h Geen echte mensen in modieuze zeden-satire Wie zijn de Arabieren? ?!elt Het Loo, de Oranjes en de jacht Jongerenroman over vrijheidsstrijd van Papoea's Klaus Barbie, nas in dienst van YS BOEKEN CeidaeGowicwt DINSDAG 11 SEPTEMBER 1984 PAGINAJEID. ,DE FEMINIST" VAN MARJAN BERK Ook Marjan Berk hoort nu he lemaal thuis in die rij van au teurs, die op ironische of 'cyni sche manier het hedendaagse leven, zoals zich dat dan liefst in betere Amsterdamse of Gooise kringen afspeelt, be schrijven in humoristische ;.v., boeken. Met haar kleine ro- man „De feminist" zijn we he- 1 lemaal thuis in dat wereldje, I waar Dimitri Frenkel Frank II zo succesvol plezier mee maakt in zijn romans en waar Marijke Höweling op wat fijn zinniger manier de stof vond voor haar drie spitsvondige ro- ,,De feminist" is het verhaal van een huwelijk in een ge goede Amsterdamse buurt. Zij is kostwinner: haar werk als belangrijke vrouw bij de tele visie levert het gezinnetje de voornaamste financiën, die niet gering zijn. Hij is beel dend kunstenaar, maar werkt slechts op maandag, wanneer hij zijn cartoons en spotpren ten voor diverse bladen fabri ceert. Hij is voornamelijk de huisman, regelt het huishou den. Telkendage brengt en haalt hij het jongste kind van en naar school - en daar ont staan de problemen. De jonge moedertjes die daar hun kroost afleveren zijn niet veilig voor deze huisman, die „de feminist" wordt genoemd. Hij staat alom bekend als de man die zo voorbeeldig de tra ditionele rol van de vrouw op zich genomen heeft en zo heel normverleggend bezig is in dat zo gelukkige huwelijk. Na tuurlijk komt iedereen er op zeker moment achter dat het allemaal niet zo best gaat in dat huwelijk, zelfs de trouwe, zelfstandige, kostwinnende echtegenote is tot in haar diep ste wezen lamgeslagen als de ware feiten over de huwelijk strouw en zijn avonturen met al die moedertjes van haar fe minist bekend worden. Crisis! En crisis is leuk om over te le zen. Vooral als de verteller van die ellende in staat is een luchtige toon aan te slaan, veel kwinkslagen over die lach wekkende mannetjes en vrouwtjes te verspreiden in zijn relaas. Marjan Berk doet daar dapper aan mee: ze doet haar best om de beschrijvin gen van de bed-avontuurtjes van de man tot heel veel hila riteit te voeren, ze laat niet af met meewarigheid en spot de eenzame vrouwtjes (die ieder op eigen manier zijn losge raakt van de wettelijke echt genoot) uit te beelden: de we reld van sexuele bevrijding, huwelijksproblemen, alimen taties, twee autootjes, bijzonde re etentjes, wijze homosexue- len als goeroes, drank natuur lijk, leegheid en voosheid. Was het allemaal maar echt leuk. Echte mensen komen er in het boekje van Marjan Berk jammer genoeg niet voor, al zie je ze al bijna uitgebeeld door populaire sterren in een film of televisie-aflevering, zo clichématig is alles. De „feminist" is niet veel meer dan Goois amusement, waarin niets werkelijks aan de hand is, omdat het verhaal en de personen daarin niet meer zijn dan de vervolgen op al die verhalen en personen uit boe ken en columns en leuke stuk jes of filmpjes van allerlei „hu moristen". Zij hebben een we reld geschapen, waarvan je je afvraagt hoe die kan bestaan. Hij zal ook wel niet bestaan, als is het leuk en lucratief om te blijven doen alsof het wel zo JAN VERSTAPPEN Marjan Berk: De Feminist - roman. Uitgave de Arbei derspers. Prijs ƒ21,50. Miek Dorrestein, wier werk in verscheidene talen is vertaald en die dan ook internationale bekendheid geniet, schrijft veel over derde wereldlanden, die zij goed kent omdat zij er lange tijd heeft gewerkt. Toch zijn haar boeken niet erg „zwaar". De verhalen beogen de lezer iets meer aan de weet te brengen over hoe mensen in de derde wereld leven, zonder dat daarbij erg diep wordt ge gaan. In haar nieuwste jeudboek (Ploegsma jongerenroman) „Vogelvrij verklaard", dat handelt over de strijd van de bevolking van West-Irian, het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea, tegen de Indo nesische onderdrukking, is dat wel even anders. Dit is een pittig, bepaald niet oppervlak kig boek met een duidelijk po litieke lading, bestemd voor kinderen vanaf 14 jaar. Een heel wat minder vrijblijvend werkje dus dan de eerdere boeken van Miek Dorrestein. Het verhaal is ontleend aan de werkelijkheid en ontstond na een tocht, die de schrijfster in het recente verleden door West-Irian maakte en waar voor zij een reisbeurs kreeg van de Stichting Fonds voor de Letteren. Hoofdpersoon in het boek is de jongen Bertos, zoon van een Nederlandse vader en een Pa- poease moeder. Bertos zou zijn vader graag eens ontmoeten en met hem praten. Zijn moe der had deze Nederlandse man zestien jaar geleden leren ken nen, maar nog voordat Bertos werd geboren was hij alweer naar zijn vaderland vertrok ken. Vooral nu Bertos wat ou der is, wordt hét verlangen naar zijn vader steeds groter. Bertos zou zijn vader een brief willen schrijven, waarin hij hem behalve om een foto zou vragen om geld. Daarmee zou den wapens gekocht kunnen worden, om mee te vechten te gen de overheersers en onder drukkers. De mensen van het verzet, de OPM (Beweging voor een Vrij Papoea), wan trouwen Bertos, die immers een zoon van een Papoease moeder en een Nederlandse vader is. Nederland had de Papoea's immers onafhanke lijkheid beloofd. En wat was daarvan terechtgekomen? Ber tos meent, dat wanneer hij eenmaal maar wapens heeft, hij wel zal worden geloofd. Eerder dan hij dacht komt de jongen in aanraking met het verzet en met de vijand. Hij merkt hoe machteloos de ver zetsstrijders zijn. Niemand Miek Dorrestein Vogelvrij verklaard helpt hen, zij staan alleen. De hele wereld heeft het volk van de Papoea's vogelvrij ver klaard. „Vogelvrij Verklaard" is een ^jannend boek, dat een duide lijk beeld schetst van de wan hopige machteloosheid van de Papoea's en hun verzetsstrij ders en het schrijndende on recht dat hen wordt aange daan. Jammer is, dat de infor matie over de geschiedenis van West-Irian als nawoord in het boek is opgenomen. Zinni ger zou wellicht zijn geweest, wanneer het boek daarmee zou zijn geopend. Immers: de gebeurtenissen in het verhaal zijn een direct voortvloeisel van die geschiedenis. LEO HENNY Miek Dorrestein: Vogelvrij verklaard; uitgeverij: Ploegsma; roman, bestemd voor jongeren vanaf 14 jaar; paperback, 128 bladzijden; prijs: 18,90. Grimm-sprookjes prachtig geïllustreerd Aan de enorme hoeveelheid sprookjesboeken is er weer een toegevoegd: „Assepoester", uitgegeven door Lemniscaat. Het boek bevat de vijf meest bekende sprookjes van Grimm: Assepoester, Rood kapje, Doornroosje, Het dappe re snijdertje en Hans en Griet je. Op de kaft van het boek prijkt niet de naam van de schrijver, maar die van degene die deze klassieke, overbeken de sprookjes een extra dimen sie gaf door zijn prachtige te keningen: de Deen Svend Otto. Dit sprookjesboek is dus in de eerste plaats een pren tenboek. De prachtige kleu rentekeningen van deze kuns tenaar hebben de oude sprook jes werkelijk nieuw leven in geblazen. Alle platen, die uit- Tekening van Svend Otto bij het verhaal Assepoester. stekend bij de heldere tekst aansluiten, bruisen van het le ven en zijn zonder uitzonde ring zeer expressief. Het is een voorleesboek zonder weerga grotere kinderen kunnen het natuurlijk ook zelf lezen dat de kinderen de verhalen dankzij deze illustraties bijna als in een film laat meebele ven. De prijs van deze mooie uitgave is bepaald niet te hoog. LEO HENNY Svend Otto: Assepoester; uit geverij: Lemniscaat; Neder landse bewerking: L.M. Nis- kos, 128 bladzijden, gebon den; prijs: 24,50. De verhouding tussen Arabie ren en Europeanen is sinds de verbreiding van de islam pro blematisch geweest. Dit is een vrij algemeen voorkomende toestand tussen naburige vol keren, die op religieus, sociaal en kultureel gebied sterk van elkaar verschillen. Sinds de oliecrisis van 1973 hebben de Arabische olieproducerende landen, in het bijzonder Saoe- di-Arabië, zich ontwikkeld tot een groot financieel imperium, dat een grote invloed heeft in de westérse economieën. De sterk toegenomen (handels contacten tussen West-Europa en de Arabische landen is ge paard gegaan met een nieuwe belangstelling voor de Arabi sche wereld en heeft bij me nigeen de vraag opgeroepen of een Euro-Arabische samen werking tot de mogelijkheden behoort. Weliswaar bestaat er sinds 1974 een Euro-Arabische dialoog, maar die is tot nu toe blijven steken op het schimmi ge niveau van vage verklarin gen, waarin beide partijen slechts hun goede bedoelingen kenbaar hebben gemaakt. De bijzonder snelle verbrei ding van de islam gedurende de zevende en achtste eeuw hebben bij ons het beeld opge roepen van de Arabier als een woeste veroveraar, die met ge weld zijn religie aan de onder worpen volkeren opdringt. Gedeeltelijk kan deze beeld vorming met historische feiten worden gestaafd, gedeeltelijk is het een overdreven voor stelling van een volk, dat in velerlei opzichten sterk ver schilt van het onze en daarom maar al te gemakkelijk als vij andig wordt bestempeld. Een zelfde soort voorstelling zouden de Arabieren mutatis mutandis van de Europeanen kunnen hebben. Immers, de Kruistochten, die in onze ogen misschien gerechtvaardigd waren omdat het Heilige Land was ingenomen door moslims, waren in feite veroveringsoor logen en hebben hun sporen nagelaten op de verhouding tussen Europa en Arabië. Nadat vanaf de vijftiende eeuw een betrekkelijk kleine Turkse stam, de Ottomanen, geleidelijk aan militaire macht wonnen en uiteindelijk het Ot tomaanse Rijk vestigden, waarin behalve de Arabische wereld ook delen van Europa waren opgenomen, kon het beeld van de moslim als ver overaar gemakkelijk opnieuw bevestigd worden. De ineen storting van het Turkse Rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog en de „balkanisering" van het Midden-Oosten in 1920 door de Westeuropese koloniale machten (Engeland en Frank rijk) hebben op hun beurt weer vergaande gevolgen ge had. De opdeling door Enge land en Frankrijk van het Midden-Oosten in diverse sta ten wordt door Arabieren maar al te graag als oorzaak gezien gezien voor de proble men, waarmee zij momenteel te kampen hebben. In het brandpunt Juist omdat de Arabische lan den na de Tweede Wereldoor log herhaaldelijk in het brand punt zijn komen te staan van het wereldgebeuren en dankzij hun gigantische olievoorraden en militair strategische ligging tussen het Oosten en het Wes ten een steeds belangrijkere plaats zijn gaan innemen in de internationale politiek, is de vraag zeer actueel wie nu ei genlijk die Arabieren zijn. De Franse geleerde Maxime Rodinson, die een uitstekende reputaie heeft opgebouwd op het gebied van studies naar de islam, tracht in zijn boek „De Arabieren" hierop een ant woord te geven. Op uiterst be knopte wijze zet hij uiteen waar de Arabieren vandaan komen en waar zij nu worden aangetroffen, hoe de islam zich heeft kunnen verbreiden en waar deze religie nu wordt beleden, hoe de Arabieren zich ontwikkelen en waartoe hun ontwikkeling zou kunnen lei den. Rodinson's boek, dat zich door zijn compacte en analytische schrijfstijl niet altijd even ge makkelijk laat lezen, geeft door zijn brede aanpak toch een helder inzicht in de diver se aspecten van de Arabische wereld. De Arabieren komen bij hem naar voren als een volk, dat zelfbewust, maar vooral de afgelopen decennia in grote onderlinge onenigheid verkerend, op zoek is naar een Arabische eenheid. Een ideo logische en politieke eenwor ding, waarover door de Ara bieren echter meer is gespro ken dan dat er in de praktijk iets van is gerealiseerd. Rodinson's boek wint aan kwaliteit en geloofwaardig heid, wanneer hij er op wijst dat het uitblijven van een Ara bische eenheid niet te wijten is aan de gevolgen van de kolo niale erfenis en de huidige „imperialistische" machten. Op pagina 79 van „De Arabie ren" schrijft hij: „Het imperia lisme, een echt wezenlijke fac tor, werd gemythologiseerd en opgevat als een uniek cen trum, een soort monsterachti ge, kwaadaardige persoonlijk heid die overal haar tentakels uitstrekte en voortdurend ma chiavellistische complotten smeedde tegen de vrijheid en het geluk van de volken, met name tegen de totstandkoming van de Arabische eenheid". Even verderop komt Rodinson hierop terug en schrijft: „Een wijdverbeide Arabische ideo logische mythe beweert dat deze eendracht (vorming van een Arabische natie RK) voornamelijk door de intriges van „het imperialisme" wordt tegengehouden. Dit is onjuist, ondanks de verantwoordelijk heid van de Europese mogend heden bij de opdeling van de Vruchtbare Halve Maan in 1920" (pagina 98). Rodinson ziet de Arabieren als een volk met heel duidelijk specifieke kenmerken, dat verenigd is door één religie (islam), één cultuur en één taal. Tegelijkertijd signaleert hij dat het staatsvormingspro ces in de diverse Arabische landen al een heel eind is voortgeschreden, hetgeen tot een diepe onderlinge ver deeldheid heeft geleid. Het is nu nog een open vraag of het ideaal van de Arabische eenheid op een mythe zal blij ken te berusten, of dat de Ara bieren er uiteindelijk in zullen slagen om hun gevoelens van verbondenheid te versterken in een hechte politieke en eco nomische samenwerking. Ook Rodinson durft op deze vraag nog geen antwoord te geven. De verdienste van zijn boek is echter dat hij elementen aan draagt, die meer inzicht geven in deze boeiende vraag, die uiteindelijk alleen door de Arabieren zelf beantwoord zal kunnen worden. RICK KERSJES Maxime Rodinson, De Ara bieren. Uitgegeven door Het Wereldvenster, 125 pagina's, prijs: ƒ22,70. Klaus Barbie, tijdens een deel van de Tweede Wereldoorlog hoofd van de Gestapo in Lyon, was na de oorlog een van de vele oorlogsmisdadigers die in lucht leken te zijn opgegaan. Hij werd tot tweemaal toe in Frankrijk bij verstek ter dood veroordeeld wegens zijn af schuwelijke misdaden die hem de bijnaam „de slager van Lyon" bezorgden. Hij dook on der, zoals zovele nazi's, in Zuid-Amerika, in dit geval in Bolivia en daar verscheen hij in een televisiejournaal in ja nuari 1983. Frankrijk had toen al verscheidene keren ver geefs geprobeerd hem uitgele verd te krijgen. Pas vorig jaar werd die toestemming ver leend. Barbie wacht nu op een nieuwe berechting van andere misdaden (men kan in Frank rijk niet tweemaal worden veroordeeld voor dezelfde mis daden). De vraag die bij velen leefde was: wat deed Barbie in de ja ren vlak na de oorlog? Er werd een onderzoek naar in gesteld waarbij bleek dat hij een hooggewaardeerd mede werker was geweest van de Amerikaanse bezettingstroe pen in West-Duitsland, in dienst van de CIC, een inlich tingendienst die velerlei taken had. De CIC claimt niet op de hoogte te zijn geweest van de gruwelijke misdaden die Bar bie in Frankrijk op zijn gewe ten had, al begreep men uiter aard wel dat ze te maken had den met een ex-nazi die. en dat was hun vooral welkom, goede betrekkingen met in vloedrijke nazi-kringen had. Een en ander is uitvoerig uit de doeken gedaan in het zoge naamde Ryan-rapport, opge steld op verzoek van de Ame rikaanse volksvertegenwoor diging. Een van de bronnen voor het Ryan-rapport was de hoogle raar in de Duitse taal- en let terkunde aan de Wayne State Universiteit, Erhard Dabring- haus. Hij was vlak na de oor log o.a. werkzaam in een lei dinggevende functie van de CIC en begeleidde Barbie en Kurt Merk (een voormalig lid van de Duitse contraspionage) bij hun werkzaamheden voor de Amerikanen. Hij was reeds vrij spoedig op de hoogte van Barbies misdadig verleden en gaf dit verscheidene malen door naar zijn chefs. Daarop is nooit gereageerd. Toen Fran sen, op zoek naar oorlogsmis dadigers, de CIC bezochten en ook Dabringhaus, kreeg de laatste opdracht mee te delen nooit van Barbie te hebben ge hoord. Kurt Merk overleed la ter, naar Dabringhaus' over tuiging uit de weg geruipIDEE ijtwikk lijden vermoedelijk op last bie die in Merk een gett over zijn verleden zag. M omdat het Ryan-rapport volledig zou zijn, heeft bringhaus nu een boek schreven over zijn betrekt 1 gen tot Barbie. Het werkje is in vertaling schenen bij een Nederlan uitgever en zou moeten le als een roman. Helaas een produkt dat alle kenmï ken van geweldige haast ruir bot vooi ïgen n d€ armee van de c toont en daarnaast-heeft ^hof te kc van slag bringhaus blijkbaar vergeï zijn gegevens en herinnei gen eerst te sorteren, zodat boek een wat moeilijk te gen aaneenschakeling gsprekken, beschouwingen! - beschrijvingen, klaagt de CIC aan op het dat deze, volgens hem, wel gelijk geweten moet heb welk een misdadiger Bai was en dat men deze bevi ULKE uit handen van de Franiwonei heeft gehouden. Het dert hem dan ook niet dat brieven en rapporten die over Barbies verleden i diensttijd schreef nooit water zijn gekomen. De spreekt vloeiend Duits, trouwd met een Belgische^ kan daardoor de situatie f Duitsland vlak goed beoordelen. Hij wijt 5 gang van zaken 0;a. feit dat de CIC een amateu d tisch werkende organis we was, in tegenstelling tot de stekende Britse geheime di sten, dat de leden ervan Affliwank rikanen waren die na deoopburgs log naar Europa waren h op 1 stuurd en geen enkele histotenpad sche achtergrond ten aa Duitsland hadden dscoi ten de i daden, en aan het feit dat een grote achterdocht bij Amerikanen heerste met trekking tot de andere b( tingsmogendheden. komt dan het spook dat i dat alles geoorloofd leek meer te weten te komen mogelijk communistische ii traties. Men was er blijkh ook van overtuigd dat Fra^ rijks politiek destijds voor t groot deel werd bepaald dlTI]! het communisme. Oninteressant is het boek ker niet, het is alleen jamr( dat het nogal gammel i bouw is en daardoor soms vi warrend. Daar tegenover stl dat de prijs laag is. n. JAN LOUW£terw' Klaus Barbie, een dienst van de VS, door hard Dabringhaus. Uitgefch. V rij Battel jee Terps gul Leiden. Paperback, 182 p: ij var na. Prijs 19,90. n. In Nu Paleis Het Loo in Apel doorn 4s opengesteld voor het publiek ligt het voor de hand, dat er ook een of meer boeken verschijnen over dit slot, dat immers kan bogen op een, misschien niet rijke dan toch wel lange geschie denis. „Het Loo, de Oranjes en de jacht" is zo'n boek, maar het is wel in het bijzonder be stemd voor hen, die gevoe lens van opwinding onder vinden als ze een mooi edel hert of een vluchtende haas voor de geweerloop krijgen en dan nog weten te raken ook. De jacht is namelijk het centrale thema van dit boek. Geen toeval, want Het Loo werd driehonderd jaar gele den gebouwd als een jacht huis, namelijk van stadhou der Willem III die een harts tochtelijk jager was en ver schillende jachtonderkomens in Nederland had. Toen viel er nog wild te jagen in ons land en vooral de Veluwe was nog een oord waar men zich kon uitleven. Er staat in dit boek een kaar tje van de toestand van de Veluwe in 1850 en een van de situatie in 1970: het ver schil is bijna ongelooflijk. Waar de oude Vale Ouwe voornamelijk een heidege bied was, daar was het tien jaar geleden vrijwel een en al bos, grenzend aan uit de kluiten gewassen dorpen en steden. Er is overigens op die laatste kaart nog aardig wat hei ingetekend en dat is dan ook vijftien jaar geleden: de zure regen slaat op het ogen blik hard toe om ook de laat ste hei te laten overwoeke ren door saai, hoog oprijzend gras. De schrijfster van het boek is Louise van Everdingen en zij moet het niet gemakkelijk hebben gehad, want ze deed het met bijstand en ongetwij feld onder een streng toe ziend oog van een redactie commissie van elf deskundi gen. Dat legertje moet in vloed hebben gehad op de inhoud, die bepaald niet als een boeiende geschiedschrij ving leest. Teveel eerbied voor iedereen die met Het Loo te maken heeft gehad en te veel achting voor het jachtgebeuren leidden ertoe, dat elke Oranje die ter spra ke komt niet gewoon zijn plicht doet, maar zijn voor beeldige plicht, niet begaafd is, maar uiterst begaafd, niet slechts toegewijd, maar uiter mate toegewijd en zelfs niet gewoon verdrinkt, maar „door de verdrinkingsdood om het leven kwam". Kort om: de ietwat plechtstatige woordkeus van het oude ge schiedenisboekje. Wie dat niet hinderlijk vindt, kan een schat van gegevens over de jachtsloten in ons land vinden. Ligt uiteraard de klemtoon op Het Loo, ook andere jachtonderkomens zo als Zuylëstein, De Rouwen- berg, Soestdijk, De Cruyt- berg, Coldenhove, Dieren en andere komen vrij uitvoerig ter sprake. Prinses Mary II Stuart (op 15-jarige leeftijd gehuwd met Willem III, waardoor deze later ook ko ning van Engeland zou wor den) vond in Het Hof te Die ren meer comfort dan later op Hampton Court, vermeldt de schrijfster. Het is een van de te weinig voorkomende aardige, wat persoonlijk ge tinte opmerkingen in dit boek. Zoals over hetzelfde Dieren zo'n aanhaling uit de huisvoorschriften dat het beddegoed van de pikeurs en verder stalpersoneel verre van uitbundig was: koetsiers en palfreniers hadden met hun vieren twee matrassen, twee dekens en twee hoofd- peulens, net als de suiker bakkers en tafeldekkers. Als de lezer van het boek er geen idee van heeft wat een peul is, dan helpt de schrijf ster hem-haar niet uit de droom (onze Van Dale herin nert eraan dat peul peluw kussen). Men vindt uitvoerige be schrijvingen van de totstand koming van Het Loo en van de versierselen die men aan de buitengevel en binnen aantrof en/of aantreft. Het behoeft geen betoog dat de meeste op de een of andere manier betrekking hebben op de jacht in zijn verschil lende vormen, met daarbij de onmisbare godin Diana vaak als middelpunt. De plek voor Het Loo was zorgvuldig ge kozen, uiteraard in een ge bied met wild, maar vooral ook zodanig gelegen, dat er altijd op water kon worden gerekend: onmisbaar voor man en paard. De Engelse lijfarts van Willem, Walter Harris, omschreef het als „een voortreffelijk jachtge bied. Er is een overvloed aan wild, zoals herten, enkele reeën, wilde zwijnen, vossen, hazen en hier en daar nog wolven. Het is eveneens een uitgelezen terrein voor de vogeljacht en er is een groot aantal houtsnippen, patrij zen, fazanten, enz. Vlak bij Het Loo is een regierbos voor de valkenjacht". De schrijfster beziet driehon derd jaren Het Loo aan de hand van de verschillende opeenvolgende eigenaren tot aan het huidige tijdstip toe, waar prins Bernhard als hartstochtelijk jager veel heeft gedaan - evenals trou wens prins Hendrik - om de terreinen rondom Het Loo in goede staat te houden of te brengen. Waarbij zowel de schrijfster als, in een voor woord, prins Bernhard zelf er de nadruk op legt en ook nader verklaart, dat de jacht Lodewijk Napoleon verbouwde Het Loo en wijzigde het In Franse trant door o.a. de bakstenen te laten bepleisteren en de gevel te laten voorzien van empire-vensters. De tuin werd naar Engels voorbeeld aangepast. de laatste tijd niet meer de zelfde is van vroeger: de op vattingen ten aanzien van de weidelijkheid hebben zich in een eeuw grondig veranderd. Het boek is bijzonder fraai uitgegeven en bevat een schat aan afbeeldingen van schilderijen, plattegronden, portretten en foto's betrek king hebben op de jacht, Het Loo en de Oranjes. De rijke- uitgave was mede mogelijk door financiële steun van en kele fondsen en de Kon. Ned. Jagers Vereniging. On getwijfeld is dit boek voor elke sportjager een must, zo als het dat ook is voor ieder een die zich een overzicht wenst van de geschiedenis van Het Loo. JAN LOUWEN Het Loo, de Oranjes en de jacht, door Louise van Ever- dingen. Uitg.Joh.Enschedé en Zonen, Haarlem, 176 blz., prijs ƒ49,50. Voetbal- werkboek: aansporing to zelf-initiatief De sportjournalist Dick Gangelen heeft een allen digst boekwerk samengei voor de jeugd getiteld balwerkboek 84/85". Hi vertelt Dick Schoenaker Ajax over zijn loopbaan er ven tien bekende andere t bailers tips op welke w eventueel de top zou kunpi worden behaald. Het werk, dat een inleiding van Hans Kraay, spoort jeugdige lezer ook aan tot initiatief. Er zijn pagina's vaardigd, waarop de voetbalontwikkeling kan den bijgehouden. Verder er tips in over training (de middels befaamde kapbe gingen van Wiel Coerverl wetenswaardigheden nationale en internatioi voetbal. Het boek is rijke voorzien van illustraties, zo foto's als karikaturen (van van Haasteren). Absoluut loos zijn de spelerslijsten de betaalde clubs land. Die dateren 1 rig seizoen. Deze illusti overigens wel hoe veel één zomer kan veranderen de Nederlandse clubs. FRANS LEERMAKJn Twe< adel ij it we het si r JL «Seen Tt a", be id IJ tneir Voetbalwerkboek 84/85, mengesteld door Dick Gangelen; uitgave van 1 Uitgeversmaatschappij vier; prijs 16,90. iwer aanl di n hel t lan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 6