„We werken twaalf uur per dag en nog hebben we honger" Middeleeuwse toestanden op Indiase platteland ZATERDAG 31 MAART 19 Een van de ontwikkelingslanden waar de snelle technologische voor uitgang een sterk contrast vormt met de allesbehalve rooskleurige positie van een groot deel van de bevolking, is India. Terwijl in de regeringsgebouwen in Nieuw Delhi gesproken wordt over kerncentra les, atoomwapens en satellieten in de ruimte, lijkt op het platteland de tijd eeuwenlang stil te hebben ge staan. Een van de voornaamste oorzaken van de nog steeds voortdurende fe odale verhoudingen op het Indiase platteland is het kastenstelsel. In 1949 werd dit nauw met het hin doeïsme verweven maatschappelij ke systeem, waarin de Indiase be volking is onderverdeeld in een soort gesloten beroepsgroepen, offi cieel afgeschaft. Nu. vijfendertig jaar later is het kastensysteem over het geheel genomen weliswaar ver zwakt, maar het heeft zijn greep op het platteland nog niet verloren. De basis van het kastenstelsel ligt in het hindoeïsme. Tussen de kas ten bestaat een strakke hiërarchie, die alles te maken heeft met het re ligieuze begrip reinheid". Zo zijn hogere kasten reiner dan lagere. De kaste waarin je geboren bent, bepaalt in belangrijke mate je toe komst, je beroep, met wie je mag eten en je taken en plichten bij so ciale en religieuze gebeurtenissen. Het kastenstelsel is onderverdeeld in vier grote groepen (de kasten, elk met een groot aantal eveneens erfelijke sub-kasten) met elk een eigen plaats in de samenleving. De belangrijkste is die van de Brahma nen, de priesters en rechtsprekers. Daaronder staan de Ksjatriya's, de krijgslieden en bestuurders. De Vaisjya's omvatten de kooplieden en kunstenaars. De onderste kaste is die van de Sjoedra's, de kleine boeren, dienaren en arbeiders. Nog lager dan de Sjoedra 's is de be volkingsgroep die geen kaste heeft: de paria's, ook wel de kastelozen, de onaanraakbaren of de Harijans genoemd. Wie in India op straat loopt zal doorgaans niet aan de mensen kunnen zien tot welke kas te een Hindoe behoort. Met één uit zondering: Hindoes die straten ve gen of leer looien en bewerken en door anderen worden gemeden, zijn vrijwel zeker Harijans. Het kastenstelsel heeft, zoals ge zegd, sinds 1949 een deel van zijn invloed verloren. In veel gevallen zijn de strenge regels verzacht en vooral de beter opgeleide Hindoes weigeren zich aan de strakke richt lijnen van destijds te houden. Maar op het platteland regeert het kas tenstelsel bij tijd en wijle nog met harde hand. Zo zijn er de minder geschoolde Hindoes, die zich strikt aan de oude gebruiken wensen te houden. In 1980 kon het nog gebeuren dat een aantal Harijans werd afgeslacht, omdat een kasteloze bruidegom niet van zijn paard was afgestegen toen hij mannen uit een hogere kaste tegenkwam. Daarnaast zijn er de grootgrondbe zitters, die zich in het dagelijks le ven niet altijd evenveel aan de kas ten regels gelegen laten liggen, maar wel wanneer er kastelozen in het geding zijn. Dan onstaan al snel situaties die gedachten oproepen aan Europa in de middeleeuwen, toen boeren min of meer het bezit waren van de adel. In India komen dergelijke situaties nog steeds voor. Regelrechte slaven arbeid. Twaalf uur werken per dag tegen een loon dat nauwelijks voldoende is om m leven te olijven. Geen medische verzorging. Geen onderwijs voor de kinderen. Ge weld waaronder moord, brand stichting en roof zonder dat de politie er tegen optreedt. Maar niet overal laten de mensen zomaar over zich heenlopen. In het Chittoor-district, op de grens van de zuidoostelijke staten Andra Pra desh en Tamil Nadu, is een organi satie actief die probeert de levens omstandigheden van de straatarme landbouwers te verbeteren. Die landbouwers, voor ongeveer 80 procent kastelozen zonder een ei gen stukje land, werken op de lan derijen van grootgrondbezitters voor een loon van ongeveer een gulden per dag. De in 1979 opge richte Association of the Rural Poor (ARP) probeert de bevolking van het Chittoor-district van on deraf te organiseren, zodat de men sen leren hoe zij zich door het op richten van vakbonden en een vrouwenbeweging, onderwijs en gezondheidszorg teweer moeten stellen tegen de onderdrukking. Op uitnodiging van de ontwikke lingsorganisatie Novib, die de ARP financieel ondersteunt, reisde onze verslaggever Jos Timmers enige tijd geleden naar India. Hij zag daar hoe de kastelozen van het Chittoor-district zich langzaam maar zeker aan de eeuwenlange onderdrukking ontworstelen. Waterbuffels) zoeken verkoeling in1 het modderid water langs kant van de weg. De leiders van de Association of the Rural Poor voor hun centrum in MADRAS De hitte is enorm. Zelfs onze gastheer-chauffeur-gids dr. Felix N. Sugirtharaj, die in dit deel van Zuid-India is opgegroeid, hoeft het er moeilijk mee. Met ja loerse blik kijken we naar de wa terbuffels die, naar het lijkt zonder het. risico van infecties en enge ziektèn, verkoeling zoeken in mod derige plassen langs de kant van de weg. We zijn op weg van Madras, de hoofdstad van de Zuidindiase deelètaat Tamil Nadu, naar het centrum van de Association of the Rural Poor, net over de grens in de staat Andrah Pradesh. De ongeveer 80 kilometer lange rit over afwisse lend slecht geasfalteerde en onver harde wegen neemt alles bij elkaar bijna vier uur in beslag. Zodra de auto even stil staat en het windje dat onder het rijden nog enige ver koeling gaf helemaal wegvalt, is de hitte verstikkend. Naarmate we de stad verder achter ons laten, wordt het landschap woester. Onder de weinige bomen die boven het kreupelhout zijn uit gegroeid, staan schamele hutten. Links en rechts van de weg blinkt het schitterende groen van de jonge paddi's (jonge rijstvelden). Steeds verder door een steeds dro ger wordend landschap. Langs broodmagere ossen die volgestouw- de karren trekken. Twee wester lingen en een Indiër, verbaasd na gekeken door naakte kindertjes, gerimpelde mannen in lendendoe ken en vrouwen in kleurige sari's. Aapjes springen krijsend opzij. Twintig meter voor ons pikt een roofvogel een dode slang van de weg. Ons reisdoel is een klein paria- dorp, waar de mensen de westerse bezoekers nieuwsgierig glimla chend staan op te wachten. Als we de laatste tweehonderd meter moe ten lopen, doet een zwarte heren paraplu dienst als parasol. Dat helpt iets. Later vertoont je T-shirt witte vlekken van het uitgeslagen Terwijl we bloemenslingers krijgen omgehangen en een laag lemen ge bouwtje worden binnengeleid, spe len drie jongens op een trompet een welkomstlied. Zodra onze ogen aan de duisternis zijn gewend, blijkt dat we in een groot klaslokaal staan, aan alle kanten omgeven door even verbaasde en verlegen als mooie kinderen. Blakend van gezondheid „Dit is een non-formal school", zegt een man, die later de onderwijzer blijkt te zijn, in gebrekkig Engels. „We leren de kinderen van dit dorp niet alleen lezen en schrijven. Dat is wel belangrijk, maar niet voldoende. Kinderen die in dit deel van de wereld opgroeien moeten leren te overleven, maar ook leren offers te brengen voor elkaar. We vertellen de kinderen dat ze op hun gezondheid en hygiëne moeten letten. Daarom krijgen ze hier hun middageten: rijst met veel groenten en soms ook vis. Het is de bedoe ling dat ze die kennis op hun ou ders overdragen. Die hebben nooit het belang van groenten geleerd en eten doorgaans alleen wat rijst en linzen". Niets zou deze uitleg meer kracht kunnen bijzetten dan de binnen komst van twee oude, verschrom pelde mannen. Althans, wij denken dat ze oud zijn. Het zijn de onge veer 35 jaar oude vaders van twee van de kinderen, die in hun netste kleren, blakend van gezondheid, met grote snelheid een bord rijst naar binnen zitten te werken. „Wij zijn tegen de kasten-maat- schappij. Deze kasteloze-landarbei- ders zijn niets minder dan anderen. Vroeger waren zij het exclusieve eigendom van de landheren, net zoals de vruchten langs de weg en de vis in de meren. Nu krijgen deze mensen door hoe de maatschappij in elkaar steekt. Dat de onderver deling in kasten geen schepping van een God is, maar door mensen in het leven is geroepen", vervolgt de onderwijzer. „We vinden wel dat de cultuur van de kastelozen, hoe arm die volgens sommigen misschien ook is, goed is en in stand moet worden gehouden. Daar werken we aan op deze school. Het heeft veel moeite ge kost, maar uiteindelijk is onze school door de autoriteiten geaccep teerd. Een aantal van onze oud leerlingen zit nu op de highschool en haalt daar heel goede resultaten. Sommigen weten meer dan hun le raar. Wat de vooruitzichten zijn het Zuidindiase Chittoor-district. voor degenen die niet doorleren? Ze weten dat ze de onderdrukking van het kastenstelsel niet hoeven te accepteren, dat ze volwaardige mensen zijn, dat ze eerlijke kansen verdienen en dat ze samen iets kunnen bereiken". Twaalf uur werken In het vuur van het gesprek waren we de warmte even vergeten. Maar nauwelijk zijn we buiten of de tro pische hitte slaat weer toe. Geluk kig staat honderd meter verderop een grote boom, waarvan de tak ken voor een aangename schaduw zorgen. Daar verzamelen de vrou wen van het dorp zich om ons heen en beginnen, eigenlijk ongevraagd, te vertellen over het onrecht dat hun dag-in dag-uit wordt aange daan. „Iedereen die kan werken, werkt in de rijstvelden van de groot grondbezitter. De mannen ploegen, de vrouwen planten. Elke dag staan we om zes uur 's ochtends op, net voor het licht wordt. Twaalf uur later, als de zon achter de ber- 'gen ondergaat, houden we er mee op", zegt een vrouw, die haar baby aan de borst houdt. „We verdienen 5 roepees (iets meer dan een gulden) per dag. Dat is niet genoeg om een gezin van in leven te houden. We moeten zeker met z'n tweeën werken. Bovendien worden we per dag betaald. Als we ziek zijn of als er niets op de velden te doen is, krijgen we geen geld en sterven we bijna van de honger. Sommigen komen zo in de proble men, dat zij geld lenen van de grootgrondbezitter. Maar als ze niet binnen de gestelde termijn terugbe talen, worden ze horigen, privé-be- zit van de grondbezitter". Een andere vrouw, bij wie de woe de van het gezicht is af te lezen, zegt: „We haten de landlords. Ze buiten ons uit zoveel ze kunnen. Zelfs de kinderen moeten werken. Maar we kunnen niet veel anders. We zijn van die heren afhankelijk. Bovendien krijgen ze steun van de politie en van regeringsfunctiona rissen. Als het even kan zetten ze de dorpen tegen elkaar op. Maar we laten niet meer over ons heen lopen. Vorig jaar hebben we met succes Voor een loonsverhoging ge vochten". Bloeddorstige insekten Zon en temperatuur zijn snel aan het dalen als we enkele uren later in het hoofdkwartier van de Asso ciation of the Rural Poor aanko men. Drie lemen gebouwtjes en een wankele, zwartgeblakerde hut, die als keuken dienst doet. De maag- en darmproblemen van een paar dagen geleden indachtig, beperken we ons avondeten tot kaakjes en schoon water. In het nieuwste gebouwtje, met ce menten vloer en heuse stenen dak pannen, worden de twee veldbedjes opgezet die Felix speciaal voor ons uit Madras heeft meegenomen. On derweg heeft hij verteld over de muskieten die 's nachts het cen trum bevolken. We vrezen dat de muskietennetten en -olie niet vol doende zullen zijn om ons afdoende te beschermen tegen de bloeddorst van deze insekten. Maar tot de tijd dat de muskieten ,de aanval meestal openen is er nog 'een heel programma af te werken. We zijn uitgenodigd in een dorp enkele kilometers verderop, waar een nieuwe afdeling van de vrou wenbeweging van de association wordt geïnstalleerd. Althans, dat is de bedoeling. In de laadbak van een gammele vrachtwagen gaan we op weg: twee blanken temidden van een uitgela ten groep Indiase mannen én vrou wen. Begeleid op een soort koffer accordeon zingen de vrouwen een lied waarin ze zich bij de vogels, de bomen en de wolken Deklagen over de dubbel-onderdrukte positie van de paria-vrouw. Even later huilen de wolken mee. Licht blijft uit Terwijl in het dorp de laatste voor bereidingen worden getroffen voor het feest, zoals het aftappen van elektriciteit voor de meegebrachte tl-buizen van een verloren lan taarnpaal en de opbouw van een klein podium, zijn wij voor de dorpsjeugd een grote bezienswaar digheid, met name die blonde vrouw met bril. „Je moet ze niet aanraken", zeggen de kinderen tegen elkaar. Navraag leert dat dat een teken van beleefd heid is. Maar ook is er verlegen heid en een beetje angst, want alle kinderen blijven op veilige afstand. Dan, op het moment dat de dorps- bevolking een plaatsje op de grond zoekt en het feest kan beginnen, gaat het licht uit. Snel wordt duide lijk dat het geen gewone, dagelijks voorkomende, stroomstoring is. Na enige tijd maakt verbazing achter eenvolgens plaats voor teleurstel ling, frustratie en uiteindelijk woe de. Want wat blijkt? In opdracht van de landheren in een dorpje even verderop, die zeer gekant zijn tegen het werk van Felix en zijn mensen, is een transformatorhuisje opengebroken en de stroomtoevoer afgesloten. Alsof dat allemaal al niet genoeg is, barst korte tijd later opnieuw een hevige regenbui los. Even is er ook de spanning of het dorp niet door een knokploeg van de landheren zal worden overval len. Want hoe vaak is het bijvoor beeld niet voorgekomen dat huizen van kastelozen zomaar, „bij wijze van afstraffing", in brand werden gestoken zonder dat de politie, voor zover aanwezig, er iets tegen deed? „We zijn maanden in de weer ge weest. En dan gebeurt dit", ver zucht Felix. „Een aantal sisters (leidsters van de vrouwenbewe ging) heeft enige tijd in dit dorp ge woond om de vrouwen te organise ren. Iedereen was enthousiast. Maar alle hoop is in één klap de bo dem ingeslagen. De mensen zijn ontmoedigd en geloven niet dat ze een vuist kunnen maken tegen de mensen die wel tot een kaste beho ren, zoals de landheren". Eensgezindheid tonen De volgende morgen, na een nacht waarin de hevige regenval de aan valsplannen van de muskieten blijkt te hebben verstoord, splitst het gezelschap zich op. De „sisters" willen graag alleen met hun Euro pese seksegenote spreken „omdat we dan dingen kunnen vertellen die we in het gezelschap van ande ren nooit zouden zeggen". Later hoor ik dat de Indiase vrouwen zich er vooral over hebben ver baasd, dat weduwen in onze maat schappij worden gerespecteerd en kunnen hertrouwen. Een Hindoe weduwe moet maar zien hoe zij zich redt. Kort voor ons vertrek komt Felix nog even terug op de gebeurtenis sen van de vorige avond. „Het heeft ons heel veel moeite gekost de mensen in het dorp er van te overtuigen, dat een dergelijke pes terij van de landheren een uitgele zen mogelijkheid is om onze kracht, moed en eensgezindheid te tonen. De installatie is naar een la tere datum verschoven. Eerst gaat een groepje mensen precies uitzoe ken wat er is gebeurd en wie daar opdracht toe heeft gegeven. Daarna nemen ze contact op met de schul digen. Als die geen excuses willen aanbieden, dienen we een klacht in bij de politie. De tijd dat we elke rechtszaak bij voorbaat verloren hadden, is namelijk voorbij. Maar we laten nog weten hoe deze zaah is afgelopen' Hoopvolle ontwikkeling Nederland, enkele maanden later Bij de post zit een brief van dr. Fe lix. „Herinnert u zich nog de bijeen komst in dat dorp waar een vrou wenafdeling zou worden geïnstal leerd en waar het licht plotseling werd uitgeschakeld? De gehele nacht hebben onze mensen ge sprekken gevoerd met de dorpelin gen. De volgende morgen zijn zo'n vijftig mensen naar het kastedorp gegaan. Bij het huis van een van de dorpsleiders hebben ze geëist dat de daders in het openbaar hun excuses zouden aanbieden. Uiteindelijk werden twee jongemannen naar voren gebracht, die een bekentenis aflegden. Het kastedorp heeft ver volgens gevraagd of wij geen ge rechtelijke stappen tegen het twee tal wilden nemen en heeft schrifte lijk beloofd dat soortgelijke inci denten zich in de toekomst niet meer zullen voordoen. Daar heb ben wij mee ingestemd. Vervolgens hebben we een nieuwe datum ge prikt voor de installatie van de vrouwen. Die bijeenkomst zal wor den bijgewoond door een aantal mensen uit het kastedorp, die er ook wat geld voor beschikbaar stel len. Ik hoop dat deze ontwikkeling de mensen uit het kastedorp en de kastelozen zal aanmoedigen om meer contact met elkaar te heb ben". JOS TIMMERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 16