camera is
fotograferen
Video
nog niet
rijp als
vervanger
van
smalfilm
AL750.000X KLIKTE HET..
Drempel
naar
beter
geluid
genomen
Philips' „camcorder" laat op zich wachten
PRAKTICA
PERSFOTOGRAAF
MILAN KONVALINKA:
lkjnul:KUALJ j
Het merendeel van de mensen die
besluiten zich een smalfilm- dan
wel een videocamera aan te schaf
fen, doet dat omdat er gezinsuit
breiding op komst is. Dus vervalt
het argument ten gunste van de
video, dat het werken met een vi
deocassetteband zoveel goedkoper
is (2,2 cent per minuut) dan met
een smalfilmcassette 5,20 per
minuut). Immers: „Jantje in de
box is even leuk, maar als je er
een half uur naar moet kijken,
wordt het stomvervelend", zegt
Peter IJsseldijk, voorlichter van
de Stichting Amateurfotografie en
-Cinematografie.
De praktijk wijst uit dat de gemid
delde filmer drie tot vier films per
jaar schiet, weet hij „Aan een
kwartier heeft hij meer dan ge
noeg; het kost vaak al moeite om
van vier minuten iets aardigs te
maken. En het voordeel dat je de
videoband uit kunt wissen en op
nieuw kunt gebruiken. Daar ge
loof ik niet in. De Nederlander
wist niks uit. De Nederlander is
zuinig op zijn herinneringen. Je
ziet hem toch ook nooit foto's weg
gooien? De stelling dat video goed
koper zou zijn dan smalfilm, gaat
dus niet op".
Rekent voor: „Een smalfilmuitrus
ting met wat leuke mogelijkheden
een redelijke zoomlens, een
eenvoudige geluidsweergave
kost rond de duizend gulden. In
clusief plakpers. En dat is belang
rijk, want daarmee kun je monte
ren of eventueel mislukte opna
men wegwerken. Een video-uit
rusting vergt algauw vier- tot vijf
duizend gulden. Zonder plakpers,
want aan een cassetteband valt
niet te monteren of weg te knip
pen, tenzij je er een tussenapparaat
van tien- tot twaalfduizend gulden
bij koopt. Dus zeg ik: de amateur
met zijn vier filmpjes per jaar kan
bijna tot aan zijn dood doorfilmen,
voordat hij het bedrag van een vi
deo-uitrusting verschoten heeft.
Wij van de Stichting vinden dat
video eigenlijk nog niet rijp is voor
gebruik door amateurs".
De Stichting Amateurfotografie en
-Cinematografie is volkomen neu
traal. „Wij propageren slechts het
goede gebruik van alle bestaande
apparatuur in de verwachting, dat
het publiek er dan optimaal ple
zier van heeft. We proberen in
onze voorlichting zo objectief mo
gelijk te zijn en daarbij gaat onze
voorkeur nog uit naar de smalfilm.
Natuurlijk is zo'n video-uitrusting
leuk speelgoed. Het spreekt aan.
Je hebt nu eenmaal mensen die
gek zijn op knopjes. Die houd je
niet tegen Maar de amateur die
gezinsuitbreiding verwacht en be
wegende beeldjes van de baby wil
hebben de grootste markt
adviseren we: schaf een eenvoudi
ge smalfilmcamera aan en wacht
nog even met dat andere. Te meer
omdat je straks, wanneer de video
wel rijp is, je smalfilms eenvoudig
op cassetteband over kunt zetten.
Je gooit dus niets weg".
Rijpe video. Daarvan zal pas spra
ke zijn wanneer de prijs gezakt is,
vindt IJsseldijk. Bovendien zal het
mogelijk moeten worden mislukte
of slechte opnamen uit de cassette
band te knippen en zelf te kunnen
monteren. Tenslotte zal er dan ook
nog één universeel systeem moe
ten komen, in plaats van de vier
niet op elkaar afgestemde syste
men die de markt momenteel
kent. „Wil je gaan videograferen
of hoe het verder mag heten",
maant IJsseldijk, „wacht dan tot
het enige echte systeem er is. We
hadden verwacht dat 't 8 mm-sys-
teem zo iets zou worden. Er is er
nu één gelanceerd. Straks op de
Firato zullen er al een stuk of vier
te zien zijn. Bovendien hebben we
net de VHS-mini gekregen, waar
bij de mini-cassette via een simpe
le adapter op de grote videorecor
der kan worden afgespeeld. Het is
best mogelijk dat het dat wordt".
Tegen welk tijdstip kunnen we de
rijpe video tegemoet zien? „Daar
zijn de geleerden het niet over
eens", aarzelt IJsseldijk „Het valt
steeds weer tegen. Als je de aan
kondigingen had mogen geloven,
had hij er allang moeten zijn. Maar
men zal toch eerst het onderdeel
uit moeten vinden, waardoor de
Natuurlijk is de video-uitrusting van mijnheer
leuk speelgoed, maar mevrouw kan jaren en
jaren doorfilmen voordat zij het bedrag van
mijnheers uitrusting heeft verschoten
(foto Milan Konvalinka).
Philips heeft de introductie van een 88
mm videocamera-recordercombinatie op
de Europese markt om technische rede
nen uitgesteld. Aanvankelijk was het de
bedoeling deze combinatie in de tweede
helft van dit jaar te introduceren Dat
gebeurt nu pas in de loop van 1985. On
derzoek heeft echter aangetoond dat de
videokoppen en -banden nog aanzien
lijk kunnen worden verbeterd.
Het con
cern wil het nieuwe apparaat pas op de
markt brengen als het technisch in een
zo optimaal mogelijke staat verkeert.
video kleiner en lichter kan wor
den, qua prijs in de buurt van de
smalfilmuitrusting kan komen te
liggen en ook nog een beter beeld
geeft. Want nog steeds kan het vi
deobeeld niet tippen aan de kwali
teit van zelfs een heel eenvoudige
smalfilmcamera. Een televisie
beeld bestaat uit 625 beeldlijnen,
die elk weer uit 534 stipjes bestaan.
Die ruim 330.000 pulsen moeten in
een kwart seconde worden gele
zen. Een televisietoestel kan dat,
maar al die signalen met 'n video
camera overbrengen op een
beeldband, dat is een ander ver
haal. De beeldband is niet in staat
zoveel signalen te registreren dat
er straks, bij de weergave op het
televisiescherm, een beeld van
maximale kwaliteit verschijnt. Het
is een stuk minder sprankelend
dan je van smalfilm gewend bent".
Sjouwwerk
Een pluspunt van video blijft dat
de filmer de vrucht van zijn inspi
ratie onmiddellijk via zijn beeld
buis kan savoureren en niet zeven
tot veertien dagen op de ontwik
kelcentrale hoeft te wachten.
Leuk meegenomen, maar hij moet
er wel enig sjouwwerk voor over
hebben. Zelfs de zogenaamde cam
corder die in aantocht is de ca
mera en de recorder gecombineerd
in één apparaat schijnt nog
steeds zo'n 2,5 kilo te wegen, ofwel
meer dan het dubbele van de al
lergrootste smalfilmcamera. En de
accu blijft een zwak punt. „Het is
net als met de auto", zegt IJssel
dijk. „Die start bij lage temperatu
ren ook slecht. Smalfilmers die op
wintersport gaan, raad ik aan de
batterijtjes van hun camera in hun
zak te steken om ze altijd bedrijfs
klaar te hebben. Met de accu van
zo'n videorecorder gaat dat moei
lijk. En dan kun je voor teleurstel
lingen komen te staan. Nee, eerlijk
en objectief: de video is nog niet
rijp voor amateurgebruik. Maar als
iemand er toch de voorkeur aan
geeft boven smalfilm en als hij er
het geld voor heeft, moet hij het
natuurlijk helemaal zelf weten".
PIET SNOEREN
Amateur-fotografen stellen scherp op Praktica. Al 20 jaar.
Niet voor niets is Praktica met 750.000 camera's
de meest verkochte spiegelreflex van Nederland.
de meest verkochte spiegelreflexcamera
PAG1NA 3
DEN HAAG Het maken van
aardige vakantie- en familiefoto's
is tegenwoordig voor iedereen
weggelegd. Met een volautomati
sche camera maakt zelfs de groot
ste leek heel acceptabele plaatjes.
Verwisselbare objectieven breiden
de mogelijkheden van een camera
nog aanzienlijk uit. Volgens de
chef van de fotoredactie van deze
krant, Milan Konvalinka, behoedt
zo'n objectief de amateur-fotograaf
ook voor een van de meest ge
maakte „fouten": de afstand tot
het vast te leggen onderwerp.
Met de vakantie in het vooruit
zicht barst ook de slag om de gunst
van de potentiële koper van een
camera weer los. De toepassing
van de elektronica verlegt gren
zen, biedt nieuwe mogelijkheden.
In prachtige folders kan men het
allemaal nalezen. De keuze wordt
er meestal niet eenvoudiger op.
Het blijft een kwestie van smaak,
terwijl de financiële kant natuur
lijk ook een belangrijke rol speelt.
Konvalinka: „De aanschaf van een
camera is natuurlijk afhankelijk
van wat men er mee wil. Als je er
zoals in mijn geval, je beroep van
maakt dan ben je wel verplicht de
nieuwste ontwikkelingen te vol
gen. Voor amateurs ligt het na
tuurlijk anders. Sommigen kiezen
voor een vol-automatische camera,
waarvan de ingebouwde belich
tingsmeter de nodige instellingen
zelfstandig verzorgt. Bekende
merken zijn Canon, Minolta en Ni
kon. Denkwerk vooraf is niet no
dig. De camera geeft aan wanneer
de ontspanknop ingedrukt kan
worden. Anderen hebben liever
een goedkoper half- of niet auto
matisch apparaat waarmee ook
meer te experimenteren valt".
Afstand
Gebeurt het scherpstellen niet au
tomatisch, dan is het van belang
de juiste afstand in de gaten te
houden. Konvalinka: „Niet zelden
vindt men later op de foto een
scherpe achtergrond, terwijl - het
hoofdmotief er wazig opstaat. An
dersom kan men een mooi effect
bereiken. Dit lukt door te fotogra
feren met een groot diafragma.
Door scherp in te stellen op het
hoofdmotief, bijvoorbeeld bij een
portret, krijgt men een fraai con
trast door een wazige achter
grond".
„Waar men ook moet letten is dat
de afstand tussen het eigenlijke
motief en de achtergrond niet te
klein is. Op de foto komt zo'n ver
schil minder uit dan in werkelijk
heid. Een persoon voor een muur
ziet er dan uit alsof hij er aan vast
gekleefd zit".
Een ander probleem is de bewogen
foto. Bij een niet-automatisch ap
paraat is het van belang de belich
tingstijd in de gaten te houden.
„De lengte van de belichtingstijd is
afhankelijk van de grootte van de
lensopening. Bij een belichtingstijd
van 1/125 of langer ontstaat het ge
vaar van een bewogen foto. De ca
mera moet dan te lang absoluut stil
worden gehouden. Om dit berei
ken moet men het toestel op de
juiste wijze vasthouden en even
tueel met de armen ergens op steu
nen of natuurlijk een statief ge
bruiken".
Licht
Ook over de rol van het licht bij
het fotograferen bestaan misver
standen. Hoewel vaak het tegenge
stelde wordt beweerd, is het niet
altijd noodzakelijk met de zon in
de rug te fotograferen. Konvalin
ka: „Een hoogstaande zon rond het
middaguur is zowel voor land
schappen als voor personen on
gunstig. Zo'n verlichting levert ta
melijk saaie foto's op. Zonlicht van
opzij of zelfs zwak tegenlicht bena
drukt het ruimtelijk effect van het
object. Het geeft een foto iets ex
tra's. Voor een buitenopname is
dan ook vooral de voormiddag of
namiddag het meest geschikt".
Compositie
Wanneer de keus valt op zo'n au
tomatische camera die de belich
ting en de scherpstelling in de ga
ten houdt, moet er nog wel gelet
worden op de beeldcompositie.
Konvalinka: „In verreweg de
meeste gevallen probeert de ama
teur-fotograaf te veel „mee te ne
men". Op een vakantiefoto ziet
men dan bijvoorbeeld een stand
beeld met heel klein op de voor
grond de persoon waar het toch in
eerste instantie om te doen was. Je
moet natuurlijk rekening houden
rpet de beperktheden van een ca
mera".
„Een camera met verwisselbare
lenzen biedt meer mogelijkheden.
Naast de „body" kun je dan de ge
wenste lenzen aanschaffen. Met
een groothoeklens hoef je niet zo
ver achteruit te lopen om het ge
wenste beeld in de zoeker te krij
gen. Bijvoorbeeld het fotograferen
van een groep mensen wordt op
die manier een stuk eenvoudiger.
Voor een portret koop je dan een
80 of 90 mm telelens. Het kost alle
maal wat meer, maar wanneer je
voldoende fotografeert haal je dat
er wel uit".
Film
Wat verder van belang is, is de
iuiste keuze van de film. Konva
linka: „Elke film heeft een bepaal
de gevoeligheid. Met deze gevoe
ligheid moet bij de belichtingstijd
rekening worden houden. Ga je
met vakantie naar een minder
zonnig land dan is het verstandig
te kiezen voor een gevoelige 400-
ASA film. Dergelijke films hebben
een grovere korrel. Doorgaans kan
men echter met een minder gevoe
lige 200-ASA film heel goed uit de
voeten, daarbij is het resultaat
meestal beter".
„Ook de kleuren van de verschil
lende merken film zijn vaak een
onderwerp van gesprek. Dat blijft
een kwestie van smaak. Bekende
merken zijn Kodak en Agfa, ter
wijl ook Fuji steeds meer naam
maakt".
Is de beginnende amateur-foto
graaf niet helemaal zeker van zijn
zaak dan valt bij de echte fotoza
ken meestal wel wat te regelen.
Konvalinka: „Bij het inleveren
van het rolletje kan vaak worden
afgesproken dat mislukte opna
men niet worden afgenomen.
Soms is het zelfs mogelijk dat je al
leen de meest geslaagde foto's eruit
kiest. Per foto betaal je natuurlijk
meer, maar de eindbalans kan wel
eens voordeliger uitvallen".
FONS VAN RIJN
Milan Konvalinka: „Als fotograaf ben je verplicht de nieuwste
ontwikkelingen te volgen".
Met een groothoeklens kun je een groep van redelijk dichtbij in de
zoeker krijgen.
Muziekliefhebbers, zowel in het
„klassieke" als in het „populaire"
genre kunnen vaak maar met
moeite genoegen nemen met de
doorgaans erg matige kwaliteit
van het geluid, zoals dat door vi
deo-banden met speciaal „muziek"
(zoals concerten en shows) wordt
weergegeven.
Wie eenmaal gewend is aan de uit
stekende weergavekwaliteit van
grammofoonplaten via een goede
geluidsinstallatie zal dan ook
prompt teleurgesteld raken bij het
bekijken en beluisteren van op vi
deo-cassettes verkrijgbare concer
ten.
Dat geldt zowel voor bijvoorbeeld
„Kate Bush", „The Who" en
„Queen" als voor Alfred Brendell
in een pianoconcert van Mozart.
De oorzaak van deze misère is al
lereerst de voor muziekweergave
zeer lage bandsnelheid van de vi
deoband. Afhankelijk van het sy
steem (BETA, VHS of V2000) be
draagt die niet meer dan ongeveer
2 cm per seconde. Ondanks ruison-
derdrukkingssystemen zoals „Dol
by B" en DNL, bleef deze lage
snelheid de duidelijke drempel
naar beter geluid. „Bleef", want de
techniek staat niet stil en ook voor
genoemd probleem is een oplossing
gevonden.
Voor de „optekening" van het
beeld, het videosignaal dus, wordt
van een andere registratiemethode
gebruik gemaakt dan tot dusver bij
het geluidsgedeelte het geval is. De
videosporen op de band worden
niet zoals bij een normale bandre
corder in de lengterichting, maar
diagonaal geschreven. Voor één
tv-beeld zijn twee van die spoor
tjes, welke elk zo'n 10 cm lang zijn,
nodig. De projectiesnelheid is 25
beelden per seconde. De schrijfs
nelheid bij opname of aftastsnel-
heid bij weergave is dus 25 maal 2
is 50 sporen van 10 cm is 5 meter
per seconde. Dit is de werkelijke
afstand die de videokoppen per se
conde afleggen. De „relatieve"
bandsnelheid dus.
De twee sneldraaiende videokop
pen zijn tegenover elkaar op een
schijf gemonteerd en draaien in
een „koppentrommel" waarom
heen de band loopt. Bijzonder las
tig is het om op dezelfde koppen-\
schijf tevens geluidskoppen te
plaatsen en zodoende te profiteren
van die hoge bandsnelheid. Zo'n
geluidskop, maar dat geldt evenzo
voor een videokop, is een erg klein
spoeltje van uiterst dun draad, dat
gewonden is om een metalen kern.
In dit metaal bevindt zich een
luchtspleet, de „kopspleet" welke
slechts enkele duizendsten van een
millimeter breed is. Door de steeds
veranderende stroompjes in de
spoel verandert ook het magne
tisch veld in de kopspleet. De band
loopt langs die spleet, waardoor op
het magnetisch oppervlak van de
band het „geluid" in een bepaald
patroon wordt vastgelegd.
Bij weergave werkt een en ander
in omgekeerde volgorde: dan ver
oorzaakt de gemagnetiseerde band
in de spoel een wisselende stroom.
Om te voorkomen dat beeld en ge
luid op dezelfde sporen elkaar be
ïnvloeden, worden de kopspleten
onder een hoek ten opzichte van
elkaar geplaatst. Ze kunnen nu el-
kaars „patroon" niet „lezen". Het
Japanse merk „Panasonic" komt
de eer toe als eerste op de Neder
landse markt te verschijnen met
een recorder, die er overigens „ge
woon" uitziet, maar die geschikt is
voor dit nieuwe geluidssysteem.
De naam: VHS-HiFi. Ook andere
merken zoals JVC volgen spoedig,
terwijl onlangs tevens Sony haar
„BETA-HiFi" aankondigde.
Belangrijk is natuurlijk dat video
banden volgens het „oude" sy
steem opgenomen ook gewoon te
gebruiken zijn. Gelukkig behou
den de VHS- en BETA Hi-Fi-re-
corders tevens de gewone „ouder
wetse" geluidskop voor opname en
weergave. Ook zullen alle banden
voor verhuur, enzovoort, van de
dubbele geluidssporen worden
voorzien zodat ook diegenen, die al
een videorecorder bezitten en dat
zijn er zo'n 850.000 in Nederland,
nooit voor onprettige verrassingen
kunnen komen te staan.