„Ik spring alleen van de plank en zwem naar de kant" OQP FUJI FILM Officiële film van de Olympische Spelen 1984 in Los Angeles. FUJICOLOR HR ALS EERSTE TER WERELD IN ALLE FILMFORMATEN met fflmformaaL 110 120 126 DISC schijf HR 100 ASA/21 WN i» lZ24en3ö - HR 200 ASA/24 ON - - - 1Z24en36 HR 400 ASA/27 DIN |a - - HR 1600ASA/33 DIN - - - - Fugchftme diafthn In 50,100 en 400 ASA Elke opname doet - dankzij de HR emulsietechniek - iedereen versteld staan. véél scherpere opnamen (liefst 2,3x) véél fijnere korTel véél natuurlijker kleuren véél meer belichtingsspeelruimte Gebruik de sensationele Fujlcolor HR film. Het is een openbaring! DE MOOISTE KLEUREN KOMEN UIT HET GROENE DOOSJE Fulllllm Nederlend B. VHoogslraet 33. 3011 PE Rot lerdam Tel. 01011 4000' DEN HAAG Rome: Daphne Jongejans verovert brons tijdens de Europese kampioenschappen schoonspringen. Publiek en internatio nale media lopen warmer voor haar persoontje dan voor haar spor tieve prestatie. Dat gekoppeld aan het feit dat zij vervolgens ook naar de Olympische Spelen in Los Angeles mag, omgeeft Daphne Jongejans met een al dan niet benijdenswaardige glamour. De reali teit is echter anders. Per jaar is er slechts een luttel aantal hoogte punten; eindeloze trainingsuren vullen de vele, andere dagen op. Ontspannen buiten trainen in het luchtzuivere Santa Clara, een week voor de drie belangrijke weken in het vieze Los Angeles be ginnen, is pure luxe. De laatste dagen in Nederland geven helaas het beeld, dat zo typisch Hollands is maar zo weinig olympisch aandoet: een binnenbad vol krijsende kinderen, mopperende onderwijzers, een kindonvriendelijke schoonmaker en het verstikkend luchtmeng- sel van chloor en patat. Direct onder de 3-meterplank blijft het wa ter met moeite vrij van verdwaalde zwemmers. Op het stenen schavot van de duikplank vormt zich steeds een heel groepje meisjes, onder wie Daphne Jongejans. Allen moeten keurig op hun beurt wachten, ook de olympische Daphne. Maar juist dat wachten, mits niet te lang („ik heb het altijd koud") blijkt bij te dragen tot de gezelligheid. Ten minste, dat vertelt de laatstejaars tiener uit Badhoevedorp als zij eenmaal fris gedoucht in de snik hete restauratie heeft plaatsgeno men. Met veel gevoel voor humor en jeugdige koketterie praat ze honderd uit over alles en nog wat. Spottend en serieus. Een voorbeeld: „Boven op de plank wordt over alles gepraat, waar vriendinnen zoal over pra ten. Over heel serieuze dingen, hoor! Over de wedstrijden die ge weest zijn en de duels die nog ko men. Maar ook over de lol van de strijd die is geweest en de lol van de wedstrijden die nog komen". Over school wordt ook gerept, maar wat Daphne Jongejans be treft is dat onderwerp verleden tijd nu zij met glans haar eindexa men atheneum heeft doorstaan. DOE NORMAAL „Als ik eenmaal aan een boek be gin, kan ik niet meer ophouden en lees ik ook 's nachts door. Daarom begin ik er deze weken maar niet meer aan". Hetgeen de enige con cessie is aan de Spelen. „Ik ge draag me gewoon, zoals altijd. Ik doe niet speciaal iets niet of juist iets wel, wat ik normaal niet doe". Daphne Jongejans is niet lui, zij is alleen vrij kieskeurig in zaken waarvoor zij zich wél wil inspan nen. „Ik train graag erg hard, dat wel. Maar dan ook alleen schoon springen. Ik loop nooit hard, hijg al na drie seconden. Ik doe ook niet aan zwemmen, ballet of ge wichtentraining. Ik spring alleen maar van de plank en zwem dan naar de kant. Mijn conditie is niet goed, maar ik kan nog wel de trap oplopen. Echte blessures heb ik nooit, alleen soms een beetje last van m'n rug. Maar ik ben niet be zig dood te gaan, hoor. Ik ben he lemaal gezond". Mede dank zij dat wachten op de plank. „Ja", zegt ze, „want als je de plank voor je al leen zou hebben, ben je binnen een half uur kapot". VERADEMING Matige verhoudingen tussen be paalde clubs, trainers en haar ou ders zijn nu voorbij voor Daphne Jongejans en haar broer Edwin. Ze traint zeer tevreden onder leiding van Frans van de Konijnenburg. „Een hele last is van me af geval len, een hele verademing". Een verademing vindt zij ook elke to pontmoeting. Eindelijk concurren tie van niveau, en meestal ver trouwde gezichten. EK of Spelen, ze krijgt er niet de bibbers van. „Ik weet dat ik niet goed spring als ik nerveus word. Daarom heb ik veel zelfvertrou wen. Alleen bij belangrijke wed strijden sta ik op scherp. Alles er omheen vind ik dan het einde. Daar krijg ik een kick van en dan gaat alles veel beter dan normaal. Wat doe ik nu bijvoorbeeld slecht Frans?" Haar trainer weet wel wat op te noemen. „Je binnenwaartse afzet en opsprong zijn niet goed. Je hebt de neiging in een hoek te springen en daardoor mis je een beetje hoogte", antwoordt hij. „Maar in topwedstrijden doe je prompt perfect alles wat ik wil". Videobeelden vormen een goede trainingsinstructie voor de sprin gers én voor de juryleden, maar Daphne Jongejans zou geen video- jurering bij wedstrijden kunnen velen. „Die wedstrijden zouden te lang gaan duren, saai worden voor het publiek. Bovendien zouden er dan geen tienen meer gegeven worden, want de jury zou met be hulp van video zó veel foutjes zien. De spanning zou er voor ons hele maal af zijn UITDAGINGEN Die spanning zoekt Daphne Jonge jans ook buiten haar sport graag op. „Ik houd van werkelijke uitda gingen. Ik zou best een keer willen parachutespringen of schanssprin gen. Edwin en ik kunnen veel van ons afzetten. Wij vinden ook Ajax erg belangrijk, en vrienden en le zen. Aanwijzingen over schoon springen geven we elkaar bijna niet. Frans is de coach, Edwin is gewoon m'n broer. Hij heeft wel ontzettend veel talent, meer dan ik. Hij heeft echt iets speciaals. Ik heb alleen meer ervaring, meer meegemaakt". ANGST Geen van beiden kent angst bij een sprong. Edwin, één van de slechts drie schoonspringers op de hele wereld die de drie en een hal ve salto contra durft uit te voeren, valt nog wel eens tegen tijdens topwedstrijden. De gespierde durf al let niet altijd op de verfijnde afwerking, die de sprongen van zijn zus wel kenmerkt. Over haar zegt hij eerst: „Het is een vreselijk kreng". En dan: „Nee, hoor. Ze is zeer elegant, ze zou alleen wat meer kracht moeten hebben". Die kracht heeft Daphne wel haar persoonlijkheid. „Ik werk niet graag onder iemand. Ik leid liever". Niet autoritair, eerder met een grap en een onweerstaanbare glimlach. Zij weer: „Ik zou het liefst een eigen marketing-bureau hebben of hoofd zijn van de mar ketingafdeling van een bedriif". International business en marke ting gaat zij na de zomer studeren aan de universiteit van Miami, waar ook haar broer naar toe gaat. Beiden kunnen daar ook naar har telust tweemaal daags schoon springen. Vooral voor ma Jonge jans, die naast een eigen schoon- springclub ook haar twee kinderen altijd op intensieve wijze heeft be geleid, breken dan samen met haar man iets rustiger tijden aan. „Kan ze eindelijk eens het huis op ruimen", grapt Daphne Jongejans. „Mijn moeder is nooit zo'n huis moedertje geweest". Dan weer ernstig: „Om straks bij te blijven zullen we ook in Europa aan wed strijden moeten blijven deelne men, maar af en toe van Miami overkomen kost natuurlijk veel geld en daarvoor zouden we wel een sponsor kunnen gebruiken". Een gouden olympische medaille zou wat dat aangaat een goede start zijn. Daphne Jongejans beperkt sportieve inspanningen tot hoekje zwembad:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 24