a Handboekbinder Van Daalen bewaart in ons land de persoonlijkheid van bet boek HET WAS OM TE HUILEN, BU ZOVEEL ONBEGRIP ONDER BIBLIOFIELEN, MAAR: Vissers lapten jarenlang visquota aan hun laars Nader onderzoek grond Nieuwstraat •LEIDEN/REGIO Cc|dac6owa/nt DINSDAG 29 MEI 1984 PAGINA 5 Een veelgehoord argu ment op het kantonge recht is: „Ik ben al ge noeg gestraft, want ik moest een vrije dag ne men en dat kost geld". Een vuilniswagenchauf feur uit Leiden gebruikte het ook. Waarop rechter Morshuis informeerde: „Bent u nog in dienst van de gemeente Lei den?" Dat bleek het ge val te zijn. „Dan hoeft u geen vakantiedag op te nemen, ze zijn verplicht u hiervoor vrij te geven", legde Morshuis de amb tenaar uit. „Oh, dat zal ik zeggen", reageerde de man, die met zijn vuilnis wagen voor wat blik schade had gezorgd. Hij had een dubbel-goede J ochtend want de rechter e verklaarde hem wel t schuldig, maar legde hem t geen straf op. p Een Katwijkse was min- e der gelukkig. Ondanks het verdedigende werk van een heuse advocate kreeg zij een boete van 150 gulden. De vrouw had haar inmiddels ex- vriend in haar krakke mikkige auto laten rij den. „Maar hij had ook sleuteltjes en hij wist dat de auto niet in orde was", betoogde de Katwijkse. „Meneer is in hoofdzaak verantwoordelijk", deed de advocate een duit in het zakje. Officier van justitie Van Ek wees op de slechte staat van de auto. Remmen, stuurin richting en uitlaat waren niet in orde. „Heeft u niet gemerkt dat er in speling in uw stuur zat", vroeg hij aan de ver dachte. Nee, dat had ze niet. „U draaide net zo I lang aan het stuur totdat de auto de bocht om ging", concludeerde de I officier gevat. Voor de 1 zeer slechte remmen had Van Ek een opmerkelij- I ke, moderne kwalificatie. „De remmen vind ik een brokje gevaarzetting", in troduceerde de officier zonder blikken of blozen J een nieuwe term. Hij a vroeg een boete van 385 gulden. Omdat rechter 'i Morshuis de ex-vriend als hoofdschuldige zag, werd de straf tot 150 gul- den verlaagd. J Een man had op de rijks- e- weg 44 bewust te snel (132 in plaats van 100) gereden. „Ik was een te strit met een Mitsubishi Turbo aan het maken", Izei de verdachte die ga ragehouder van beroep bleek te zijn. „Er was niemand op de weg en als je in aanmerking neemt dat deze auto 220 J' kilometer per uur kan I? rijden, verzoek ik om if.' clementie", pleitte de au- a- toverkoper. Van Ek wil- de daar niets van weten. „Als clementie ergens a niet op zijn plaats is, dan ir is het wel in deze zaak". Hij eiste 140 gulden boete en zes maanden voor- c waardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid met een proeftijd van js twee jaar. „Ik vind het betreurenswaardig dat mijn eerlijkheid op deze e manier wordt beloond", zei de man. „Ik was al- Is! leen maar nieuwsgierig naar hoe deze auto zich op de weg gedraagt". Morshuis bepaalde de boete op 140 gulden. Er B werd geen voorwaarde lijke ontzegging uitge- H sproken. „Dit is een ge wone zaak, dus u krijgt geen extraatje". Tijdens de zitting kwam een man binnen die zich even fluisterend met de kantonrechter verstond. Het was een van de grif fiers met een wel zeer dringende boodschap. Kantonrechters worden immers maar zelden ge- stoord tijdens het recht- spreken. Onder het a' mompelen van „Ik dacht e dat hij daar goed stond", f zocht Morshuis even in zijn toga, haalde na enig el speurwerk zijn autosleu- 3, tels uit zijn zak en gaf die ie aan de griffier die zich e daarmee naar buiten ,a spoedde. Had de kanton- rechter zijn auto ver- ei keerd geparkeerd en had n de griffier het voertuig ie verplaatst? Daarop wilde zi de griffier geen ant- ;e woord geven. „Het is ook n mogelijk dat ik even de n auto van de kantonrech- ter heb geleend", zei hij >e vriendelijk maar zeer vaag. KEES VAN HERPEN Op mijn omwegen door stad on land kom ik graag mensen legen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10. door Ton Pirlcrs Wat is er, na een zo goed als verregend weekeinde en zoveel dreiging in de Perzische Golf, mooier dan de trieste aanblik van een boekbinder, ja zelfs een handboekbin der, die op het punt staat hete tranen te schreien bij het zien van een tele visie-uitzending over on wetende bibliofielen. Zo als u weet zijn bibliofie len lieden die met een, soms wat overspannen, voorliefde 't liefst dag en nacht hun neus, zonder te lezen, in oude tot zeer oude boeken steken. Wat hun, als fiel, dan een ge voel van opperste ver voering bezorgt. In dit geval waren het kenne lijk volkomen verkeerd ingelichte bibliofielen, die zich voor de camera erover beklaagden dat ze boeken in Frankrijk moesten laten restaure ren „omdat er in Neder land niemand zou zijn die verstand had van een Franse band dat is een vorm van binden, zoals je ook spreekt van een Engelse en een Duitse band". Dit was het ogenblik, dat handboekbinder P.A.J. van Daalen jonge vent, 42 jaar slechts, maar beschikkend over een gouden vakbe kwaamheid moeite had om" niet in snikken en grim lachjes uit te barsten. „Te drommel", riep hij veront waardigd uit, vóór hij de knop van zijn toestel om draaide; „Snotverdikkeme, moet je dat horen; wat een baarlijke nonsens!" Vandaag verzekert Van Daalen ons, dat die kortzichtige bibiofie- len wel degelijk bij hem „en bij nog wel iemand in Neder land terecht hadden ge kund". De heer P.van Daalen bezit in Leidschendam de hand boekbinderij Bronsgeest. Hij is een vitale witte raaf onder de boekbinders. Uitgekiend, maar vooral ook begenadigd en vol beloften. Eén van zijn spaarzame leerlingen, me vrouw I.M.Sijthoff-Slothou- wer, heeft het uitzonderlijke op hetzelfde neer, maar ui teraard is er voor die Korén (uit Indonesië, eigendom van het Museum voor het Onder wijs) meer vakkennis nodig. Daaraan heb ik bijna een maand gewerkt. Nou nee, niet voor nop, deze keer", geeft Van Daalen, die toch van het gewurm met boeken moet kunnen leven, ruiter lijk toe. „Maar het voor naamste en dat geldt ook voor het restaureren van oude bijbels, eigenlijk voor alle boeken is dat je de persoonlijkheid van het boek bewaart". Van Daalen expliceert, dat het in principe mogelijk is oude boeken weer helemaal schoon te maken; „vergeelde vellen zou je zelfs weer wit kunnen maken, maar zoiets doe je natuurlijk niet; eerder maak je witte vellen geel, als u begrijpt wat ik bedoel. Wel kun je door het aanzetten van nieuw papier het zo geheten „aanvezelen" de ontbrekende randen van ge scheurde bladen weer op ge lijke grootte brengen". Ik vind dat maar kunstig; bij- bels ook: „En zie, ik maak al les nieuw". Er zijn slechts weinigen die deze levenslust van Van Daalen doorgron den; die echt weten wat er met een oud boek kan gebeu ren als je het goed aanpakt. Juist dat gemis aan kennis van wat er in eigen land met bibliofiele aangelegenheden aan de hand is. heeft waar schijnlijk enkele maanden geleden ook geleid tot de op richting van de Ned. Hand boekbindersvereniging (NHBV, zou je zo zeggen). Deze bundeling van belangen wil propaganda maken voor het handgebonden boek en verder contacten bevorderen tussen amateur-handboek binders waarbij zij eikaars producten onder de loep kunnen nemen en eventueel technieken uitwisselen (FGE, Vondelstraat, Amsterdam). Intussen reilt en zeilt „Brons geest" van de geestdriftige Van Daalen, met een beman ning van vijf, bij een gunstig getij. De handboekbinderij werkt mee aan de facsimile- uitgave (nauwkeurige repro ductie van het origineel) van de beroemde en zeer kostba re Blaeu-atlas (Amsterdam e.a.) uit 1659. Dit wordt een uit twee delen bestaande Bel gisch-Nederlandse productie van duizend exemplaren. Van Daalen werkt, en als hij niet werkt praat hij duizend uit over zijn beroep; „Daar kan ik niet genoeg over pra ten", vindt hij. Deze bevoor rechte man is ook in het bezit van een collectie oud papier. Althans antiek papier. Dat is een verzameling blanke vel len papier, honderden jaren oud, opgeborgen in een grote ladenkast. Erg spijtig is, evenwel, dat de vorige eige naar „de aantekeningen over de fabrikant, de juiste datum van fabricage en dergelijke, in zijn graf heeft meegeno men' Maar echt zit Van Daalen daar niet mee. Deze bladen worden gebruikt, bijvoor beeld, als schutblad bij de restauratie van een oude bij bel. Van Daalens belangrijk ste klanten zijn universitei ten en bibliotheken, die jaar gangen van wetenschappelij ke en literaire tijdschriften willen laten binden. Die ko men netzogoed onder de naald als de gebundelde dro men van Tina en de roddel- wereld van de pulppers. Dat doet Van Daalen P.A.J. niet blozen. Zo maakte het bedrijf ook legio leren banden voor de „verzamelde uitgesproken werken" van Kamerleden en ministers die zichzelf zo graag hoorden praten en dat ook lieten vastleggen. Mis schien was het er maar één, maar dan geldt dit wel als een „pars pro toto". Pas toen bond de binder een beetje in, omdat hij bij zo'n opdracht met de idealen van de hand boekbindkunst in de knoop kwam. Immers, de jury voor de eerdergenoemde wedstrijd meende, „dat het vinden van een harmonie tussen inhoud en band een eerste vereiste moet zijn voor een hand boekbinder". Maar Van Daalen ligt daar niet wakker van. O nee. Bui ten zijn werk, dat een hobby is gebleven, onderricht hij zijn „twee leerlingen in de privésfeer". Twee liefheb bende discipelen, die op de zaterdagmorgen onderwezen worden in de geheime begin selen der techniek van de handboekbindkunst. Ik wilde dat ik ook „zo" was. Al was het alleen maar om die prachtige, met gravures ver luchte, verhandeling van de Fransch-Duitsche Oorlog van 1870 (die uit haar band gele zen is) weer in alle gebonden glorie te kunnen herstellen. Met „aanvezelen", en alles wat er bij komt. Maar ik kan helaas niet aanvezelen. Al leen maar lezen, en omslaan. ambacht dermate in de vin gers dat zij onlangs de Zil veren (boekbinders) Naald kreeg. Zij was één van de 200 deelnemers aan een wedstrijd ter gelegenheid van het 75- jarig bestaan van de Organi satie van Fabrikanten van Grafische Eindproducten (FGE). Veelbelovend Het moet een kostelijke we dijver geweest zijn. De inter nationale jury (twee gewe tensvolle Nederlanders, een ingehouden Brit en een zui nige Zwitser) die naalden en eervolle vermeldingen te vergeven had, toonde zich in de einduitspraak nogal opge togen: de kwaliteit van de in zendingen vond zij „zeer be vredigend en veelbelovend". De juryrapporten spraken di- vertisserend van „blank schaapsperkament, grijs ma rokijn, bruin oasis, kapitalen, bestoken met gele en rode zijde, en met goud bestempel de titelschildjes". Je zult, ook als niet-bibliofiel, zoiets toch maar in je boekenkast heb ben staan; weliswaar in de buurt van een aantal geliefde handgenaaide exemplaren. De felbegeerde Zilveren Naald van mevrouw Sijthoff werd door haar voorbereid en aangepunt in het „Centro del bel libro" (Centrum van het Schone Boek) in het Zwitserse Ascona. Daar, op 's werelds top-akademie voor handboekbinders, bond zij haar bekroonde boek in en daar trekt ook Van Daalen jaarlijks naar toe om op de noogte te blijven van de laat ste ontwikkelingen op zijn vakgebied. Ook het handige boekbinden is nog steeds op weg naar vervolmaking. Niet velen zullen er brood in zien, maar dat vindt Van Daalen in het geheel niet erg. Hij was een van de twee Neder landse boekbinders die uitge nodigd werden, een omslag te maken voor een boek bij de herdenking van de 150ste sterfdag van de onsterfelijke Goethe. Goed hè? En het werd een echte Van Daalen, met veel omslag tentoonge steld op de Internationale Buchmesse in Leipzig, DDR. „Ik heb daar enkele honder den uren pro deo aan ge werkt en ik mag wel zeggen dat ik er trots op ben. Voila". Donald Duck en Koran Zolang zijn kunst ermee ge diend is, schaamt Van Daalen zich nergens voor. Hij brengt zowel jaargangen van Donald Duck, de Katholieke Illustra tie of Libelle in hechte ban den bijeen, maar evenzogoed een handgeschreven Koran uit de 15e eeuw. „Het komt De witte raaf onder de boekbinders: P. van Daalen uit Leidschendam. OUWEHAND: „MARKT VOOR HARING IS VERZADIGD" LEIDEN Nederlandse vis sers hebben tot nu toe alle af spraken over te vangen hoe veelheden vis binnen de EG aan hun laars gelapt. Dat zal echter steeds moeilijker wor den nu in het kader van het EG-visserijbeleid afgesproken is de controles op vangsten door de marines van de lidsta ten maar ook aan de wal te verscherpen. Dit zegt de heer Tienstra, tot voor twee maan den directeur visserijen op het ministerie van Landbouw en Visserij, in het TNO-blad Pro ject. Volgen Tienstra zullen de vis sers zich op de beperkingen die het EG-visserijbeleid hen oplegt, moeten instellen. Zij zullen hun investeringen moe ten afstemmen op te vangen hoeveelheden vis zodat een rendabele visserij mogelijk is. Daarbij zal men vooral moeten letten op de prijs van de vis, de kwaliteit ervan en de eigen kosten. Het varen met zo groot mogelijke schepen heeft dan geen zin meer. Men zal de ca paciteit van het schip moeten aanpassen aan de vangsten, al- aus ae oua lopamoienaar., Volgens Tienstra zijn de Ne derlandse vissers niet slecht uit het gevecht rond de te van gen hoeveelheden vis binnen de EG gekomen. In vergelij king met de periode voordat in de EG de visvangsten beperkt werden, zijn de vangsten tong gelijk gebleven, de vangsten haring en koolvis verlaagd en de vangsten schol, makreel en kabeljauw verhoogd. De oud topambtenaar stelt daarbij wel dat de vissers toen zij eenmaal merkten dat er tussen 1975 en 1980 toch niet zo goed werd gecontroleerd op gevangen hoeveelheden vis, steeds meer zijn gaan vangen en daarmee de regels overtra den. Die tijd is nu afgelopen, zo zegt hij. Desondanks stelt Tienstra dat het niet slecht gaat met de Nederlandse visse rij. In het TNO-blad pleit Tienstra wel voor meer sa menwerking tussen de vissers onderling, vooral om de eigen positie op buitenlandse mark ten te verbeteren. x De heer Ouwehand, directeur van het grootste visverwer- kende bedriif van ons land, zegt in het blad dat het inder daad in de laatste drie, vier jaar goed is gegaan in de zee visserij. Hij tekent wel aan dat de Noordzee „te lang op slot is gehouden" voor haringvang sten, zodat zij nu vol haring zit. De markt voor haring is echter verzadigd, zo stelt hij. „Het moment ligt niet ver meer waarop we aangevoerde haring aan de varkens moeten voeren", aldus Ouwehand. Voor de makreelvangst voor ziet de directeur een uitbrei ding. Lammergier verhuist Deze Wassenaarse lammergier, Benno genaamd, zal de aanzet geven tot de terugkeer van de lammergier in de Alpen. Het vrouwtje Benno zal voorlopig samen met een mannelijke soort genoot een paar in de dierentuin van Neumünster in West-Duits- land gaan vormen. Het is de bedoeling dat hun nakomelingen in de Alpen worden uitgezet. Het Wereldnatuurfonds coördineert deze paarvorming naar aanleiding van het feit dat de lammergier in de Alpen is uitgestorven. Wassenaar is één van de acht die rentuinen ter wereld waar de zeldzame lammergier wordt gefokt. Benno werd in 1983 In een broedmachine geboren en met veel geduld en toewijding met de hand groot gebracht. LEIDSCHENDAM Ook het terrein van de voormalige Leid- schendamse gasfabriek aan de Nieuwstraat wordt nader onder zocht. Gebleken is dat de grond verontreinigd is met cyanide en aromaten, hetgeen het geval is bij de meeste terreinen waar een gasfabriek heeft gestaan. Zoals gebruikelijk wordt nu een pro jectgroep ingesteld ten behoeve van het nader onderzoek. De bewoners van woningen aan De Schans, het Goopad en de Nieuwstraat hebben daarover van de provincie een brief in de bus gekregen. De projectgroep adviseert het provinciaal bestuur over de wijze van onderzoek en de eventueel te nemen maatre gelen. De projectleider is een ambtenaar van de provincie, in dit geval de heer L.J. Koster, tel. 070-116966. Inmiddels hebben vier bewoners zitting genomen in de projectgroep. Het nader onderzoek omvat een organoleptisch onderzoek (rui ken aan grondmonsters), het plaatsen van peilbuizen, het nemen van grond- en watermonsters en het analyseren van de mon sters. Het reukonderzoek wordt op 26 en 27 juni uitgevoerd en is bepalend vor de plaats van boringen en peilbuizen. Wellicht moeten er ook monsters worden genomen in tuinen; daarover zal tijdig met de bewoners contact worden opgenomen. HOOGSTE PUNT BU Directeur Algemene Zaken J.R. Bronkhorst van het Psychia trisch Ziekenhuis Endegeest heeft vanmiddag de vlag gehe sen ter gelegenheid van het bereiken van het hoogste punt van het in aanbouw zijnde ENDEGEEST Centrale Magazijn van het zie kenhuis. De bouw van dit ma gazijn (foto) vormt de afsluiting van een in 1983 gestarte nieuwbouwfase met onder meer een groot aantal nieuwe woonpaviljoens, een nieuwe centrale keuken en de nieuw bouw van dit magazijn. Ont werper van het voornamelijk uit staal opgetrokken complex is de Haagse architect J. Brou wer. bouwer is het bedrijf Tet- teroo uit Leidschendam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 5