Geert Trompetter voelt zich mislukt voetballer Jan van Beveren thuis in Amerika Afzien berde'maamfen échter ^"ru^Forfïauderdaie „Nederlandse bemoeizucht kan ik missen als kiespijn' ZATERDAG 5 MEI 1984 Al weken zit ik in angstige span ning over de vraag wanneer nu eindelijk eens Eddy de Beule van voren gaat rijden. Het seizoen van de klassiekers is eigenlijk al weer voorbij en tot dusver heb ik de in woner van een gehuchtje tussen St. Job in het Goor en Jezuseik, waar van de naam mij even is ontscho ten, nog geen prijs zien rijden. Ook Eddy de Beule heeft in februari van dit jaar nog regelmatig ge droomd het knechtenpak een keer tje te mogen afleggen. Maar tot nu toe is het gebleven bij het plakken van een wieltje ten behoeve van de kopman, het uit de wind zetten van een sprinter in zijn ploeg en het op halen van het etenszakje voor de die dag aangewezen ritwinnaar. Hij reed tot hij het snot voor zijn ogen zag, tot hij dikke benen kreeg en het bloed in zijn zeemlederen broek stond. Maar dat ene prijsje, dat zijn achterban tussen St. Job in het Goor en Jezuseik eindelijk in enthousiasme zou kunnen doen ontsteken bleef uit. Hij bleef ano niem meerijden in het grote pelo ton, elke dag meer de hoop verlie zend dat zijn dag ook nog een keer zou komen. Eddy de Beule, die begin dit jaar door zijn supporters nog werd ge huldigd omdat hij er als eerste ge- huchtgenoot in was geslaagd een profcontract in de wacht te slepen. Eddy de Beule zou het wel eventjes gaan maken, daar waren zelfs de St. Job in het Goorders en de Jezu- seikers wel een klein beetje van overtuigd. Maar de Gazet van Ant werpen heeft tot op heden de loka le bevolking nog niet tot het orga niseren van een feestavond ter ge legenheid van de eerste zege van Eddy de Beule kunnen inspireren. Naar verluidt begint de achterban van Eddy een beetje ongeduldig te worden. Men wil nu eindelijk wel eens dat de plaatselijke favoriet, die vorig jaar nog wel de ronde van St. Job in het Goor en de Omloop van Jezuseik op zijn naam bracht, ook buiten de gemeentegrenzen aan de weg timmert. Pas dan kan de loka le Ian fare de resultaten van zijn nu al vele maanden durende repetities aan de openbaarheid prijs geven. En kan de harmonietent eindelijk weer eens worden omgetoverd in een zaal vol feestgedruis. En dat al les ter ere van Eddy de Beule. Toegegeven, in het peloton staat hij bekend om zijn onbaatzuchtige knechtenwerk. Er is bijna geen be tere renner, die zelfs bij de beklim ming van een lastige col zijn zadel en bij een riskante afdaling zijn remmen zou afstaan aan een ploeg genoot. Maar daarmee haal je de publiciteit niet. En dat is waar alle veertig inwoners van het gehucht tussen St. Job in het Goor en Jezu seik naar smachten. De naam van de lokale held op zijn minst over twee kolom in de Gazet te zien, dat was het doel. En tot dusver heeft de naam van Eddy de Beule zelfs ontbroken in de kleine lettertjes van de uitslagen. En die publiceert de Gazet toch zeker tot en met de dertigste plaats. Maar steeds was Eddy de Beule voortijdig afgestapt, moe gestreden, murw gebeukt door dc steeds van voren komende wind, het voortdu rend moeten aanzetten na voor de zoveelste keer een wiel te hebben afgestaan. Vaak al voor de helft van de koers er op zat. Maar de kopman had zich steeds lovend over hem uitgelaten, die had er geen enkel probleem van gemaakt als hij weer een rit niet had afge maakt. Dje kende Eddy's proble men en de betekenis van het spreekwoord „de aanhouder wint". Intussen gaan er stemmen op tus sen St. Job in het Goor en Jezuseik dat Eddy de Beule wellicht een steuntje in de rug kan gebruiken in zijn pogingen om ook een keer de pers te halen. Een paar erg fanatie ke fans zijn al een keer bij de enige drogist in de buurt wezen kijken. Maar na het kopen van een flesje oogdruppels was men ijlings weer vertrokken. Want van éen ding had Eddy de Beule nooit en te nim mer een geheim gemaakt. Hij wilde als prof slagen, had daar alles voor over inclusief een definitieve breuk tussen zijn vader en moeder, maar alles moest wel naturel gebeuren. Niks geen drog, schijnt hij zelfs in een spraakzame bui een keer te hebben geroepen tegen de voorzit ter van zijn supportersclub Die vervolgens hoofdschuddend het woord richtte tot zijn medebe stuursleden om zoveel koene moed. Eddy de Beule, een voorbeeld voor vele jongeren, die van het fietsen hun vak willen maken. Je kunt nog zo veel van hem zeggen, maar afzien kan hij als de beste. Helaas voor Eddy de Beule is voor die ca tegorie wielrenners nog steeds geen klassement in het leven geroepen. Ik pleit er hierbij voor dat dit zo spoedig mogelijk gebeurt. Zo niet dan zien we Eddy de Beule zelfs in de uitslag tussen de vijftigste en zestigste plaats nooit meer terug. En dat zou jammer zijn. Want als er geen renners als hij waren, dan bestond het hele wielercircus niet. Eddy de Beule mag dan nooit prijs rijden, voor mij verdient hij de hoofdprijs. Uit te reiken in de har monie tussen St. Job in het Goor en Jezuseik. En muzikaal onthaald door de plaatselijke fanfare. BUYS van de tijd. Zo'n uitspraak zal wel weer worden uitgelegd als relative ren, maar daar zit ik niet mee. Abe Lenstra trok vaak op de dag van een interland nog de weilanden in om kievitseieren te zoeken. Dat heeft me enorm aangesproken. Ik ben zelf ook gek op die hobby. Ben, net als Abe denk ik, een natuur- In het volleybal heeft het me in derdaad nooit echt tegengezeten. Vooral niet bij Martinus. Het is een arrogant verhaal, maar dat kan ik ook niet helpen. Ik trainde die club toen ik nog bij Delta Lloyd speelde. Martinus ging van de derde divisie naar de eredivisie en toen moest ik kiezen, want ik kon uiteraard niet twee topclubs blijven dienen. Ik koos voor Delta Lloyd. Martinus degradeerde. Het volgende seizoen stapte ik samen met Bert Goedkoop over naar Martinus. Nu, drie jaar later, is de club landskampioen. Ach, ik zal ook wel veel mazzel hebben gehad". Nogal uitbundig „Wij van Martinus gedroegen ons vaak nogal uitbundig. Moesten we wel als tamelijk anoniem clubje uit Amsterdam. Amsterdammers lopen niet zo snel warm voor sport. Toen ik bij Martinus begon zaten er ze ventig mensen op de tribune. Der tig journalisten en veertig familie leden. Nu zitten er 1300. Dat heeft toch te maken met de herrie die we hebben gemaakt". „Ik heb tijdens het toernooi om de Lentebeker in Spanje alle spelers apart genomen om te praten over hun trainingsmogelijkheden. We werken toe naar de Europese kam pioenschappen, volgend jaar in Ne derland. De kans om het volleybal in ons land te promoten uiteraard. Dus moeten we er met z'n allen te genaan. Ik heb tegen de jongens gezegd: het wordt trainen, spelen, trainen, spelen. Er moet voor de gelegenheid een stuk privé-leven worden ingeleverd en het werk komt even op de tweede plaats. Maatschappelijke begeleiding wordt belangrijk. Voor internatio nals, die bijvoorbeeld een kantoor baantje hebben, moeten tijdelijke vervangers worden ingeschakeld. Dat kost uiteraard handenvol geld, maar de bond heeft positief op de plannen gereageerd. Er zullen sponsors moeten worden gevonden. Knipogen naar de commercie, want de staat komt toch niet over de brug. We zullen ook veel oefen wedstrijden moeten spelen tegen sterke landen. Zo'n evenement als de Lentebeker moeten we in het vervolg links laten liggen. Dat toernooi heeft geen nut genad. Tien dagen op pad voor één wedstrijd op topniveau. Dat is veel te weinig". Is de kloof met de wereldtop ooit nog te overbruggen? Trompetter: „Nee, in elk geval niet binnen een paar jaar. Maar we zullen toch iets moeten doen om op een hoger plan te komen. Aan talent hebben we in elk geval geen gebrek". BERT DIJKSTRA geving, is Jan van Be veren van plan te stoppen met de actieve voetbalsport. „Eigenlijk had ik mij al voorgenomen dat te doen na het verstrijken van het zevenjarig con tract bij PSV", stelt Jan van Beve- ren. „Spelers als Jan Jongbloed hebben echter de leeftijdsgrens we ten te verleggen. Maar ik wil echt geen records breken. In de Vere nigde Staten zijn er duizenden mo gelijkheden om verder te gaan. Op dit moment zijn vooral de voetbal- scholen erg populair. Ik denk daar in de toekomst mijn brood wel te kunnen verdienen. Mijn vrouw Pe tra en ik zijn enorme liefhebbers van mooi weer en mijn beide zoons spreken goed Engels. Waarom zou ik dan terugkomen?" De reeds eerder aangehaalde ande re mentaliteit van de Amerikanen heeft Jan van Beveren er van overtuigd dat zijn toekomst in Amerika ligt. „Toen ik weg ging uit Nederland was het overal spu gen en gooien geblazen met alle mogelijke voorwerpen", aldus Jan van Beveren, die toen een contract met Marseille op zak had. „Die ploeg degradeerde en zodoende be landde ik via Cor van der Hart in Amerika. Maar ik wilde in elk ge val weg. Aanvankelijk word je in Nederland de hemel in geschreven, maar als het te goed gaat, word je de grond in geboord. Ik vond het wat dat betreft opmerkelijk dat ik nadat ik in 1978 had gezegd in het openbaar niets meer te willen zeg gen er in de media ineens geen be tere vent bestond dan ik". Amerika anders „In Amerika is dat anders. Daar wordt er wel over je geschreven als je het goed doet, maar laat iederen je in je waarde. Er is niemand, die zich met je manier van lev,gn be moeit. In Nederland is het onmid dellijk verdacht als fejn eea dure auto rijdt of toevallig; Wat'iBeer verdient dan het gemidd^jde. Daar wordt in Amerika niet naar geke ken. Niemand die je vraagt hoe je aan je spullen komt. Zolang je pres teert, word je geprezen, faal je, dan ga je voor de bijl. De Nederlandse bemoeizucht kan ik missen als kiespijn. Als ik straks ben uitge speeld is er toch ook niemand die me komt helpen? Dan moet ik het ook zelf doen. Je bent bezig in de publiciteit en dus moet je wat con cessies doen dat besef ik ook wel". „Maar toch, toen ik anderhalf jaar geleden ook voor een paar dagen in Nederland was, werd ik onmiddel lijk benaderd door Radio Brabant. Ik heb direct de hoorn op de haak gesmeten en naar Schiphol gebeld om een ticket te bestellen. Ik leef mijn eigen leven en daar hebben anderen eigenlijk niet zoveel mee te maken Dat klinkt vervelender dan ik het bedoel. Maar zo is het wel". HENK HEMPEN AMSTERDAM De bondscoach voor z'n buitenver blijf. Of, zo u wilt, Geert Trompetter (ontbloot bo venlijf, klompen aan de voeten, bruin-verweerd ge zicht met woeste snor) op het grasveld voor z'n woonark. Het schip drijft in een sloot aan de rand van de Vinkeveense Plassen en is vastgemaakt aan een steigertje, dat z'n beste tijd heeft gehad. Hier, in deze even gezellige als rommelige omge ving, voelt Trompetter zich thuis. Straks gaat hij vis sen. Hij heeft vrij en vrije tijd is hem heilig. Ze ver- iwijten hem wel eens: „Die goser, die vist maar". {Trompetter ligt er niet wakker van. Hij is ervan «overtuigd voldoende energie in de volleybal)sport te {steken en de cijfers spreken in z'n voordeel. Geert Trompetter (44), Hoogevener «van origine en tegenwoordig gym nastiekleraar in Amsterdam, is een geboren winnaar en een veelzijdig sportman. Hij voetbalde in het eer- Iste van het Meppeler Alcides (toen ■inog eersteklasser), fietste in ker- jmiskoersen, hielp het Hoogeveense TDlhaco naar de top van het natio- nale volleybal, behaalde landskam pioenschappen met Delta Lloyd- JAMVJ en bracht Brother Martinus 'p/an de derde naar de eredivisie, „voordat de NeVoBo besloot hem aan te stellen als bondscoach. Dat plaatste gebeurde tot Trompetters ei- «en verbazing. Want (hoewel uiter waard niemand aan z'n vakman schap durft te twijfelen) is hij voor [ben die zweren bij rust, orde, witte boorden en blauwe blazers een „persona non grata". iMartinus heette hij „de voorman van de cowboys". Trompetter: „Het "leeft me wel een beetje verwon- lerd ja, dat de volleybalbond mij teeft benaderd. Ik ben zo fanatiek s de pest, maar ik heb bepaald hiet toegewerkt naar de functie jvan bondscoach. Ze moesten mij Ttennelijk hebben. Leuk voor mij". Sompetter krijgt nu dus een dub- lfunctie. Is dat vol te houden? k denk eerlijk gezegd niet dat ik Inog lang voor Martinus zal werken. Na m'n benoeming bij de bond heb ik verteld dat ik twee trainingen Jninder wil gaan geven. Het be stuur is daar niet gelukkig mee en beraadt zich op dit moment over de toekomst. Wat er ook gebeurt, ik hou vast aan die twee trainingen minder. Ik moet tijd overhouden om hier te kunnen vissen. Anders I word ik gek". ,Ik had kunnen kiezen voor een 'ull-timebaan in de sport. Ik kon loofdcoördinator worden bij de >nd. Maar dat is niets voor mij, 'n bureau, al die paperassen. Ik ■ijg geregeld verzoeken om lezin- ;en te houden of voorwoorden te ihrijven. Wijs ik allemaal af, want inders komt het vissen in het ge lrang. Misschien is het fatalisme of ipportunisme, maar ik kan afstand temen". tijd jammer t^cy; Er zijn mensen die het nog altijd ammer vinden dat hij destijds met voetballen is gestopt. Trompetter: „Ha, ha, ha, ik ken die mensen niet. Ik kon wel een beetje voetbal len, ja. Speelde bij Alcides. Een jaar of twintig was ik en ik vond voet bal eigenlijk leuker dan volleybal. Maar tijdens een uitwedstrijd tegen Sneek stapte ik in een greppel. Ge compliceerde enkelbreuk en eigen lijk het einde van het voetballen. Een jaar lang kon ik niet hardlo pen. Springen lukte wel, dus ging ik me automatisch meer met vol leybal bezighouden. Vooral omdat Olhaco het ene kampioenschap na het andere behaalde". „Het aanvankelijk combineren van voetballen en volleyballen viel niet mee. Ik studeerde in Amsterdam. Kwam vrijdags thuis, 's Avonds volleybaltraining in Hoogeveen, na afloop nog wel even een pilsje ha len. De volgende dag volleyballen in Venlo. Om tien uur 's avonds te rug. Nog wel even een pilsje kopen, natuurlijk. En dan op zondagmid dag met Alcides naar Harkema Opeinde. Zat ik 's avonds met kramp in m'n poten in de trein naar Amsterdam. Eigenlijk heb ik het aan die periode te danken, dat ik het zo lang heb volgehouden. Ik heb leren doordouwen „Ik speelde als junior bij HZVV. Betaalde clubs als Zwartemeer en GVAV hadden belangstelling voor me, maar m'n moeder was resoluut: „Eerst de school afmaken". Ik heb toen gezegd: „Prima, maar dan ga ik wel naar een andere club, want ik heb geen zin om in de vierde klasse te blijven hangen. Alcides was toen de toonaangevende ama teurclub in de regio. Vandaar. Ik heb trouwens nog één wedstrijd in het Nederlands amateurelftal ge speeld. Dat werd een afgang zeg, niet te geloven. Ik had vijf, zes we ken op Terschelling rondgehangen. Geleefd als een beest. En toen die wedstrijd. Ik kon geen meter lopen. Een absoluut hoogtepunt, ha, ha, ha. Die kapotte poot heeft me ge nekt. Diep in m'n hart voel ik me een mislukte voetballer. Misschien vind ik voetbal nog wel steeds leu ker dan volleybal". Wat is het grootste verschil tussen beide sporten? Trompetter: „Voet bal is uitbundiger, rauwer. Het wordt tegenwoordig soms overdre ven, maar dat lichamelijke contact sprak me altijd wel aan. Voetbal- Op het grasveld voor z'n woonark: „Ik moet tijd overhouden om te kunnen vissen. Anders word ik gek". Iers waren jongens van de gestamp te pot. Volleyballers zijn vaak zei- kerdjes, ze zijn vaak netter. In dat opzicht is er veel veranderd. Vol ley balers intimideren tegenwoordig óók, de sport is meedogenlozer ge worden". Vreselijk fanatiek Trompetter: „Als het spelletje aan de gang is, ben ik vreselijk fana tiek. Maar zodra de wedstrijd is af gelopen, ben ik weg. Dan kunnen ze me allemaal de pot op, dan trek ik de polder in. Napraten kan de volgende dag óók. Altijd datzelfde geklets achteraf. Pietje had zus moeten spelen en Jantje zo, zonde Strikers, sinds 1980 de vereniging van de voor malige doelverdediger van het Nederlands elftal, iverd opgeheven, terwijl de algehele malaise in Ie Noordamerikaanse voetbalwereld nu niet be- ald gunstige vooruitzichten bood. Een driejarig :ontract met de nieuw opgerichte zaalvoetbalver- niging Dallas Sidekicks zorgde er echter voor 'at Jan van Beveren de wereld weer van de zon- ige kant kan bekijken. Deze verbintenis stelt em tenminste in staat een definitieve vestigings vergunning voor de Verenigde Staten te verwer- gfren en dat is voorlopig zijn belangrijkste streven. ~be inmiddels 36-jarige Jan van Be zeren heeft in de „States" namelijk _|ijn hemel op aarde gevonden. „In lie paar jaar ben ik helemaal ver- "Sefd geworden op Fort Lauderda- -e", geeft Jan van Beveren toe, ge- Jiakkelijk onderuit zittend in de uin van zijn ouders in Emmen, -vaar hij met vrouw Petra en beide Spons Raymond en Roger een paar Jagen vakantie doorbrengt. „Ik ^Jen nog maar net hier maar ik po- tel eigenlijk al weer van ongeduld im terug te kunnen. Wat dat be reft had ik er ook wel enige moei- e mee om te verhuizen naar Dal- -as. We hebben daarom eerst eens ■ped gekeken hoe de situatie daar ras. Toen bleek dat die niet veel nderdeed voor Fort Lauderdale »e keus was eigenlijk ook maar be- lerkt. Jan van Beveren kon na de Iquidatie van Fort Lauderdale Strikers zijn voetbalcarrière probe- _en af te bouwen in Europa of zijn eil zoeken bij het Noordameri- _aanse indoor-voetbalgebeuren. In feite was de beslissing al geval- -ïn vóór het probleem echt ging pelen", stelt de 32-voudige ex-in- ïrnational, die op zijn zeventiende ij Sparta onder de lat stond en op ^ijn negentiende de jongste doel- ïan uit de historie van het Neder- inds elftal werd. En ooit een van e eerste topsporters was, die een ■gen radioprogramma presenteer de. „Ik heb het in Nederland echt Haar mijn zin gehad. Maar het kan net tippen aan hetgeen ik in Ame- Ika ervaar. De mentaliteit van die lensen ligt me veel beter. Ik wilde farom erg graag in de Verenigde iten blijven. Ik heb dus ook de ns bij Dallas Sidekicks met beide nden aangenomen". Populariteit ik'alias Sidekicks gaat deel uitma- en van de indoorcompetitie van l(k MISL, de Major Indoor Soccer „league, die geheel onafhankelijk opereert van de NASL, de North limerican Soccer League. „Zaal- oetbal heeft in Amerika een enor- jie populariteit", zegt Jan van Be- Ven. „Het zit er dik in dat het l*ldvoetbal van de NASL binnen •m paar jaar is verdwenen. Er zijn c%g negen profploegen overgeble- ven en die vergaderen juist nu of ze nog wel kunnen doorgaan. Dat kan alleen maar als de spelers zo wel dit als het volgend jaar vijftien procent salaris inleveren. De bond van contractspelers was daar aan vankelijk tegen, maar zal wel over stag gaan. Maar in elk geval is het voor buitenlanders beslist niet meer aantrekkelijk om naar Ame rika te komen. Daarom ben ik ook erg blij dat ik bij de Dallas Side kicks kan beginnen". Jan van Beveren vindt het geen groot risico dat hij de stap naar die nieuwe club heeft gemaakt, hoewel hij op dit moment nog maar de eni ge speler is die al een contract heeft ondertekend. „De eigenaar van de club is Don Carter, die ook de bezitter is van de baseballclub Dallas Mavericks", aldus Jan van Beveren. „Hij is een conservatieve, serieuze kerel die de voetbalclub precies zo wil opzetten als zijn honkbalclub. Dat betekent een ge degen organisatie zonder al te gek ke dingen te doen. We hebben al een supportersgroep achter ons staan. De overige spelers zijn al wel benaderd, maar Carter wilde eerst even wachten tot de play-offs van de Mavericks voorbij zijn. Dan gaat hij zich helemaal aan het indoor- voetbal wijden". Niet zoveel Het indoorvoetbal lijkt niet zoveel op het Nederlandse zaalvoetbal. Het spel wordt gespeeld op van kunststofgras voorziene ijshockey- banen, waarvan de wanden aan de zijkant gewoon blijven staan. „Voor het overige gelden de normale soc- cerregels", vertelt Jan van Beve ren. „Dus van een verbod op li chaamscontact, zoals bij het zaal voetbal, is geen sprake. De Ameri kanen willen nu eenmaal spekta kel. De wedstrijden trekken gemid deld zo'n vijftienduizend toeschou wers en dat is toch geen slecht uit gangspunt. Onlangs las ik in een Nederlandse krant dat het betaalde voetbal op een speeldag 67.000 toe schouwers had getrokken. Dan mo gen wij niet klagen". Jan van Beveren is zich er van be wust dat hij een paar zware seizoe nen tegemoet gaat. Het voorseizoen start in oktober, waarna vanaf no vember in vijf maanden tijd alleen al 48 wedstrijden voor de competi tie dienen te worden afgewerkt, met daarna nog eens de play-offs. „Het wordt slopend", meent Jan van Beveren, „Toen ik met PSV voor de Europa Cup op stap moest, werden er geweldige voorbereidin- Jan van Beveren met vrouw en kinderen even terug op de geboorte grond. „Als ik straks ben uitgespeeld Is er toch ook niemand die me komt helpen". gen getroffen voor uitwedstrijden. In Amerika heb je uitwedstrijden met de regelmaat van de klok met afstanden als van Amsterdam naar Rome of Boekarest. Daar wordt echter heel gewoon over gedaan. Het is een kwestie van vliegen, spelen en weer terug. Soms moeten we drie dagen achter elkaar aan de bak. Bij de veldcompetitie komt daar ook nog eens bij dat het in de maanden juni, juli en augustus in alle delen van de Verenigde Staten bloedheet is. Daar hebben we nu geen last van". Stoppen Na zijn driejarig contract, dat even eens voorziet in promoting van het voetballen in Dallas en naaste om-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 21