h
ella Jansen 21„Ik vind
het zalig werk; eeh t waar 99
1
„Ambtenaren
zijn geneigd
zich weer in
hun ivoren
toren terug
te trekken"
'emeente leiden bezit haar eerste vrouwelijke brugwachter
\emel
Woningbouw
in Woubrugge
en Hoogmade
^DEN/REGIO
£eicbc6otuant
VRIJDAG 29 JUNI 1984 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12 22 44 op toestel 10.
iie ga terug. Niet door de
J». Aanleggen; niet er-
De kapitein van „Ni-
een zeiljachtje, zette
en stuurde achter de
_4ische „spits" aan. „Een
is een vrachtschip onder
500 tonnenmaat", in-
eerde Hella mij in de
ïfigheid. Zij liet „Nikie"
eren en riep door het
i raam: „Dan maar ha-
geld betalen aan de
fijversbrug!" Toen ze de
rn weer gesloten had be-
4cte meneer Van Tonge
el opzichter Directie RHD
•Hniging, Havens en Wa-
markt), een paar jongetjes
aan de andere kant als
èn ducdalven aan het be
amen waren. „Daar ga ik
naar toe", zei Hella met-
ni en opgewekt. Ze zette
beschikbare te grote pet
gouden band op (eigen
ende uitmonstering van een
rgwachter le klas, maar
e^nwoordig zegt die band
iri veel meer, want je hoeft
i niet meer te veroveren
een cursus met goed ge-
afgelegd te hebben) en
is voorzien van autoriteit
!elde ze op de knaapjes af
hen vriendelijk en ver-
c^gend toe te spreken. Ze
aiten af. Maar een kwar
tje later waren er weer
°/ere ventjes die over een
"11e balk onder de brug
e,r probeerden te schuiven,
h, laat ook eigenlijk
tr. Daar is geen beginnen
met waarschuwen. Maar
i heb ik er op te letten,
de APV, de Alg. Politie
aiordening in de hand".
>/r,
Sen even weg
v)a Jansen is 21 jaar en de
r 'te en enige brugwacht-
>e, vrouwelijke brugwach-
4o u wilt, van de gemeen
heiden. Ik had een af-
lak met haar. Op de Su-
rabrug. Maar je kunt met
brugwachter geen af-
lak maken. Ze had naast
-gdeur van het brugwach-
Rjhuisje een bordje ge
ëtst: „Ik ben even weg
werd meer dan een uur.
Ie was op haar damesdiens-
sfcts naar twee andere brug-
i die geopend moesten
rden, de Haven- en Zijl-
iggen. Een brugwachter is
i vliegende kraai die altijd
wat heeft, maar die je niet
licht vangt. Twee monteurs
van de onderhoudsdienst ci
viele werken waren bezig
met het reinigen van het ra-
der-, rol- en draaiwerk van
de brug. Twee heren in blau
we overals die geoliede on
derdelen moesten zien te ont
doen van modder en knar
send zand: „Geen dankbare
klus, maar wel tijdrovend",
zei een van de heren; „geef
mij maar een kop koffie, Hel
la; je hebt altijd een lekker
bakkie".
Als Hella Jansen, die in Al
phen woont, vanaf haar com
mandopost naar de Lage
Rijndijk kijkt, ziet ze haar ge
boortehuis. Daar leerde ze
praten. „De eerste woordjes
die ik zei waren mama, papa
en boot, boot, boot. Als kleu
ter was ik al gek op boten".
Tot een paar maanden terug
was zij in (gemeente)dienst
van het nu opgeheven labo
ratorium van het openbaar
slachthuis. Intern kon men,
ook vrouwen, solliciteren
naar een vakante brugwach
tersplaats. Hella trok aan het
langste eind en werd, bij de
gratie van de vrouweneman
cipatie, wachtster op een stel
van Leidens acht te bedienen
bruggen. Daarbuiten is er
nog de Haagse Schouwbrug,
die permanent door twee
man bezet is. Ze heeft nu de
Sumatrabrug onder haar
hoede, maar ze is ook te vin
den op de Havenbrug en de
Zijlbrug, of desnoods de 5
Mei-brug, als die onbemand
zijn; vooral in deze vakantie-
tijd moet ze collega's vervan
gen.
Zo fietst Hella op haar diens-
tfiets waar ze erg content
mee is tussen haar brug
gen op en neer. Opzichter
H.A. van Tongeren, bekende
functionaris op de week
markten, is zoiets als haar
mentor en gemeentelijke
spreekbuis. Hoewel ze nu
ruim een maand officieel in
dienst is in haar vrije tijd
was Hella al bezig met zich te
oriënteren heeft ze nog
iets van een gevorderde pos
tulant die wel haar tijdelijke
geloften achter de rug heeft,
maar nog op de „inkleding"
vracht. Haar uniform is in de
maak en in plaats van met
Hella Jansen („Een pet-foto") reguleert het waterverkeer binnen Leiden.
een pet zal haar hoofdje be
dekt worden met een model
hoedje zoals de dames van de
parkeerpolitie dragen. Hella
Jansen af en toe meldt ze
zich op de hoofdpost door de
telefoon: „Brugwachter Jan
sen" straalt enthousiasme
uit. Klein van stuk is ze,
maar kordaat. Erg kordaat
en paraat. Helemaal hallo
Hella. „Heerlijk, ja hoor, deze
baan! Ik vind het zalig, echt;
ik heb nog nooit zo'n mooi
werk meegemaakt. Veel con
tact met mensen en zalige tij
den. De ene week van 's och
tends 6 uur tot half 2, en de
andere van half 2 tot 's
avonds 9 uur". En daar zitten
nog een paar sperperiodes
tussen, als het wegverkeer
voorrang heeft. Brugwachter
Jansen heeft geen zware
functie. Behalve als ze, bij
defecten, de brug met de
hand moet draaien. Dan kan
ze beter mannelijke assisten
tie hebben. De Rijnbrug en
de Zijlpoortsbrug moeten so
wie so met de hand bediend
worden. „Ja, spierballen ge
bruiken hè!", zou opzichter
Van Tongeren (al bijna 30
jaar in gemeentelijke dienst)
zeggen.
„Heerlijk!"
Brugwachter Jansen geniet
dagelijks van haar overbrug
gend werk. Geen brug is
haar te ver of te veel. En als
een oprecht ambtenaar houdt
ze zich met overgave aan
voorschriften en reglemen
ten. Op dit punt van interna
tionaal waterverkeer (veel
Fransen, Belgen en Denen,
op weg naar de Meelfabriek)
weet ze het voorrang heb
bende vrachtverkeer te
scheiden van de pleziervaart.
Bij een zacht verstrooiend
muziekje uit de radio houdt
ze zich bezig met de Verorde
ning op de Wateren, de Ver
ordening Haven- en Liggel
den. Ze rekent via tabellen.
„Heerlijk zegt Hella, met
haar stralende ogen. Haar
„brugbijbel" is de Almanak
voor Watertoerisme. Dat
vindt ze opbeurende lectuur.
Van Tongeren: „Ze moet dus
ook iets weten van de APV,
in geval van aanvaringen,
bijvoorbeeld. Er mag ook, in
gevolge artikel zoveel, geen
vuil in het water geworpen
worden, geen publiek mag er
wezen tussen slagbomen of
hekken als de brug bediend
moet worden. En letten op
die speelse jongetjes. Ver
draaid, daar heb je d'r weer
een paar. Hella. blijf maar
zitten, meid. Als ze het maar
niet te gek maken! En dan
heb je nog hier op de Suma
trabrug jongelui met brom
mers die elkaar op de brug
ontmoeten. Dan moet je ze
met enige overreding buiten
de slagbomen zien te houden.
Wat meestal wel lukt".
Het lijkt wel of de onder
houdsmonteurs na het be
ëindigen van hun reinigende
taak onder de douche zijn
geweest. Ze komen fris weer
„het huisje" binnen, waar
Hella nogmaals sterke koffie
serveert. Als ze geen brug
onmiddellijk „bedient",
smeert Hella tandwielen of
geeft de planten water. Of ze
„vangt" jachtjes van de ple
ziervaart. Zonder klomp.
Brugwachter Jansen bere
kent de havengelden aan de
hand van scheepsmaten: ta
belletje zoveel en hup houdt
ze haar hand op. Dan komt
er weer een joviale doch stip
te gestreepte bovenopzichter
om de opbrengst namens de
gemeente Leiden in ont
vangst te nemen. „Ik ben gek
op geld", zegt deze collecteur
dan. Al is het maar 22 en een
halve gulden.
„Sumatrabrug
Jansen
Levendige Hella Jansen
werkt in haar uitzonderlijke
ambt samen met louter man
nen. Alleen de vrouwen van
brugwachters komen bij haar
koffie drinken. Mannen: „Ik
heb geen last van ze. Het is
een leuk groepje van acht
man waarin ik beland ben.
Er is hier een goeie collegiali
teit" „En je hebt een lek
ker bakkie kind", zegt nog
maals een monteur, die bene
den in het lage keldertje, on
der de brug, fiks z'n bol heeft
gestoten. „Ik heb daar geen
last van", lacht Hella; „Ik
heb m'n lengte mee. Wat jij.
Jan!"
Hella gaat in provisorisch
zwart gekleed. Totdat ze haar
herkenbaar uniform met ge
zag krijgt aangemeten. Dan
kan niemand te water meer
zomaar langs haar heen. In
middels is brugwachter Jan
sen, „Sumatrabrug Jansen",
zich al volop bewust van
haar verantwoordelijkheid.
„Het is precies werk. Je kunt
er niet met je pet of muts
naar gooien. Je moet ook be
slissingen kunnen nemen, al
naar gelang de omstandighe
den". Zo staat ze regulerend
achter het paneel: stoplichten
aan, slagbomen neer; draaien
aan het allesbeheersende
wiel, en de Sumatra-tonnen-
vracht klapt langzaam om
hoog. Ze werkt de routine
zorgvuldig af; ziet toe dat
niemand buiten de boot valt.
Tussen Lage Rijndijk en de
Waard. Als ze regelrecht
stadwaarts in de verte kijkt,
kan ze zien of er bij de
Schrijversbrug zich water
verkeer ophoudt. Zo ja, dan
pakt ze haar robuuste fiets
om het knooppunt aldaar te
ontlasten.
Terug op de comfortabele Su
matrabrug (de nieuwe Chur-
chillbrug wordt nog meer up
to date) houdt Hella Jansen
af en toe „grote schoonmaak
in 't hokje". „Dan gaat alles
ondersteboven. Ik heb geen
tijd om romannetjes te lezen.
Wel de reglementen. Daar
hou ik me nu hard mee be
zig". Nu al is „Sumatrabrug
Jansen" goed voor prettig so
ciaal verkeer. Hella leert
haar pappenheimers te water
kennen. Men stelt zich zelfs
aan haar voor, als een ple
zierjachtje haar bolwerk wil
passeren. Wie had dat ooit
gedroomd: een jongedame op
de brug! Het werkt uitste
kend.
OEN „Je moet nog
een hoop dondeija-
'fbm informatie los te
kjen. Vooral ambtena-
,5,n de technische sec-
vdenken vaak pas op
matste moment aan de
;dichting die met ik
i maar wat de aan-
an een brug gepaard
te gaan. Ze werken
iar aan een plan en.
2)et allerlaatste mo
st krijgen wij dan de
t flijkheid om ons werk
JJen. Dat soort dingen
'jfl eens vermoeiend,
a daaruit mag je zeker
petfleiden, dat ik het in
»n niet naar mijn zin
Integendeel. Het is
Allemaal rozegeur en
schijn, maar ik voel
ier als een vis in het
r. Veel gemeenten en
ministeries kunnen
hoop leren van de
Ier waarop in Leiden
i voorlichting wordt
in, van de openheid
re hier hebben".
ïk
ngC. Lelieveldt viert van-
zijn vierde lustrum als
anchter bij de gemeente
[elfo. Reden om vanmiddag
efeceptie te houden voor,
stejiet hoofd van de directie
idfchting het zelf uitdrukt,
rtei, losse, bestuurlijke,
fiilijke en journalistieke
wis, voor vrienden, vijan-
zejupporters, donateurs en
testpersonen". Want niet
iet Lelieveldt is (officieel
Hindag 1 juli) twintig jaar
bbrlichter bij de gemeente
enenst, de hele afdeling
teithting bestaat twintig
al«elieveldt trad in 1964 bij
>1- neente in dienst en daar-
ras de oprichting van de
ng voorlichting gelijk
(it.
?e/iS tijdens de kerstdagen
963 een advertentie voor
voorlichter in Leiden,
j}f een brief, hoorde
Qjen niets en besloot in
arJi964 zelf maar eens te in-
_ren hoe het stond met de
giatieprocedure. Uiteinde-
|e;eeg hij de baan. „Ik ging
j jn eentje aan de slag. In
aafgin moest ik vooral veel
n ppresentatie doen, zoals
,an>fficiële opening van
QOpad de Vliet organiseren.
Q^cten met de burgers en
«e pers waren er nauwe-
>enAl in 1964 ben ik toen
j jien met de zogenaamde
jj ïersbrieven (brieven
n de gemeente de direct
GEMEENTEV OORLICHTER LELIEVELDT
BEZORGD OVER BEZUINIGINGSWOEDE:
betrokkenen informeert over
een bepaald plan) en dat was
uniek in Nederland. De eerste
keer was naar aanleiding van
de reconstructie van de Lam-
menschansweg. Het leek me
voor de mensen die daar
woonden wel leuk om een
paar weken van te voren te
weten dat we daarvan een
vierbaansweg gingen maken".
Woedend
Niet alleen voor de burger was
het gemeentelijk apparaat in
die jaren nauwelijks toeganke
lijk, dat gold ook voor de pers.
„Kranten kregen de raads
stukken een paar dagen voor
de raadsvergadering plaats
had en niet, zoals nu, soms we
ken van te voren. Raadsleden
konden ook woedend worden
als een krant eerder iets wist
dan zij zelf. Vergaderingen
van raadscommissies waren
besloten en besluiten van B en
W geheim. Als voorlichter
moest je voor elk stukje infor
matie vechten. B en W moes
ten voor alles wat naar buiten
ging toestemming geven. Een
journalist die zelf een ambte
naar opbelde met de meeste
simpele vragen, dat was hele
maal uitgesloten. Gemeentebe
stuurders zelf spraken niet
eens met de pers. Misschien
een paar keer per jaar bij de
presentatie van de begroting
of toen die ene keer bij dat
plan om op het Schuttersveld
een nieuwe schouwburg te
bouwen, maar daar hield het
wel bij op. Die schouwburg
zou trouwens 8 miljoen gaan
kosten, later werd dat 24 mil
joen en toen hoorden we er
opeens niets meer van en heb
ben ze die ouwe maar opge
knapt", schetst Lelieveldt de
„openheid" van die tijd.
In de loop der jaren zou in dat
alles bij stukjes en beetjes ver
andering komen. Agenda's en
vergaderingen van commissies
werden openbaar. Er kwamen
openbare lijsten met de beslui
ten van B en W. Ambtenaren
werden ook voor de burger
aanspreekbaar en niet alles
hoefde meer via de afdeling
voorlichting te lopen („Geluk
kig niet, want dan werden we
helemaal gek"). Binnen het
ambtelijk apparaat ontstond
langzamerhand wat meer be
reidheid de burger te woord te
staan. Men raakte er meer op
ingesteld. Er kwam een weke
lijkse advertentie, waarin de
gemeente plannen aankondigt
en informatie geeft. Er kwa
men ook cursussen voor amb
tenaren op het gebied van de
communicatie en de strijd te
gen het onbegrijpelijke ambte
lijke taalgebruik werd ingezet.
Onder druk van de democrati-
seringbeweging, die aan het
eind van de jaren zestig ont
stond, kreeg Lelieveldt ook
een flinke steun in de rug in
zijn streven de gemeente meer
toegankelijk te maken voor
burgers en pers. Met opkomst
van de progressieve partijen
het PAK werd de sfeer an
ders. „Politiek liep toen wel
alles fout, maar toch moest
opeens alles open en naar bui
ten. Participatie en zo. Soms
óp het krankzinnige af. Voor
de afdeling voorlichting kwam
de omwenteling in 1974. We
konden ons toen huisvesten in
de hal van het Stadhuis. Er
kwamen informatiebalies. Dat
maakte het contact met het
publiek veel gemakkelijker en
daardoor konden we ook ho
ren welke vragen het meest
werden gesteld en daarop in
spelen".
Klachten vanuit het gemeen
telijk apparaat of vanuit de po
litiek over de huidige mate
van openheid en toegankelijk
heid zegt Lelieveldt „al tien
jaar" niet meer gehoord te
nebben. „Zo'n tachtig procent
van de contacten met het pu
bliek loopt niet via de afdeling
voorlichting en dat is maar
goed ook. Vroeger werden
apabtenaren nog wel eens bij
ES college op het matje geroe
pen omdat ze iets verkeerds
hadden gezegd, maar dat is
voorbij. Als je in de openbaar
heid werkt, sneuvelt er wel
eens een ruit en daar moet dan
je niet kinderachtig over doen.
Als afdeling voorlichting ben
je er voor om de gemeente zo
toegankelijk mogelijk te ma
ken. Zorgen dat iedereen alle
informatie kan krijgen en een
democratisch besluit van de
gemeenteraad zoveel mogelijk
kan beïnvloeden. Heeft de
raad eenmaal een besluit geno
men, dan dient dat besluit ver
kocht te worden. Daar ben ik
voor ingehuurd en nergens
anders voor. Overheidsinstel
lingen doen niets anders dan
hun beleid promoten. Ik vind
ook niet dat er iets onoirbaars
is aan een poging mensen bij
te brengen dat we wat beter
op het milieu moeten passen of
waarom het een goede zaak is
daar en niet daar een nieuwe
wijk te bouwen. Zolang de
mensen dat democratisch pro
ces maar kunnen beïnvloe
den".
Service
Lelieveldt verwacht niet dat
de komende jaren veel veran
dering in het werk van de af
deling voorlichting zullen
brengen. Op het gebied van
het promoten van Leiden om
hier zoveel mogelijk werkgele
genheid naar toe te halén,
doen we nog niet zoveel, stelt
hij. Het meeste werk wordt
wat dat betreft nu gedaan door
de afdeling economische zaken
en mogelijk zou voorlichting
zich er meer mee bezig moeten
gaan houden. In het overeind
houden van het huidige taken
pakket voorziet hij echter al
genoeg moeilijkheden: „Daar
zal veel energie aan opgaan.
Door de bezuinigingen ver
trekt per 1 januari één van de
vier voorlichters. Daar valt
dus 25 procent capaciteit weg.
De bezuinigingen hebben ook
op een andere manier een
slechte invloed. Allerlei afde
lingen lijken de service aan
het publiek te verminderen.
Ambtenaren zijn onder druk
van de toenemende werk
zaamheden geneigd zich weer
in hun ivoren toren terug te
trekken. Spreekuren inkorten,
klagende mensen niet te
woord staan en doen alsof je er
niet bent, dat soort verschijn
selen krijg je in een tijd waar
in het juist niet kan Als het
publiek ooit behoefte aan in
formatie heeft gehad dan is
het wel in deze tijd, waarin al
les steeds ingewikkelder wordt
en steeds meer mensen het
moeilijk hebben".
MARCEL GELAUFF
WOUBRUGGE De
raadscommissie ruimtelij
ke ordening hield zich
gisteravond onder meer
bezig met de te bouwen
woningen in de kernen
Woubrugge en Hoogmade.
Het gaat eigenlijk om een
meerjarenplanning. B en
W van Woubrugge willen
gemiddeld per jaar in
Woubrugge 23 en in
Hoogmade 11 woningen te
bouwen.
Verschillende leden van de
raadscommissie vroegen zich
af wat de betekenis van het
vaststellen van deze aantal
len is. Zowel wethouder
Haasbroek als de direkteur
gemeentewerken, De Feij,
moesten het antwoord hierop
schuldig blijven. Het is nog
lang niet zeker of de door
het college vastgestelde aan
tallen ook daadwerkelijk zul
len worden gebouwd.
Wat meer duidelijkheid was
er over de reconstructie van
de Plasdijk langs de Wijde-
Aa. Gedeputeerde Borgman
is in Woubrugge op bezoek
geweest en sindsdien is, al
dus wethouder Haasbroek,
duidelijk, dat bij het herstel
van de dijk ook ongeveer
een miljoen uit de provincia
le recreatiepot zal komen
Daarvoor wil Borgman dan
wel een dikke vinger in de
beslissingspap. De geplande
landingsplaats voor surfers
krijgt wat gestalte, al zal deze
waarschijnlijk niet zo groot
worden als Woubrugge graag
wil. Volgend jaar zal worden
begonnen met de reparatie
van de lekkende dijk. Over
gescheiden paden voor voet
gangers en fietsers wordt nog
gestudeerd. Een groot pro
bleem bij de uitvoering van
een en anaer," is de onder
grond van de dijk. Die be
staat uit veen, zodat men het
dijklichaam niet te zwaar
Aan maken.
„In het begin van de jaren zeventig moest alles in de openbaarheid. Participatie en
zo. Tot op het krankzinnige af".