h
Geen echte mensen in modieuze zeden-satire
Wie zijn de Arabieren?
?!elt
Het Loo, de Oranjes en de jacht
Jongerenroman
over vrijheidsstrijd
van Papoea's
Klaus Barbie, nas
in dienst van YS
BOEKEN
CeidaeGowicwt
DINSDAG 11 SEPTEMBER 1984 PAGINAJEID.
,DE FEMINIST" VAN MARJAN BERK
Ook Marjan Berk hoort nu he
lemaal thuis in die rij van au
teurs, die op ironische of 'cyni
sche manier het hedendaagse
leven, zoals zich dat dan liefst
in betere Amsterdamse of
Gooise kringen afspeelt, be
schrijven in humoristische
;.v., boeken. Met haar kleine ro-
man „De feminist" zijn we he-
1 lemaal thuis in dat wereldje,
I waar Dimitri Frenkel Frank
II zo succesvol plezier mee
maakt in zijn romans en waar
Marijke Höweling op wat fijn
zinniger manier de stof vond
voor haar drie spitsvondige ro-
,,De feminist" is het verhaal
van een huwelijk in een ge
goede Amsterdamse buurt. Zij
is kostwinner: haar werk als
belangrijke vrouw bij de tele
visie levert het gezinnetje de
voornaamste financiën, die
niet gering zijn. Hij is beel
dend kunstenaar, maar werkt
slechts op maandag, wanneer
hij zijn cartoons en spotpren
ten voor diverse bladen fabri
ceert. Hij is voornamelijk de
huisman, regelt het huishou
den. Telkendage brengt en
haalt hij het jongste kind van
en naar school - en daar ont
staan de problemen.
De jonge moedertjes die daar
hun kroost afleveren zijn niet
veilig voor deze huisman, die
„de feminist" wordt genoemd.
Hij staat alom bekend als de
man die zo voorbeeldig de tra
ditionele rol van de vrouw op
zich genomen heeft en zo heel
normverleggend bezig is in dat
zo gelukkige huwelijk. Na
tuurlijk komt iedereen er op
zeker moment achter dat het
allemaal niet zo best gaat in
dat huwelijk, zelfs de trouwe,
zelfstandige, kostwinnende
echtegenote is tot in haar diep
ste wezen lamgeslagen als de
ware feiten over de huwelijk
strouw en zijn avonturen met
al die moedertjes van haar fe
minist bekend worden.
Crisis!
En crisis is leuk om over te le
zen. Vooral als de verteller
van die ellende in staat is een
luchtige toon aan te slaan, veel
kwinkslagen over die lach
wekkende mannetjes en
vrouwtjes te verspreiden in
zijn relaas. Marjan Berk doet
daar dapper aan mee: ze doet
haar best om de beschrijvin
gen van de bed-avontuurtjes
van de man tot heel veel hila
riteit te voeren, ze laat niet af
met meewarigheid en spot de
eenzame vrouwtjes (die ieder
op eigen manier zijn losge
raakt van de wettelijke echt
genoot) uit te beelden: de we
reld van sexuele bevrijding,
huwelijksproblemen, alimen
taties, twee autootjes, bijzonde
re etentjes, wijze homosexue-
len als goeroes, drank natuur
lijk, leegheid en voosheid.
Was het allemaal maar echt
leuk. Echte mensen komen er
in het boekje van Marjan Berk
jammer genoeg niet voor, al
zie je ze al bijna uitgebeeld
door populaire sterren in een
film of televisie-aflevering, zo
clichématig is alles.
De „feminist" is niet veel
meer dan Goois amusement,
waarin niets werkelijks aan de
hand is, omdat het verhaal en
de personen daarin niet meer
zijn dan de vervolgen op al die
verhalen en personen uit boe
ken en columns en leuke stuk
jes of filmpjes van allerlei „hu
moristen". Zij hebben een we
reld geschapen, waarvan je je
afvraagt hoe die kan bestaan.
Hij zal ook wel niet bestaan,
als is het leuk en lucratief om
te blijven doen alsof het wel zo
JAN VERSTAPPEN
Marjan Berk: De Feminist -
roman. Uitgave de Arbei
derspers. Prijs ƒ21,50.
Miek Dorrestein, wier werk in
verscheidene talen is vertaald
en die dan ook internationale
bekendheid geniet, schrijft
veel over derde wereldlanden,
die zij goed kent omdat zij er
lange tijd heeft gewerkt. Toch
zijn haar boeken niet erg
„zwaar". De verhalen beogen
de lezer iets meer aan de weet
te brengen over hoe mensen in
de derde wereld leven, zonder
dat daarbij erg diep wordt ge
gaan.
In haar nieuwste jeudboek
(Ploegsma jongerenroman)
„Vogelvrij verklaard", dat
handelt over de strijd van de
bevolking van West-Irian, het
voormalige Nederlands
Nieuw-Guinea, tegen de Indo
nesische onderdrukking, is dat
wel even anders. Dit is een
pittig, bepaald niet oppervlak
kig boek met een duidelijk po
litieke lading, bestemd voor
kinderen vanaf 14 jaar. Een
heel wat minder vrijblijvend
werkje dus dan de eerdere
boeken van Miek Dorrestein.
Het verhaal is ontleend aan de
werkelijkheid en ontstond na
een tocht, die de schrijfster in
het recente verleden door
West-Irian maakte en waar
voor zij een reisbeurs kreeg
van de Stichting Fonds voor
de Letteren.
Hoofdpersoon in het boek is de
jongen Bertos, zoon van een
Nederlandse vader en een Pa-
poease moeder. Bertos zou zijn
vader graag eens ontmoeten
en met hem praten. Zijn moe
der had deze Nederlandse man
zestien jaar geleden leren ken
nen, maar nog voordat Bertos
werd geboren was hij alweer
naar zijn vaderland vertrok
ken. Vooral nu Bertos wat ou
der is, wordt hét verlangen
naar zijn vader steeds groter.
Bertos zou zijn vader een brief
willen schrijven, waarin hij
hem behalve om een foto zou
vragen om geld. Daarmee zou
den wapens gekocht kunnen
worden, om mee te vechten te
gen de overheersers en onder
drukkers. De mensen van het
verzet, de OPM (Beweging
voor een Vrij Papoea), wan
trouwen Bertos, die immers
een zoon van een Papoease
moeder en een Nederlandse
vader is. Nederland had de
Papoea's immers onafhanke
lijkheid beloofd. En wat was
daarvan terechtgekomen? Ber
tos meent, dat wanneer hij
eenmaal maar wapens heeft,
hij wel zal worden geloofd.
Eerder dan hij dacht komt de
jongen in aanraking met het
verzet en met de vijand. Hij
merkt hoe machteloos de ver
zetsstrijders zijn. Niemand
Miek
Dorrestein
Vogelvrij
verklaard
helpt hen, zij staan alleen. De
hele wereld heeft het volk van
de Papoea's vogelvrij ver
klaard.
„Vogelvrij Verklaard" is een
^jannend boek, dat een duide
lijk beeld schetst van de wan
hopige machteloosheid van de
Papoea's en hun verzetsstrij
ders en het schrijndende on
recht dat hen wordt aange
daan. Jammer is, dat de infor
matie over de geschiedenis
van West-Irian als nawoord in
het boek is opgenomen. Zinni
ger zou wellicht zijn geweest,
wanneer het boek daarmee
zou zijn geopend. Immers: de
gebeurtenissen in het verhaal
zijn een direct voortvloeisel
van die geschiedenis.
LEO HENNY
Miek Dorrestein: Vogelvrij
verklaard; uitgeverij:
Ploegsma; roman, bestemd
voor jongeren vanaf 14 jaar;
paperback, 128 bladzijden;
prijs: 18,90.
Grimm-sprookjes
prachtig
geïllustreerd
Aan de enorme hoeveelheid
sprookjesboeken is er weer
een toegevoegd: „Assepoester",
uitgegeven door Lemniscaat.
Het boek bevat de vijf meest
bekende sprookjes van
Grimm: Assepoester, Rood
kapje, Doornroosje, Het dappe
re snijdertje en Hans en Griet
je. Op de kaft van het boek
prijkt niet de naam van de
schrijver, maar die van degene
die deze klassieke, overbeken
de sprookjes een extra dimen
sie gaf door zijn prachtige te
keningen: de Deen Svend
Otto. Dit sprookjesboek is dus
in de eerste plaats een pren
tenboek. De prachtige kleu
rentekeningen van deze kuns
tenaar hebben de oude sprook
jes werkelijk nieuw leven in
geblazen. Alle platen, die uit-
Tekening van Svend Otto bij het verhaal Assepoester.
stekend bij de heldere tekst
aansluiten, bruisen van het le
ven en zijn zonder uitzonde
ring zeer expressief. Het is een
voorleesboek zonder weerga
grotere kinderen kunnen
het natuurlijk ook zelf lezen
dat de kinderen de verhalen
dankzij deze illustraties bijna
als in een film laat meebele
ven. De prijs van deze mooie
uitgave is bepaald niet te hoog.
LEO HENNY
Svend Otto: Assepoester; uit
geverij: Lemniscaat; Neder
landse bewerking: L.M. Nis-
kos, 128 bladzijden, gebon
den; prijs: 24,50.
De verhouding tussen Arabie
ren en Europeanen is sinds de
verbreiding van de islam pro
blematisch geweest. Dit is een
vrij algemeen voorkomende
toestand tussen naburige vol
keren, die op religieus, sociaal
en kultureel gebied sterk van
elkaar verschillen. Sinds de
oliecrisis van 1973 hebben de
Arabische olieproducerende
landen, in het bijzonder Saoe-
di-Arabië, zich ontwikkeld tot
een groot financieel imperium,
dat een grote invloed heeft in
de westérse economieën. De
sterk toegenomen (handels
contacten tussen West-Europa
en de Arabische landen is ge
paard gegaan met een nieuwe
belangstelling voor de Arabi
sche wereld en heeft bij me
nigeen de vraag opgeroepen of
een Euro-Arabische samen
werking tot de mogelijkheden
behoort. Weliswaar bestaat er
sinds 1974 een Euro-Arabische
dialoog, maar die is tot nu toe
blijven steken op het schimmi
ge niveau van vage verklarin
gen, waarin beide partijen
slechts hun goede bedoelingen
kenbaar hebben gemaakt.
De bijzonder snelle verbrei
ding van de islam gedurende
de zevende en achtste eeuw
hebben bij ons het beeld opge
roepen van de Arabier als een
woeste veroveraar, die met ge
weld zijn religie aan de onder
worpen volkeren opdringt.
Gedeeltelijk kan deze beeld
vorming met historische feiten
worden gestaafd, gedeeltelijk
is het een overdreven voor
stelling van een volk, dat in
velerlei opzichten sterk ver
schilt van het onze en daarom
maar al te gemakkelijk als vij
andig wordt bestempeld.
Een zelfde soort voorstelling
zouden de Arabieren mutatis
mutandis van de Europeanen
kunnen hebben. Immers, de
Kruistochten, die in onze ogen
misschien gerechtvaardigd
waren omdat het Heilige Land
was ingenomen door moslims,
waren in feite veroveringsoor
logen en hebben hun sporen
nagelaten op de verhouding
tussen Europa en Arabië.
Nadat vanaf de vijftiende
eeuw een betrekkelijk kleine
Turkse stam, de Ottomanen,
geleidelijk aan militaire macht
wonnen en uiteindelijk het Ot
tomaanse Rijk vestigden,
waarin behalve de Arabische
wereld ook delen van Europa
waren opgenomen, kon het
beeld van de moslim als ver
overaar gemakkelijk opnieuw
bevestigd worden. De ineen
storting van het Turkse Rijk
tijdens de Eerste Wereldoorlog
en de „balkanisering" van het
Midden-Oosten in 1920 door
de Westeuropese koloniale
machten (Engeland en Frank
rijk) hebben op hun beurt
weer vergaande gevolgen ge
had. De opdeling door Enge
land en Frankrijk van het
Midden-Oosten in diverse sta
ten wordt door Arabieren
maar al te graag als oorzaak
gezien gezien voor de proble
men, waarmee zij momenteel
te kampen hebben.
In het brandpunt
Juist omdat de Arabische lan
den na de Tweede Wereldoor
log herhaaldelijk in het brand
punt zijn komen te staan van
het wereldgebeuren en dankzij
hun gigantische olievoorraden
en militair strategische ligging
tussen het Oosten en het Wes
ten een steeds belangrijkere
plaats zijn gaan innemen in de
internationale politiek, is de
vraag zeer actueel wie nu ei
genlijk die Arabieren zijn.
De Franse geleerde Maxime
Rodinson, die een uitstekende
reputaie heeft opgebouwd op
het gebied van studies naar de
islam, tracht in zijn boek „De
Arabieren" hierop een ant
woord te geven. Op uiterst be
knopte wijze zet hij uiteen
waar de Arabieren vandaan
komen en waar zij nu worden
aangetroffen, hoe de islam
zich heeft kunnen verbreiden
en waar deze religie nu wordt
beleden, hoe de Arabieren zich
ontwikkelen en waartoe hun
ontwikkeling zou kunnen lei
den.
Rodinson's boek, dat zich door
zijn compacte en analytische
schrijfstijl niet altijd even ge
makkelijk laat lezen, geeft
door zijn brede aanpak toch
een helder inzicht in de diver
se aspecten van de Arabische
wereld. De Arabieren komen
bij hem naar voren als een
volk, dat zelfbewust, maar
vooral de afgelopen decennia
in grote onderlinge onenigheid
verkerend, op zoek is naar een
Arabische eenheid. Een ideo
logische en politieke eenwor
ding, waarover door de Ara
bieren echter meer is gespro
ken dan dat er in de praktijk
iets van is gerealiseerd.
Rodinson's boek wint aan
kwaliteit en geloofwaardig
heid, wanneer hij er op wijst
dat het uitblijven van een Ara
bische eenheid niet te wijten is
aan de gevolgen van de kolo
niale erfenis en de huidige
„imperialistische" machten.
Op pagina 79 van „De Arabie
ren" schrijft hij: „Het imperia
lisme, een echt wezenlijke fac
tor, werd gemythologiseerd en
opgevat als een uniek cen
trum, een soort monsterachti
ge, kwaadaardige persoonlijk
heid die overal haar tentakels
uitstrekte en voortdurend ma
chiavellistische complotten
smeedde tegen de vrijheid en
het geluk van de volken, met
name tegen de totstandkoming
van de Arabische eenheid".
Even verderop komt Rodinson
hierop terug en schrijft: „Een
wijdverbeide Arabische ideo
logische mythe beweert dat
deze eendracht (vorming van
een Arabische natie RK)
voornamelijk door de intriges
van „het imperialisme" wordt
tegengehouden. Dit is onjuist,
ondanks de verantwoordelijk
heid van de Europese mogend
heden bij de opdeling van de
Vruchtbare Halve Maan in
1920" (pagina 98).
Rodinson ziet de Arabieren als
een volk met heel duidelijk
specifieke kenmerken, dat
verenigd is door één religie
(islam), één cultuur en één
taal. Tegelijkertijd signaleert
hij dat het staatsvormingspro
ces in de diverse Arabische
landen al een heel eind is
voortgeschreden, hetgeen tot
een diepe onderlinge ver
deeldheid heeft geleid.
Het is nu nog een open vraag
of het ideaal van de Arabische
eenheid op een mythe zal blij
ken te berusten, of dat de Ara
bieren er uiteindelijk in zullen
slagen om hun gevoelens van
verbondenheid te versterken
in een hechte politieke en eco
nomische samenwerking. Ook
Rodinson durft op deze vraag
nog geen antwoord te geven.
De verdienste van zijn boek is
echter dat hij elementen aan
draagt, die meer inzicht geven
in deze boeiende vraag, die
uiteindelijk alleen door de
Arabieren zelf beantwoord zal
kunnen worden.
RICK KERSJES
Maxime Rodinson, De Ara
bieren. Uitgegeven door Het
Wereldvenster, 125 pagina's,
prijs: ƒ22,70.
Klaus Barbie, tijdens een deel
van de Tweede Wereldoorlog
hoofd van de Gestapo in Lyon,
was na de oorlog een van de
vele oorlogsmisdadigers die in
lucht leken te zijn opgegaan.
Hij werd tot tweemaal toe in
Frankrijk bij verstek ter dood
veroordeeld wegens zijn af
schuwelijke misdaden die hem
de bijnaam „de slager van
Lyon" bezorgden. Hij dook on
der, zoals zovele nazi's, in
Zuid-Amerika, in dit geval in
Bolivia en daar verscheen hij
in een televisiejournaal in ja
nuari 1983. Frankrijk had toen
al verscheidene keren ver
geefs geprobeerd hem uitgele
verd te krijgen. Pas vorig jaar
werd die toestemming ver
leend. Barbie wacht nu op een
nieuwe berechting van andere
misdaden (men kan in Frank
rijk niet tweemaal worden
veroordeeld voor dezelfde mis
daden).
De vraag die bij velen leefde
was: wat deed Barbie in de ja
ren vlak na de oorlog? Er
werd een onderzoek naar in
gesteld waarbij bleek dat hij
een hooggewaardeerd mede
werker was geweest van de
Amerikaanse bezettingstroe
pen in West-Duitsland, in
dienst van de CIC, een inlich
tingendienst die velerlei taken
had. De CIC claimt niet op de
hoogte te zijn geweest van de
gruwelijke misdaden die Bar
bie in Frankrijk op zijn gewe
ten had, al begreep men uiter
aard wel dat ze te maken had
den met een ex-nazi die. en
dat was hun vooral welkom,
goede betrekkingen met in
vloedrijke nazi-kringen had.
Een en ander is uitvoerig uit
de doeken gedaan in het zoge
naamde Ryan-rapport, opge
steld op verzoek van de Ame
rikaanse volksvertegenwoor
diging.
Een van de bronnen voor het
Ryan-rapport was de hoogle
raar in de Duitse taal- en let
terkunde aan de Wayne State
Universiteit, Erhard Dabring-
haus. Hij was vlak na de oor
log o.a. werkzaam in een lei
dinggevende functie van de
CIC en begeleidde Barbie en
Kurt Merk (een voormalig lid
van de Duitse contraspionage)
bij hun werkzaamheden voor
de Amerikanen. Hij was reeds
vrij spoedig op de hoogte van
Barbies misdadig verleden en
gaf dit verscheidene malen
door naar zijn chefs. Daarop is
nooit gereageerd. Toen Fran
sen, op zoek naar oorlogsmis
dadigers, de CIC bezochten en
ook Dabringhaus, kreeg de
laatste opdracht mee te delen
nooit van Barbie te hebben ge
hoord. Kurt Merk overleed la
ter, naar Dabringhaus' over
tuiging uit de weg geruipIDEE
ijtwikk
lijden
vermoedelijk op last
bie die in Merk een gett
over zijn verleden zag. M
omdat het Ryan-rapport
volledig zou zijn, heeft
bringhaus nu een boek
schreven over zijn betrekt 1
gen tot Barbie.
Het werkje is in vertaling
schenen bij een Nederlan
uitgever en zou moeten le
als een roman. Helaas
een produkt dat alle kenmï
ken van geweldige haast
ruir
bot
vooi
ïgen
n d€
armee
van
de c
toont en daarnaast-heeft ^hof
te kc
van
slag
bringhaus blijkbaar vergeï
zijn gegevens en herinnei
gen eerst te sorteren, zodat
boek een wat moeilijk te
gen aaneenschakeling
gsprekken, beschouwingen! -
beschrijvingen,
klaagt de CIC aan op het
dat deze, volgens hem, wel
gelijk geweten moet heb
welk een misdadiger Bai
was en dat men deze bevi ULKE
uit handen van de Franiwonei
heeft gehouden. Het
dert hem dan ook niet dat
brieven en rapporten die
over Barbies verleden i
diensttijd schreef nooit
water zijn gekomen. De
spreekt vloeiend Duits,
trouwd met een Belgische^
kan daardoor de situatie f
Duitsland vlak
goed beoordelen. Hij wijt 5
gang van zaken 0;a.
feit dat de CIC een amateu d
tisch werkende organis we
was, in tegenstelling tot de
stekende Britse geheime di
sten, dat de leden ervan Affliwank
rikanen waren die na deoopburgs
log naar Europa waren h op 1
stuurd en geen enkele histotenpad
sche achtergrond ten aa
Duitsland hadden
dscoi
ten
de i
daden, en aan het feit dat
een grote achterdocht bij
Amerikanen heerste met
trekking tot de andere b(
tingsmogendheden.
komt dan het spook
dat i
dat alles geoorloofd leek
meer te weten te komen
mogelijk communistische ii
traties. Men was er blijkh
ook van overtuigd dat Fra^
rijks politiek destijds voor t
groot deel werd bepaald dlTI]!
het communisme.
Oninteressant is het boek
ker niet, het is alleen jamr(
dat het nogal gammel i
bouw is en daardoor soms vi
warrend. Daar tegenover stl
dat de prijs laag is. n.
JAN LOUW£terw'
Klaus Barbie, een
dienst van de VS, door
hard Dabringhaus. Uitgefch. V
rij Battel jee Terps gul
Leiden. Paperback, 182 p: ij var
na. Prijs 19,90.
n. In
Nu Paleis Het Loo in Apel
doorn 4s opengesteld voor het
publiek ligt het voor de
hand, dat er ook een of meer
boeken verschijnen over dit
slot, dat immers kan bogen
op een, misschien niet rijke
dan toch wel lange geschie
denis.
„Het Loo, de Oranjes en de
jacht" is zo'n boek, maar het
is wel in het bijzonder be
stemd voor hen, die gevoe
lens van opwinding onder
vinden als ze een mooi edel
hert of een vluchtende haas
voor de geweerloop krijgen
en dan nog weten te raken
ook. De jacht is namelijk het
centrale thema van dit boek.
Geen toeval, want Het Loo
werd driehonderd jaar gele
den gebouwd als een jacht
huis, namelijk van stadhou
der Willem III die een harts
tochtelijk jager was en ver
schillende jachtonderkomens
in Nederland had. Toen viel
er nog wild te jagen in ons
land en vooral de Veluwe
was nog een oord waar men
zich kon uitleven.
Er staat in dit boek een kaar
tje van de toestand van de
Veluwe in 1850 en een van
de situatie in 1970: het ver
schil is bijna ongelooflijk.
Waar de oude Vale Ouwe
voornamelijk een heidege
bied was, daar was het tien
jaar geleden vrijwel een en
al bos, grenzend aan uit de
kluiten gewassen dorpen en
steden. Er is overigens op die
laatste kaart nog aardig wat
hei ingetekend en dat is dan
ook vijftien jaar geleden: de
zure regen slaat op het ogen
blik hard toe om ook de laat
ste hei te laten overwoeke
ren door saai, hoog oprijzend
gras.
De schrijfster van het boek is
Louise van Everdingen en zij
moet het niet gemakkelijk
hebben gehad, want ze deed
het met bijstand en ongetwij
feld onder een streng toe
ziend oog van een redactie
commissie van elf deskundi
gen. Dat legertje moet in
vloed hebben gehad op de
inhoud, die bepaald niet als
een boeiende geschiedschrij
ving leest. Teveel eerbied
voor iedereen die met Het
Loo te maken heeft gehad en
te veel achting voor het
jachtgebeuren leidden ertoe,
dat elke Oranje die ter spra
ke komt niet gewoon zijn
plicht doet, maar zijn voor
beeldige plicht, niet begaafd
is, maar uiterst begaafd, niet
slechts toegewijd, maar uiter
mate toegewijd en zelfs niet
gewoon verdrinkt, maar
„door de verdrinkingsdood
om het leven kwam". Kort
om: de ietwat plechtstatige
woordkeus van het oude ge
schiedenisboekje.
Wie dat niet hinderlijk vindt,
kan een schat van gegevens
over de jachtsloten in ons
land vinden. Ligt uiteraard
de klemtoon op Het Loo, ook
andere jachtonderkomens zo
als Zuylëstein, De Rouwen-
berg, Soestdijk, De Cruyt-
berg, Coldenhove, Dieren en
andere komen vrij uitvoerig
ter sprake. Prinses Mary II
Stuart (op 15-jarige leeftijd
gehuwd met Willem III,
waardoor deze later ook ko
ning van Engeland zou wor
den) vond in Het Hof te Die
ren meer comfort dan later
op Hampton Court, vermeldt
de schrijfster. Het is een van
de te weinig voorkomende
aardige, wat persoonlijk ge
tinte opmerkingen in dit
boek. Zoals over hetzelfde
Dieren zo'n aanhaling uit de
huisvoorschriften dat het
beddegoed van de pikeurs en
verder stalpersoneel verre
van uitbundig was: koetsiers
en palfreniers hadden met
hun vieren twee matrassen,
twee dekens en twee hoofd-
peulens, net als de suiker
bakkers en tafeldekkers. Als
de lezer van het boek er
geen idee van heeft wat een
peul is, dan helpt de schrijf
ster hem-haar niet uit de
droom (onze Van Dale herin
nert eraan dat peul peluw
kussen).
Men vindt uitvoerige be
schrijvingen van de totstand
koming van Het Loo en van
de versierselen die men aan
de buitengevel en binnen
aantrof en/of aantreft. Het
behoeft geen betoog dat de
meeste op de een of andere
manier betrekking hebben
op de jacht in zijn verschil
lende vormen, met daarbij de
onmisbare godin Diana vaak
als middelpunt. De plek voor
Het Loo was zorgvuldig ge
kozen, uiteraard in een ge
bied met wild, maar vooral
ook zodanig gelegen, dat er
altijd op water kon worden
gerekend: onmisbaar voor
man en paard. De Engelse
lijfarts van Willem, Walter
Harris, omschreef het als
„een voortreffelijk jachtge
bied. Er is een overvloed aan
wild, zoals herten, enkele
reeën, wilde zwijnen, vossen,
hazen en hier en daar nog
wolven. Het is eveneens een
uitgelezen terrein voor de
vogeljacht en er is een groot
aantal houtsnippen, patrij
zen, fazanten, enz. Vlak bij
Het Loo is een regierbos voor
de valkenjacht".
De schrijfster beziet driehon
derd jaren Het Loo aan de
hand van de verschillende
opeenvolgende eigenaren tot
aan het huidige tijdstip toe,
waar prins Bernhard als
hartstochtelijk jager veel
heeft gedaan - evenals trou
wens prins Hendrik - om de
terreinen rondom Het Loo in
goede staat te houden of te
brengen. Waarbij zowel de
schrijfster als, in een voor
woord, prins Bernhard zelf
er de nadruk op legt en ook
nader verklaart, dat de jacht
Lodewijk Napoleon verbouwde Het Loo en wijzigde het In Franse trant door o.a. de bakstenen te
laten bepleisteren en de gevel te laten voorzien van empire-vensters. De tuin werd naar Engels
voorbeeld aangepast.
de laatste tijd niet meer de
zelfde is van vroeger: de op
vattingen ten aanzien van de
weidelijkheid hebben zich in
een eeuw grondig veranderd.
Het boek is bijzonder fraai
uitgegeven en bevat een
schat aan afbeeldingen van
schilderijen, plattegronden,
portretten en foto's betrek
king hebben op de jacht, Het
Loo en de Oranjes. De rijke-
uitgave was mede mogelijk
door financiële steun van en
kele fondsen en de Kon.
Ned. Jagers Vereniging. On
getwijfeld is dit boek voor
elke sportjager een must, zo
als het dat ook is voor ieder
een die zich een overzicht
wenst van de geschiedenis
van Het Loo.
JAN LOUWEN
Het Loo, de Oranjes en de
jacht, door Louise van Ever-
dingen. Uitg.Joh.Enschedé
en Zonen, Haarlem, 176 blz.,
prijs ƒ49,50.
Voetbal-
werkboek:
aansporing to
zelf-initiatief
De sportjournalist Dick
Gangelen heeft een allen
digst boekwerk samengei
voor de jeugd getiteld
balwerkboek 84/85". Hi
vertelt Dick Schoenaker
Ajax over zijn loopbaan er
ven tien bekende andere t
bailers tips op welke w
eventueel de top zou kunpi
worden behaald. Het
werk, dat een inleiding
van Hans Kraay, spoort
jeugdige lezer ook aan tot
initiatief. Er zijn pagina's
vaardigd, waarop de
voetbalontwikkeling kan
den bijgehouden. Verder
er tips in over training (de
middels befaamde kapbe
gingen van Wiel Coerverl
wetenswaardigheden
nationale en internatioi
voetbal. Het boek is rijke
voorzien van illustraties, zo
foto's als karikaturen (van
van Haasteren). Absoluut
loos zijn de spelerslijsten
de betaalde clubs
land. Die dateren 1
rig seizoen. Deze illusti
overigens wel hoe veel
één zomer kan veranderen
de Nederlandse clubs.
FRANS LEERMAKJn
Twe<
adel ij
it we
het si
r JL
«Seen
Tt a",
be
id IJ
tneir
Voetbalwerkboek 84/85,
mengesteld door Dick
Gangelen; uitgave van 1
Uitgeversmaatschappij
vier; prijs 16,90.
iwer
aanl
di
n hel
t lan