„Bergbeklimmen
is genieten
van je angsten"
7"iQle
£eidóe Qo
niet meer. Het slokt je zo gigantisch
op. Maar ik ga vast nog wel eens
wandelen in Nepal, van de natuur
genieten, lekker rustig. Maar dat ik
de top niet heb beklommen, zal
voor mij geen teleurstelling zijn
hoor. Welnee. Als de expeditie
lukt, heb ik daar enorm veel vol
doening van. De topjongens maken
het altijd, maar de anderen zijn net
zo belangrijk. Kijk. Boven de 8000
meter nemen de problemen one
venredig toe. Je kunt zonder zuur
stof naar de top, zoals de groep wil
de die nu niet is gekozen, maar het
is riskant. Daarvoor hebben wij
ook niet gekozen. Vanaf het basis
kamp op 8000 meter tot de top op
8848 meter heb je twee flessen
zuurstof nodig. Dat betekent, dat er
mensen nodig zijn die met twee
flessen tot halverwege moeten en
daar de volle moeten neerleggen
voor degene die naar de top gaat.
Want die kan dan zijn lege fles
voor een volle ruilen. Die laatste
wordt door de publicitiet dan wel
afgeschilderd als de grote man,
maar degene die de fles voor hem
neerlegt levert een zeker zo grote
prestatie. Al wil ik daar meteen
achter zeggen, dat ik het een net zo
grote prestatie vind als iemand het
Kanaal overzwemt. Dus laten we
oppassen zo'n klimpartij over te
waarderen".
Herman Plugge wijst hoopvol naar de plaats waar het basiskamp op de
Everest moet komen.
G21IL
ZATERDAG 21 JULI 1984
[AAG Nog nooit stond een Nederlander op
van de Mount Everest, het hoogste punt op
Bijna twee jaar geleden mislukte de eerste po-
*1^ jder leiding van de Middelburger Johan Ub-
omdat de leden met elkaar aan het bak-
i waren geslagen. Op 31 juli vertrekt al weer
tdere Nederlandse groep naar de Himalaya
anaf 25 augustus een poging zal worden ge-
eschiedenis te schrijven op de berg, die al tot
Tussen 25 september en 10 augus-
i enei01 t0P worden bereikt. Dit keer is Herman
Y een Scheveninger, expeditieleider. „Dit zal
laatste kans zijn voor een Nederlander om de
bereiken".
inzich0njsche afspraak was veel-
bij orrf geweest- „U mag alles
had Herman Plugge ge-
e ontmoeting, enkele dagen
1 het statige Haagse pand
Waar Lange Voorhout temidden
öön'^ere larr>brizering en oude
een bureaus is in elk geval in
PI. herkent mij?", vraagt hij
erbaasd in de deuropening.
de foto's. Die zijn al klaar?
1 06 daar was ik eigenlijk tegen,
'k m'n bergschoenen
g Nee, had ik liever niet ge-
verzoek vindt het gesprek
——ens plaats in een etablisse-
de hoek. Tijdens de korte
ing er naartoe: „Zeker zestig
mis organiseren, heeft heie
ts met klimmen te maken,
ird ik er soms van, gek. Me-
direkfCHiandi die het leger op de
fstuurt. De grens tussen In-
Pakistan die dan dicht gaat,
or de vrachtauto's met 5500
iterialen er niet door mogen.
ijna alles per vliegtuig. Kost
rrttfn smak 8e^ extra. Voordat
weer allemaal geregeld is",
0|j het eerste van slechts twee
f b b 'uc^lt bij. onverwacht, zijn
a nek-^ krijg er een beetje genoeg
jgj gezeur Al die publici-
moet, maar ik heb er geen
■er in. Zo'n dag als vandaag:
ïen persconferentie bij de
daarna een interview met
Jaturènt en nu dit gesprek weer.
anisatie van de beklimming
)jntzettend veel moeilijkhe-
de zorgen over de financiële
Us je daar anderhalf jaar in-
mee bezig bent geweest, dan
/el OG' je ineens een punt dat je
ou op met dat geschrijf. Ik
g. Klimmen".
Het klinkt eenvoudig, maar dit
soort expedities zijn toch altijd één
grote ontbering met ook nog eens
de nodige gevaren. Er zijn niet
voor niets 63 mensen op de Everest
verongelukt.
„We hebben het gevoel dat we de
berg technisch aankunnen. Dat
komt door de aanpak en de organi
satie. In grote lijnen bestaat die uit
drie zaken. Eén: een kleinere
groep, waardoor het onderlinge
contact makkelijker is. Twee: 'de
mensen die naar de top gaan zijn
van tevoren bekend. Daardoor
voorkom je de interne strijd die al
tijd ontstaat, want iedereen wil
naar de top, maar dat kan nu een
maal niet. Drie: de vergaderingen
vooraf, waardoor alle moeilijkhe
den binnen de perken kunnen blij
ven. Omdat we ook nog hebben ge
kozen voor iets vastere kampen,
zijn we minder gevoelig voor te
genslagen van het weer. Maar
het weer hebben we nooit in de
hand. Bij storm kom ik er niet
doorheen. Alles bij elkaar zeg ik
echter, dat we een redelijke kans
hebben. Het percentage zestig is
een keer gevallen. Nou ja. Ik vind
het onzin in percentages te praten".
Maar de Everest beklimmen blijft
een risico.
„Het is waar, er gebeuren helaas
ongelukken. Als je het in z'n geheel
bekijkt valt het mee, maar dat
neemt niet weg dat er gevaren aan
vastzitten. Misschien is dat tegelijk
de kick. Klimmen is voor een groot
deel je eigen angsten overwinnen
en daardoor jezelf overwinnen. Er
zijn momenten dat je je voet niet
ergens op durft te zetten. Maar als
je dat dan toch hebt gedaan, zeg je
achteraf meestal dat het wel mee
viel. Ik heb ook wel eens in m'n
tentje op een berg gezeten in ab
normaal slecht weer. Toen dacht ik
echt dat dit wel eens m'n laatste
nachtje kon zijn. Maar tben het
achter de rug was, had ik toch een
heel voldaan gevoel. Hoogtepunten
en dieptepunten liggen heel dicht
bij elkaar en daar zit een tegenstrij
digheid in. Aan de ene kant ben je
bang voor dingen, aan de andere
kant geniet je ervan. Ja, je geniet
van je eigen angsten, dat is het.
Maar zet dat er maar niet in".
Het is juist zo'n mooie uitspraak.
„Nou ja, toe maar, waarom ook
niet. Misschien is dat hele klimmen
wel een manier bm je af te zetten
tegen deze overgeorganiseerde
maatschappij. Je valt terug naar de
elementaire levensbehoeften: eten,
drinken, slapen en veiligheid. Je
denkt ook bijna de hele dag aan
eten als je klimt. Een kop thee, een
lekkere kop thee, dat is een ge
schenk uit de hemel. Je geniet
weer van de eenvoudigste dingen
die het leven te bieden heeft. Bijna
ascetisch. Het is moeilijk uit te leg
gen. Ooit wel eens gedauwtrapt,
's morgens om vier uur? Dan is de
wereld heel anders. Bij klimmen
sta je met drie, vier mensen op een
berg in een volstrekte verlaten
heid. Dat heeft toch iets impone-
rends. Klimmers zijn denk ik alle
maal onrustige figuren die van de
stilte houden. Al moet je ook daar
een onderscheid maken tussen de
extremisten die alleen maar bezig
zijn met de vraag hoe ze over de
volgende meter of de volgende rots
komen en de klimmers die meer
oog hebben voor de natuur en de
weidsheid ervan. Hoewel ook die
bewustzijnsvernauwing heel bevrij
dend kan werken. Ik behoor tot de
niet-extremen, maar ik ben wel ge
fixeerd op het bereiken van de
top".
U geniet nu niet van uw biertje
„Natuurlijk wel. Maar anders. Ne
derland is een aardig land en ik
heb geen bezwaar tegen het leven
hier. Als ik thuis onder de douche
sta en er komt geen warm water,
dan kan ik daar niet tegen. Heb ik
de pest in. Zit ik ook gewoon in de
tredmolen. Maar in m'n hutje op de
berg vind ik alleen koud water uit
stekend".
Het opperste geluk?
„Jeetje. Eh. Ik heb wel momenten
gehad die daarop leken. Maar niet
in de trant van: hier sta ik boven
alles, stijg ik uit boven het aardse
bestaan. Zo zweverig ben ik niet,
daar ben ik te nuchter voor".
Zo'n Mount-Everestexpeditie is
toch geen vakantie?
„Ik denk niet dat ik er van uitrust.
Daarvoor zijn de spanningen te
groot. Om zo'n expeditie te finan
cieren is het nodig dat je in de
schijnwerpers staat. En als je het
niet redt, staan ze allemaal klaar
met de vreselijkste kritiek. De uit
daging om de Everest te beklim
men is gigantisch en de voldoening
van een geslaagde klim zal groot
zijn, erg groot, maar van klimmen
in de Alpen kan ik toch meer ge
nieten".
DICK HOFLAND
Ter herinnering aan de expeditie
zijn een poster (a 12,50) en een
Everest-klimtouw per meter
f 10,-) te verkrijgen. Geïnteresseer
den kunnen deze in hun bezit krij
gen door overmaking op giro
3S84884 tnv Stichting Nederlandse
Mount Everest Expeditie 1984.
'J*
pijt?
e Ac
belrlijk niet. Ik moet niet zeu-
ben gevraagd om de expedi-
eiden en dat wilde ik graag,
t wat dat inhield en als ik de
I en uenties daarvan niet
3 erv^r£^en» 'k nee moeten
n ^n- een organisatiebureau.
s niet nieuw voor me, inder-
Ing zPaardoor sta je niet snel voor
brusingen"
de problemen bij de vorige
'tie moet de leider van zo'n
es rif meer met mensen kunnen
dan organiseren.
zeker zo belangrijk, maar u
dingen te zwart-wit. Zon-
goede organisatie hoef je er
Stel c'
te beginnen,
i goede tentvloeren hebt. Eén
niet slapen van de kou is
probleem, maar een hele
|Q niet slapen is funest. Het is
ieel dat je goede spullen hebt.
aast weet je dat je een groep
n ruim een maand bij elkaar
houden en dat onderlinge
ingen een expeditie kunnen
mislukken. De vorige expedi-
daarvan helaas een goed
geweld. Wij hebben daarom
L" j^en andere aanpak gekozen.
ik het anders zeggen. Er
rggg twee plannen en de Konink-
Alpenvereniging
voor onze aanpak gekozen,
wat conventioneel, misschien
wel zeggen: voorzichtig. Bij
frige expeditie was er een
nschrijving, wat er toe leidde
!ie mensen de hele groep ko-
lij ons was er geen open in-
fing; de laatste man koos
de volgende. Op die manier
ijwe een hechte groep te heb-
||Éekregen. Daarnaast hebben
«■fel veel tijd gestoken in bij-
msten. Misschien zelfs wel te
maar het voordeel is, dat
-voofes hebben doorgepraat. Daar-
ruwkunnen er straks natuurlijk
behel problemen ontstaan, maar
lenen die mate dat ze bedreigend
de expeditie. Want ieder-
urd. pet waar hij aan toe is. De tijd
tencP er nu in hebben gestoken,
we daarom straks te win-
l^j/s/ukfe expeditie ligt nog vers
geheugen. Waarom dan al zo
ten tweede?
3eeft te maken met de ver
gen. Die zijn heel moeilijk te
|n. Als je, zoals de vorige ex-
je. de Everest aan de zuidelij-
mt wil beklimmen, heb je een
nnning nodig uit Nepal. Die is
[-f7 aangevraagd en voor 1984
jekt. In Peking was ook een
nning aangevraagd voor een
fnming langs de noordelijke
j-Die vergunning kwam, vrij
iwacht, een jaar later vanuit
Jg. Daarvan heeft de vorige
Jitie gebruik gemaakt. De ver
voor 1984 is echter nooit
i en daar maken wij r
f van. Terecht, want de Eve-
al volgeboekt tot 1992 en als
•et dat zo'n beklimming straks
taalbaar wordt, is dit waar-
llijk de laatste kans voor een
flandse expeditie om ooit nog
lp te halen. En die kans heb-
pe met beide handen aange-
|n".
jsboekt tot 1992, dat klinkt bij-
pristisch. Is het nog wel leuk
jVeresf te beklimmen, nu er al
mensen op de top hebben ge-
ie het over toeristisch hebt,
De leden
De begroting
Vergunning Everest
Vervoer deelnemers
naar Kathmandu v.i
Transport materialen
Voedsel
Verblijfskosten Nepal
Materialen en uitrusting
Medicijnen en zuurstof
Verzekeringen
Diverse onkosten
De hoogste bergen
Mount Everest:
K2:
Kanchenjunga
Lhotse:
Makalu:
moet je eens naar de Matterhorn
kijken; daar is zo'n beetje iedereen
op de top geweest. Maar ik vind het
nog steeds een schoonheid van een
berg en ik geniet nog van elke
klim. Het beklimmen van de hoog
ste top op aarde is helemaal leuk, is
een uitdaging voor iedere alpinist.
En in dit geval moet ik erbij zeg
gen: er heeft nog nooit een Neder
lander op de top gestaan. Het blijft
een bijzonder eervolle zaak om
eventueel de eerste Nederlander te
zijn die daar wel in slaagt. Een
beetje nationalistisch misschien,
maar ook een sport. Alpinisme is
dan wel geen wedstrijdsport, maar
toch zeker een prestatiesport".
U wordt de Nederlandse Hillary?
„Hoho. Ten eerste zeg ik niet dat
we het wel eventjes doen en ten
tweede zal ik niet op de top staan.
Ik ben expeditieleider. Van tevo
ren is uitgemaakt wie naar de tóp
gaan en dat zullen Han Timmers
en Bart Vos zijn. Inderdaad, die
maakten ook deel uit van de vorige
expeditie. Ik kom niet hoger dan
8000 meter. Daarmee verbeter ik
wel mijn hoogterecord en dat vind
ik heel prachtig. Maar de Neder
landse Hillary zal ik dus niet wor
den. Ook al niet omdat wij het veel
makkelijker hebben. Hij was de
eerste, hij wist niets. Wij weten hoe
de paden lopen, wat de moeilijkhe
den zijn. Nee, wat Hillary heeft ge
presteerd is veel knapper".
Zo dichtbij en dan toch niet op de
top staan. Met de wetenschap dat
het ook nooit meer zal gebeuren. Is
dat geen teleurstelling?
„U hebt gelijk, het zal de eerste en
enige keer zijn. U zult mij hierna
nooit meer op de Everest zien, ook
niet als we de top niet zouden ha
len. Eén keer is leuk, maar dan
Herman
Plugge,
leider
tweede
Nederlandse
expeditie
naar top
van Mount
Everest:
De expeditieleider,
trekt de
bergschoenen
aan. ,,lk wil weg.
Klimmen".