Dissident dwong zijn selectie af Willy Wilhelm wil een traditie voortzetten Demonstratie geeft geen garantie over olympische toekomst DEN HAAG Het heeft er even naar uitgezien dat de circa 170 man tellende Nederlandse afvaardiging naar de Olympische Spelen in Los Angeles nog zou zijn uitgebreid met een kwantita tief stevig aantikkende verzameling honkballers. Door het weg vallen van een aantal boycottende landen, waaronder Cuba en Zuid-Korea, ontstond er ruimte in het speelschema van het als olympische demonstratiesport opnieuw opgevoerde honkbal. Maar voor de twee beschikbaar komende plaatsen werden uit eindelijk Canada en Japan uitgenodigd, waardoor Nederland buiten de boot viel. In de etalage-sector van de Spelen 1984 komt zodoende alleen de Nederlandse tennisspeelster Simone Schilder voor flip als flpplnpmpr aan rlo IwppHp Homnn. stratiesport Zowel tennis als honkbal is niet voor de eerste keer als demonstra tiesport i anwezig tijdens een olympisch toernooi. Tennis keert zelfs in 1988 na een afwezigheid van 64 jaar terug in de arena van Seoel als volwaardige olympische sport. In 1886 stond tennis al op het wedstrijdrooster, maar een conflict over faciliteiten en kwali ficatienormen belette dat de sport na 1924 in Parijs verder ging als olympische sport. Amsterdam ken de in 1928 dan ook de primeur van een olympisch toernooi zonder tennis. Honkbal heeft die status van vol waardig onderdeel van het olym pische programma nimmer kun nen veroveren. De sport met de knuppel kreeg tot dusver al wel regelmatig het etiket demonstra tiesport opgeplakt, maar die optre dens leidden er niet toe dat het IOC het groene licht gaf. Honkbal werd in 1912 voor het eerst „ge showd" in Stockholm, waarna in 1936 (Berlijn), in 1956 (Melbourne) en Tokio (1964) opnieuw in de eta lage mocht worden plaats geno men. Het "is natuurlijk niet zo vreemd dat in het Mekka van het honkbal, de Verenigde Staten, deze sport opnieuw op het pro gramma prijkt - zij het dan slechts als demonstratiesport. Waarbij zij opgemerkt, dat er nimmer tevoren sprake was van een echt honkbal- toernooi met acht deelnemers zoals straks in Los Angeles gaat gebeu ren. Nederland is daar, om boven vermelde redenen, echter niet bij en heeft in het verleden ook altoos ontbroken, omdat het demonstra- tietoernooi slechts een luttel aantal deelnemers omvatte. Ons land was in het olympische tennisgebeuren wel ooit vertegenwoordigd. In 1924 veroverde de Nederlandse Kea Bouman in Parijs zelfs een medaille.- WERVENDE WERKING Kon er echter toen nog worden gesproken van een zekere werven de werking van deelneming aan de Olympische Spelen voor wat betreft tennis, inmiddels is deze sport mondiaal zo verbreid dat er nauwelijks meer reclame voor be hoeft te worden gemaakt. Deson danks is ook de internationale ten- nisfederatie (ITF), net als overi gens elke andere sportorganisatie, tuk op de olympische status. Acte ren op het olympische podium heeft naar de mening van de ITF toch nog steeds een ongeëvenaard effect op de opinie van de sporten de wereldmassa, zodat zich allicht nog enige duizenden Borgjes-in- de-dop aanmelden bij hun eigen landelijke organisatie. Publicitair lijkt er aan tennis nauwelijks iets te kunnen worden toegevoegd, want de wedstrijdjaarkalender is tegenwoordig zo overvol met be langrijke evenementen, dat daar mee de dekking door de media al volkomen verzekerd is. Wat dat betreft ligt de situatie bij honkbal wel iets anders. Die sport is mondiaal minder verbreid dan tennis en waar tennis overal pro fessioneel wordt bedreven met alle neven-aspecten vandien wordt honkbal slechts op het Noord- en Middenamerikaanse continent en in Azië volop beroepsmatig beoe fend. Voor wat betreft Europa, dat stiefmoederlijk is bedeeld met top- honkbal, is Europees kampioen Italië enigerlei professioneel bezig, maar mag wat Nederland doet met zijn handjevol tweederangs Ameri kanen nauwelijks die naam heb ben. Bovendien kent honkbal in tegenstelling tot de andere demon stratiesport in Los Angeles aan zienlijk minder grote evenemen ten: slechts het nu nog eenmaal in de twee jaar plaatshebbende, maar nooi om de wereldtitel voor ama teurteams en voor wat betreft dit continent het Europese kampioen schap zijn de gebeurtenissen die er enigszins bovenuit springen. Het is dus voor de internationale honk balfederatie interessanter om olympische sport te worden dan voor tennis, omdat zeker ons land (maar dat is geen uitzondering) een publicitaire injectie best kan gebruiken. MEER PUBLICITEIT Theo Vleeschhouwer, bestuurslid van de Nederlandse honkbalbond erkent dat grif. „Als honkbal olympisch zou worden houdt dat meer publiciteit in voor de sport, met alle goede gevolgen vandien. Bovendien betekent het dat er een beter contact kan komen tussen de diverse landen, waar honkbal wordt bedreVen. Stel, dat Neder land er in Los Angeles zou zijn bij geweest als deelnemer aan het de- monstratietoernooi. Dat zou de naam van ons land als honkbalna tie een stimulans hebben gegeven. Het zou dan gemakkelijker zijn ge weest om in de toekomst andere landen hierheen te halen. Dat soort contacten werkt dan weer goed naar het publiek toe". In de Nederlandse honk- en soft- balbond zit de laatste jaren nauwe lijks meer groei, zodat een publici tair ruggesteuntje in de vorm van een olympisch optreden goede ef fecten op dat gebied zou kunnen krijgen. Nu Nederland uit de boot is gevallen richt de bond zich op sie toe door te stellen dat het hypo criet is geen profs (dus ook boven de 21 jaar) toe te laten, waar het IOC prof-ijshockeyers geen stro breed in de weg legt. De vrijwel algemene mening in de tenniswereld is dat in Seoel, als de Spelen daar tenminste ooit nog worden gehouden, iedereen aan de start mag komen. In Los Angeles nemen aan het mannen- en vrou wentoernooi 32 tenniss(t)ers deel. In Seoel, waar een complex van 27 banen wordt aangelegd, starten 64 mannen en 32 vrouwen, hoewel pogingen in het werk worden ge steld evenveel vrouwen aan de start te krijgen als mannen. GOEDGUNSTIGE ZIN het toernooi om de wereldtitel, dat in 1986 voor de eerste keer in Ne derland wordt afgewerkt. Organi satorisch zou het overigens nogal wat voeten in de aarde hebben ge had als ons land te elfder ure als olympische deelnemer in Los An geles had moeten aantreden - zo wel op het gebied van de financiën als voor wat betreft het vaderland se competitiegebeuren. Om die re denen is de bond er niet eens zo rouwig om dat die beslissing door „hogere machten" werd genomen. BIJZONDER BLIJ De ITF daarentegen is bijzonder blij met terugkeer op het olympi sche podium, eerst nu nog als de monstratiesport en in Seoel als volwaardige deelnemer. Die ren tree had overigens al in 1968 in Mexico moeten plaatshebben, maar dat werd doorkruist door het feit dat de tenniswereld juist in dat jaar „open" werd, waardoor ama teurs en beroepsspelers naast el kaar in toernooien mochten uitko men. Voor het puriteinse IOC was dat aanleiding om de olympische tennisambities geruime tijd in de ijskast te zetten. Pas in 1980 bij het aantreden van de huidige IOC- baas Samaranch werd de deur weer open gezet en een jaar later was de zaak beklonken voor Los Angeles en Seoel. Waarbij de vreugde van ITF-bonzen niet werd getemperd door de proble men, die vervolgens opdoken. Wie mocht wel en wie niet deelnemen? De Spelen zijn formeel louter voor amateurs toegankelijk. En tennis wordt tot op een tamelijk laag ni veau door profs bedreven. Er kwam echter een typische kruide niersoplossing uit de bus. In New Delhi werd tijdens een IOC-con- gres bepaald dat er in Los Angeles wel profs mogen aantreden, maar Heeft het IOC dus inmiddels de ITF in goedgunstige zin omarmd, voor de internationale honkbalfe deratie geldt dat nog lang niet. Hoewel die laatste organisatie hoopt dat er een opening is ge maakt. Vleeschhouwer: „Zo is bij voorbeeld al besloten het WK na 1986 voortaan om de vier in plaats van om de twee jaar te houden. Dat evenement zou dan precies tussen twee Spelen invallen. Voor lopig ziin we nog niet verder dan honkbal als demonstratiesport nu en softbal over vier jaar in Seoel. Bij het congres van het IOC half november vorig jaar in Lausanne toonde de programma-commissie van het IOC veel interesse voor vooral softbal. Een bezwaar om verder te komen dan de status is dat de programma-commissie van het IOC voor een groot deel, en ze ker de voorzitter, bestaat uit men sen uit het oostblok. En daar wordt met uitzondering van Tsje- cho-Slowakije, Polen en - om dat land daar maar even voor het ge mak bij te rekenën - Joegoslavië niet gehonk- of gesoftbald. Boven dien geldt, denk ik, als vuistregel dat een sport pas olympisch kan zijn als die in 47 of 48 landen wordt beoefend. En zo ver zijn onze sporten nog niet". slechts zij die nog geen 21 jaar oud zijn. Dat betekent dat toppers als Wilander en Edberg bij de man nen en Jaeger en Horvath bij de vrouwen kunnen aantreden. Wat een Simone Schilder in dat gezel schap te zoeken heeft, is niet ge heel duidelijk, maar de Nederland se tennisbond heeft terecht ge bruik gemaakt van de mogelijk heid ook een vaderlandse speelster af te vaardigen. NIETALlfE VRAGEN Met het uitgedokterde compromis waren overigens bepaald niet alle vragen beantwoord. Waar de Olympische Spelen gelden als po dium voor de allerbesten in hun sport kan dat principe dus niet worden toegepast bij tennis. Im mers, er is een leeftijdsgrens. John McEnroe en Martina Navratilova uitten inmiddels kritiek in die richting. „De besten moeten daar spelen", is beider mening. De Tsjech Tomas Smid voegde trou wens een dimensie aan de discus- TONNETJE Zwaargewichten kunnen het zich veroorloven hele periodes minder of helemaal niet te trainen. Als ze niks doen worden ze vanzelf zwaarder en een tonnetje krijg je nu eenmaal niet gemakkelijk om ver. Wil Wilhelm kan erg lui zijn, verschijnt soms tijden niet op de training, maar hij noemt dat „af en toe rust nemen na een kampioen schap". Die rustperiode wacht hem nu weer na de Zomerspelen. In sep tember hoeft hij pas terug,naar zijn oude legeronderdeel, dat ver van zijn familie en sportschool af ligt. „Tot dan mag ik in Vught blij ven, zodat ik volop kan trainen. Ik hoop in Los Angeles de staatsse cretaris van defensie tegen het lijf te lopen, zodat ik eens over mijn toekomst kan praten". Wil Wil helm zou best uit dienst willen of in elk geval naar een Brabantse le gerplaats worden overgeplaatst. Maar wat hij ook gaat doen, zijn sport zal judo blijven. „In Japan hebben ze gevraagd of ik worste laar wilde worden. Maar dat zie ik niet zo zitten", besluit hij. DEN BOSCH Op de Nederlandse judomatten is het aantal redelijke zwaargewichten op de vingers van één hand te tellen. Bij wedstrijden komen zij al niet eens allen bij elkaar, laat staan bij de clubtrai ningen, waar eenzame reuzen slechts met wat on dermaatse judoka's kunnen jongleren. Wie in zo weinig mogelijk ronden kampioen wil worden, lijkt dus het beste voor die kolossale gewichtsklasse te kunnen kiezen. Ten minste, nationaal gezien. Het pad naar interna tionaal succes kent wél meer menselijke struikel blokken van formaat en dat geeft de prestaties van Willy Wilhelm enig gewicht. De Brabander bracht Den Bosch en omgeving in vervoering door enkele jaren geleden thuis te ko men met Europees zilver, vorig jaar met mondiaal zilver en dit jaar met toegegeven, iets min der een bronzen medaille van het Europese front. Ruim voldoen de echter om met de later toege voegde Ben Spijkers uit Nijmegen en Rob Henneveld uit Maassluis naar de Olympische Spelen te mo gen afreizen. Dat Wil Wilhelm nog steeds niet echt tot de verbeelding spreekt van dit op de Noordzee veroverde stukje platteland, kent een aantal oorzaken. De 25-jarige beroepsmi litair is de succesvolste judoka na Anton Geesink en Wim Ruska, die olympische en wereldtitels be haalden. Geesink had het voordeel de allereerste te zijn die de hege monie van de Japanners doorbrak en dat notabene deed in het land van de Rijzende zon zelf. Zijn op volger Ruska was eigenlijk nog succesvoller en sterker maar ver kocht zich in de publiciteit minder dan de ambitieuze Anton Geesink. Wilhelms gevoel voor publiciteit is goed. Hij zoekt persmuskieten lie ver op om mee te dollen dan om deze met een venijnige mep van zich af te slaan. Maar zijn prijzen- kast is nog wat onderbezet. En zil ver dat hij in Moskou veroverde door alleen van Yamashita, de al lerbeste judoka ter wereld, te ver liezen blijft natuurlijk maar een tweede plaats, die bovendien door sommige kniesoren licht besmet werd verklaard op grond van een „wat al te gunstige loting". ALLERBESTE De klasse der zwaargewichten mag dan minder concurrentie ken nen en minder flitsende technie ken te zien geven dan de lichtere groepen, de zwaarste winnaar wordt nog altijd als de allerbeste judoka beschouwd. De kansen voor Wilhelm om in Los Angeles een olympische medaille te beha len in de meest aansprekende ca tegorie zijn aanwezig. Bij sport school Ooms in Tilburg is de Bos schenaar aardig onder de pannen, maar ook daar ontbreken natuur lijk voldoende zware jongens om mee te sparren. En dus toog de 25- jarige militair van mei tot en met juni naar Japan, waar alles kan. Een betere voorbereiding leek niet mogelijk. Toch keerde Wil Wil helm mentaal geknakt terug. „Ik heb geestelijk echt een opdoffer gehad", vertelt hij. „Ik miste m'n vrouw en ons dochtertje enorm. Overdag had ik er door de zware training geen tijd voor om daaraan te denken, maar 's nachts des te meer, omdat we apart sliepen. In Los Angeles is dat anders. Dan ben je met een hele Nederlandse equi pe". Eenzaamheid en heimwee knaag den aan hem, maar hebben hem in elk geval een ervaring rijker ge maakt, hebben hem geleerd zich daartegen te verzetten. Ook tegen de Oosterse trucjes en klimaatom standigheden. „Die Japanners trekken constant je vinger los. Ook heb ik een lichte enkelblessu re opgelopen. Verder had ik veel last van het tijdsverschil en van de hoge temperatuur daar. In de gro te steden hangt een smog die erger is dan die in Los Angeles". Hij vervolgt: „In Japan brengen ze zo driehonderd man van mijn ge wicht op de mat. Kijk, dan kun je optimaal trainen. Het is ook niet meer zo als vroeger. Toen gooiden ze jou, nu gooi jij iedereen. Yamas hita verklaarde er voor de Japanse televisie dat door het ontbreken van de Oostbloklanden hij in de Fransman Parisi en mij zijn zwaarste tegenstanders zag". UKA ipuuuö ap ui^jdqncQ NIJMEGEN Dan zij een twee de plaats bij de Nederlandse judo kampioenschappen in de klasse tot 86 kg en een eerste plaats in de klasse alle categoriën, een tweede plaats bij de open Nederlandse, een eerste stek bij de open Belgi sche, nogmaals een eerste plaats bij de open Engelse en brons bij de Europese kampioenschappen heeft de 23-jarige Ben Spijkers uit Nij megen zich verzekerd van een tic ket voor de Zomerspelen. De voor malige dissident dwong kortom zijn selectie af. Ben Spijkers zal één van de laatste zijn om nog stil te staan bij het verleden. „Ik ben veel meer ie mand die van dag tot dag leeft". Maar ook één, die volledig voor zijn sport leeft. „Om iets te berei ken moet je je volledig kunnen ge ven. Je ook bepaalde zaken kun nen ontzeggen. In mijn ogen kun je het niet maken om de dag voor de wedstrijd tot diep in de nacht door te zakken. In het verleden is dat wel degelijk gebeurd en de re sultaten waren er toen ook naar". „Als judoka ben ik inderdaad in het voordeel geweest toevallig in Nijmegen geboren te zijn. Ondanks een niet bepaald vriendschappelijk te noemen houding van de JBN kreeg ik dank zij de club alle gele genheid om internationale erva ring op te doen. En om op wereld niveau mee te kunnen draaien is die onontbeerlijk. Zo beschouw ik ook de twee stages in Japan. Ver moeiend waren die trips wel. In Nederland zijn er een stuk of drie tegenstanders van gelijkwaardig niveau, terwijl het in Japan leek of men er blikken vol van had. De mentaliteit sprak me eveneens wel aan. Hoewel het oefenwedstrijden betrof ging iedere judoka elke keer tot op de bodem van zijn kunnen. De Belgen die daar toen ook waren, bleken er niet tegen bestand. Alleen Van der Walle wist zich staande te houden, maar de overigen stapten reeds na een dag jankend van de mat". In Los Angeles beschouwt de Nij- megenaar zich zeker niet kansloos voor eremetaal. „In feite zijn Olympische Spelen minder zwaar dan een EK of WK. Bij een beetje gunstige loting tref je bij de Spelen in de eerste ronden alleen maar zwakke tegenstanders Voor mij is dat een voordeel. Na elke gewon nen wedstrijd groeit mijn zelfver trouwen en begin ik steeds beter te judoën. In Los Angeles doen er zo'n 64 judoka's mee, terwijl ik slechts van vijf mensen gevaar te duchten heb. De Fransman Kanu, de Italiaan Vecchi, de Oostenrijker Seissenbacher, de Japanner Nose en de Amerikaan Berland zijn de mensen die ik liever pas op het einde van het toernooi ontmoet. Hoewel ik natuurlijk nog liever zie dat zij door onderlinge confronta ties elkaar uit de strijd werpen. Dat zou het een stuk gemakkelij ker maken Al moet ik direct be kennen dat ik ze toch liever per soonlijk versla. Ik wil niet als een Wil Wilhelm een medaille verga ren, waarvan iedereen zegt dat het alleen mogelijk was door ontstel lende mazzel bij de loting. Ik wil in Los Angeles bewijzen tot de we reldtop te behoren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 21