Geert Trompetter voelt
zich mislukt voetballer
Jan van
Beveren
thuis in
Amerika
Afzien
berde'maamfen échter ^"ru^Forfïauderdaie „Nederlandse bemoeizucht kan ik missen als kiespijn'
ZATERDAG 5 MEI 1984
Al weken zit ik in angstige span
ning over de vraag wanneer nu
eindelijk eens Eddy de Beule van
voren gaat rijden. Het seizoen van
de klassiekers is eigenlijk al weer
voorbij en tot dusver heb ik de in
woner van een gehuchtje tussen St.
Job in het Goor en Jezuseik, waar
van de naam mij even is ontscho
ten, nog geen prijs zien rijden. Ook
Eddy de Beule heeft in februari
van dit jaar nog regelmatig ge
droomd het knechtenpak een keer
tje te mogen afleggen. Maar tot nu
toe is het gebleven bij het plakken
van een wieltje ten behoeve van de
kopman, het uit de wind zetten van
een sprinter in zijn ploeg en het op
halen van het etenszakje voor de
die dag aangewezen ritwinnaar.
Hij reed tot hij het snot voor zijn
ogen zag, tot hij dikke benen kreeg
en het bloed in zijn zeemlederen
broek stond. Maar dat ene prijsje,
dat zijn achterban tussen St. Job in
het Goor en Jezuseik eindelijk in
enthousiasme zou kunnen doen
ontsteken bleef uit. Hij bleef ano
niem meerijden in het grote pelo
ton, elke dag meer de hoop verlie
zend dat zijn dag ook nog een keer
zou komen.
Eddy de Beule, die begin dit jaar
door zijn supporters nog werd ge
huldigd omdat hij er als eerste ge-
huchtgenoot in was geslaagd een
profcontract in de wacht te slepen.
Eddy de Beule zou het wel eventjes
gaan maken, daar waren zelfs de
St. Job in het Goorders en de Jezu-
seikers wel een klein beetje van
overtuigd. Maar de Gazet van Ant
werpen heeft tot op heden de loka
le bevolking nog niet tot het orga
niseren van een feestavond ter ge
legenheid van de eerste zege van
Eddy de Beule kunnen inspireren.
Naar verluidt begint de achterban
van Eddy een beetje ongeduldig te
worden. Men wil nu eindelijk wel
eens dat de plaatselijke favoriet, die
vorig jaar nog wel de ronde van St.
Job in het Goor en de Omloop van
Jezuseik op zijn naam bracht, ook
buiten de gemeentegrenzen aan de
weg timmert. Pas dan kan de loka
le Ian fare de resultaten van zijn nu
al vele maanden durende repetities
aan de openbaarheid prijs geven.
En kan de harmonietent eindelijk
weer eens worden omgetoverd in
een zaal vol feestgedruis. En dat al
les ter ere van Eddy de Beule.
Toegegeven, in het peloton staat hij
bekend om zijn onbaatzuchtige
knechtenwerk. Er is bijna geen be
tere renner, die zelfs bij de beklim
ming van een lastige col zijn zadel
en bij een riskante afdaling zijn
remmen zou afstaan aan een ploeg
genoot. Maar daarmee haal je de
publiciteit niet. En dat is waar alle
veertig inwoners van het gehucht
tussen St. Job in het Goor en Jezu
seik naar smachten. De naam van
de lokale held op zijn minst over
twee kolom in de Gazet te zien, dat
was het doel. En tot dusver heeft
de naam van Eddy de Beule zelfs
ontbroken in de kleine lettertjes
van de uitslagen. En die publiceert
de Gazet toch zeker tot en met de
dertigste plaats.
Maar steeds was Eddy de Beule
voortijdig afgestapt, moe gestreden,
murw gebeukt door dc steeds van
voren komende wind, het voortdu
rend moeten aanzetten na voor de
zoveelste keer een wiel te hebben
afgestaan. Vaak al voor de helft
van de koers er op zat. Maar de
kopman had zich steeds lovend
over hem uitgelaten, die had er
geen enkel probleem van gemaakt
als hij weer een rit niet had afge
maakt. Dje kende Eddy's proble
men en de betekenis van het
spreekwoord „de aanhouder wint".
Intussen gaan er stemmen op tus
sen St. Job in het Goor en Jezuseik
dat Eddy de Beule wellicht een
steuntje in de rug kan gebruiken in
zijn pogingen om ook een keer de
pers te halen. Een paar erg fanatie
ke fans zijn al een keer bij de enige
drogist in de buurt wezen kijken.
Maar na het kopen van een flesje
oogdruppels was men ijlings weer
vertrokken. Want van éen ding
had Eddy de Beule nooit en te nim
mer een geheim gemaakt. Hij wilde
als prof slagen, had daar alles voor
over inclusief een definitieve breuk
tussen zijn vader en moeder, maar
alles moest wel naturel gebeuren.
Niks geen drog, schijnt hij zelfs in
een spraakzame bui een keer te
hebben geroepen tegen de voorzit
ter van zijn supportersclub Die
vervolgens hoofdschuddend het
woord richtte tot zijn medebe
stuursleden om zoveel koene moed.
Eddy de Beule, een voorbeeld voor
vele jongeren, die van het fietsen
hun vak willen maken. Je kunt
nog zo veel van hem zeggen, maar
afzien kan hij als de beste. Helaas
voor Eddy de Beule is voor die ca
tegorie wielrenners nog steeds geen
klassement in het leven geroepen.
Ik pleit er hierbij voor dat dit zo
spoedig mogelijk gebeurt. Zo niet
dan zien we Eddy de Beule zelfs in
de uitslag tussen de vijftigste en
zestigste plaats nooit meer terug.
En dat zou jammer zijn. Want als
er geen renners als hij waren, dan
bestond het hele wielercircus niet.
Eddy de Beule mag dan nooit prijs
rijden, voor mij verdient hij de
hoofdprijs. Uit te reiken in de har
monie tussen St. Job in het Goor en
Jezuseik. En muzikaal onthaald
door de plaatselijke fanfare.
BUYS
van de tijd. Zo'n uitspraak zal wel
weer worden uitgelegd als relative
ren, maar daar zit ik niet mee. Abe
Lenstra trok vaak op de dag van
een interland nog de weilanden in
om kievitseieren te zoeken. Dat
heeft me enorm aangesproken. Ik
ben zelf ook gek op die hobby. Ben,
net als Abe denk ik, een natuur-
In het volleybal heeft het me in
derdaad nooit echt tegengezeten.
Vooral niet bij Martinus. Het is een
arrogant verhaal, maar dat kan ik
ook niet helpen. Ik trainde die club
toen ik nog bij Delta Lloyd speelde.
Martinus ging van de derde divisie
naar de eredivisie en toen moest ik
kiezen, want ik kon uiteraard niet
twee topclubs blijven dienen. Ik
koos voor Delta Lloyd. Martinus
degradeerde. Het volgende seizoen
stapte ik samen met Bert Goedkoop
over naar Martinus. Nu, drie jaar
later, is de club landskampioen.
Ach, ik zal ook wel veel mazzel
hebben gehad".
Nogal uitbundig
„Wij van Martinus gedroegen ons
vaak nogal uitbundig. Moesten we
wel als tamelijk anoniem clubje uit
Amsterdam. Amsterdammers lopen
niet zo snel warm voor sport. Toen
ik bij Martinus begon zaten er ze
ventig mensen op de tribune. Der
tig journalisten en veertig familie
leden. Nu zitten er 1300. Dat heeft
toch te maken met de herrie die we
hebben gemaakt".
„Ik heb tijdens het toernooi om de
Lentebeker in Spanje alle spelers
apart genomen om te praten over
hun trainingsmogelijkheden. We
werken toe naar de Europese kam
pioenschappen, volgend jaar in Ne
derland. De kans om het volleybal
in ons land te promoten uiteraard.
Dus moeten we er met z'n allen te
genaan. Ik heb tegen de jongens
gezegd: het wordt trainen, spelen,
trainen, spelen. Er moet voor de
gelegenheid een stuk privé-leven
worden ingeleverd en het werk
komt even op de tweede plaats.
Maatschappelijke begeleiding
wordt belangrijk. Voor internatio
nals, die bijvoorbeeld een kantoor
baantje hebben, moeten tijdelijke
vervangers worden ingeschakeld.
Dat kost uiteraard handenvol geld,
maar de bond heeft positief op de
plannen gereageerd. Er zullen
sponsors moeten worden gevonden.
Knipogen naar de commercie, want
de staat komt toch niet over de
brug. We zullen ook veel oefen
wedstrijden moeten spelen tegen
sterke landen. Zo'n evenement als
de Lentebeker moeten we in het
vervolg links laten liggen. Dat
toernooi heeft geen nut genad. Tien
dagen op pad voor één wedstrijd op
topniveau. Dat is veel te weinig".
Is de kloof met de wereldtop ooit
nog te overbruggen? Trompetter:
„Nee, in elk geval niet binnen een
paar jaar. Maar we zullen toch iets
moeten doen om op een hoger plan
te komen. Aan talent hebben we in
elk geval geen gebrek".
BERT DIJKSTRA
geving, is Jan van Be veren van
plan te stoppen met de actieve
voetbalsport. „Eigenlijk had ik mij
al voorgenomen dat te doen na het
verstrijken van het zevenjarig con
tract bij PSV", stelt Jan van Beve-
ren. „Spelers als Jan Jongbloed
hebben echter de leeftijdsgrens we
ten te verleggen. Maar ik wil echt
geen records breken. In de Vere
nigde Staten zijn er duizenden mo
gelijkheden om verder te gaan. Op
dit moment zijn vooral de voetbal-
scholen erg populair. Ik denk daar
in de toekomst mijn brood wel te
kunnen verdienen. Mijn vrouw Pe
tra en ik zijn enorme liefhebbers
van mooi weer en mijn beide zoons
spreken goed Engels. Waarom zou
ik dan terugkomen?"
De reeds eerder aangehaalde ande
re mentaliteit van de Amerikanen
heeft Jan van Beveren er van
overtuigd dat zijn toekomst in
Amerika ligt. „Toen ik weg ging
uit Nederland was het overal spu
gen en gooien geblazen met alle
mogelijke voorwerpen", aldus Jan
van Beveren, die toen een contract
met Marseille op zak had. „Die
ploeg degradeerde en zodoende be
landde ik via Cor van der Hart in
Amerika. Maar ik wilde in elk ge
val weg. Aanvankelijk word je in
Nederland de hemel in geschreven,
maar als het te goed gaat, word je
de grond in geboord. Ik vond het
wat dat betreft opmerkelijk dat ik
nadat ik in 1978 had gezegd in het
openbaar niets meer te willen zeg
gen er in de media ineens geen be
tere vent bestond dan ik".
Amerika anders
„In Amerika is dat anders. Daar
wordt er wel over je geschreven als
je het goed doet, maar laat iederen
je in je waarde. Er is niemand, die
zich met je manier van lev,gn be
moeit. In Nederland is het onmid
dellijk verdacht als fejn eea dure
auto rijdt of toevallig; Wat'iBeer
verdient dan het gemidd^jde. Daar
wordt in Amerika niet naar geke
ken. Niemand die je vraagt hoe je
aan je spullen komt. Zolang je pres
teert, word je geprezen, faal je, dan
ga je voor de bijl. De Nederlandse
bemoeizucht kan ik missen als
kiespijn. Als ik straks ben uitge
speeld is er toch ook niemand die
me komt helpen? Dan moet ik het
ook zelf doen. Je bent bezig in de
publiciteit en dus moet je wat con
cessies doen dat besef ik ook wel".
„Maar toch, toen ik anderhalf jaar
geleden ook voor een paar dagen in
Nederland was, werd ik onmiddel
lijk benaderd door Radio Brabant.
Ik heb direct de hoorn op de haak
gesmeten en naar Schiphol gebeld
om een ticket te bestellen. Ik leef
mijn eigen leven en daar hebben
anderen eigenlijk niet zoveel mee
te maken Dat klinkt vervelender
dan ik het bedoel. Maar zo is het
wel".
HENK HEMPEN
AMSTERDAM De bondscoach voor z'n buitenver
blijf. Of, zo u wilt, Geert Trompetter (ontbloot bo
venlijf, klompen aan de voeten, bruin-verweerd ge
zicht met woeste snor) op het grasveld voor z'n
woonark. Het schip drijft in een sloot aan de rand
van de Vinkeveense Plassen en is vastgemaakt aan
een steigertje, dat z'n beste tijd heeft gehad.
Hier, in deze even gezellige als rommelige omge
ving, voelt Trompetter zich thuis. Straks gaat hij vis
sen. Hij heeft vrij en vrije tijd is hem heilig. Ze ver-
iwijten hem wel eens: „Die goser, die vist maar".
{Trompetter ligt er niet wakker van. Hij is ervan
«overtuigd voldoende energie in de volleybal)sport te
{steken en de cijfers spreken in z'n voordeel.
Geert Trompetter (44), Hoogevener
«van origine en tegenwoordig gym
nastiekleraar in Amsterdam, is een
geboren winnaar en een veelzijdig
sportman. Hij voetbalde in het eer-
Iste van het Meppeler Alcides (toen
■inog eersteklasser), fietste in ker-
jmiskoersen, hielp het Hoogeveense
TDlhaco naar de top van het natio-
nale volleybal, behaalde landskam
pioenschappen met Delta Lloyd-
JAMVJ en bracht Brother Martinus
'p/an de derde naar de eredivisie,
„voordat de NeVoBo besloot hem
aan te stellen als bondscoach. Dat
plaatste gebeurde tot Trompetters ei-
«en verbazing. Want (hoewel uiter
waard niemand aan z'n vakman
schap durft te twijfelen) is hij voor
[ben die zweren bij rust, orde, witte
boorden en blauwe blazers een
„persona non grata".
iMartinus heette hij „de voorman
van de cowboys". Trompetter: „Het
"leeft me wel een beetje verwon-
lerd ja, dat de volleybalbond mij
teeft benaderd. Ik ben zo fanatiek
s de pest, maar ik heb bepaald
hiet toegewerkt naar de functie
jvan bondscoach. Ze moesten mij
Ttennelijk hebben. Leuk voor mij".
Sompetter krijgt nu dus een dub-
lfunctie. Is dat vol te houden?
k denk eerlijk gezegd niet dat ik
Inog lang voor Martinus zal werken.
Na m'n benoeming bij de bond heb
ik verteld dat ik twee trainingen
Jninder wil gaan geven. Het be
stuur is daar niet gelukkig mee en
beraadt zich op dit moment over de
toekomst. Wat er ook gebeurt, ik
hou vast aan die twee trainingen
minder. Ik moet tijd overhouden
om hier te kunnen vissen. Anders
I word ik gek".
,Ik had kunnen kiezen voor een
'ull-timebaan in de sport. Ik kon
loofdcoördinator worden bij de
>nd. Maar dat is niets voor mij,
'n bureau, al die paperassen. Ik
■ijg geregeld verzoeken om lezin-
;en te houden of voorwoorden te
ihrijven. Wijs ik allemaal af, want
inders komt het vissen in het ge
lrang. Misschien is het fatalisme of
ipportunisme, maar ik kan afstand
temen".
tijd jammer
t^cy;
Er zijn mensen die het nog altijd
ammer vinden dat hij destijds met
voetballen is gestopt. Trompetter:
„Ha, ha, ha, ik ken die mensen
niet. Ik kon wel een beetje voetbal
len, ja. Speelde bij Alcides. Een jaar
of twintig was ik en ik vond voet
bal eigenlijk leuker dan volleybal.
Maar tijdens een uitwedstrijd tegen
Sneek stapte ik in een greppel. Ge
compliceerde enkelbreuk en eigen
lijk het einde van het voetballen.
Een jaar lang kon ik niet hardlo
pen. Springen lukte wel, dus ging
ik me automatisch meer met vol
leybal bezighouden. Vooral omdat
Olhaco het ene kampioenschap na
het andere behaalde".
„Het aanvankelijk combineren van
voetballen en volleyballen viel niet
mee. Ik studeerde in Amsterdam.
Kwam vrijdags thuis, 's Avonds
volleybaltraining in Hoogeveen, na
afloop nog wel even een pilsje ha
len. De volgende dag volleyballen
in Venlo. Om tien uur 's avonds te
rug. Nog wel even een pilsje kopen,
natuurlijk. En dan op zondagmid
dag met Alcides naar Harkema
Opeinde. Zat ik 's avonds met
kramp in m'n poten in de trein
naar Amsterdam. Eigenlijk heb ik
het aan die periode te danken, dat
ik het zo lang heb volgehouden. Ik
heb leren doordouwen
„Ik speelde als junior bij HZVV.
Betaalde clubs als Zwartemeer en
GVAV hadden belangstelling voor
me, maar m'n moeder was resoluut:
„Eerst de school afmaken". Ik heb
toen gezegd: „Prima, maar dan ga
ik wel naar een andere club, want
ik heb geen zin om in de vierde
klasse te blijven hangen. Alcides
was toen de toonaangevende ama
teurclub in de regio. Vandaar. Ik
heb trouwens nog één wedstrijd in
het Nederlands amateurelftal ge
speeld. Dat werd een afgang zeg,
niet te geloven. Ik had vijf, zes we
ken op Terschelling rondgehangen.
Geleefd als een beest. En toen die
wedstrijd. Ik kon geen meter lopen.
Een absoluut hoogtepunt, ha, ha,
ha. Die kapotte poot heeft me ge
nekt. Diep in m'n hart voel ik me
een mislukte voetballer. Misschien
vind ik voetbal nog wel steeds leu
ker dan volleybal".
Wat is het grootste verschil tussen
beide sporten? Trompetter: „Voet
bal is uitbundiger, rauwer. Het
wordt tegenwoordig soms overdre
ven, maar dat lichamelijke contact
sprak me altijd wel aan. Voetbal-
Op het
grasveld voor
z'n woonark:
„Ik moet tijd
overhouden
om te kunnen
vissen. Anders
word ik gek".
Iers waren jongens van de gestamp
te pot. Volleyballers zijn vaak zei-
kerdjes, ze zijn vaak netter. In dat
opzicht is er veel veranderd. Vol
ley balers intimideren tegenwoordig
óók, de sport is meedogenlozer ge
worden".
Vreselijk fanatiek
Trompetter: „Als het spelletje aan
de gang is, ben ik vreselijk fana
tiek. Maar zodra de wedstrijd is af
gelopen, ben ik weg. Dan kunnen
ze me allemaal de pot op, dan trek
ik de polder in. Napraten kan de
volgende dag óók. Altijd datzelfde
geklets achteraf. Pietje had zus
moeten spelen en Jantje zo, zonde
Strikers, sinds 1980 de vereniging van de voor
malige doelverdediger van het Nederlands elftal,
iverd opgeheven, terwijl de algehele malaise in
Ie Noordamerikaanse voetbalwereld nu niet be-
ald gunstige vooruitzichten bood. Een driejarig
:ontract met de nieuw opgerichte zaalvoetbalver-
niging Dallas Sidekicks zorgde er echter voor
'at Jan van Beveren de wereld weer van de zon-
ige kant kan bekijken. Deze verbintenis stelt
em tenminste in staat een definitieve vestigings
vergunning voor de Verenigde Staten te verwer-
gfren en dat is voorlopig zijn belangrijkste streven.
~be inmiddels 36-jarige Jan van Be
zeren heeft in de „States" namelijk
_|ijn hemel op aarde gevonden. „In
lie paar jaar ben ik helemaal ver-
"Sefd geworden op Fort Lauderda-
-e", geeft Jan van Beveren toe, ge-
Jiakkelijk onderuit zittend in de
uin van zijn ouders in Emmen,
-vaar hij met vrouw Petra en beide
Spons Raymond en Roger een paar
Jagen vakantie doorbrengt. „Ik
^Jen nog maar net hier maar ik po-
tel eigenlijk al weer van ongeduld
im terug te kunnen. Wat dat be
reft had ik er ook wel enige moei-
e mee om te verhuizen naar Dal-
-as. We hebben daarom eerst eens
■ped gekeken hoe de situatie daar
ras. Toen bleek dat die niet veel
nderdeed voor Fort Lauderdale
»e keus was eigenlijk ook maar be-
lerkt. Jan van Beveren kon na de
Iquidatie van Fort Lauderdale
Strikers zijn voetbalcarrière probe-
_en af te bouwen in Europa of zijn
eil zoeken bij het Noordameri-
_aanse indoor-voetbalgebeuren.
In feite was de beslissing al geval-
-ïn vóór het probleem echt ging
pelen", stelt de 32-voudige ex-in-
ïrnational, die op zijn zeventiende
ij Sparta onder de lat stond en op
^ijn negentiende de jongste doel-
ïan uit de historie van het Neder-
inds elftal werd. En ooit een van
e eerste topsporters was, die een
■gen radioprogramma presenteer
de. „Ik heb het in Nederland echt
Haar mijn zin gehad. Maar het kan
net tippen aan hetgeen ik in Ame-
Ika ervaar. De mentaliteit van die
lensen ligt me veel beter. Ik wilde
farom erg graag in de Verenigde
iten blijven. Ik heb dus ook de
ns bij Dallas Sidekicks met beide
nden aangenomen".
Populariteit
ik'alias Sidekicks gaat deel uitma-
en van de indoorcompetitie van
l(k MISL, de Major Indoor Soccer
„league, die geheel onafhankelijk
opereert van de NASL, de North
limerican Soccer League. „Zaal-
oetbal heeft in Amerika een enor-
jie populariteit", zegt Jan van Be-
Ven. „Het zit er dik in dat het
l*ldvoetbal van de NASL binnen
•m paar jaar is verdwenen. Er zijn
c%g negen profploegen overgeble-
ven en die vergaderen juist nu of
ze nog wel kunnen doorgaan. Dat
kan alleen maar als de spelers zo
wel dit als het volgend jaar vijftien
procent salaris inleveren. De bond
van contractspelers was daar aan
vankelijk tegen, maar zal wel over
stag gaan. Maar in elk geval is het
voor buitenlanders beslist niet
meer aantrekkelijk om naar Ame
rika te komen. Daarom ben ik ook
erg blij dat ik bij de Dallas Side
kicks kan beginnen".
Jan van Beveren vindt het geen
groot risico dat hij de stap naar die
nieuwe club heeft gemaakt, hoewel
hij op dit moment nog maar de eni
ge speler is die al een contract
heeft ondertekend. „De eigenaar
van de club is Don Carter, die ook
de bezitter is van de baseballclub
Dallas Mavericks", aldus Jan van
Beveren. „Hij is een conservatieve,
serieuze kerel die de voetbalclub
precies zo wil opzetten als zijn
honkbalclub. Dat betekent een ge
degen organisatie zonder al te gek
ke dingen te doen. We hebben al
een supportersgroep achter ons
staan. De overige spelers zijn al wel
benaderd, maar Carter wilde eerst
even wachten tot de play-offs van
de Mavericks voorbij zijn. Dan gaat
hij zich helemaal aan het indoor-
voetbal wijden".
Niet zoveel
Het indoorvoetbal lijkt niet zoveel
op het Nederlandse zaalvoetbal.
Het spel wordt gespeeld op van
kunststofgras voorziene ijshockey-
banen, waarvan de wanden aan de
zijkant gewoon blijven staan. „Voor
het overige gelden de normale soc-
cerregels", vertelt Jan van Beve
ren. „Dus van een verbod op li
chaamscontact, zoals bij het zaal
voetbal, is geen sprake. De Ameri
kanen willen nu eenmaal spekta
kel. De wedstrijden trekken gemid
deld zo'n vijftienduizend toeschou
wers en dat is toch geen slecht uit
gangspunt. Onlangs las ik in een
Nederlandse krant dat het betaalde
voetbal op een speeldag 67.000 toe
schouwers had getrokken. Dan mo
gen wij niet klagen".
Jan van Beveren is zich er van be
wust dat hij een paar zware seizoe
nen tegemoet gaat. Het voorseizoen
start in oktober, waarna vanaf no
vember in vijf maanden tijd alleen
al 48 wedstrijden voor de competi
tie dienen te worden afgewerkt,
met daarna nog eens de play-offs.
„Het wordt slopend", meent Jan
van Beveren, „Toen ik met PSV
voor de Europa Cup op stap moest,
werden er geweldige voorbereidin-
Jan van
Beveren met
vrouw en
kinderen even
terug op de
geboorte
grond. „Als ik
straks ben
uitgespeeld Is
er toch ook
niemand die
me komt
helpen".
gen getroffen voor uitwedstrijden.
In Amerika heb je uitwedstrijden
met de regelmaat van de klok met
afstanden als van Amsterdam naar
Rome of Boekarest. Daar wordt
echter heel gewoon over gedaan.
Het is een kwestie van vliegen,
spelen en weer terug. Soms moeten
we drie dagen achter elkaar aan de
bak. Bij de veldcompetitie komt
daar ook nog eens bij dat het in de
maanden juni, juli en augustus in
alle delen van de Verenigde Staten
bloedheet is. Daar hebben we nu
geen last van".
Stoppen
Na zijn driejarig contract, dat even
eens voorziet in promoting van het
voetballen in Dallas en naaste om-