STANLEY BRARD: Inall de meest verdedigende spits ter wereld Rariteit ZATERDAG 21 APRIL 1984 Eén ding moet Jannes van der Wal worden nagegeven: de publi citeit bespeelt hij als Emmy Ver- li ey een Stradivarius. Jannes hoeft maar te kikken of een nij vere krantebij staat met blocnote gereed en de Hasselblads klikken om hem in de zoveelste curieuze pose te vereeuwigen. In Jannes zit altijd wel wat. heeft de hoofd redacteur van een roddelblaadje eens tegen een wat minder gesa larieerde collega geroepen, nadat de laatste zijn baas wat verbaasd had aangekeken toen deze hem de opdracht had gegeven een verhaal over de man te maken. En de hoofdredacteur had en zo hoort het ook gelijk. Jannes van der Wal behoort in middels tot die categorie bekende Nederlanders, over wie andere Nederlanders alles willen weten Jannes weet dat en gedraagt zich ernaar. Daarbij weet Jannes de indruk te wekken dat hij iets heel bijzonders is. Historisch bij na zijn z'n interviews, waarbij hij zich minutenlang in een stilzwij gen hulde. De eerste gespreks partner. die Jannes op die wat ongebruikelijke wijze te woord stond, heeft er nog steeds slapelo ze nachten van als hij terugdenkt aan die uitzending. En begrijpe lijk. Jannes heeft het sindsdien nóg een paar keer gedaan, maar het nieuwtje was er natuurlijk gauw af. Het is leuk om die act te doen. maar op iemand die mets zegt of enige onsamenhangende kreten V uitstoot is de massa snel uitgeke ken. Dus moest Jannes weer wat nieuws bedenken. Maar dat is hem wel toevertrouwd. En dat mag je ook verwachten van een damspeler, die enige jaren gele den opzien baarde door zich in een Zuidamerikaanse nachtclub te laten fotograferen met aan weerszijden van zijn eigen wat merkwaardig gevormde schedel een paar op pikante plaatsen on geklede dames. Dat was Jannes' openingsoffen sief. hoewel hij daarmee pas de wereldpers haalde nadat collega Harm Wiersma de bewuste foto's voor een habbekrats had verpatst aan een geïllustreerd weekblad. Dat er goede sier mee maakte, want een paar blote dames zijn natuurlijk sowieso nooit weg. Als zo'n foto wordt verlucht met de beeltenis van de zich wat excen triek gedragende, zo juist tot we reldkampioen gekroonde Gro ningse dammer Jannes is het na tuurlijk helemaal „Gefundenes Fressen voor de mensen. Sindsdien is het Jannes redelijk voor de wind gegaan. Het schich tige kereltje, dat ooit de vader landse damzalen afstroopte en vanachter zijn dikke brilleglazen iedereen achterdochtig begluurde is zelf iemand geworden naar wie wordt gekoekeloerd. En Jannes is daar wat blij mee. Want waar het professionele dammen ooit als beroep kon worden ingedeeld in de categorie „geen vetpot", kan Jannes er tegenwoordig aar dig mee uit de voeten. Deze week weer leverde hij daar een goed voorbeeld van bij het begin van het nationale kampi oenschap. Jannes had tijdens zijn tripjes met Wiersma op weg naar de wereldtitel weer eens iemand ontmoet. En die figuur zag wel brood in het magere ventje, dat inmiddels een prominente plaats heeft veroverd in ons vaderland se rariteitenkabinet Voor een paar weekjes hult Jannes zich in een uitmonstering uit het assorti ment van deze persoon en tou cheert daarvoor weer de nodige pecunia. Jannes kan er zodoende weer een tijdje tegen en die spon sor is ook weer gelukkig. Hoewel het de vraag is of deze geldschie ter veel effect bereikt met zijn stuntje. Dammen mag dan tegenwoordig publicitair bezien wat meer bete kenen dan pak-weg tien. vijftien jaar geleden, het grote publiek loopt voor deze wat saaie vorm van vrije-tijdsbesteding bepaald nog niet warm. Zeker niet nadat de heren Wiersma en Wirny in een twintigtal taaie potjes eerst Moskou en vervolgens Valken burg en Botterdam met hun aan wezigheid hadden verblijd. Mis schien dat Jannes in zo'n partij enreeks voor wat meer roering had gezorgd dan zijn confrater. Een goede dienst heeft Wiersma in elk geval niemand met zijn ti tel behoud bewezen. In het vervolg moeten de heren maar op een onbewoond eiland hun onderlinge partijtjes gaan af werken Waarna een postduif dan achteraf de gespecialiseerde media van informatie kan voor zien. Want elke dag een berichtje in de krant dat de heren weer re mise hebben geschoven hoeft voor mij niet zo nodig. Het wach ten is nu op het moment dat Jan nes de kroon weer op het wat ziekelijk ogende koppetje krijgt gedrukt Misschien dat er dan weer wat aardigs gebeurt Zo lang Jannes een wat onderge schikte rol speelt bij een Neder lands kampioenschap is het be helpen. Dammen door de dom- men zogezegd. Beoefend door fi guren als Van der Wal In de Sloot. Mijn blocnote blijft in elk geval dicht en mijn Hasselblad klikt niet. Ik laat dat graag aan anderen over. BUYS anley Brard in de Kuip waar hij maar weinig fans achter zich verzameld weet: „Anderen maken zich drukker over mijn situatie dan ik" Hoe DTTERDAM Hoewel :2 I irgemeester Bram Peper on- ngs optimistisch verklaarde it het Rotterdamse wegennet eer dan voldoende capaciteit ieft om zelfs de gigantische verkeersdrukte rond Ie fentuele Olympische Spelen n I zijn stad moeiteloos te kun- verwerken, blijkt een aaj len staande brug voldoende n in recordtijd éen file van zes kilometer te doen 1 itstaan op de route via de an Brienenoordbrug naar |v°| it stadion Feyenoord. Te- idden van die onafzienbare I! uje van auto's is ook de Re mit 5 turbo van Stanley ;rf rard verzeild geraakt. Reden lor de speler van Feyenoord n twintig minuten later dan gesproken foeterend de ca- comben van de Kuip te be den, waar zijn gespreks- irtner een kwartier eerder is ilu iarriveerd omdat deze de 120 irkeersknoop tijdig ontwaar- i en een toeristische route n et stadioncomplex ligt er wat in ten bij. Zowel het bij- als het ngs nog door de spelers zo gpkri- eerde noofdveld wordt door op yj motoriseerde maaimachines zit- tde terreinknechten onder han- npi®!16enoinen De lege tribunes, be- lica' henen door een voortdurend ach- gl|» schaapjeswolken schuil gaande P, zijn het domein van vrolijk "r j 'etterende vogels, die het geheel n manschappen binnen de lijnen It-^dt en vooral vak S van die rus- I ïke entourage weinig overlaat. 'e P zo'n midweekse dag, wanneer spelers vrij hebben en het admi- •ïstratieve personeel zich rustig hter het ochtendblad kan ver- j lappen, ontbreken ook de vaste jkers langs het trainingsveld. Dat v_ °r het merendeel uit de bekende pensioneerden bestaande legi- ntje, dat elke zichtbare ontwik- ling op de voet volgt en van 'mmentaar voorziet, heeft zijn heil elders gezocht. In een café of op een bank in het wijkparkje. Op het complex is derhalve niets te merken van het spanningsveld, dat Feyenoord nu al geruime tijd om geeft, omdat dit seizoen voor het eerst in vijftien jaar zowel de beker als de landstitel kan worden vero verd. Opvallende rol En in dat nerveuze kader, waarvan de buitenwereld vaak geen enkele weet heeft, maar dat door de spe lers volop wordt gevoeld, neemt Stanley Brard een opvallende rol voor zijn rekening. Niet doordat hij wekelijks de sterren van de hemel speelt in een formatie, die met kop en schouders boven de rest uit steekt en dank zij oogstrelend voet bal op het landskampioenschap af stevent. Niets van dat alles. Brard is een pion in een vaak zwoegend en bepaald niet altijd overtuigend spelend elftal, een pion die bij elk optreden de wind van voren krijgt van niet eens zulke grote zwartkij kers op de tribunes. Want het dit jaar ondanks Cruijffs aanwezigheid niet opvallend veel groter gewor den supportersleger, dat er éen merkwaardige gewoonte van maakt om aanhangers van de op bezoek zijnde partij steevast aan te duiden als „boeren", hoewel grote aantallen van Feyenoords fans uit de Rotterdam omringende polders komen, is nogal gauw tevreden. Een overwinning, al is-ie behaald met abominabel voetbal, wordt be groet als een geschenk uit de hemel en maakt de dag van zo'n supporter weer helemaal goed. Schril fluitconcert Des te merkwaardiger is het te zien hoe de aanhang oordeelt over de speler, die vanaf januari onafgebro ken in de basis staat en het volgens insiders op die voor hem nogal vreemde plaats van linkerspits goed zou doen, Stanley Brard. De stadion-omroeper heeft bij het aan kondigen van de opstelling van Feyenoord de naam van Brard nog niet eens uitgesproken of vooral van Vak S daalt een schril fluitcon cert neer op het hoofd van de onge lukkige, die zelfs nog geen bal heeft aangeraakt. Het zal duidelijk zijn, Stanley Brard is een bij velen nogal omstreden pion in de forma tie, die naar de mening van vele miljoenen voetbalkenners binnen enkele weken zeker is van de land stitel. Als de 25-jarige Hagenaar met dit verschijnsel wordt geconfronteerd door zijn gespreksgenoot is zijn eer ste reactie even kort als veelzeg gend. „Elk woord dat er aan wordt besteed is te veel". Om te vervol gen met: „Mijn omgeving maakte zich drukker over die situatie dan ik. Bij mij glijdt het langs mijn kou de kleren af". Deze dappere woor den, die enigszins moeten maske ren wat de spreker toch ondanks alles behoorlijk bezig moet houden, hebben betrekking op Brards situa tie bij Feyenoord. De eerste helft van dit seizoen bracht hij groten deels op de reservebank door, af en toe opfleurend door een invalbeurt. Maar doordat Feyenoords verdedi gers bestand bleken te zijn tegen blessures lagen niet in die linie de kansen voor Brard om zich weer een plaatsje in de hoofdmacht te verwerven. De ooit als linksachter redelijk furore makende Brard mocht echter begin januari een keer als een soort pseudo-spits op de linkervleugel fungeren. En sindsdien staat hij op die plek. Tot verbazing van menigeen en tot verbijstering van diegenen, die zich uitgerekend op die plaats in de Kuip zulke offensief-creatieve fi guren voor de geest konden halen als Coen Moulijn en Jörgen Kris- tensen. 1984 goed jaar Stanley Brard herinnert zich de aanzet tot de huidige situatie nog levendig. „Het was in een oefen wedstrijd bij VVOG in Harderwijk. Ik viel in als linksbuiten en scoor de twee keer. Sindsdien sta ik er in". 1984 is voor Stanley Brard dus een goed jaar tot dusver, een prof voetballer wil in principe tenslotte maar één ding eerst: spelen. Sinds zijn rentree als vaste kracht in de hoofdmacht van Feyenoord is de kritiek niet mals geweest op de frê le ogende doch meer dan 1,80 me ter lang zijnde voetballer. „Ik heb weinig krediet", gunt Brard een blik in zijn zieleroerselen. „Maar dat wist ik al van tevoren. Vanaf het moment dat ik er weer in stond zijn ze bezig geweest tegen me". Even lijkt de inmiddels al bijna tien jaar bij Feyenoord spelende Hagenaar een wat ruimere kijk te geven op wat hem geestelijk heeft beziggehouden de voorbije maan den. Maar net zo onverwacht als hij even openhartig lijkt te worden sluit hij zich weer af. En geeft kor te, bedachtzame antwoorden. Om zelfs af en toe met gebaren kenbaar te maken iets niet te weten. Of niet te willen zeggen. „Ik bekijk het van week tot week", merkt hij op. „Ik ben een realist. Maar sommige klappen komen hard aan". Die laatste opmerking wordt niet van een nadere verklaring voorzien, maar geeft een indicatie dat de ma nier waarop vooral het publiek, maar ook de pers, zijn prestaties de laatste tijd heeft ontvangen hem nogal wat pijn heeft gedaan. Maar desondanks zegt Brard voldoening te putten uit zijn nu geregeld spe len „Ik ben een dienende speler", analyseert hij zijn spel. „Ik zal nooit een beslissende situatie be nutten. Maar er zijn andere situa ties, waarin ik wel tot mijn recht kom. En als ik op die momenten wel mijn rendement heb, dan ben ik tevreden. Juist het verdedigende gedeelte van mijn spel geeft me de stimulans om door te gaan". Tekortkomingen En de waardering, die hij naar zijn zeggen oogst bij trainer, teamgeno ten én de voetbalinsiders overtuigt Stanley Brard er vervolgens van dat zijn inbreng in het Feyenoord van dit moment nuttig is. „De trai ner heeft me verscheidene keren laten weten dat hij tevreden over me is. Dat is voor mij genoeg". Des ondanks wordt de geregelde kijker naar Feyenoord vaak geconfron teerd met de voetballer Brard, die aanvallend over zó veel tekortko mingen beschikt dat het soms pijn lijk is om zijn doelloos zwoegen gade te slaan. Doelrijpe kansen zijn aan hem nauwelijks besteed en een stevige „spetter" op het doel van een tegenstander zal hij ook nim mer afvuren. Daarbij komt dan dat Brard, die weliswaar ooit als aan valler begon en vervolgens via het middenveld op de backplaats te rechtkwam, ook in persoonlijke duels vrijwel nooit een tegenstan der rechtstreeks uitspeelt. Reden voor veel kritische toeschouwers om zich met stijgende verbazing af te vragen waarom trainer Libregts deze met-aanvaller op die offensie ve plek handhaaft. Te meer daar Brard in combinatiespel ook zelden wordt betrokken. De enige, die hem nog wel eens inschakelt bij sa menspel is Cruijff, maar linksach ter Wijnstekers ziet Brard door gaans achteloos over het hoofd. Over dat laatste zegt Brard: „Dat komt omdat Bennie (Wijnstekers; red.) rechtsbenig is. Hij zoekt het liever binnendoor dan buitenom". En over de kritiek in het algeiheen merkt Brard op: „Het is zo dat het combinatiespel in het hele optreden van Feyenoord veel te weinig voorkomt. Ik weet niet hoe dat komt. Er wordt in de training toch voldoende op geoefend. Ach, ik trek me die kritiek op mijn rol daarbij niet zo aan. Zo lang de mensen die het weten kunnen maar waardering voor me hebben". Fans in vak S Wanneer de fotograaf het spelers home, plaats van het gesprek, bin nenkomt en gedrieën een „fotoge niek" plekje op de tribune wordt opgezocht wijst Stanley Brard naar het nu lege vak S. „Daar zitten mijn fans", zegt hij sarcastisch. Om de denkbeeldige criticasters bij het poseren voor de foto bijna demon stratief de rug toe te keren. Ook deze opmerking geeft lucht aan Brards bezwaarde gemoed inzake zijn huidige functioneren bij Feye noord. Waarover hij, inmiddels weer teruggekeerd in „Het Kuip je", nog meedeelt: „Ik weet niets van een verhaal waarbij Cruijff er bij Libregts op zou hebben aange drongen mij linkerspits te zetten. Er is nooit iets bijzonders tegen mij gezegd. Noch door Libregts noch door Cruijff, die buiten het veld tóch heel weinig zegt. Op het veld is hij wél heel nadrukkelijk en ge barend aanwezig. Maar eenmaal erbuiten laat hij zich nauwelijks gelden. Ik merk ook nooit iets van een speciale band of aparte ge sprekken tussen Cruijff en Li bregts. Ik ben toen bij VVOG ge woon ingevallen en sindsdien speel ik. Maar bij de taktische bespre king, een dag voor de wedstrijd, worden er slechts in algemene zin bepaalde dingen gezegd. Ik krijg nooit speciale opdrachten. Kenne lijk doe ik het goed op de manier waarop ik het doe: gewoon mijn man houden en eventueel gaatjes vullen". Verdedigende spits Stanley Brard, wiens jongensachti ge gezicht nog vrijwel niets is ver anderd sinds hij als zestienjarige in Rotterdam-Zuid arriveerde, moet lachen als hij wordt getypeerd als „de meest verdedigende spits ter wereld". „Dat lijkt me een beetje overdreven", zegt hij slechts. „Ik verdedig misschien wat meer dan andere aanvallers. Het is ook on juist als men zegt dat ik het alleen voor Cruijff doe. Ik dicht voor an deren zeker zo veel gaten. Je moet voetbal nu eenmaal met zijn elven spelen. Ik doe misschien wat Ver meulen (de door Brard verdrongen linkerspits van Feyenoord; red.) veel minder deed: mééverdedigen". Aan het eind van dit seizoen loopt het contract van Stanley Brard bij Feyenoord af. De club heeft hem inmiddels een betere aanbieding gedaan, maar de Hagenaar houdt deze nog in beraad. „Ik ben waar schijnlijk de goedkoopste speler bij Feyenoord. Toen ik nog student li chamelijke opvoeding was be schouwde ik wat ik als voetballer verdiende als mooi meegenomen. Nu ben ik echter afgestudeerd, heb geen vaste baan en wil ik alles eerst eens op een rijtje zetten. Er moet eerst nog over een paar din gen worden gesproken. Maar dal heeft alle tijd. Eerst maar eens kampioen worden en de beker pak ken En voor volgend seizoen? Dat Cruijff blijft is van vitaal belang. In het begin werd hij nogal eens niet begrepen. Dat gaat nu beter. Ik be grijp hem in het veld altijd wel. wat ie van plan is en zo Maar het dan uitvoeren, dat is een tweede" FRANK WERKMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 25