lë kust, een stukje magnifiekzeehengelgebied "*S .ma ZATERDAG 31 MAART 1984 oo J foERDEN Tweehonderd- jftig politiemannen doen ge jijd ig invallen bij zestig j>ppelbazen in vier provin- O0es. Het televisiejournaal ldl)ont beelden van plastic vuil- ofjszakken propvol frauduleu- administraties. „We zullen een jaar nodig hebben ui ons door die rotzooi heen werken", schat een ambte naar van de Fiscale Inlichtin- Hn- en Opsporingsdienst voor camera. Jaap van der Lin en, bondsbestuurder bij de Jouw- en Houtbond FNV, re geert korzelig: „Zo wordt weer de indruk gewekt teat het een enorme puinhoop I' ij met die koppelbazen. Ieder een staat op zijn achterste be en. Terwijl de bestrijding —an het kwaad de laatste tijd Ityst goed op gang aan het ko is". iaat er geen twijfel over bestaan jat de koppelbazen in de vakbewe- 'CXing een van hun meest fanatieke ijigenstanders hebben. Van der •triinden kan nauwelijks veronder worden de schimmige op komst en ontwikkeling van het jerschijnsel te willen bagatellise ren. Maar in overdrijven heeft hij afpk geen zin. Zo zal hij zich even iteiter laten ontvallen: „De koppel- nazerij een maatschappelijke kan jer? Kom nou, die term is veel te Hvaar. Als je per se een vergelij king met de gezondheidszorg wilt pekken, zou ik zeggen: het was een ;erkoudheid en het dreigde een bronchitis te worden, nil erg genoeg hoor, want daar gaan anok mensen aan dood. Maar inmid dels lijkt het erop dat we de ziekte "jinderdrukt hebben". valt de ophef die de media Idpaken over zo'n incidentele, mas- ale inval bij koppelbazen, ten bu- •ele van de Bouw- en Houtbond _4iet prettig. Zoals bekend, woekert Ie bronchitis in de bouw het meest ;n Van der Linden heeft, met de ipciale zekerheid in zijn bestuurlij ke portefeuille, het verloop van het jiektebeeld met argusogen gevolgd. |Die laatste spectaculaire actie in Overijssel, Gelderland, Brabant en limburg vloeit volgens mij nog *foort uit een onderzoek dat vorig ®^ar in Tiel en Doorwerth is ge- 'Jaan. Bij het doorspitten van die «dministraties zijn ze natuurlijk al- liserlei andere namen tegengekomen >n daar is op voortgeborduurd. Maar dat er nu op het Nijmeegse van politie weer een vol ligt met in beslag geno administraties, betekent niet 'lat de Wet Ketenaansprakelijkheid zijn uitwerking mist". „Betalingsgedrag ■Hier past enige verduidelijking. Senoemde wet houdt in dat hoofd- lannemers of aannemers van een sarwei sinds 1 juli vorig jaar aan- iprakelijk worden gesteld voor de abetaling van sociale premies en loonbelasting voor alle onderaan nemers aan wie het werk is uitbe steed. De fiscus en de bedrijfsvere beschikken voortaan over verregaande bevoegdheden om die premies en belastingen te innen. Voor de aannemer die met onder aannemers werkt is het dus van be lang niet meer met malafide figu ren in zee te gaan. Hij zal nu bij- Voorbeeld van een onderaannemer ben „verklaring omtrent betalings gedrag" eisen, afgegeven door de fiscus en de bedrijfsverenigingen. Dok kan hij gebruik maken van een geblokkeerde giro- of bankre kening voor de rechtstreeks door hemzelf te betalen premies en be- (astingen. Doel van de wet is te voorkomen dat malafide onderaan nemers koppelbazen via schimmige praktijken katvan gers, papieren BV's, plank-BV's, stapel-BV's en eindeloze reeksen faillissementen de gemeenschap oplichten door sociale premies en belastingen in eigen zak te houden. „Want dat i£ op grote schaal ge beurd. Voor miljarden", stuift Van der Linden op. „Wij hebben al in het begin van de jaren zeventig van de daken geschreeuwd dat hier een stelletje misdadigers aan het werk was, laaienlichters, kwaad volk. Wij hebben altijd al op het aambeeld getamboereerd dat er een wet tegen moest komen. Maar de grote aannemers hebben een lobby van wonder en geweld opgezet. Wij aannemers willen baas zijn in eigen speeltuin en op eventuele ontspo ringen moet de politie maar letten, hebben ze in alle toonaarden geroe pen". Inderdaad. Uit zoveel hoeken kwam het verzet tegen de wet en zo glibberig waren de argumenten, dat in de Haagse wandelgangen de verzuchting te beluisteren viel: het lijkt wel een kruiwagen vol kik kers. Van der Linden: „De Wet Ketenaansprakelijkheid is tot stand gekomen tegen een verschrikkelij ke politieke stroom in. In Neder land staat kennelijk het vrije on dernemerschap zo hoog op de lat, dat we bereid zijn er een zeer hoge prijs voor te betalen. Welke prijs? Waarom denkt u dat er nu gekort moet worden op de uitkeringen? Mede natuurlijk omdat in de vette jaren de sociale pot bestolen is. Die prijs hebben we er voor over ge had voor het ideaal van het vrije ondernemerschap dat zo'n verschrikkelijk zwaar stempel op nogal wat politieke partijen drukt". Bergen geld Hoe woest het toeging in de vette jaren valt te lezen in een binnen kort verschijnend boek over de werkwijze van fraudeurs. Opspo- ringsdeskundige W. Alingh van de Economische Controledienst doet bijvoorbeeld een hoofdstukje open over het legendarische koppel bazen-imperium van Papa Blanca dat in 1980 kon worden opgerold. Citaat: „Met grote koffers vol geld liepen ze de bank uit. Tijdens onze inval bleek dat ze op die donderdag voor 6,5 ton van de bank hadden gehaald. Op een afstandje stond een oud-bokser als gorilla om even tuele aanvallen te voorkomen of af te slaan. Vervolgens reden ze in grote sleeën naar hun kantoor De bureaus en tafels werden tegen el kaar geschoven en de koffers om gekeerd. Daar lag het geld dan in bergen. Op dat moment zwommen ze net als oom Dagobert Duck in de bankbiljetten. Papa Blanca had enorm veel connecties, flair, schwung, durf en brutaliteit. Al leen in 1979 al bracht hij door zijn uitgebreide kennissenkring bij de metaal en de grote aannemingsbe drijven zo'n 30 miljoen binnen". „Het hoofdpunt lag tussen de jaren 1978 en 1980", beaamt Van der Lin den. „Je moet over die periode mis schien denken in de orde van grootte van enkele tienduizenden mensen die met de koppelbazerij in aanraking zijn geweest. Met behulp van koppelbazen zijn in die jaren kolossale gebouwen neergezet en projecten uitgevoerd. Ik zie nog de Andoc voor me. Dat was een ver schrikkelijk groot betonnen boorei land. Het is door achttien sleepbo ten naar Noorwegen gebracht. Met vlag en wimpel, weet je wel. Breed uitgemeten op de televisie. Hol lands Glorie op zijn best. Nou, die Andoc stonk van alle kanten". Aan schattingen over het zwarte geld dat in de koppelbazerij om gaat, waagt Van der Linden zich niet. „In een televisie-uitzending is onlangs het cijfer van 15 miljard gevallen. Dat durf ik op geen enke le manier te beamen. Maar dat het bedrag gelijk zou zijn aan ons hele financieringstekort, 30 miljard dus, geloof ik niet. Het navrante vind ik dat sommige theoretici van zulke getallen zeggen: „Het zwarte circuit is een goeie zaak, heel de horeca bestaat ervanMet andere woorden: het hele zwikkie zoals het nu is, kan zonder fraude niet werken. Het houdt in dat je je erbij neerlegtdat je de koppelbazerij in hetzelfde rijtje zet als de prosti tutie, zo van: goed dat het er is, want anders gaan alle kerels met een overspannen gemoed achter de eerbare vrouwen aan. Daarmee le galiseer je dan gelijk de misdadig heid eromheen". Chantagemethoden Die criminaliteit is bij koppelbazen evident, vindt Van der Linden. „Het zit er onherroepelijk aan vast. Op zichzelf is het natuurlijk al mis dadig om de maatschappij op zo grote schaal te tillen. Maar er komt bij dat koppelbazen veel gebruik maken van chantagemethoden. Denk aan de katvangers, de stro mannen achter wie de grote heren zich verschuilen. Zo'n katvanger wordt met mooie praatjes overge haald om eens een keertje mee te doen, maar als hij eenmaal in het schuitje zit, kan hij nooit meer te rug. Verder gaat het om dusdanig grote bedragen dat koppelbazen zich met de handen in het haar af vragen: wat moet ik er mee doen? Dan krijg je al gauw banden met de heroïne, met de wapenhandel, met het sekswezen". Vooral in het economisch hoogsei zoen met zijn krappe arbeidsmarkt kon de koppelbazerij floreren. Die voedingsbodem is opgedroogd. „Dus zie je het probleem van de koppelbazen minder worden", con stateert Van der Linden praktisch. „Maar het is ook zeker te danken aan de preventieve werking die uitgaat van de nieuwe Wet Keten aansprakelijkheid. Er is een rem op de grote aannemers gezet. Ze kijken tegenwoordig wel uit met wie ze in zee gaan. Ik denk dus dat de wet zijn werk zal blijven doen, ook wanneer de conjunctuur weer aan zou trekken. Er zijn natuurlijk altijd grote geesten die weer mazen zullen ontdekken om doorheen te kruipen. Maar we bevinden ons op de goede weg. Mits er haast ge maakt wordt met de wijziging van de wet op de besloten vennoot schappen". Weer is enige verduidelijking gebo den. De koppelbazerij kon met name zo virulent de kop opsteken, nadat Nederland binnen het kader van de Europese wetgeving zijn ei gen wetgeving op het gebied van de besloten vennootschappen had aangepast. De drempel voor het op richten van een BV werd toen zeer laag en malafide figuren konden straffeloos hun gang gaan, omdat directeuren van BV's niet in per soon aansprakelijk waren voor de lasten en schulden van hun BV. Door te goochelen met BV's slaag den koppelbazen erin omwegen te leggen, dwaalsporen te trekken en rookgordijnen op te hangen. Con trolerende ambtenaren stuitten eeuwig op een doolhof van loze constructies, lege panden en faillie te boedels. Men wist dat er iets fout zat, maar hoe, wat, waar, bij wie dat bleef verhuld. Wan neer controleurs desondanks greep op een dekmantel-BV dreigden te krijgen, dan klapte de zaak binnen de kortste keren. Hij ging bankroet met achterlating van vaak een mil joenenschuld; waar het geld geble ven was, mocht Joost weten en nie mand kon aansprakelijk worden gesteld. „De wet moet dus zodanig gewij zigd worden", zegt Van der Lin den, „dat directeuren van BV's voortaan in persoon aansprakelijk zijn. Dan kijken ze wel uit wat ze met hun BV doen, want op de ach tergrond dreigt de nor. Zo'n wets wijziging is allang aangekondigd. De voorstellen liggen klaar. Het murmureert al een hele tijd. Toch hoor je er niks van. Het wordt ge blokkeerd. Het zal wel weer niet stroken met het Grote Goed van het Vrije Ondernemerschap. Nou: zolang de wet niet gewijzigd is, kan iedere gek een BV'tje beginnen en is een effectieve bestrijding van de koppelbazerij onmogelijk. Nog iets trouwens. De wet zou ook een ein de dienen te maken aan de handel in lege BV's. Er liggen ergens dui zenden BV'tjes in een la te slapen, die je voor een paar tientjes kunt kopen zonder dat je ergens aan hoeft te voldoen. Je ene BV fail liet? Geen nood. Je schaft je ge woon een andere aan en gaat op de oude voet door. BV's die bijvoor beeld gedurende een jaar geen om zet hebben gehaald, zouden uit de roulatie genomen moeten kunnen worden. Pas na dergelijke wetswij zigingen kan de bestrijding van de koppelbazen echt doelmatig wor den. De Wet Ketenaansprakelijk heid op zich is niet voldoende. Hieruit volgt dat een politiek be stel, waarbinnen zo'n wetswijziging niet wordt gewild, moet ophouden met moord en brand te schreeuwen over koppelbazen. Want zo'n bestel maalt wel wat water weg, maar legt het moeras niet droog. En een moeras trekt nu eenmaal muskie ten aan". PIET SNOEREN De noord- en noordoostkust van „het eeuwig groene Erin", het Ierland der dichters, is van een adembenemende schoonheid. Grillige, ongerep te rotswanden, her en der steil !in zee dalend, riffen en rots- ""partijen, elders weer jubilan ce zandstranden, rustige baai- jen, soms diep in het land ste kende „loughs", inhammen. Dit deel van Europa's uiterste westen is een (zoals bekend nu en dan zeer roerig) stukje van Groot-Brittannië. Soms noemt men het Ulster, maar meestal gewoon: Noord-Ier- land. Hoofdstad en enige gro te plaats is Belfast. Daarheen vliegt, van Schiphol, de NLM; het lijkt me niet een lijn waar mee goud geld wordt ver diend, want ik ben er nu al een keer of wat wezen vissen Jen steeds had ik, laat ons zeg gen, zéér de ruimte in het vliegtuig. Naar mijn vaste overtuiging is de Noordierse kust een stukje magni fiek zeehengelgebied van de toe komst, en die toekomst is hier een paar jaar geleden begonnen. In en kele havens, zoals Portaferry, Ban gor (een ongerept stukje Victori aanse architectuur langs een fraaie haven) en Portrush hebben wakke re Ieren die deze toekomst zagen gloren speciale boten uitgerust voor de zeehengelarij en daarmee né men zij, tegen prijzen die naar Ne derlandse begrippen heel redelijk zijn (zes tot acht pond per dag of wel 27,- a 36,-) vissers mee de zee op. De boten die ik er heb ge zien namen maximaal tien man mee en dat wil zeggen dat men er. heel comfortabel op vist. Waarom me dit een visgebied van de toekomst lijkt? Wel, omdat hier nog maar een jaar of tien geleden nauwelijks belang stelling voor de visserij met boten op zee bestond, en voor de visserij van stranden en rotsen af nog veel minder. Zelfs vandaag de dag is de animo voor de laatste vormen van hengelsport nog zeer gering. Er zijn ook maar heel weinig lieden die er informatie over kunnen geven want hele stukken kust worden zelden of nooit bevist. Bij mijn bes te weten is er maar één boek over vissen langs de Noordierse kust, te weten „Catch'em while you can" door Larry Dixon, een Noordierse hengelsportjournalist. En als je ziet hoe snel die ontwik keling gaat, als je verneemt dat de boten in bijvoorbeeld Portrush in de weekeinden van juni tot en met september vaak al lang tevoren zijn volgeboekt, voornamelijk met lui uit Ulster zelf, en als je weet wat hier gevangen kan worden, dan kan ik me heel goed indenken dat menige Ier die toekomst met ver trouwen tegemoet ziet. Een bijzonder voordeel van Noord- Ierland als zeehengelgebied is dat er op heel wat plaatsen bij alle weer wel te vissen is. Zit men bij voorbeeld in Portaferry, een heel klein plaatsje aan de Ierse zee, dan kan er op die zee worden gevist, boven wrakken met name, dan kan er bij goed weer zelfs onder de wal van het fameuze eiland Man wor den gevist (drie uur varen), maarals het hondeweer is, als er windkracht zeven of meer staat, dan kan men met veel succes vis sen in de immense Strangford Lough, een soort Oosterschelde, heel visrijk. (Dat Strangford Lough heeft ook uitgestrekte slikken waar bij laag water het steken van pie ren en zagers zo gemakkelijk is als bij ons langs de Oosterschelde twintig jaar geleden). In Portaferry heeft Peter Wright, een grote, joviale en zelfs voor een Ier ongewoon-hulpvaardige man twee prima boten liggen, de Ocean Vaux en de Sea Vaux, en zelden zag ik mooiere. Decca, radar, élle snufjes heeft hij aan boord, hij is gespecialiseerd op wrakvissen en denk erom dat daar best pollack, koolvis, conger te vangen zijn. Ook liggen er in de buurt van Portafer ry zandbanken waar met een stripje makreel als aas in de zo mer mooie tarbot is te vangen, naast onze eigen platvis als schar en schol maar dan wel vaak zéér groot. Er is ook goed jachtgebied voor kabeljauw, maar die wordt hier toch niet zo groot als bij ons, vier en vijf pond is het gemiddelde, twaalf pond geldt voor een hele joekel. In Bangor, dat is aan het lough naar Belfast, ligt de wat eenvoudi ger boot van de vrolijke Brian Me- harg: de Bangor Crest. Hij vist graag voor de indrukwekkend stei le rotskust bij Black Head waar een groot wrak ligt, en wel met veren lijnen waaraan hij grote lellen van zagers doet. Nooit eerder gezien. In de zomer, zo van juli tot in septem ber, gaat hij ook nachtvissen (van 18 tot 24 uur) op conger met name. Nog een stuk noorderlijker ligt Portrush, niet meer aan de Ierse zee maar aan de Atlantische Oceaan; het kustwater hier staat onder invloed van de warme golf stroom. Hier is 't aantal vaardagen geringer, omdat je aan deze kust bij noordelijke wind natuurlijk front- loge zit bij alle ellende; het kan me er spoken Maar als er wordt uit gevaren wordt er gevist op een stuk zee met magnifieke kust, veel eilandjes, diep water, veel meer stroom (lood tot 350 gram) dan in de Ierse zee. Ik viste er met Robert McMullen, zijn boot is niet groot maar heel stoer, ennehij is bootsman op de plaatselijke red dingsboot, dat boezemt vertrouwen in. Over 't algemeen hebben de sche pen hengelsportmateriaal aan boord, van redelijke tot (bij Peter Wright) prima kwaliteit, maar naar mijn smaak te zwaar. Molens kent men hier niet, 't zijn allemaal knul len van reels met vaak gevlochten dacron lijn erop. Ik geef meteen toe dat zulks noodzakelijk is als ie er een conger van 15 kilo aan hebt, maar een vrij lichte boothengel en een goede zeemolen met 50-00 geeft toch voor pollack, koolvis, gul, tar bot en zo meer ^port. Hengelsport zaken zijn er ook. Niet in Portafer ry maar wel in Bangor (aan de ha ven) en in Portrush, Mainstreet 70. De laatste is zelfs een voortreffelij ke, gedreven door de hulpvaardige en vriendelijke Joë Mullan die alle informaties kan geven over vissen met boten of van rotsen en stran den af, spitten van aas en zo. Wie zijn eigen boothengel, strandpook en molens meeneemt (aan te beve len) kan zwaar spul als lood en gro te pilkers in Ulster kopen. Neem klein goed zelf mee; goedkoper. Onderdak is overal te krijgen, van luxe en duur tot goede kamers bij particulieren. Ierland is geen goed- koopte-eiland, maar Ulster is een procent of tien goedkoper dan de Republiek en voor wie niet rookt en weinig drinkt schelen de prijzen vaak niet veel met thuis. Gevaarlijk hier? 't Is een onrustig hoekje Europa; katholiek en protestant liggen er overhoop als bij ons vier eeuwen terug, dat weten we van t.v. en uit kranten. Maar buiten de steden be merk je er zeer weinig van; ik be weeg me door Ulster eigenlijk met aanmerkelijk minder bezorgdheid dan des avonds in Amsterdams binnenstad. En vissenniet te flauw. Met juni en (vooral) september over het algemeen als topmaanden. A. C. W. van der VET dan kan er op zee worden gevist, boven wrakken met name

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 15