver- Ide vervolgens naar het Vroom êsmann-concern) werd de vijfde redac- r. Grootheden die de redactie vanaf [7 kwamen versterken waren: de al ge- •mde Nico Schrama, Louis Sinner (tot dood enkele jaren geleden redacteur het Algemeen Dagblad), de eveneens loemde Huub Schoondergang en ten- Ie Lex Bruinhof (thans parlementair re- tteur van de Brabant Pers). jrstel deropbouw was het sleutelwoord in de j dat dit team de LC-abonnees van liws bediende. Het welvaartsniveau lag i hoger dan voor de oorlog, de woning- (d was schrijnender, maar alles bijeen [gde de situatie zich naar die van voor lO. Het herstel gold ook de religie en 1 kerkelijk leveh in onze destijds zo |k verzuilde maatschappij, toenmalige LC-redacteur Nico Schra- „Het meest opvallende van die verzui- vind ik, achteraf gezien, de vanzelf- ikendheid ervan. Natuurlijk waren er onderingen, maar regel was dat katho- en met katholieken trouwden en dat zij kinderen naar katholieke scholen irden en naar katholieke verenigingen, holieke arbeiders behoorden lid te zijn de KAB, zoals katholieke werkgevers, denstanders en huisvrouwen dat wa- van hun R.-K. organisatie. Dit gold ook de keuze van een krant. Een katho- gezin in Leiden en omgeving diende voudig de Leidse Courant te lezen. Wij redacteuren wisten dit en gedroegen ernaar. Wat betekende dat de Leidse irant vooral katholiek nieuws bevatte. katholieken zoals zij Donderdag 13 september 1984 HERINNERINGEN AAN DE JAREN VEERTIG, VIJFTIG EN ZESTIG zich als katholieke gemeenschap presen teerden". Groot nieuws was uiteraard een redevoe ring van Romme in de Stadsgehoorzaal. „Ademloos en kritiekloos werden zijn woorden aanhoord", herinnert zich Nico Schrama. „Daarna wisten we weer zeker dat Gods scheppingsplan zou worden uit gevoerd wanneer wij maar op de KVP stemden. Op zo'n bezielend woord was maar één antwoord mogelijk. Als één man rees de zaal overeind om spontaan uit te barsten in: Aan U, o Koning der Eeuwen, aan U zij de zegekroon. Onsterflijk schit tert uw glorie door alle haat en hoon". Maar niet alleen de vergaderingen waarop katholieke kopstukken verschenen, wer den in de Leidse Courant verslagen. Op vrijwel alle bijeenkomsten in de stad waar aan meer dan twee katholieken deelna men, werd een jonge verslaggever afge stuurd. Gezien de getalsmatige sterkte van de redactie betekende dit dat de toenmali ge twintigers als Schrama en Korthout avond aan avond te vinden waren in het Sint Antonius Clubhuis, het R.-K. Militair- Tehuis aan de Oude Singel en de Roma- nuszaal achter de Hartebrugkerk. Voor een vergadering van de R.-K. Textielarbei- dersbond Sint Lambertus of een bijeen komst van de KAV (katholieke arbeiders vrouwen) met een toespraak van de dioce sane leidster, mejuffrouw Stringa. Nico Schrama: „Dan had je natuurlijk ge beurtenissen als een missietentoonstelling in de Stadsgehoorzaal. Een fancy-fair bij Fransisca Romana in de Pieterskerkchoor- steeg. Ik herinner me de inwijding van de Finse school door pastoor Th. M. Beukers van de St.-Petrusparochie. De intocht van een neomist, zoon van politie-agent Boon, in de parochiekerk van Leonardus a Portu Mauritio, die daar werd verwelkomd door pastoor Max van der Schoot OFM. De bis schopswijding van mgr. J. Buis, Mill Hill, apostolisch vicaris van Jesselton, in de de kenale kerk van O. L. Vrouw Hemelvaart en Sint Jozef. Dit alles was de volgende dag te lezen in de Leidse Courant. Soms stond er ook een stukje in het Leidsch Dagblad, maar niet al te groot want een algemene krant mocht niet te rooms zijn in die jaren". Rooms voetbal Huub Schoondergang, aan de Leidse Cou rant verbonden van 1953 tot 1956, meent zich te herinneren dat de toenmalige ker kelijke gebondenheid van de krant zelfs een gekleurde beoordeling van sportge beurtenissen met zich meebracht. „Objec tiviteit bij een verslag over de prestaties van een roomse voetbalclub was in mijn tijd in hoge mate verwerpelijk", houdt Schoondergang staande. „Nederlagen moesten verzacht worden door de sporti viteit van de tegenstander of de onpartij digheid van de scheidsrechter in twijfel te trekken. Nimmer zal ik het volksoproer vergeten dat ontstond toen de redacteur binnenland een naar zijn mening objectief verslag had gegeven van een voetbalge vecht waarbij een roomse club betrokken was. In plaats van het roomse aandeel in het handgemeen op de sokkel van het martelaarschap te plaatsen, zoals toenter tijd gebruikelijk was, had hij het op één hoop geveegd met de stinkstreken van de NOS-Journaalverslaggever Peter Meijers, die in de jaren zestig voor de LC fotogra feerde. In 1965 onder meer de 100.000e inwoner van Leiden, de kleine Annette Jonker van zeven pond en één ons. Peter: „Dat zal nu wellicht een pittige meid zijn van bijna negentien jaar". andersdenkenden en zich in zijn slotregels walgend van de mestvaalt afgekeerd. Het verslag was in de krant gekomen zonder dat de sportredacteur het had gezien met als gevolg dat bestuur en spelers van de club de redactielokalen binnendrongen de redacteur binnenland een afstraffing te geven. De hoofdredacteur kwam onmid dellijk tussenbeide, koos voor het behoud van zijn abonnees en viel de functionaris binnenland openlijk af. Het gepeupel pak te zijn biezen na de verzekering te hebben gekregen dat de sportredacteur voortaan persoonlijk over de belangen van de be trokken club zou waken". Dat uit deze geschiedenis niet mag wor den afgeleid dat de Leidse Courant altijd maar boog voor de wensen van de abon nees, getuigt overigens Lex Bruinhof die op de Papengracht werkte van 1953 tot 1963, de laatste jaren als „tweede man" naast Leo Roozen. De laatste was de in 1949 overleden heer Wilmer als hoofdre dacteur opgevolgd. Lex Bruinhof: „Ik her inner me de belegen trainer van een room se voetbalclub, abonnee van onze krant, die werkelijk om de haverklap kwam kla gen over de sportverslagen waarin zijn club figureerde. Toen hij voor de zoveelste maal zijn beklag kwam doen, hebben Roo zen en ik hem aangezegd dat hij als abon nee geroyeerd zou worden. Met de vuist op tafel: en nu is het uit, geen krant meer, nooit meerDe man hield zich aanvan kelijk nog groot. Later smeekte hij of hij alsnog weer als abonnee genoteerd mocht worden. Hij wilde desnoods wel wat meer betalen. Toen hebben we maar weer met de hand over ons hart gestreken. En ver der nooit enige last meer van hem gehad". Bewondering Anno 1984 terugkijkend op de middelen waarmee de collega's in die eerste decen nia na de oorlog een krant maakten, is een gevoel van bewondering moeilijk te onder drukken. Momenteel wordt de krant gere digeerd door een staf van 62 journalis ten. De twaalf redacteuren die het huidige kantoor aan de Apothekersdijk bevolken, zijn uitsluitend belast met de berichtgeving over Leiden en omstreken. Het binnen landse en buitenlandse nieuws kunnen ze overlaten aan hun 41 collega's op de bure len in Rijswijk. Destijds moest al hetgeen zich aan nieuws voltrok tussen Los Ange les en Wladiwostok, tussen Helsinki en Canberra, worden verslagen door hooguit een tiental redacteuren. Wel kon de jour nalistieke staf zoals nog steeds het ge val is voor de berichtgeving uit de Leidse regio steunen op een legertje cor respondenten. Aangezien corresponden ten doorgaans echter geen professioneel- journalistieke scholing hebben gehad, vergen hun pennevruchten niet zelden eni ge bewerking. Een correspondent die bij veel LC-redac- teuren uit de jaren vijftig een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten is de heer Var- ga. Zo ook bij Nic van Rossum, als correc tor/redactiehulpje aan de krant verbonden in de jaren 1957 - 1959. Van Rossum: „De In de jaren zestig werd het transactiesysteem voor kleine overtredingen (gelijk betalen aan de agent) ingesteld. Henk Heruer schreef erover en liet zich op de Rijnsburgerweg bekeuren. Voor rekening van de Leidse Courant heer Varga, een genaturaliseerde Hon gaar, versloeg het nieuws uit Alphen aan den Rijn. En dat deed hij uitermate volle dig. Er kon geen boom omwaaien of de heer Varga schreef er twee volle kolom- over. Zodoende werd de pagina „Rijnstreek" elke dag volkomen over heerst door het nieuws uit Alphen aan den Rijn. Af en toe waagden we het wel eens paar regels te schrappen uit zijn tekst zodat er ook een berichtje uit Hazerswou- de op de pagina kon, maar dat accepteer de Varga nimmer. Zo mogelijk nog dezelf- dan thuis eten en om acht uur zat je weer bij een vergadering. Het verslag daarvan deponeerde je als leerling-journalist die zelfde avond nog op het bureau van de hoofdredacteur zodat hij het de andere morgen direct kon nakijken. Was je een maal „gevorderd" dan mocht je je kopij ongezien op „de bak" in de zetterij leg gen". Met Heruer zijn we aangeland in de laatste fase van de Leidse Courant als zelfstandig dagbladbedrijf. In 1965 fuseerde de krant met dagblad Het Binnenhof in Den Haag; sindsdien staan de twee kranten onder één hoofdredactie. Heruer werd, na de pensionering van Leo Roozen, chef-redac teur van de Leidse Courant. Hij verhuisde in 1973 naar het Limburgs Dagblad en is momenteel als perschef aan het bisdom Rotterdam verbonden. Alexander Munninghoff, die voor de fusie afscheid nam, weet over zijn periode bij de LC onder meer: „Toen de zoon van een plaatselijke rijwielhandelaar, die een kunstgalerie was begonnen, waarover ik geen al te lovende recensie had geschre ven, hoorde dat ik Russisch studeerde, begon hij rond te vertellen dat ik KGB- agent was. Later bedacht hij zich, dat hij ook verstand had van boeken en opende hij dus een avantgardistisch boekwinkel tje. Toen was ik opeens ClA-agent. Tegen woordig schijnt hij een restaurant te drij ven. Ik wil maar zeggen: bij de Leidse Courant heb ik geleerd hoe machtig de krant kan zijn en hoe je je met een paar goed gekozen woorden vijanden voor het leven kunt verwerven". Een dame die de laatste fase van de LC als zelfstandige krant heeft mogen mee maken. is Heieen van Brussel (van dé speelgoedzaak). Haar komst op de redac tie betekende zoiets als een aardverschui ving in journalistiek Leiden. „Zoals de pla neet Mars ook nu nog ontoegankelijk is voor mensen, zo was het beroep van dag bladjournalist dat destijds voor vrouwen", aldus Heieen van Brussel, die tot 1967 fn dienst bleef. Dat hoofdredacteur Roozen haar niettemin een kans gaf, brengt ze voor een deel in verband met diens ruim denkendheid en voor een ander deel met het nijpend personeelstekort waarmee cfe redactie in die jaren kampte. Daags voor Heieen met haar werk begon, zo is haar later onthuld, nam Roozen de heren ré dacteuren stuk voor stuk onder handen, hun op het hart drukkend dat de tere ze nuwen en de ongeschonden reputatie vc&i de journaliste niet bestand waren tegen hun bloemrijke verhalen, gewaagde mop pen of andere verderfelijke taal. Een wijf Heieen van Brussel: „Ze hebben zich èërr of twee dagen weten in te tomen en zelfs de verboden la dichtgehouden waarin zich de voor publikatie afgekeurde foto's be vonden met te veel bloot. Maar op een an dere afdeling ging er diezelfde dag al iets mis. Ik hoor nog die zetter door de hal schreeuwen en zijn collega's waarschu wen: „Een wijf op de redactie!". Nu mis bruikte de heer Roozen uiteraard nimmer de naam van God, maar zijn toorn sloeg er met vonken van af en zijn gezicht vlamde rood op boven zijn beige boordje, toen hij met driftige tred richting zetterij beende". De komst van Heieen van Brussel (voorgrond) op de redactie aan de Papengracht bete kende zoiets als een aardverschuiving in de Leidse journalistiek. Rechts achter de in middels al vijftien jaar gepensioneerde Willem Prins, de dichter/poëet van de redactie, die alle hoeken en gaten van de Duin- en Bollenstreek kende. de dag meldde hij zich ter'redactie om van hoofdredacteur Roozen verantwoording te eisen. Zeer begrijpelijk, want Varga was vader van twaalf kinderen en zijn enige in komensbron waren de regeltjes kopij die hij aan de krant sleet en waarvoor hij per regel een stuiver ontving. Als goed katho liek toonde de hoofdredacteur zich voor dit argument zeer gevoelig. Enfin, de abonnees in Alphen aan den Rijn werden in elk geval tot in de puntjes op de hoogte gehouden. Ik zie die artikelen hog voor me: een kwart pagina tekst, zonder foto, met een piepklein kopje erboven: Veertig jarig huwelijk". Noodgrepen De beperkte mankracht waarmee de Leid se Courant werd geredigeerd dwong voor al in de eerste jaren na de oorlog tot soms zeer drastische noodgrepen. We keren nog even terug naar het eind van de jaren veertig voor een anekdote die weliswaar nogal schandalig is maar inmiddels zoda nig verjaard dat zij net kan. De bron is Wim Korthout: „Toentertijd bestond de ondeugende gewoonte de verslagen van de Tweede Kamer uit de Volkskrant te pikken. Een leerling-journalist, die de re dacteur binnenland moest assisteren, vond dat maar niets. Uit stapels papier van de ANP-telex probeerde hij een eigen verslag te brouwen. De redacteur binnen land scheurde het echter in stukken, viste het weggemoffelde Volkskrant-verslag uit de prullenbak en sprak de historische woorden: „Je verbeeldt je toch niet, dat je dat beter kunt dan die redacteur van de Volkskrant!". De leerling-journalist nam wraak. Hij tipte de Volkskrant en er kwam een protestbrief uit Amsterdam. Nadien hebben de abonnees genoegen moeten nemen met een verslag uit Trouw". Dat een redacteur die het vandaag de dag in zijn hoofd haalt een bericht uit een an dere krant ongecontroleerd over te ne men, ontslag op staande voet riskeert, moge duidelijk zijn. Maar ook in 1959, het jaar waarin Henk Heruer tot de redactie toetrad, waren dit soort wantoestanden al lang overwonnen. Ongewijzigd was nog het extreem grote aantal uren per werk dag. Henk Heruer: „De dag begon 's mor gens om kwart voor acht en eindigde vaak diep in de nacht. Als om half vier 's mid dags de krant van die dag was gedrukt, ging je even de stad in voor een borrel, Heieen van Brussel werkte in die jaren zestig nauw samen met Peter Meijers. toen fotograaf van de Leidse Courant, nu redacteur van het NOS-journaal. „Peter", herinnert zich Heieen, „zag zijn toekomsti ge tv-kansen scherpere contouren aanne men, toen ik voor Avro's Televizier mini- reportages moest maken in Leiden en omstreken. Daarvoor streek dan een hele tv-ploeg neer in de Hortus of bij de bollen velden en ik kreeg er van Roozen een dag vrij voor. Ook dat was nieuws en dus moest Peter Meijers er een foto van ma ken. Hij week op die dagen niet van mijn zijde, maakte met iedereen die van belang kon zijn uitgebreid kennis, gaf ze gratis fo to-afdrukken met zijn naam en adres erop en had een zeer geraffineerd gevoel voor public relations. Als ik Peter op de tv zie, denk ik wel eens: hij is eeb typisch voor beeld van wat je met doorzettingsvermo gen en veel geduld kunt bereiken. Als Pe ter een vrouw was geweest, dan was hij nu de eerste vrouwelijke hoofdredacteur van een dagblad". Ook Heieen, die de afgelopen jaren een reeks van succesvolle boeken het licht heeft doen zien, wil niet verhelen dat ze aan haar jaren bij de Leidse Courant met heimwee terugdenkt. „Alles wat met stad of regio te maken had, werd zoveel moge lijk persoonlijk benaderd. Ongetwijfeld ligt daar ook de kracht van een regionaal dag blad en naar mijn gevoel zitten we in een tijd waarin we die kracht opnieuw gaan waarderen. De regionale media hebben unieke mogelijkheden om aan te sluiten bij onze directe leefwereld en ik denk dat wij mensen ons meer aangesproken voelfih als de „grote" wereld wordt vertaald aan de hand van hetgeen er in je eigen straat gebeurt dan andersom". Commerciële schaalvergroting en techni sche vernieuwingen hoeven de kleinschali ge, regionale benadering absoluut niet In de weg te staan, meent Heieen van Brus sel en zij verwijst naar de regionale radio en televisie die op komst zijn. Voor veran deringen moeten we niet bang zijn. Dat was Leo Roozen ook niet toen de zelfstan digheid van de Leidse Courant niet langer haalbaar bleek en de fusie met Het Bin nenhof onontkoombaar was geworden. „Waarom zouden wij treuren, laten wij lie ver koekjes eten aldus de heer Roo zen op de dag dat de fusie een feit was geworden en met zijn brede handen scheurde hij de verpakking open van een familie-pak pindakoekjes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 27