Eh Millers nnalë <D Meer bier, minder brouwerijen ZIJN NIET STUK TE KRIJGEN ZATERDAG 5 MEI 1984 i BERKEL EN RODENRIJS I What's the use of getting so- ber? Vrij vertaald: wat heeft het voor nut om nuchter te I worden? In dit geval, geen en- I kei! Dronken van de muziek zijn ze immers al bijna 45 jaar. ^Dus zou deze eertijds door vo- calist Eddy Doorenbos ontel- bare malen vertolkte song in i feite tot hun lijflied verheven dienen te worden. Eddy Doo- zelf mag dan inmid- dels een gevestigd kunstschil- der in Spanje zijn, The Millers, in welke samenstelling ook, gaan gewoon door. Of de klok 'heeft stilgestaan. En niet al leen de nu middelbare tieners ,'van kort na de Tweede We- reldoorlog komen er en masse op af, ook de hedendaagse 'popjeugd lijkt er na een eer- aarzelende kennismaking gezonde verslaving aan te houden. Kortom, The i Millers swingen nog altijd de ipan uit. 'Chef-kok, en niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk, van dit nog im- 'mer de muzikale eetlust opwek- kende en dus zeer gevarieerde 'menu is, sinds de oprichting in juni 1940 van het Miller Quartet, de uit 'het voormalige Nederlands-Indië r stammende Ab de Molenaar. Een •druk bezet man, zo blijkt bij telefo pogingen om tot een af- 5 spraak te komen. Steeds weer 'klinkt in z'n woonplaats Berkel en Rodenrijs via het antwoordappa raat het door Charlie Nederpelt ge- „Make mine Millers", de onverwoestbare herkennings- ter introductie van Abs ingeblikte stem: „Na drie maten 'kunt u uw boodschap inspreken. Ik bel u dan zo snel mogelijk terug". 'Uiteindelijk is het er dan toch van ^gekomen. Na vele jaren zien we el- 'kaar weer terug. Heel wat ouder '.geworden dus, maar in het geval 'van Ab de Molenaar staan z'n ach- 'ter een grote bril schuilgaande pre weer volledig op .jeugd". zoveelste revival van „zijn" mu- de soft-swing, heeft duidelijk betere uitwerking dan de beste ik geniet weer met volle teu gen. Onze agenda puilt uit van de ^optredens met en zonder Pia Beek. !In mei hoop ik m'n drieënzestigste lveijaardag te vieren, maar ik voel 'me hooguit zesendertig. Heerlijk toch!" c het onvermijdelijke ge beurt. We duiken terug in de ge die, voor wat betreft The Millers, in juni 1940 zijn ver trekpunt kent. '„De Moffen waren hier nog maar 'net. Met Jochem, m'n broer, was ik "kort voor het uitbreken van de oor log, geïnspireerd door de legendari sche gitarist Django Rheinhardt, in '„het vak" gekomen. We speelden fallebei in het destijds beroemde or kest van trompettist Nat Gonella. JDe boze intocht van de Duitse gla diatoren, die uiteindelijk gelukkig glorieerden, dwong Gonella z'n veilige Engeland te vluch en dus zaten wij op slag zonder Met Jochem achter de bas, "Joop Maten aan de piano, m'n late re eerste vrouw Sanny Day als vo- caliste en ikzelf op gitaar, heb ik !nog in datzelfde jaar het Miller jOTO BOVEN: The Millers van toen: (v.l.n.r.) bas est Paul Schwippert, violist Jan Doedel, gitarist -n leider Ab de Molenaar, vibrafonist Coen van passou, de toen achttienjarige Pia Beek, zanger □ete Parker, gitarist-zanger Eddy Doorenbos en t|e Molenaars eerste echtgenote Sanny Day. FOTO RECHTS: The Millers van nu: (v.l.n.r.) saxofonist- klarinettist Ruud Brink, Coen van Nassou, De Mole naars huidige echtgenote Susi Möller, pianist Irv Roch- lin, Ab de Molenaar, bassist Dub Dubois en drummer Tony Nüsser met in hun midden do als gaste weer in „huiselijke kring" teruggekeerde Pia Beek. BRUSSEL Wie een kroegen tocht in België wil houden blijft wel even bezig. Het land telt name lijk niet minder dan 51.615 gelegen heden waar men gelagen zet, maar dat aantal valt volledig in het niet bij de kroegen, die in 1900 her en der door het land verspreid, de Bel gen de gelegenheid boden hun dorst te lessen: 197.821. Maar des ondanks is het verbruik van bier toegenomen. De Belgen drinken nu per hoofd per jaar 132 liter en dat komt voor dat hoofd neer op een pint per dag. In 1965 waren dat nog 117 liter, in 1970 ook 132 liter, maar daarna kwam er een kleine inzin king (waarvan niemand de reden kent) tot men weer op die 132 te rechtkwam. Het aantal brouwerijen dat voor die produktie verantwoor delijk is bedraagt thans 129, niets vergeleken met 1900, toen het land nog 3.223 brouwerijen kende. De 129 brouwerijen produceerden in een jaar gezamenlijk bijna ander half miljard liter bier, waarvan 241 miljoen geëxporteerd werd. Be langrijkste klant is Frankrijk, dan Nederland, Duitsland en Italië. Bier importeren doen de Belgen ook: 82 miljoen liter, aanzienlijk minder dan in 1975 (118 miljoen). Aleer bier dus in België, minder brouwerijen, maar daartegenover blijkt het land veel groter te zijn dan men ooit gedacht had. Ja. plot seling blijkt België 565 hectare, 60 are en 43 centi-are groter te zijn dan in 1970, de laatste keer dat men met de lineaal in de weer was. Hoe dat komt? Niet dank zij een oorlogje met Luxemburg, dat ons even ontgaan was,'niet doordat wat bergjes in de Ardennen wat uitge- lebberd zijn, maar vanwege kleine rekenfoutjes in het verleden en be tere meetmethoden van het kadas ter. Omdat we toch met getallen bezig zijn: België heeft 9.848.647 inwo ners volgens officiële bronnen, hoewel ik mijn twijfels heb over het juiste aantal: dat kunnen er sinds gisteren best een paar meer of minder zijn. Maar dat officiële getal is het resultaat van de officiële volkstelling van 1981. Het aantal vrouwen blijkt in België dat van de mannen te overtreffen: 5.380.298 tegenover 4.810.349. Aangezien het land precies 3.051.870 hectare groot is bedraagt het aantal inwoners per vierkante kilometer 323. Aardige bijzonderheid bij die volks telling is dat de Belgen, net zomin als de Nederlanders, er voor voelen geteld te worden. In Nederland ontstond ten tijde van de grote volkstelling bijna een opstand. In België deden ze het in '81 wat rusti ger: de Belgen stuurden gewoon de vragenformulieren niet terug. Bij een steekproef bij meer dan acht duizend gezinnen stuurde nog geen 45 procent de lijsten terug. Vandaar dat men met tellers op pad moest. Maar het benodigde aantal van 15.000 kreeg men ook niet bij el kaar. Het werden er 12.554, die op pad togen om gegevens aan de Bel gen te ontfutselen. Vandaar dat het resultaat zo lang op zich liet wach ten en dat we nu pas weten dat Antwerpen (501.261 inwoners) de grootste stad is, hoewel er in de ag glomeratie Brussel met negentien gemeenten 997.293 personen op een kluitje wonen. AAD JONGBLOED AB DE MOLENAAR BIJNA 45 JAAR ORKESTLEIDER Ab de Molenaar: „Goede muziek, die gespeeld wordt door goede muzikanten, overleeft al les. Dus overleven The Millers". Quartet opgericht. Al snel nam Paul Schippert de plaats van Jo chem in en kwam ook hotviolist Jan Doedel erbij. Waren we dus een kwintet. De Duitsers stonden ons niet toe „zu Amerikanisch" te worden, maar daar hadden wij zo onze eigen foefjes op. We voorza gen dat verboden repertoire dood gewoon van Nederlandse teksten. Zo werd Duke Ellingtons befaamde „Don't get around much anymore" in het Nederlands gezongen als „Katerliedje". Staat nog op ons re pertoire. Nog beroemder en in die donkere dagen zeer lichtgevend was de befaamde Bulterman-com- positie „Weet ie nog wel, die avond in de regen'We provoceerden lekker door en vooral de concerten in het Haagse Diligentia uit die ja ren zijn echt onvergetelijk. Het toenmalige Haagse publiek was het meest uitbundige, dat ik ooit in m'n carrière heb meegemaakt. Via de geheime Engelse zender volledig op de hoogte met het Amerikaanse re pertoire, herkende het onze „ver valsingen" al na twee maten. Com plete verbroederingsfeesten, de monstraties tegen de Duitsers, wa ren dat. Misschien, of eigenlijk weet ik het wel zeker, dat juist door die ervaringen in de oorlogsja ren de muziek, ondanks een enkele verwoede poging, me nooit meer heeft losgelaten. Ik blijf spelen tot de dood er öp volgt". Vondst Je grootste muzikale vondst deed je vlak voor de bevrijding, in 1944. Je introduceerde toen door middel van Coen van Nassou het in Neder land nog vrij onbekende instru ment, de vibrafoon. Nog altijd sound-bepalend voor The Millers. „Ja, eigenlijk is nadat Coen erbij kwam, we waren toen al uitge groeid tot een sextet, die eigen sound van The Millers ontstaan. De soft-swing, die blijkens onze huidi ge successen niet kapot te krijgen is. Weet je, het is niet alleen erg goede, maar vooral ook vrolijke muziek. Om naar te luisteren, maar ook om te spelen. Geen pure jazz, maar wel muziek die slechts door goede jazzmusici gespeeld kan wor den. En aan vakmensen heeft het ons door de jaren heen nooit ont broken. Nederland kent op dit vlak meer grootheden dan de goege meente helaas bekend is. Maar dat is min of meer de schuld van de Hilversumse zuilen, die ons, al thans waar het live-optredens be treft, helaas nog steeds negeren. Zal wel een kostenkwestie zijn. Na Coen, kwam in 1944 ook de toen achttienjarige Pia Beek bij ons, maar uitgerekend op het moment dat we groot wilden uitpakken, was daar de Dolle Dinsdag gevolgd door de spoorwegstaking en die barre hongerwinter. Maar, we overleef den en in mei 1945, onmiddellijk na de bevrijding, stonden we al weer op de Bühne". Stroomversnelling De grote stroomversnelling was daar. Compleet met optredens voor de Amerikaanse bevrijders alom in West-Europa. Internationale er kenning dus. „Dat mag je wel zeggen, ja. Ik her inner me uit die tijd nog de fantas tische optredens in het Chateau d'Ardennes jn Dinant voor Ameri kanen en Canadezen, de tournees door Duitsland en de concerten in de Holland Club in Amsterdam. Dank zij die tournees kwamen we ook als een soort huisorkest bij de VARA terecht: De eerste Neder landse dee-jee, Peter Felleman, met die zwaar omfloerste stem, her doopte Charlie Nederpelts „Anne- mieke" in „Make mine Millers" en ook onze vaste tune, onze herken ningsmelodie, was geboren. In 1946 maakten we onze eerste platen bij Decca. Op 78 toeren en nog niks in stereo. Maar ze vlogen de winkels uit. Vooral het nummer „Chickery Chick", gezongen door Sanny en Pia, ging er in als koek. Daarna hebben we voor de Niwin nog een grote tournee door m'n geboorte land, het huidige Indonesië, ge maakt. Eddy Doorenbos was er als vocalist bij gekomen, eigenlijk za ten vrijwel alle Nederlandse top- muzikanten van die tijd in mijn combo. Die jaren vormden het ab solute hoogtepunt". Wanhopig In 1950, niet zo lang daarna dus, was het plotseling gebeurd met The Millers. Pia Beek begon haar eigen trio, je echtgenote Sanny Day zag het niet meer zitten en ook Eddy Doorenbos stapte tijdelijk op. „Ja, in die dagen ben ik echt wan hopig geweest. Ikzelf dacht ook, dat The Millers Story geschreven was. Ook al omdat ik Sanny niet alleen als zangeres, maar boven dien als echtgenote verloor, zat ik aanvankelijk diep in de put. Hals over kop trok ik toen een Ameri kaans meisje aan, Paulette Moore. Een goede zangeres, maar niet voor ons genre. De klad zat er echt in. We slankten weer af tot een kwar tet, waarin naast mezelf Coen van Nassou, m'n trouwste vazal, Paul Ruys en Paul Schwippert zaten. Nederland leek ons te zijn verge ten, maar gelukkig konden we nog altijd in het buitenland terecht. Bij na vijf jaar hebben we door Duits land, Zwitserland, Denemarken en Frankrijk gezworven. In Denemar ken pikten we Susi Möller op, een voortreffelijk zangeresje en sinds 1954 ook m'n evgn voortreffelijke echtgenote. Terug in' eigen land, begonnen we in Amsterdam in The Cockpit, waar Johnny Kraaykamp, de huidige King Lear, met z'n bas en z'n grollen en grappen toen een soort eenmans-orkestje vormde. De successen van weleer keerden te rug en in een misschien wat al te overmoedige bui opende ik in mei 1957 m'n eigen Rotterdamse Miller Club. Op slag was ik naast muzi kant ook horecaffer. De zaak liep zo goed, dat ik er al snel uitgroeide en wat verderop in de Maasstad De Wieck opende. In die periode kwam echter de rock-and-roll over de Atlantische Oceaan rollen en deed bovendien het medium televi sie zijn intrede. De Wieck raakte leger en leger, m'n portemonnaie al evenzeer en dus kocht ik van m'n laatste centen tenslotte maar m'n eigen cafeetje in Berkel en Roden rijs. 't Biggetje. Susi en ik werkten ons er rot en van musiceren kwam niet zo heel veel meer terecht al bleven we onregelmatig wel met The Millers optreden. Die interval heeft zeven jaar geduurd, om pre cies te zijn tot 2 januari 1968. Toen waren we ineens weer allemaal bij elkaar om bij Phonogram weer een elpee te maken. Het sneeuwbalef fect van die plaat was onvoorstel baar groot. Ineens gingen alle thea terdeuren weer voor ons open en het publiek wist niet van ophou den. In twee jaar maakten we nog eens vijf elpees. Kortom, de oude tijden herleefden in volle glorie. Daarna hebben we zo nu en dan nog wel een lichte terugval meege maakt, maar onze eigen fans ble ven ons ook na de opkomst van de beat en de pop trouw. En nu is de zoveelste revival er weer. En wat mij daarbij bijzonder veel plezier geeft, is dat ons publiek niet langer uit louter leeftijdgenoten bestaat, maar dat er ook steeds meer jonge ren naar onze optredens komen. Goede muziek, in welk genre dan ook, overleeft altijd. Dus ook de muziek van The Millers". Reünie In de nu bijna achter je liggende 45 jaar heb je als orkestleider veel mu zikanten zien komen en gaan, maar altijd wist je die typische Miller- sound te handhaven. „Dat is niet zo moeilijk, als je de goede muzikanten maar weet te kiezen. Belangrijk daarbij is na tuurlijk de trouw van Coen van Nassou en z'n vibrafoon, die er vrijwel altijd bij is. Ja, en wat dat verloop betreft, welk orkest kent een dergelijke ontwikkeling niet? Als we ze allemaal bij elkaar zou den halen, leidde ik 's werelds grootste big band. Violist Frans van Bergen was jaren geleden het 220e lid van The Millers. Daarna ben ik met tellen opgehouden. Ik denk dat het er zo om en nabij de driehon derd geweest zijn. Overigens wil ik volgend jaar, wanneer The Millers hun negende lustrum gaan vieren, en dat is echt uniek in het wereldje van de vaderlandse lichte muziek, een massale Millers-reünie houden. Uiteraard niet met alle mannen en vrouwen, die bij ons gewerkt heb ben, maar wel met de meest beken den uit die lange, heerlijke periode. Ook al omdat de vorige twee jubi lea, die overigens niet dóór ons maar vóór ons georganiseerd wer den, het 35- en 40-jarig bestaan, achteraf gezien enkele jaren te laat werden gevierd. Daarom wil ik het in 1985 helemaal goed doen. Op 1 augustus van dat jaar zijn The Mil lers 45 jaar jong en ik beloof je, op of om die datum krijgt Nederland een grootse happening voorgescho teld. Misschien dat dan ook de tele visie voor ons gevoelig is. Want wat denk je bij het horen van deze namen: Sanny Day, Pia Beck, Har ry Verbeke, Eddy Doorenbos, Coen van Nassou, Mat Matthews, Her- mand Schoonderwalt, Irv Rochlin en Ruud Brink? En dan noem ik er nog maar een stuk of tien op. Een groots feest gaat het worden. Wat het moet als we over een jaar of zes een halve eeuw bestaan? Zien we dan wel. Voorlopig gaan we door met onze tournee door Nederland". Glansnummers „De grote successen van toen. Noem maar op. „Smoke, smoke that cigaret", „Just a gigolo", „Get up them stairs", „I told ya, I love ya", „Now get out", „Seven come eleven", „Flying home", „How about you", „Take a letter miss Smith", „Je vous aime beaucoup", „Don't talk about me when I'me gone" en natuurlijk niet te verge ten „What's the use of getting so ber". Allemaal glansnummers van toen, maar ook van nu. Ik heb het je al gezegd, goede muziek die goed gespeeld wordt, zal het bij het grote publiek altijd blijven doen. En die muziek spelen wii toevallig al bijna vijfenveertig jaar Zoals ook de door jou gemaakte saté, bekend bij alle muzikanten op het westelijk halfrond, altijd zal blijven smaken? „Oh, is het weer uitgelektAch, weet je, die kookkunst heb ik van m'n moeder geërfd. Zij werd in 1964 in het Engelse Scarborough wereldkampioene oosterse keuken. Met haar recept voor mijn saté heb ik door de jaren heen een lokkertje gehad om goede muzikanten aan te trekken. Misschien zagen ze me als orkestleider helemaal niet zo zitten, maar als chefkok konden ze ge woon niet buiten me". KEES JAGERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 17