Vrouw
voert
regie
over haar
eigen
bevalling
Bevallen in
een computer
centrum
of gaan we
terug naar de
natuur?
ZATERDAG 9 JUNI IS
De verloskunde in
Nederland staat op een
hoog peil. De
technische
ontwikkelingen in de
medische wetenschap
hebben ertoe geleid, dat
het perinatale
sterftecijfer (dit is de
kindersterfte vanaf de
28e week van de
zwangerschap tot en
met de eerste week na
de geboorte) jaarlijks
flink daalt. Volgens de
statistieken stierven in
1955 28,2 kinderen per
duizend bevallingen. In
1980 was dat al gedaald
tot 11,2 en vorig jaar
daalde het verder tot
10,1. Verheugende
ontwikkelingen dus.
Toch gaan sommigen
zich steeds meer
verzetten tegen het
„bevallen in een
computercentrum"
zoals wordt gezegd. Ook
begint men kritiek te
uiten op het feit, dat de
vrouw bevalt in
liggende houding. Er
zijn immers meer
natuurlijke methoden
om een kind op de
wereld te zetten. Zoals
de verticale houding,
waarbij de vrouw
bevalt, zittend op een
baarkruk of gewoon
gehurkt. De Franse
verloskundige Michel
Odent introduceerde in
1975 het baren in een
warm bad. Deze
methode wordt de
laatste jaren ook in
Nederland toegepast, zij
het op beperkte schaal.
De Stichting
Lichaamstaal verzorgt
op vrijdag 15 juni in
Amicitia aan het
Westeinde te Den Haag
een thema-avond over
verticaal bevallen, over
het eerste contact met
de pasgeborene, het
bevallen onder water
en de complicaties.
Hiermee wordt een
tournee afgesloten, die
zo'n twintigduizend
bezoekers trok. Via
films, dia's, lezingen en
een paneldiscussie met
verloskundigen krijgen
de belangstellenden
een beeld van het
verticaal bevallen. De
thema-avond begint
's avonds om half acht.
Kaarten zijn telefonisch
te bestellen onder de
nummers 070-63.90.40
of 04748-27.33.
De Stichting
Lichaamstaal heeft
onlangs ook het boek
„Baren" op de markt
gebracht, dat ingaat op
dezelfde onderwerpen.
Het is samengesteld
door de verloskundigen
Beatrijs Smulders,
Astrid Limburg en prof.
dr. G. Kloosterman.
Ondersteund door
schitterende foto's en
openhartige en
gedetailleerde
interviews met moeders
én hun partners,
gemaakt door Saskia
van Rees, worden in
het boek voorstanders
van deze methoden aan
het woord gelaten.
Verslaggever Loek
Moor sprak aan de
hand van dit 140
pagina's tellende werk
met de Haagse
gynaecologen D.J.
Voorhoeve-Den Hartog
en M. R. Mackenzie.
en na de bevalling is het natuurlijk wel heerlijk voor moeder eij
kind om samen in het warme water te blijven..."
DEN HAAG De verticale
barenshouding is beslist geen
fenomeen van de laatste jaren.
Tot de achttiende eeuw was
het de meest gebruikelijke
manier om te bevallen. Af
beeldingen uit het oude Egyp
te tonen al, dat de vrouwen
zittend of gehurkt hun kind
ter wereld hielpen. De baar-
krukjes bestonden toen uit op
elkaar gestapelde bakstenen.
De Grieks-Romeinse mytholo
gie kent tekeningen waarop
de vrouw een knielende hou
ding aanneemt. In de middel
eeuwen werden zelfs de meest
fraaie baarstoeltjes vervaar
digd. Bij enkele culturen
wordt nog steeds knielend be
vallen, zoals bij de Zoeloe-
vrouwen in Zuid-Afrika. Tij
dens de persweeën zoekt de
vrouw steun bij een lus, die
aan het dak van de hut hangt.
Maar de westerse cultuur verliet
deze manier van bevallen. Het was
eigenlijk de Franse verloskundige
Francois Mauriceau, die in de ze
ventiende eeuw als eerste de baar-
stoel verving voor het verlosbed.
De reden was simpel. Het bleek,
dat extra hulp bij de bevalling be
ter kon worden gegeven wanneer
de vrouw op bed lag, vooral wan
neer speciale medische ingrepen
moesten worden verricht. Met de
komst van de bekende „houten toe
ter" in 1850 (om de harttonen van
de ongeboren baby te kunnen ho
ren) was het verticaal bevallen de
finitief van de baan. Want om de
harttonen goed te kunnen beluiste
ren was het noodzakelijk, dat de
vrouw op haar rug bleef liggen.
Aan het eind van de jaren zestig
werd het doppler-apparaat (ook
wel doptone genoemd) uitgevon
den. Dit apparaatje zendt ultrasone
Signalen uit en zet deze om in ge
luid, waardoor de harttonen heel
gemakkelijk kunnen worden be
luisterd. Dit kan geschieden onaf
hankelijk van de houding van de
vrouw.
Zwaartekracht
In het boek „Baren" wordt gespro
ken met eenentwintig moeders die
verticaal zijn bevallen. Ook vaders
en andere relaties komen aan het
woord. Voordeel van de verticale
houding is, volgens de samenstel
lers, de positieve invloed van de
zwaartekracht, ook tijdens de
weeën. Tevens ontstaat een grotere
bewegelijkheid van het bekken
waardoor het kind gemakkelijker
naar buiten komt. De vrouw heeft
zelf bovendien een prima overzicht
van de situatie en heeft een gelijk
waardig contact met de mensen om
haar heen. De vrouw voelt zich
niet zo klein en afhankelijk. Ze
blijft meer betrokken bij wat er in
het lichaam gebeurt. Bovendien, al
dus de samenstellers, maakt een
verticale barenshouding nog een
heel onverwachte ontwikkeling
mogelijk in het contact met de pas
geborene. Liggend is het meestal
nodig dat de verloskundige de hel
pende hand biedt om de baby gebo
ren te laten worden. Bij een nor
male verticale bevalling is dit vaak
overbodig. De verloskundige hoeft
de baby eigenlijk alleen iriaar op te
vangen. De moeder is de eerste die
het kind ziet.
De gynaecologe dr. D. J. VOorhoe-
ve-Den Hartog is blij. dat de vrouw'
tegenwoordig zelf kan kiezen hoe
zij wil bevallen. De aan het Haagse
ziekenhuis Bethlehem verbonden
arts heeft meerdere malen ook bij
verticale bevallingen geassisteerd.
Zij vindt het een enorm winstpunt,
dat de vrouw bepaalt wat er ge
beurt, al dan niet in overleg met
haar partner.
Vroeger regelde de verloskundige
of de gynaecoloog dit.
Onvrede
„Ik denk, dat het ook een soort
roep van de natuur is", zegt ze, „dit
is met veel zaken zo. Kijk maar
naar de voeding, energie en kle
ding. Je ziet dat mensen terug grij
pen naar oude methoden en gebrui
ken. Hier is ook bij verticaal beval
len niets op tegen. Echter wanneer
het fout loopt, gaat het praatje niet
meer op. We moeten alleen oppas
sen, dat we alle technieken die in
de loop der eeuwen zijn verwor
ven, vooral de laatste jaren, niet
overboord gooien. Wij hebben in
het ziekenhuis wel een baarkruk.
Onlangs heb ik de bestelling voor
een electronische baarstoel van
18.000 gulden maar in de ijskast ge
zet. Ik vraag mij af of je dan nog
van een natuurlijke manier van be
vallen kunt spreken".
Dat een vrouw zich hulpeloos voelt
wanneer zij liggend bevalt, betwij
felt mevrouw Voorhoeve. „Wan
neer je de uiteindelijke resultaten
bekijkt, heb ik niet de indruk, dat
het verticaal zoveel beter gaat. Ik
begrijp ook niet, dat bij deze wijze
van bevallen het eerste contact tus
sen moeder en kind beter zou zijn.
Zelfs na een kunstmatige verlos
sing (bijvoorbeeld met een tang)
wordt de baby onmiddellijk na de
geboorte op de buik van de moeder
gelegd".
De gynaecoloog M. R. Mackenzie
van net Haagse ziekenhuis Brono-
vo is voorstander van alle manie
ren van bevallen zolang het leven
van moeder en kind maar niet in
gevaar komt. „Er zijn vele volke
ren en vele manieren. Ik denk, dat
het een bepaalde stroming is. Men
sen zoeken uit onvrede een andere
methode. Zij pogen er verandering
in te brengen. Dat is niet erg, zo
lang we de goede ervaringen maar
overhouden en de slechte kunnen
afstoten".
Ontspannend
In 1975 lanceerde de Franse verlos
kundige Michel Odent het bevallen
in bad. Over het voordeel van zo'n
bevalling zegt de verloskundige
Agaath Schoon: „Het is niet eens
zozeer de bevalling op zich, maar
de periode voor de bevalling. De
ontsluiting, waarin je heel relaxed
kunt zijn en het lichaam kan doen
en laten wat het wil. Zonder dat
het wordt belemmerd door een
stoel, bank of bed. Het lichaam
wordt gedeeltelijk gewichtsloos.
Juist met weeën merk je, dat het
heel lekker is om te ontspannen.
Warm water geeft enorm veel ont
spanning. Daardoor voel je de pijn
veel minder terwijl de weeën ei
genlijk sterker worden. Je bevalt
Verticaal
baren terug
uit het
verleden
sneller. En na de bevalling is het
natuurlijk wel heerlijk voor het
kind om samen met zijn moeder in
het warme water te blijven".
De gynaecologen Voorhoeve en
Mackenzie staan wat dat betreft
sceptischer tegenover deze manier
van bevallen. Beiden zijn van me
ning, dat het een onnatuurlijke ma
nier is om een kind op de wereld te
helpen. Mevrouw Voorhoeve: „Je
verkleint bovendien de controle
mogelijkheid. Ik zou bijvoorbeeld
niet weten hoe je de harttonen van
het kind zou moeten beluisteren".
De heer Mackenzie: „Ik ben zelfs
nog bereid om het bad in te stap
pen. Maar niemand kan van mij
verwachten, dat ik daar bijvoor
beeld een tangverlossing doe. Daar
pas ik ten ene male voor, dat zou
onverantwoord zijn. Als het dreigt
mis te gaan, verzoek ik de vrouw
vriendelijk op een bed te gaan lig
gen. Maar tegenwoordig is het gek
ste niet gek genoeg. De mens is al
leen niet geboren om in het water
te bevallen. Wij horen op het land
thuis".
De gynaecologen vinden wel, dat
warm water een prettige manier is
op de weeën op te vangen. Zij heb
ben echter hun twijfels als het om
de hygiëne gaat. Dit in tegenstel
ling tot de Russische bioloog Tjar
kowsky, die na driehonderd onder
waterbevallingen nog nooit een ge
val van infectie heeft meegemaak
en dus tot de conclusie kwam, dal
er wat dat betreft geen bijzonder
gevaar bestaat.
Waar zo'n beetje alle gynaecologen
en verloskundigen het wel over
eens zijn, is het feit, dat uiteindelijk
Er zijn vele manieren van bevallen, maar het resultaat is hetzelfde r
de komst v^n een eigen kind, Een moment, dat man en vrouw moei
lijk kunnen bevatten, laat staan beschrijven. Ir
de vrouw zelf moet bepalen op wel
ke wijze zij wil bevallen. De tijden,
dat de specialisten bepaalden wat
er moest gebeuren zijn zo goed als
voorbij. De vrouw is de regisseur
van een zeer belangrijk, emotioneel
en ingrijpend moment in haar le
ven. Thuis of in het ziekenhuis. Zij
wordt in deze regie alleen door des
kundigen bijgestaan wanneer zich
problemen voordoen. En daar gaat
het boek „Baren" dan ook vanuit.
De daarin gegeven voorbeelden
zijn geboorten zonder complicaties,
maar treden die in de praktijk op
dan wordt de vrouw, bij een aan
vankelijke thuisbevalling, vervoerd
naar het ziekenhuis.
„Babymachine"
Een instelling die door sommige
aanstaande moeders wordt gezien
als een kille onpersoonlijke „baby
machine". Uit ervaring, maar veel
al ook van „horen zeggen". Nu is er
in de loop der jaren op de verloska
mers van ziekenhuizen erg veel
veranderd. Maar de technische ont
wikkelingen hebben nu eenmaal
met zich meegebracht, dat gebruik
wordt gemaakt van controle-appa-
ratuur. Dit wil echter helemaal niet
zeggen, dat de bevalling een koude
bedoening moet zijn. Het ligt hele
maal aan de aard van de complica
tie, als die er is, en natifurlijk ook
voor een groot deel aan het perso
neel.
Getuige de mening van een vrouw
over het ziekenhuis in het boek:
„...ze waren lief voor je, hadden tijd
voor je, je werd zo goed opgevan
gen. Na de bevalling was ik ook
blij, dat ik in het ziekenhuis ben
gebleven. Er was bezoektijd en
daarna gingen ze weg. Jeffrey
(haar zoontje) was die nacht niet bij
mij op zaal. Dat ervaar ik ook wel
als iets fijns, want je bent natuur
lijk bekaf. Als je dan meteen de
eerste nacht in je eigen huis voor
de eerste keer je kindje moet ver
zorgen is dat wel heel vermoeiend.
Je weet nog van toeten of blazen..."
Hospitalisering
Prof. dr. G. Kloosterman schrijft in
het boek: „Een ziekenhuis kan nu
eenmaal helaas niet anders hande
len dan de zwangere vrouw te be
schouwen als 'n patient. Ze behaiy
delen haar ook als patiënt". Dez|I
hospitalisering keurt hij af en hj
geeft de voorkeur aan de bevallinj
thuis, omdat, zo zegt hij: „Alleef
hierdoor een evenwicht wordt
schapen tegen de monopoliserii
van de baring in ziekenhuizen i
omdat de mogelijkheid van de be-t
valling thuis de ziekenhuizef
dwingt tot de aanpassing van
gerechtvaardigde verlangens
het publiek".
De heer Mackenzie wijst deze hoi
pitalisering van de hand. „In prinp
cipe kunnen de vrouwen bevallej
op de manier die zij de meest pret
tige denken te vinden. Ze moge
ook de hele familie meenemen. Al
de partner de bevalling wil doei
vind ik het ook prima. Als gyna<
coloog of verloskundige moet je c
plaats weten. Een stapje terug doe]
op het juiste moment. Iemand dil
zwanger is vraagt niet om leidinf
maar om begeleiding.
Echter op het moment, waarop jl
ziet, dat het misgaat moet de le}
ding worden overgenomen. Je hel
de verantwoordelijkheid op je g(
nomen te assisteren bij de vooi
spoedige geboorte van een kin<
Die verantwoordelijkheid moet i
dragen. Ook al zou dat tegen de zij
van de ouders zijn, hoewel ik
nog nooit heb meegemaakt,
sommige moeders in spé zich vel
zetten tegen de apparatuur kan
wel begrijpen. Maar wat gebeurt
als er geen apparatuur is en h< o
kind gaat dood? Dan zijn ze tocjü
ook niet blij? Op een gegeven m(
.ent moet worden geaccepteei
dat er een controle komt".
Er zijn vele manieren van bevalh
len, maar het resultaat is hetzelfdfl
de komst van een eigen kind. Eel
moment, dat man en vrouw moejH
lijk kunnen bevatten, laat staan ben
schrijven. Een wonder wellicht 1
in elk geval een overweldigen!
ervaring. Een van de geïntervie1
den in het boek:
„...je leeft in een soort droom,
kunt het haast niet geloven en d
is het kind er toch. Ik weet er ni
zoveel meer van omdat ik ov
stelpt werd door emoties. Ik was
blij dat er geen plaats was voor i
anders. Ik was gewoon blij dat
er was en dat alles goed was...
LOEK MOO