Werkloosheid
tuinbouw
in Westland
valt mee
Weer minder plan ten gekoch t in na jaar
Signalen over slechte positie RSV vanaf begin genegeerd
IN EN OM DE KAS
LAND EN TUINBOUW,fieidóeSouAont
MAANDAG 16 APRIL 1984 PAGINA
Afschrijvingen
Een paar maanden later komt
er weer een nieuw stuk van
RSV. In de scheepsnieuwbouw
moet de capaciteit terugge
bracht worden. Bij de schee-
preparatie moet de Waalha
ven-werf uitgebouwd worden
en de werf Piet Smit geacti
veerd. De plannen uit 1973
zijn radicaal omgedraaid.
Het jaarverslag over 1975 geeft
voor de buitenwacht nog wei
nig reden tot ongerustheid.
Een winst van 50 miljoen gul
den bij een eigen vermogen
van 522 miljoen. Er wordt wel
een reservering van 15 miljoen
gemeld voor afschrijvingen.
Tegen de tijd dat het verslag
wordt uitgebracht zijn er ech
ter al nieuwe tegenvallers: de
scheepsreparatie werkt met
verlies, bij marine- en werk
tuigbouw zijn de resultaten la
ger dan gedacht.
Hoe snel de situatie binnen het
bedrijf verslechtert blijkt eind
1976 uit een nieuwe nota van
de RSV-top. De scheepsnieuw
bouw zou met 40 procent inge
krompen moeten worden en
dan nog per jaar voor 250 mil
joen gulden verlies zorgen. Dat
verlies zouden RSV en de
Beurt nn Amsterdam
overheid samen moeten delen.
Voor de overheid zou dat over
enkele jaren 400 miljoen gul
den aan uitgaven betekenen.
Het alternatief volgens de
nota: het sluiten van RSV-de
len tegen 100 miljoen gulden
per stuk.
Hierbij moet misschien wor
den aangetekend dat RSV nog
wel eens door het regerings
optreden van het kabinet-Den
Uyl werd geplaagd. Zo ging
een order voor de levering
van reactoren voor kerncen
trales aan Zuid-Afrika niet
door, omdat de regering te
lang treuzelde met het nemen
van een beslissing. En in het
binnenland werd in 1974 be
sloten de bouw van kerncen
trales op een laag pitje te zet-
Nota's
In november 1976 kwam er
weer een nieuwe nota, een nog
dramatischer stuk: de scheeps
nieuwbouw moet met 50 pro
cent in capaciteit terug. De
werf Piet Smit moet dicht. Er
zal een verlies van maximaal
580 miljoen gulden uit deze op
zet komen. Dit verlies kan tot
400 miljoen gulden terugge
bracht worden als ook de
RDM sluit en de capaciteit in
de scheepsnieuwbouw met 60
procent teruggaat. Van de ver
liezen moet de overheid 75
procent dragen.
Met winsten in andere be
drijfsonderdelen zou RSV met
deze opzet het jaarlijkse verlies
tot 55 miljoen kunnen beper
ken. Bovendien zou de
scheepsnieuwbouw na 1980
weer uit de verliezen komen
als de markt aantrekt en de
bedrijven efficiënter gaan
werken.
Over de scheepsreparatie
wordt gezegd dat de situatie
„onhoudbaar" is. Tegelijk
moet echter een te snelle af
slanking vermeden worden
omdat binnen enkele jaren de
markt zal herstellen, aldus de
RSV-leiding. Nog geen maand
later blijken de verliezen in de
scheepsreparatie over 1976 op
bijna 100 miljoen gulden uit te
komen.
Het is begin 1977 dat binnen
RSV de verwachting wordt
uitgesproken dat het héle con
cern verlies zal boeken. Over
1977 ongeveer 80 miljoen gul
den. Met enige maatregelen
zou het verlies in 1978 echter
Bloemen veiling Aalsmeer groter
Bij de bloemenveiling Aalsmeer (VBA) wordt geleidelijk een
nieuwe, ruim 28.000 vierkante meter grote hal in gebruik ge
nomen. De hal is voornamelijk bestemd voor de aan- en af
voer van potplanten. Met deze uitbreiding, die volgens plan
vlak voor de voorjaars- en zomerdrukte in bedrijf komt, be
slaat het gebouw van de Aalsmeerse Bloemenveiling nu in to
taal 336.000 vierkante meter. De nieuwe hal vergde een in
vestering van zestien miljoen gulden. De veiling, die dit jaar
een omzet van 1,25 miljart gulden verwacht te behalen, finan
cierde de uitbreiding geheel uit eigen middelen.
De nieuwe hal, gelegen aan de noord-oostzijde van het be
staande complex, is uitgevoerd in twee werklagen. Op een ge
deelte van de verdiepingslaag bevinden zich over twee ni
veaus kantoorruimten. De begane grond, met twaalf nieuwe
dockshelters, wordt voornamelijk gebruikt voor de aan- en
afvoer van potplanten. De stijgende aanvoer en de sterk toe
nemende exportactiviteiten in deze produktgroep deden de
veiling al eerder besluiten tot een efficiëntere veilwijze
(groepsveilen), waardoor de behoefte aan ruimte voor aan- en
afvoer nog werd vergroot. Verder is op de begane grond voor
een uitebreiding van de monsterkass van het VBA-bemidde-
lingsbureau gezorgd.
De nieuwe hal van de veiling Aalsmeer.
FLORA HOUDT BLOEMEN KOEL
Bloemenveiling Flora in Rijnsburg opent op donderdag 19
april om acht uur 's avonds officieel de nieuwe verdiepings
ruimte in de gekoelde bloemenneerzethal. De opening wordt
verricht door de voorzitter van de Stichting World Flower
Trade Center, de heer C.J.M. Buis. Met deze uitbreiding kun
nen bij Flora ruim vijfhonderd beladen veilingwagens meer
van de fameuze Florakoeling gebruik maken. Vijfennegentig
procent van de Flora-kwekers voert nu de produkten in de
avonduren aan. Ze weten dat hun bloemen dan op kwaliteit
blijven.
Met de werkloosheid in de
tuinbouw valt het nogal mee
en directeur J. G. M. van
Gellekon van het Geweste
lijk Arbeidsbureau te Delft
bevestigt dit aan de hand van
enige cijfers. In de leeftijds
groep tot en met 22 jaar zijn
eind maart 1984 in het West-
land 3 jongens en 15 meisjes
als werkzoekenden inge
schreven. Voor het gewest
Delft (naast de Prinsenstad
vallen ook Berkel, Bleiswijk,
Bergschenhoek, Schipluiden
en Pijnacker hieronder) zijn
dit 30 mannen e.i 14 vrou
wen. J. G. M. van Gellecom
over deze andersoortige cij
fers: „Het verschil met het
Westland is moeilijk te ver
klaren. Men schrijft zich in
en geeft de wensen te ken
nen. Dit is slechts een fractie
van de totale werkloosheid".
De cijfers geven nauwelijks
verschil met eind maart 1983.
Nu is het aantal werkzoeken
den vrij laag en dit komt ook
door het feit, dat talrijke los-
arbeiders en aannemers van
werk zich al „verhuurd"
hebben.
Vroeger waren meer gehuw
de vrouwen in de tuinbouw
werkzaam in de bloemen en
het vroeger meer bekende
druiven krenten bijvoor
beeld. Nu is het accent meer
op de scholieren gelegd.
Vroeger had deze categorie
meer vaste schooltijden en
nu is het meer variabel. Van
Gellecom hierover: „Nu wil
men zo jeugdig mogelijke
mensen hebben: liever van
17 en 18 jaar. Die zijn het
goedkoopst. De tuinder heeft
vaak een bepaald ploegje om
zich heen verzameld".
J. W. M. Grootscholten als
hoofd van de lagere agrari
sche scholen te Naaldwijk en
Wateringen heeft op beide
scholen in totaal ruim 300
leerlingen, waarvan er 35 in
dit schooljaar met succes ho
pen af te studeren. De helft
gaat werken via het leerlin
genstelsel en de andere helft
stroomt door naar de Rijks
Middelbare Tuinbouwschool
te De Lier (groenten en bloe
men) en de meisjes gaan
veelal naar de Middelbare
Tuinbouwschool te Rijswijk
(bloementeelt en bloemsier-
kunst). Van het leerlingen
aantal komt 80% uit het
Westland en de rest komt
voornamelijk uit Den Haag
en Rijswijk. De aanmelding
van n>euwe leerlingen lijkt
duidelijk te stijgen ten op
zichte van het jaar daarvoor.
Zijn verklaring hiervoor is
duidelijk: „De beroepen van
de streek zijn herkenbaar". J.
J. C. de Koning als woord
voerder van de Rijks Middel
bare Tuinbouwschool te De
Lier ziet 8 a 10 leerlingen
verder studeren via de Hoge
re Tuinbouwschool te
Utrecht en 's Hertogenbosch,
de Hogere Informaticaschool
te Den Haag of de Hogere
Laboratoriumopleiding te
Delft en Den Haag. De rest
gaat werken en heeft geen
enkel probleem om een baan
te vinden. De Koning weet
er genoeg redenen voor te
vinden: „Er is veel vraag van
tuinders om personeel, dat
mét hen het bedrijf kan lei
den. De kennis is dan ten
minste aanwezig. Zij zijn dan
geschikt voor beter gewaar
deerd werk, waar voor ande
re taken vaak onder meer
gastarbeiders wel beschik
baar zijn. Deze eindexamen-
gangers kunnen ook beslis
singen nemen. Ook zijn er
voldoende aanvragen om
personeel vanuit de hoek van
tuinbouwtoeleveringsbedrij-
ven, plantenkwekerijen, be
middelingsbureau en produc
tiebedrijven. Werk is er altijd
te vinden en men kan ook
besluiten eerst korte tijd be
neden het opleidingsniveau
te gaan werken".
Voor meisjes is het vinden
van een baan weieens moei
lijker maar als regel lukt dit
ook nog wel. Dan meer in de
sfeer van een zaadselectiebe-
vakblad of NTS. Van Gelle^1
kom maakt zich dan ook wei-W
nig zorgen over de werkgele*)St
genheid in de tuinbouw: r,
„Ook illegale werknemer^ jj,
zijn er nu nog maar heel wei
nig in het Westland. Dat
speelde in 1978 en 1979 veePor
meer. Van de andere kantk h
had je toen ook weinig vaca^or
tures. Nu zijn er genoeg lega-U
le aspirant-werknemersLjj.
„Van doorstuderen om her,
zoeken naar een baan nu tr
vermijden is dan in de agra-1 1
rische hoek niets te bemer-f l
ken. Degenen, die verder is
gaan studeren, waren dit al<Ma,
regel toch al van plan.
Ie e
en.
In totaal zijn er door de Ne
derlandse gezinnen in het
najaar van 1983 bijna een
miljoen stuks planten minder
gekocht dan het jaar ervoor.
De totale bestedingen daal
den daardoor met ruim vijf
miljoen gulden. Dit blijkt uit
een onderzoek, dat in op
dracht van het Produktschap
voor Siergewassen is inge
steld door het Nederlands In
stituut voor Agrarisch
Marktonderzoek naar het ge-
zinsverbruik van boomkwe-
kerijprodukten. In dit onder
zoek zijn vijfduizend huis
houdingen betrokken die re
presentatief zijn voor het
koopgedrag van alle huishou
dingen in Nederland. Het
ging bij dit onderzoek wel om
het vervangen van oude
planten, dus niet om het aan
leggen van nieuwe tuinen.
Uit het onderzoek is geble
ken, dat er weer minder ko
pers zijn geweest van boom-
kwekerijprodukten. Dat is
slechts 8,2 procent van alle
gezinshuishouingen. In het
najaar van 1980 bedroeg het
koperspercentage nog 10. De
verschuiving naar het voor-
Jaar blijft zich voortzetten. In
iet seizoen 1976/77 was de
verhouding van de bstedin-
gen tussen voor- en najaar
nog fiftu-fifty. Van het sei
zoen 1980/81 af heeft dit zich
gewijzigd in eenderde najaar
en tweederde voorjaar. Ten
opzichte van het najaar 1982
is dihet gemiddeld aantal ge
kochte stuks per kopende
huishudng met zeven procent
afgenomen, terwijl de gemid
delde bestding als gevolg van
een lagere gemiddelde prijs
zelrfs met vijfiten procnet is
Ruim tweederde van de Ne
derlandse gezinen is in het
bezxit van een tuin. Uiter
aard is de tuimarktk dan ook
de belagnrijkse deelmarkt.
Ongeveer negentig procertn
van de totale bestdinge
kwam in het afelop jnajaar
voor rekening van de tuinbe-
zitters. In het najar van 1982
bedreog dit persentage nog
ruim 94, hetgeen inhoudlt,
dat het aandeel van de niet-
tuinbezitter aanzienlijk is
ld
e
toegenomen. Uit het onder c
zoek blijkt voorts aldus d^ve:
PVS-koerier dat veerretn.
weg de balngrijkste aankoop
plaats voor boomkwekerij
prudkten het tuincentrum »^an
inci
Waren het in 1983 ruim 6,^^
preocent van de bestedingen
die daar werden gesign.
leerd, in 1982 lag dit percei
tage tien lager.
BINNENLAND
(Van onze parlementaire
redactie)
DEN HAAG Een jaar
na de start van het RSV-
concern kon al geconsta
teerd worden dat het on
voldoende vooruitzichten
had op orders. Dit gold
met name voor twee on
derdelen van het bedrijf,
de vroegere Rijn-Schelde-
werf RDM en Verolme
Rozenburg. Dit blijkt uit
de stukken die de RSV-
kamercommissie voor de
verhoren met getuigen en
deskundigen over de pe
riode 1971-1977 heeft
doorgewerkt. De signalen
werden vanaf het begin
genegeerd.
Dat de vooruitzichten op or
ders matig waren werd begin
1973 vermeld door de accoun
tants in een toelichting op het
jaarverslag 1972 van RSV. Een
jaarverslag waarin een winst
de 31 miljoen gulden over 1972
werd gemeld en een eigen ver
mogen van 406 miljoen gulden.
De winst was daarmee vijf
miljoen gulden hoger dan over
1971, het eerste jaar van RSV.
Het eigen vermogen was met
zeventien miljoen gulden toe
genomen.
De opmerking van de accoun
tants vormde het eerste pu
blieke signaal dat het binnen
het nieuwe concern niet alle
maal zo glad verliep als ten tij
de van de fusie in 1971 door
alle betrokkenen werd ge
dacht. Een fusie die door de
overheid min of meer moed
willig tot stand werd gebracht
om zo Verolme niet opnieuw
financieel te hoeven steunen.
Een opzet die, zo zal uit de nu
startende verhoren blijken,
zou mislukken.
Erkend
De problemen binnen RSV
werden in de loop van 1973.
ook door de top van het pas
gevormde concern erkend. Dit
valt op te maken uit een in dat
jaar gemaakte nota. Daarin
werd gesteld dat de scheeps-
bouwwerf Piet Smit zou moe
ten sluiten, evenals de
scheepsreparatiewerf Waalha
ven. Wilton Fijenoord en de
RDM zouden moeten gaan sa
menwerken. De RDM diende
af te zien van scheepsrepara
tie, Wilton Fijenoord moest de
machinefabriek sluiten. Met
de nota werd voorzien dat de
winsten van RSV met 50 mil
joen gulden omhoog zouden
gaan. Er moesten dan echter
wel 1800 man bij het concern
verdwijnen.
Vreemd genoeg is er niets met
de nota gebeurd. RSV gaat op
de oude voet verder. Over
1973 wordt een winst van 42
miljoen gulden gemeld. Het ei
gen vermogen is gestegen tot
444 miljoen gulden. En de
winst blijft stijgen. Over 1974
wordt zij op 65 miljoen gulden
gezet bij een eigen vermogen
van 478 miljoen gulden. De ac
countant waarschuwt op
nieuw: de trefzekerheid van
orderprognoses laat te wensen
over.
Medio 1975 komt de volgende
nota. Er heerst een grote over
capaciteit in de scheepsnieuw
bouw, staat erin. Als RSV
niets doet aan de eigen capaci
teit zal men vanaf 1977 een
verlies van 200 miljoen gulden
Eer jaar boeken. Alleen als het
edrijf de produktie op enkele
plaatsen samenbrengt, en
maar liefst dertig procent van
het personeel (op dat moment
27.000 mensen) laat vertrek
ken, kunnen de verliezen be
perkt worden tot maximaal 95
miljoen gulden per jaar. Een
verdere verlaging van die ver
liezen tot 75 miljoen gulden
SUSKE EN WISKE HET DELTA-DUEL
weer opgevangen kunnen
worden. De RSV-top vraagt,
mede op basis van deze ver
wachting, enkele weken later
aan de overheid een garantie
van 200 miljoen gulden voor
het vermogen. De verliezen in
de scheepsnieuwbouw zullen,
aldus het concern, het vermo
gen met 135 miljoen gulden
aantasten, oplopend naar 200
miljoen in 1978. Er moeten bij
na 3000 man bij RSV de straat
op.
Het jaarverslag van RSV over
1976 geeft begin 1977 voor het
eerst ook voor de buitenwe
reld een verlies te zien: 64 mil
joen gulden bij een eigen ver
mogen van 457 miljoen gulden.
Er komt weer een nieuwe nota
van de RSV-top: in de
scheepsnieuwbouw heft de ca
paciteit „maar" met 20 procent
terug, is de scheepsreparatie-
sector gebeurt niets.
Lening
In april 1977 laat de toenmali
ge minister van economische
zaken Lubbers, RSV weten
dat hij het bedrijf een lening
wil geven van 150 miljoen gul
den. RSV wijst dat bod als
laag af. Na enige maanden of
derhandelen gaat RSV echt
overstag. Over 1977 woi
weer verlies geboekt: bijna
miljoen gulden. Het eigen v
mogen van RSV is gezakt n;
407 miljoen gulden.
Sinds de oprichting van RS
is het personeelsbestand
zakt van 27.000 naar 23.500.
net als Verolme indertijd,
men weer afhankelijk v|
steun van de overheid. Stej
die in latere jaren nog tot in j
miljarden guldens zal oplopa
CAREL GOSELltf