i wilt uw koffie pittiger?
Dat komt dan eoed uit.
Rosta. De extra pittige koffie
van Douwe Egberts.
Minister adviseert meldpunt
discriminatie op te zetten
Doelenpoortsbrug: onderdeel van roemrucht militair verleden
DE LAKENHAL KOOPTEEN
BUZONDER LEWS HORLOGE
GEEN HEET HANGIJZER IN LEIDEN
'At
üN/REGIO£eidóc6owxuit WOENSDAG 20IUNI1984 PAGINA S
(aeen waardenunten).
LEIDEN Dit is de nieuwe
aanwinst van Stedelijk Mu
seum de Lakenhal, een horlo
ge van de Leidse horlogema
ker Philibert Patry. Dit klei
nood werd onlangs in Londen
gekocht bij de in uurwerken
gespecialiseerde antiquair Bo-
binet. Men kon het aanschaf
fen dankzij de royale finan
ciële steun van de Vereniging
Rembrandt. Het gaat om een
zeer bijzonder stuk. Bewaard
febleven, 17e eeuwse Leidse
orloges zijn op de vingers
van een hand te tellen. Ze zijn
zo zeldzaam omdat veel
exemplaren zijn afgedankt of
gesneuveld en er pas sjnds be
gin 1900 horlogeverzamelaars
zijn.
Vroeger bezaten alleen de rij
ke Leidse burgers een horlo
ge. Ieder „klokje" werd dan
ook met de hand gemaakt,
terwijl de beschermende kast
van zilver of goud was. Maar
voor die prijs kreeg men dan
ook een uurwerk, dat werd
geacht een mensenleven mee
te gaan. Het door de Lakenhal
gekochte horloge heeft een
doorsnee van slechts 35 milli
meter. Ondanks deze beschei
den afmeting werd het door
een man (met een lint om de
hals) gedragen. De wijzer
wordt door een glasplaat be
schermd, het werk wordt af
gedekt door een binnenkast.
Deze zilveren kast, die is ver
sierd met groen email, is ver
moedelijk gemaakt door een
Leidse zilversmid. Het in goe
de staat verkerende horloge is
gesigneerd met „Philibert Pa
try a Leydae". Deze Philibert
Patry wordt in Leiden alleen
vermeld in de doopboeken
van de Waalse Kerk, waar hij
in 1670, 1672 en 1675 kinderen
liet dopen. Het uurwerk bevat
nog niet de balans die in 1675
door Christiaan Huygens
werd uitgevonden, zodat het
horloge tussen 1660 en 1675
moet zijn gemaakt. Over Pa
try is verder niet veel bekend.
Hij was waarschijnlijk een
van de vele Hugenoten die in
de 17e eeuw van Frankrijk
naar Nederland vluchtten.
Wel is ontdekt dat Philibert
Patry in 1677 in Middelburg
zat, maar waarom hij deze
stad boven Leiden verkoos is
onduidelijk en niet meer te
achterhalen.
Het horloge van Philibert Pa
try.
Bruggen, we maken er allemaal
gebruik van. Zeker in een water
rijke stad als Leiden zijn het on
misbare schakels in het wegen
net. Veel aandacht is er nooit aan
de Leidse bruggen besteed. De
stilte rond de Leidse bruggen is
met de presentatie van het uitvet
kochte maar in herdruk zijnde
Bruggenboek al gedeeltelijk 'ver
stoord'. Het Gemeentearchief aan
de Boisotkade hoopt dit jaar de
tentoonstelling „De Leidse brug
gen" te houden. Als inleiding op
deze expositie verschijnt in deze
krant een serie artikelen over
Leidse bruggen. Het zijn geen
technische verhandelingen, maar
historische verhalen waarin een
Leidse brug als leidraad dient. De
gegevens zijn verzameld door een
werkgroep van historisch geïnte
resseerden, die veel van de ge
schiedenis van de Leidse bruggen
heeft uitgezocht. Samensteller is
de begeleider van de werkgroep,
de heer P. J. M. de Baar van het
Gemeentearchief. Kees van Her
pen tekent voor de eindredactie.
De reprodukties zijn van foto
graaf Wim van Noort. Vandaag
verschijnt het zevenendertigste
artikel in deze serie.
en Siamese twee-
mder de Leidse
moeten we naar
lenpoort. Leiden
rel gewone twee-
bijvoorbeeld de
[brug en Rijnbrug,
vrijwel identieke
lenis hebben) of
jpen (Marepoorts-
armonderbrug en
^(etbrug, of Zuid-
Zuidsingelbrug
tcklenburgerbrug).
amese tweeling
[evormd door de
iortsbrug (tussen
Varkenmarkt en
ilenterrein) en de
'grachtsbrug (tus-
Groenhazengracht
Ie bij het Friesche
en de Doelen
en Deze tweeling is
■eS\ 1854 gescheiden;
;n lag hier een
•euwen een heel
brug, die de drie-
Groenhazengracht
engracht volledig
inde. Vanaf de
^Varkenmarkt kon
rechtdoor niet
de Doelengracht
0^e komen.
inhazengracht is eerst
Dij de stadsuitbreiding
jaar gegraven. De
racht is toen ontstaan
verbrede sloot, die
oetot aan het Noordein-
1445 is het laatste
gedempt en ging
*®t Zant heten, welke
later door (Oude)
'y)markt verdrongen
de twee delen van
a(engracht werd aan de
al snel een vaste
gelegd. Een toe-
~t het Doelenterrein
Wranaf dit punt dus nog
a de demping en het
i van het Zant als par-
•ein voor de bodedien
sten op Den Haag via de
Haagweg kon de brug aan de
noordkant een wat bredere
oprit krijgen, die wellicht ge
realiseerd is toen hij van steen
gebouwd werd. Bij de inspec
tie van 1578 was deze stenen
brug „een weynich te cram-
men", zodat de stenen niet los
konden raken. Dit zal wel ge
daan zijn en wellicht had hij
nog eeuwen kunnen bestaan
als er niet ineens andere plan
nen ontwikkeld waren.
Bebouwing
Voordat in 1610 besloten werd
de stad uit te breiden met de
wijk bij de Langegracht,
stouwde men de bestaande
stad zo vol met huizen als
maar mogelijk was. In 1609
ging men er zelfs toe over om
veertien erven aan de Groen-
hazengracht voor zes gulden
per jaar op erfpacht (eigenlijk
grondrente) uit te geven aan
bouwondernemers, die er
meteen huizen neerzetten. De
bewoners hiervan moesten
steeds over het Doelenterrein
om via de Doelensteeg naar
de binnenstad te kunnen
gaan. Of dit uiteindelijk te be
zwaarlijk bleek, weten we
niet, maar de behoefte aan
een stijlvolle ingang van het
terrein vanaf de Oude Var
kenmarkt groeide wel. In
1645 deed zich de mogelijk
heid voor hierin te voorzien.
Een operatie zoals we op dit
moment beleven, waarbij
naast de Siamese tweeling-
brug ook de Groenhazenbrug
bij het Rapenburg en alle wal-
muren vernieuwd worden,
heeft de Groenhazengracht
toen ook al ondergaan, hope
lijk toen tot iets minder scha
de en ongenoegen van de
buurtbewoners. Jan van Dale
ontving op 10 oktober 1645
f 300 als aanneemsom van het
metselen van de brug over de
Groenhazengracht en nog 75
voor extra werk. Een paar
maanden eerder had Tijmen
van Wee ƒ230 ontvangen
voor het afdammen en droog-
houden van de gracht tijdens
anderen van de kazernes in
Leiden en ook de brug werd
aangepakt. Op 6 april 1854 na
men J. van der Tas en de
wed. Rijk Zoon voor 2280
aan om de bestaande brug
volledig te slopen, het land-
hoofd aan de Oude Varken
markt zelfs tot en met de fun
dering. Aan die kant moest
een nieuw stuk walmuur, in
clusief de fundering gemet
seld worden. Nadat een soort
loopplank over de Groenha
zengracht was gelegd om
voetgangersverkeer mogelijk
te maken - ook thans een be
kend gezicht daar ter plaatse -
moesten de aannemers de
twee platte houten bruggen
bouwen. Voor de Doelen
poortsbrug moest een dek van
zeven taaie eiken leggers van
25 bij 30 centimeter en een
breedte van vijf meter ge
maakt worden en voor de
Doelengracffisbrug drie leg
gers van 15 bij 20 centimeter
en een breedte van twee me
ter. De oude leuningen kon
den dusdanig vermaakt wor
den dat ze weer bruikbaar
werden; behalve op de brug
gen kwamen ze ook op de
aangrenzende walmuren. Het
karwei moest op 1 mei begon
nen en op 30 juni voltooid
zijn.
Hierna duurde het ruim twin
tig jaar voor er weer werk
aan de winkel was. Op 5 april
1877 nam C. Alkemade jr. te
Noordwijk voor 540 aan om
de eikenhouten leggers van
de Doelenpoortsbrug te ver
nieuwen in ijzer; dit moest
zijn balkijzer nr. 25 L.B., we
gende gemiddeld 52 kilo per
meter, dus vrij zwaar. Zoveel
mogelijk oude onderdelen
moesten opnieuw gebruikt
worden, zelfs het toch aan
sterke slijtage onderhevige
overdek. In 1906 schijnt hij
opnieuw onderhanden geno
men te zijn. En op dit moment
worden beide bruggen op
nieuw volledig vernieuwd: de
oplevering ervan wordt nog
dit jaar verwacht.
Doelen
De naam van de brug is dui
delijk ontleend aan de Doe
len. De Doelen was het ter
rein waar de stedelijke schut
tersgilden oefenden en op
doelen schoten. Aan drie kan
ten werd dit door water om
geven en de afscheiding naar
de verlengde Doelensteeg be
stond uit een muur. Sedert
1578 was er nog maar één
schutterij, bestaande uit een
deken (een per kwartaal wis
selende burgemeester), een
aantal kapiteins (uiteindelijk
vastgesteld op acht), luite
nants en uiteraard de nodige
schutters. Deze werden gere-
cruteerd uit de bovenlaag van
de stadsbevolking; men moest
zelf zijn vuurwapen, helm en
beschermingsstukken kunnen
bekostigen. Ook moest men
over de nodige vrije uren be
schikken voor oefeningen.
Ofschoon er al eerder stallin
gen voor paarden waren,
werd eerst in 1772 een mane
ge met een grote stal gebouwd
voor de militie, die toen in de
stad garnizoen hield. Een echt
militaire plaats was Leiden
toen nog niet.
Dit kwam eerst toen hier in
de loop van de Vierde Engelse
oorlog (1780-1784) een groot
aantal Zwitsers gelegerd
werd, waarvan er overigens
zeer vele binnen de kortste
keren aan allerlei ziektes
overleden. De rol van de
schutterij werd steeds minder
belangrijk en in 1798 werd
deze geheel opgeheven. In de
plaats ervan kwamen leger
onderdelen, waarvoor in 1808
aan de Groenhazengracht een
militaire barak gebouwd
werd. In 1819 veranderde het
terrein ingrijpend: haast alle
bebouwing, inclusief de fraaie
St. Jorisdoelen, verdween en
er werden grote kazerne's,
magazijnen en werkplaatsen
gebouwd. Vooral stallen na
men een steeds groter deel
van het terrein in beslag. In
de zogenaamde Lange Doe
lenstal stonden twee rijen
paarden, respectievelijk 72 en
67 stuks.
In 1855 waren er stallingen
voor 557 paarden, eventueel
uit te breiden tot 637. Aan
manschappen lagen er toen in
de Doelenkazerne negen on
derofficieren en 447 soldaten,
maar door de bedden dichter
tegen elkaar aan te schuiven
kon de capaciteit tot 558 opge
voerd worden. Er waren dus
meer paarden dan manschap
pen, maar in de Wittepoorts-
kazerne lagen nog eens vijf
onderofficieren en 325 man
(maximaal 384) en in de
Morschpoortkazerne na de
grote uitbreidingen van 1854
11 onderofficieren en 676
man, eventueel op te voeren
tot 773. Daarmee was Leidert
een van de allerbelangrijkste
garnizoenssteden. Zoals men
weet is de glorie van de Doe
lenkazerne thans geheel ver
bleekt; inmiddels heeft de
Universiteit er haar tenten
opgeslagen. Het is dan ook ge
lukkig dat de Doelenpoort
met de brug ervoor tot in
lengte van dagen aan die
roemruchte militaire geschie
denis zal blijven herinneren.
LEIDEN/DEN HAAG
Minister Korthals Altes
heeft de vaste commissie
voor justitie in de Tweede
Kamer laten weten tot
een nieuwe aanpak van
de discriminatie over te
willen gaan. De minister
vindt met de vijf procu
reurs-generaal dat in ge
meenten met een discri
minatieprobleem een cen
traal meldpunt moet wor
den ingesteld. Bij zo'n
meldpunt, bestaande uit
één of meer ambtenaren
van de gemeentesecreta
rie, kunnen burgers hun
klachten over of aangiften
van discriminatie kwijt.
Of een dergelijk meldpunt
ook in Leiden opgericht
wordt, is nog onduidelijk.
De gemeente hoopt in de
anti-discriminatienota die
in het najaar verschijnt,
met een voorstel hierover
te komen.
De minister wil in zijn anti
discriminatiebeleid de nadruk
leggen op een gecoördineerde
bestuurlijke en strafrechtelijke
aanpak in het driehoeksover
leg tussen burgemeester, offi
cier van justitie en korpschef
van politie. De gemeenteamb
tenaren die belast zijn met het
opnemen van klachten zouden
nauw moeten samenwerken
met de plaatselijke politie.
De Leidse ambtenaar C. van
Ingen belast met migran
tenzaken noemt het oprich
ten van een dergelijk meld
punt in Leiden „een goede
zaak". Hij stelt dat er ook in
Leiden sprake is van discrimi
natie maar dat het „geen heet
hangijzer" is. „Het is niet zo
dat ik van buitenlanders in
Leiden vaak te horen krijg dat
ze er op straat veel van mer
ken", aldus Van Ingen. Nij
pender zijn volgens hem in
Leiden problemen rond huis
vesting en werk. Van Ingen
wijst er op, dat er momenteel
een gemeentelijke anti-discri
minatie-nota in de maak is.
Hierin zullen ook de resulta
ten van de werkconferentie
tegen discriminatie en racis
me, die in het najaar in Leiden
plaats zal hebben, worden
meegenomen. Het lijkt hem
dat de mogelijkheden van de
oprichting van een meldpunt
in de nota worden meegeno
men. Van Ingen: „Het is dan
aan de politiek er ja of nee op
te zeggen".
Gezien het geringe aantal aan
giften over discriminatie, heeft
de minister van Justitie onge
veer 2 jaar geleden een aantal
minderhedenorganisaties ver
zocht aan te geven welke fac
toren naar hun mening het
doen van aangifte belemme
ren. Uit de reacties blijkt dat
twee factoren kunnen worden
onderscheiden. Enerzijds zijn
het oorzaken, die met de per
soon van het slachtoffer van
discriminatie te maken heb
ben, anderzijds zijn het belet
selen in de werking van het
politie- en justitie-apparaat.
Wat dat laatste betreft, wor
den onder meer genoemd de
lengte van de procedure, be-
wijsmoeilijkheden of het niet
serieus nemen van de klach
ten. Ook werd geklaagd over
een aantal gevallen waarin po-
litie-ambtenaren zich discrimi
nerend zouden hebben gedra
gen.
De procureurs-generaal vin
den dat die belemmeringen zo
veel mogelijk moeten worden
weggenomen. In de vervol
gingsfase zou dit kunnen wor
den bereikt voor zover dit
al niet gebeurt door een zo
spoedig mogelijke afhandeling
van de bij het parket binnen
gekomen discriminatiezaken,
aldus de brief.
De Doelenpoortsbrug gezien door de camera van W. Valentgoed, 1965.
(ADVERTENTIE)
>e< Als u van een krachtige
ie koffie met 'n extra volle smaak
houdt, moet u zeker Rosta-
-n koffie van Douwe Egberts
- eens proberen.
Voor Rosta worden krach
tige bonen op een speciale
manier gebrand, waardoor de
koffie extra pittig en vol van
ej smaak wordt.
'i Alleen de prijs van Rosta
i is niet pittig.
het werk. Overigens was de
walmuur tussen het Rapen
burg en Doelengracht al in
1641 vernieuwd.
De ontwerper van het geheel,
stadsarchitect Arent van 's
Gravesande, heeft nogal ge
worsteld met de stedebouw-
kundige gevolgen van de
bouw van de poort. Blijkens
bewaard gebleven ontwerpen
heeft hij eerst gedacht de
poort boven op de Doelen
gracht te kunnen plaatsen,
maar uiteindelijk is gekozen
voor de oplossing waarbij het
meest oostelijke van de veer
tien huizen op het Doelenter
rein gesloopt werd en vervan
gen door een toegangsweg
met de poort. Deze poort werd
bekostigd door de Schutterij
(zij het met een zware subsi
die van de stad) en vervaar
digd voor wat betreft het ge
wone natuursteenwerk door
Cornelis Gijsbertsz. van Duy-
nen en voor wat het beeld
houwwerk van St. Joris met
de draak en verdere versie
ringen betreft door Pieter
Adriaensz. 't Hooft, een beeld
houwer uit Den Haag. De
brug over de Groenhazen
gracht werd breed genoeg uit
gevoerd om meteen een goede
verbinding over de Doelen
gracht te krijgen, maar toch
niet breed genoeg.
Nu er zo'n statussymbool
neergezet was, viel die te ge
ringe breedte blijkbaar erg op.
Bij een inspectie op 2 april
1653 besloot het stadsbestuur
dan ook de brug zoveel te
verbreden dat hij even breed
zou worden als de Oude Var
kenmarkt. Dit werd op 23
april voor 100 aan Jan
Claesz. (Petyt) aanbesteed; hij
moest vóór de ommegang en
wapenschouwing van de
schutterij op maandag 26 mei
klaar zijn. Verrassenderwijs
viel op 28 februari 1669 op
nieuw het besluit de brug zo
veel te vergroten, dat die „re
gulier" zou zijn en overeenko
men met de breedte van de
Oude Varkenmarkt, terwijl
Tekening van
de brede
Doelen
poortsbrug
en de St. Jo
ris doelen
door Jacob
Timmermans,
1788.
bovendien de stenen borstwe
ringen afgebroken en door ij
zeren leuningen vervangen
moesten worden. Dit besluit
schijnt niet geheel uitgevoerd
te zijn. Wel nam op 23 juli
1969 Evert Jansz. van Son-
nenberch voor 95 aan om
binnen zes weken 27 hele en
25 halve stijlen met 132 voet
(41.45 meter) regels op de
brug aan te brengen, maar
verdere activiteiten zijn niet
ontwikkeld.
Slopen
Zo bleef de situatie tot 1854.
In deze jaren was men zeer
actief in het vergroten en ver-