Etty Hillesum
schokt Amerika
b
Vier oma's blikken
terug op de grote
schoonmaak van weleer
„VOOR
PASEN
MOEST
JE
SCHOON
ZIJN"
RUN OP DE FILMRECHTEN VAN
„HET VERSTOORDE LEVEN"
ZATERDAG 21 APRIL 1984
vier weken stond het Nederlandse interieur
f op z'n kop: de grote schoonmaak. Welke
rplusser herinnert zich die voorjaarsplaag van
%er dagen niet. Alles ging het huis uit: de bed-
ffe meubels, de gordijnen, de kleden. Pas dan
i moederlief op toeren. Ze sopte, boende en
'fte dat de stukken eraf vlogen. Doorgaans tot
juw van manlief en de kinderen die er ont-
lerd bij stonden.
prnes Juliana Eilander (76), Jo Boswinkel (82),
piet tem a (74) en Maria Willemstein (78), die nu
i bejaardentehuis in de regio wonen en het er
rezellig hebben, weten er nog alles van. Met
wan onze verslaggevers, Homme Krol, verwijl-
■ef viertal in die goeie, barre tijden, toen de
Wrouwen nog wisten wat werken was. „We
1en er nu nog versleten knieën van".
vroeger het sein gaf tot
rote Plaag" weten de
rustende huisvrouwen
de tafel in het bejaar-
ihuis ook niet meer. Me-
Maria Willemstein:
a het voorjaarszonnetje
in kreeg je de kriebels.
Ir als de buurvrouw al be
en was. En je wist ook:
Pasen moest je schoon
De andere drie knikken
[driftig, in het gelukzalige
dat ze die tijd race tel-
^re wisten te winnen. Me
en eefN Jo Boswinkel: ,,De pijp
Bi'swuit de kachel; die kwam
ïSaaFet meer aan- Hoe koud
ispecpok was, de kachel bleef
iam. Ti Gevieren huiveren ze
bij de gedachte aan die
6 tijden. ,,Dan zat je als
te vernikkelen in je dun-
imerjurkje".
•te schoonmaak was een
„,l" vroeger. Wie de dames dat
rie voijte betwisten oogst misprijzen.
CO, Puw Hettema, de jongste
iet stel: „Wat dacht u van al
:il dat je het hele jaar binnen
lat moest er toch een keer uit.
lad je normaal geen tijd voor.
veel te druk met je gewone
Maria Willemstein: „Wat
van het kolenfornuis? En
de kachel? Je had vroeger
stofzuiger, moet u niet verge-
fegenwoordig hebben ze alles
tisch, vroeger deed je alles
le hand".
^"^schoonmaken moest. En ze
p°"-!n er nog plezier in ook, wil-
lenaje dames best toegeven. Al-
drie van hen. Want Juliana
!er zegt met afkeer: „Ik was
schoonmaakster. Maar ja, de
i deden het ook. Je moest
|er wel, anders viel je uit de
Toch, helemaal onplezierig
ook zij het niet, want als het
strange zvvart-maken even ter spra
j ,omt, roept ze in vervoering:
ja, dat deden we met Zebra-
èlglans, met dat leuke paardje
ït busje".
je blauw
nigee?ken elkaar aan. Maria Wil-
kleinf'n: ..Muren witten, dat knap-
NlCOf 20 °P- Dan deed ie een zakje
f door de witkalk en dan
1 je die muren zien. Prachtig
k heb nog 'ns een emmer wit
man de trap laten vallen. Dat
toen niet zo mooi uit". Jo
ikel valt in: „Mijn vader zei
ik wil wel de schoenen poet-
'Q _[naar dat kan ik niet zonder
brreltje. Daar deed-ie dan sui-
i, even roeren en dan een
op de schoensmeer. De rest
videoiie borrel sloeg-ie natuurlijk
over. Nou, dan gingen we
lend naar de kerk",
igonnen met de schoonmaak
>00. |op zolder en dan van liever-
lee naar beneden, vertellen de vier.
Maria Willemstein: „De zoldervloer
werd wit geschuurd met schulp-
zand". Misprijzend komt Juliana
Eilander uit de hoek: „Wat een on
zin, hè?". Maar Maria gaat onver
droten verder: „En op de slaapka
mers haalde je de ledikanten uit el
kaar, de spiraalbakken eruit en de
veren bedden naar buiten. Dan
ging je het zeil wrijven, balatum
had je vroeger". Waarop Juliana
weer zuur: „Daar hebben we nou
nog die versleten knieën van, se
rieus hoor".
Ja, het was ontzettend hard wer
ken, geven ze toe. „Maar", zegt Jo
Boswinkel, „je wist immers niet be
ter, 't hoorde zo. En het was toch
ook wel plezierig, omdat je alles
weer zo mooi liet blinken. En als je
klaar was rook het zo lekker in
huis".
„Als je ziet hoe de vrouwen zich
vroeger afbeulden", herneemt
Juliana Eilander, niet van haar
stuk te krijgen, „dan begrijp ik niet
waar die vrouwen van tegenwoor
dig het zo druk mee hebben. Ik zou
wel 'ns willen weten of die jongelui
van nu er later beter uitzien dan
wij". Maria Willemstein resoluut:
,,'k Geloof er niks van. Veel jonge
lui van tegenwoordig zien er nu al
rafelig en bleekjes uit". Jo Boswin
kel met haar 82 jaar valt haar bij:
„Gezónd was het, ie ging gewoon
door. Ik ben er echt niet slechter
van geworden, al heb ik dan nu
een versleten rug en versleten
knieën". De anderen blijken sterk
geneigd om dit als levend bewijs te
accepteren.
Koperp
ioets
Niet meer te stuiten verhaalt Jo
Boswinkel gloedvol van haar esca
pades met de lopers in huis. Verza
ligd verwijlt ze bij de met koper-
poets glanzend gewreven traproe
den. En Rie Hettema herinnert
zich: „De deuren nam je af met
groene zeep en daarna met water
en azijn. Lekker fris". De mooie
kamer, die vroeger alleen betreden
werd als er visite was, kwam na
tuurlijk ook aan de beurt. „Je zat
nooit op die stoelen. Idioot eigen
lijk, hè?" werpt Juliana Eilander
ertussen. „Daar was je te zuinig
voor".
De dames komen op toeren. Elkaar
het een en ander in herinnering
roepend doen ze het hele huis nog
'ns dunnetjes over. Inclusief de
bedstee, waarin Jo Boswinkel als
kind met drie zusjes sliep.
Maria Willemstein (een van de
acht) niet zonder verontwaardi
ging: „Tegenwoordig heeft ieder
kind z'n eigen kamer. Bij het twee
de kind moeten ze al naar een gro
ter huis. En nu hebben ze overal
cv. Wij stonden vroeger met de te
nen op het kouwe zeil".
Jannie, de receptioniste van het te
huis, komt even poolshoogte nemen
of het gesprek wel wil vlotten.
„Jannie, maak jij nog schoon?".
Jannie zeer beslist: „Ik doe het
nooit. M'n man zegt: 't is voor luie
vrouwen". Tot m'n verbazing oogst
ze algemene bijval. „Meid, je hebt
groot gelijk, 't hoeft tegenwoordig
ook niet meer als je de zaak een
beetje bijhoudt". De receptioniste
lachend af.
„Ik vond die grote schoonmaak al
tijd heel erg ongezellig", poneert
Juliana Eilander. Nee, dat kunnen
de andere drie haar niet direct na
zeggen. „Mijn man had er een ver
schrikkelijke hekel aan, dat wel",
komt Maria Willemstein haar tege
moet. Rie Hettema: „Ik herinner
me, dat als ik klaar was, ik altijd
een schort van m'n man kreeg".
Gebak
Zo'n rolbevestigende liefdeblijk
hebben de overigen nooit gekregen.
„Wél werd er altijd getracteerd als
de schoonmaak klaar was", herin
nert Maria Willemstein zich la
chend. „Wie het eerst op de schone
plee ging moest tracteren". Rie
Hettema: „Wij tracteerden thuis op
gebak. Je had toen nog een gebakje
voor zeven en een halve cent
Voor Jo Boswinkel was die luxe ta
boe: „Wij kregen als kind chocola
demelk met kaneelbeschuitjes. Dat
was me wat. We zongen 't hoogste
lied".
Juliana Eilander: „Toen kon je de
kinderen nog blij maken. Nu heb-
ben ze alles al. Je kunt de kinderen
nergens blij meer mee maken". In
stemming is haar deel. „Nu wordt
er tegen ze gezegd: pak maar wat
fris uit de koelkast. Moesten wij
vroeger om komen. Loop maar
naar de kraan, zei je moeder".
Het was vroeger hard sappelen als
huisvrouw, ook buiten de schoon
maaktijd, getuigt het viertal. Wilde
ie rondkomen dan moest je een ze
kere regelmaat handhaven. Op
maandag was het wassen geblazen,
op dinsdag strijken, op woensdag
kregen de slaapkamers een grote
beurt, op donderdag de huiskamer
en de „mooie" kamer, op vrijdag
(„dan ging iedereen in de teil")
ging men de keuken, de ramen en
het straatje te lijf en op zaterdag
was het koper poetsen geblazen. Zo
ongeveer. Jo Boswinkel: „Zaterdags
deed je ook al de was in het soda
water. Zondagavond ging het spul
in de wasketel op het gas. Het ge
heel dekte je dan af, zodat het
's nachts warm bleef en dan ging je
om een uur of zes 's maandagsmor
gens aan de was. Op het wasbord,
want een machine had je niet. Het
witte goed ging in het bleekwater.
Later deed je er blauwsel bij en na
drie keer spoelen ging het hele spul
aan de lijn".
Kousen stopgen
Het avondlijk vermaak bestond
vroeger uit kousen stoppen en ver
stellen. En/of prutsen achter de
naaimachine. „Je ging altijd moe
naar bed", constateert Jo Boswin
kel. „Ja, toen konden de vrouwen
allemaal nog slapen", merkt
Juliana Eilander wat stekelig op.
Maria Willemstein: „Uit de broe
ken van m'n man maakte ik weer
broekjes voor de kinderen".
Juliana glimlacht wijs: „Waar niet
veel geld is, wordt de mens vin
dingrijk. Ik herinner me dat m'n
moeder uit twee lapjes van een
stuiver op de markt twee kinder
jurkjes maakte. Ach meneer, zo
schattig".
Waar de vrouwen het tegenwoor
dig zo druk mee hebben? In elk ge
val niet met hun huishouden, we
ten de vier beslist. Ze hoeven maar
naar hun eigen dochters te kijken.
Juliana Eilander: „Ze zijn tegen
woordig druk met zichzelf, met
cursussen, met sporten, noem maar
op". Plots laat ze haar kritische
toon vallen en zegt geestdriftig:
„Maar wij doen ook geweldige din
gen hoor. Zelf doe ik aan gymnas
tiek, aan volksdansen, handwer
ken, boetseren Ik ben altijd druk.
Heerlijk is het, zo fijn". Waarop
Maria Willemstein bevestigt: „We
komen nou ook nog tijd te kort".
Alle vier wonen ze zelfstandig. Ze
koken nog zelf en houden ook hun
eigen kamers schoon. Alleen in ge
val van nood hoeven ze maar op
een belletje te drukken en een
dienstverlener van het tehuis
springt bij.
Juliana Eilander roept wervend:
„We hebben 't hier fijn, we hebben
't rijk. Heel wat anders dan de ar
moe van vroeger".
Doen ze nu ook nog aan de grote
schoonmaak?
Maria Willemstein: „Ja, ik wel.
Maar het ledikant haal ik niet
meer uit mekaar, hoor". Rie Hette
ma: „Ik ook. M'n dochter maakt
ook nog schoon op de ouderwetse
manier. Maar zo gek doe ik het niet
meer. Ze zei van de week nog: bo
ven ben ik klaar". De beide ande
ren houden het voor gezien.
Achter de tobbe
Het gesprek dwaalt weer af naar
hun kindertijd. Jo Boswinkel: „Als
kind moest je thuis ook meedoen.
Ik stond vroeger op de stoof achter
de tobbe. En je moest eerst van je
moeder zoveel toertjes breien voor
dat je buiten mocht spelen". En Rie
Hettema herinnert zich met een
glimlach: ,,'s Maandags moest ik
voor het naar schoolgaan het kleed
schuieren. En m'n twee zusters
moesten de vloer schoonmaken en
afwassen. Tussen de middag moes
ten we de aardappels schillen".
„Dat deed m'n man altijd", roept Jo
Boswinkel. „Verder deed-ie niets
in het huishouden. Kon natuurlijk
ook niet, want de mannen hadden
het vroeger veel te druk. Mijn man
werkte 's avonds nog op het land.
Die kwam doodmoe thuis. Je werk
te allebei van 's morgens vroeg tot
's avonds laat. De vrouw thuis, de
man op z'n werk. Logisch, dat je
vroeger geen man zag met een
schort voor. Zondag was je enige
vrije dag. Dat was een echte rust
dag. Wat dat betreft is het leven te
genwoordig een stuk prettiger. Al
leen niet zo gezellig".
De andere drie beamen het om
strijd.
HOMME KROL
pt ember 1943 stapte het gezin van dr. L. Hille-
de vroegere rector van het Deventer Stedelijk
'pasium, in Westerbork op de trein naar Ausch-
Vader, moeder, zoon Mischa en dochter Etty
29 jaar). Ze kwamen allen om, zoals zovele joden
[en. Weggevaagd, ausradiert.
in weerwil van de Nazi's, kwam dochter Etty
iw tot leven, zij het 38 jaar later. In 1981 kreeg
arlemse uitgever Jan Geurt Gaarlandt de dag-
Ai van Etty Hillesum in handen. Ze hadden al
d ergens op een vergeten zolder gelegen. Onder
LUretf ••Net verstoorde leven"publiceerde Gaarlandt
enten uit de gevonden cahiers. Het levensver-
'an de in Deventer opgegroeide jodin, die zich
15,9!
18,9#
70 p
niet wilde onttrekken aan het lijden van haar volk en
bewust voor de fatale martelgang van Auschwitz koos,
sprak velen aan. Het boek is inmiddels in twaalf lan
den verschenen. Ook in Amerika, waar het na twee
maanden al tot de bestsellers gerekend wordt en waar
nu een run op de filmrechten wordt ondernomen.
Ook in ons land blijft Etty Hillesum voortdurend in
beeld. Na het succes van het tweede boek („Het den
kende hart van de barak") is een derde uitgave op
komst. Op 2 mei wijdt de NOS een tv-documentaire
aan haar leven. Volgens uitgever Gaarlandt is Etty
Hillesum eenvoudig niet te vernietigen. „Ze heeft eeu
wigheidswaarde
Jan Geurt Gaarlandt:
„Etty Hillesum is
eenvoudig niet te
vernietigen; ze heeft
eeuwigheidswaarde".
ILEM Jan Geurt Gaar-
(37) is onlangs „overdonderd"
Amerika teruggekeerd. De
imse uitgever van Etty Hille-
dagboeken zoekt nóg naar
en om zijn succes te beschrij-
Ik kan niet precies aangeven
m het de Amerikanen zo ge-
aanspreekt, maar binnen
maanden hebben ze twintig-
nd hard-cover exemplaren
,Het verstoorde leven" ge-
We hebben ook fantastische
ies gehad in de New York
en de Washington Post. Ik
terug met 75 mille als voor-
>p de rechten voor 'n pocket-
e die binnenkort uitkomt,
■rder stond er een legertje
cers en agenten bij mij op de
toep. Stuk voor stuk belust op
nrechten van het boek. Voor
rsbegrippen is deze ontwik
ongelooflijk", vertelt Gaar-
met onverholen geestdrift" in
19 rkkamer van zijn eenmans-
dat onder de naam uitgeve-
Haan deel uitmaakt van de
tige uitgeversreus Unieboek
-rnann Tetterode) te Weesp.
jave van „Het verstoorde le-
een keuze uit de dagboeken
e in Auschwitz omgekomen
Etty Hillesum. Anders dan
ollega's voor hem zag hij wèl
de negen vergeelde cahiers
eer dan dertig jaar lang er-
een zolder hadden gelegen.
verstoorde leven" werd een
Her. Er zijn in ons land sinds-
165.000 exemplaren van ver
inmiddels is het te koop in
landen.
ar na „Het verstoorde leven"
kwam „Het denkende hart van de
barak" in ons land op de markt,
een serie brieven die Etty Hillesum
vanuit Westerbork aan haar vrien
den stuurde. Van dit boek zijn nu
50.000 exemplaren verkocht. Een
derde uitgave onder de titel „In
duizend zoete armen" verschijnt
eind april. Dit bevat weer dagboek
fragmenten, inclusief de notities in
een tiende cahier dat pas later ont
dekt is.
Terug naar het Amerikaanse succes
van „Het verstoorde leven". Gaar
landt: „Het lijkt wel alsof men in
Amerika de boodschap van Etty
Hillesum nog beter begrijpt dan in
Nederland. Zo betrokken en intelli
gent als ze er daar over haar pra
ten. Daar heb ik versteld van ge
staan. Het succes daar bevestigt
voor mij opnieuw het universele
van Etty Hillesum. Haar bewust
gekozen lijdensweg, haar eeuwig
heidswaarde. Dat was geen vlucht,
maar een verworvenheid. Haar
eeuwigheid was, zoals ik ook in
m'n voorwoord bij de derde uitgave
schrijf, opgebouwd uit de confron
tatie met het gewone, het alledaag
se. Juist dat, denk ik, spreekt heel
veel mensen aan".
Hij vertelt nog altijd overstroomd
te worden met telefoontjes en brie
ven van mensen die tot in hun ziel
door de dagboeken van Etty Hille
sum geraakt zijn.
„In Amerika kwam een bekend ac
trice naar me toe, die op 't ogenblik
in een Broadway-musical speelt.
Diep geroerd door het dagboek. Ze
vroeg of ze er eenakters uit mocht
maken en op de planken brengen.
Voor mij zijn het stuk voor stuk be
wijzen voor de actualiteit van Etty
Hillesum. Zij heeft de oorlog over
wonnen in plaats van andersom.
Dat is geloof ik wat de mensen zo
aanspreekt".
Stichting
Kort geleden is de Etty Hillesum
Stichting opgericht. Dit lichaam
heeft na overeenstemming met de
familie Hillesum (een nicht en en
kele achternichten hebben de oor
log overleefd) het beheer van de
auteursrechten op zich genomen.
Doel van de stichting is vooral on
dersteuning van de verspreiding
van Etty's werk, het tot stand bren
gen van een wetenschappelijk ver
antwoorde uitgave van haar verza
meld werk, het stimuleren van
kennis omtrent de jodenvervolging
en het ondersteunen van publikatie
van werken van gediscrimineer-
den. Gaarlandt maakt deel uit van
het stichtingsbestuur. Contractueel
ontvangt zijn uitgeverij een deel
van de rechtenverkoop.
„Er is nu dus een run op de film
rechten. Wie ze uiteindelijk ver
werft staat nog niet vast. De stich
ting laat zich hierbij adviseren door
Erik Jurgens van de NOS en An
dreas Landshoff. Want je moet
enorm oppassen. Voor een uitgever
is de filmbusiness een mijnenveld.
Ik verwacht overigens binnen een
paar maanden een filmcontract te
kunnen tekenen. Ik hoop met de
film nog meer mensen in aanra
king te brengen met het boek. Dat
vind ik enorm belangrijk. Wat dat
betreft heb ik zendelingenallures
gekregen".
Biografie
Het liefst zou Gaarlandt, voormalig
literair criticus van Vrij Nederland
en De Volkskrant, er een half jaar
tussenuit willen stappen om Etty
Hillesums biografie te schrijven
„Maar ja, ik kan deze eenmanszaak
moeilijk onbeheerd achterlaten.
Hoewel, misschien is er wel een op
lossing te vinden. Ja, ik denk er
hard over het toch te gaan doen
Die biografie, dat is iets wat moet
gebeuren. Mensen die haar gekend
hebben leven nu nog Je kunt nu
nog bandopnamen maken".
Een deel van dat autobiografische
speurwerk is inmiddels verricht
door de NOS, die op 2 mei een uit
voerige tv-documentaire over het
leven van Etty Hillesum op het
scherm brengt. „Wonderlijk, hè,
die golf van publiciteit. Het heeft
me verbijsterd, al is het natuurlijk
verklaarbaar. Etty heeft de mensen
van vandaag zo ontzettend veel te
zeggen. Ze wijst een weg in de
doolhof van leven en dood.. Ze is er
zelf bevrijd uitgekomen, al werd
haar lichaam dan vernietigd. En als
ie toch ziet hoe briljant die dagboe-
cen geschreven zijn". Uit een bu
reaula haalt hij de originele manu
scripten te voorschijn, een stapel
cahiers. „Hier. blader ze maar door.
Het handschrift loopt door als een
zee, zonder één doorhaling".
HOMME KROL