Surinaamse studenten op zwart zaad Het nut van koorts ZATERDAG 24 MAART 19 naar Nederland over te maken. De studenten zelf moeten zorgen voor passende huisvesting en goede stu dieresultaten, anders wordt het vi sum weer ingetrokken, zo is in de wet bepaald. Voor een beurs of werkvergunning komen de studen ten niet in aanmerking. Na afron ding van de studie moeten ze re tour Paramaribo. Omdat aan de eerste voorwaarde (voldoende inkomsten) nu al niet meer voldaan kan worden, dreigen vele studenten voortijdig uitgewe zen te worden. „Er zijn al enkele studenten op het vliegtuig gezet", weet Tjoe Nij, „en de situatie wordt met de dag be roerder". „Ik kreeg laatst nog een brief van een studente, die woont in Leiden bij haar oom in huis. Ze deelt een kamer met haar nichtje van 9 jaar. Nu is ze door de toewijzingscom missie medicijnen op de Universi teit in Utrecht geplaatst. Alleen haar treinabonnement kost al 250 gulden in de maand. Het is te gek om over te praten, maar van 50 gulden zou ze moeten wonen, stu deren, eten en zich kleden als haar oom in Nederland haar niet zou helpen. De Nederlandse studenten hebben het ook niet breed, dat weet ik, maar de overheid heeft wel uitgedokterd dat een inkomen van 800 a 900 gulden vereist is wil je naar behoren kunnen studeren". Rode kaart „Er is geen uitweg", zegt Michael terneergeslagen. Hij studeert rech ten aan de gemeente-universiteit van Amsterdam. In het derde jaar van zijn studie boekt hij nog aardi ge resultaten met geleende boeken en uitreksels. Maar als er binnen kort nieuw studiemateriaal aange schaft moet worden, is er geen geld. Michael: „Ik vind het niet leuk om zielig te doen, want je moet blijven lachen zolang je dat kunt. Maar ik vind het toch depri merend dat ik me 's ochtends bij het tanden poetsen al zorgen maak of ik een nieuwe tube aan kan schaffen. Tot voor kort kreeg ik nog 500 gulden uit Suriname, maar dat wordt binnenkort terugge bracht naar 300. Met de huur van de studentenflat en mijn tram abonnement is dat geld dan al op. Betaal je je huur een maand niet, dan krijg je al een rode kaart. Ik vraag mezelf wel eens af: jongen, hoe flik je het toch Maar het lukt me tot nu toe nog steeds". Verhalen van dezelfde strekking komen van Paul, Francisco en Lio nel, die ook naar het souterrain in Amsterdam zijn gekomen om hun situatie toe te lichten. Maar on danks hun nijpende probleem stel len ze voorop, dat ze geen voor keursbehandeling willen. Dat zou het Nederlandse volk terecht niet pikken, meent Paul. Centrumpartij Hij zegt: „Ik zou het er niet mee eens zijn als Nederland zou zeggen: hier hebben jullie geld uit de ont wikkelingspot en maak je studie maar af. Dat zou een cadeautje zijn waar ik geen recht op heb, want ik kan er geen tegenprestatie voor le veren. Alg bekend zou worden dat Nederland ons zomaar geld zou ge ven voor de studie, dan zou de Centrumpartij met nog eens tien procent kunnen groeien. Zoiets kan in deze tijd van bezuinigingen ook gewoon niet". Michael beaamt: „Ik zou daar ook bezwaren tegen hebben, dat ont wikkelingsgeld is voor Suriname, niet voor ons. Wat wel een oplos sing zou zijn is een verruiming van de rijksstudietoelage, waardoor ook wij in aanmerking komen voor een beurs". Paul: „Ja, maar dan moeten we wel verplicht zijn die beurs vanuit Su riname terug te betalen. Via de Ne derlandse ambassade in Paramari bo bijvoorbeeld. Zoiets moet toch te regelen zijn?". Lionel is het met Paul en Michael eens dat een lening een goede op lossing voor hun probleem zou zijn, maar hij benadrukt wel, dat de oor zaak van alle ellende ligt in de ver slechterde betrëkkingen tussen Ne derland en Suriname. Nederland zou daarom min of meer de plicht hebben voor de studenten te zor gen. Lionel: „Je kunt .niet alleen naar de Nederlandse situatie kij ken. Je moet er ook rekening mee houden dat Nederland en Surina-, me al langere tijd ruzie hebben. Nederland geeft Suriname sinds de decembermoorden geen ontwikke lingshulp meer en daardoor is het land in financiële problemen geko men. Bouterse heeft daarop de de- viezenexport stopgezet. Het één' hangt met het ander samen. Dat Nederland de ontwikkelingshulp heeft stopgezet, daar zijn veel ban neling-studenten het mee eens. Maar dan moet de overheid er wel voor zorgen dat wij niet de dupe worden". Represailles Voor Lionel en Francisco geldt, dat ze al op vrij korte termijn net risico lopen naar Suriname te worden te ruggestuurd. Beiden verwachten ze in hun moederland represailles van het militaire bewind, omdat ze in 1982 als studentenleider actief wa- Oplossing Tjoe Nij rekent voor dat een opl sing veel geld gaat kosten. „Vi honderd studenten maal 850 gulc in de maand, dat wordt toch z vier miljoen per jaar. In de huid begrotingen van de ministeries er geen fonds voor dit soort zak Maar ik vind dat een bijzondere tuatie zoals deze, een bijzondere i lossing verdient. Wat mij betref elk voorstel dat geld oplevert vi kom. Want ik moet er niet i denken dat al die studenten onv richter zake terug moeten ker Dat zou betekenen dat alle firn ciële offers die familieleden van studenten in Suriname en Ned land het afgelopen jaar hebben bracht, vergeefs zijn geweest". PAUL KOOPMi Sinds Suriname een rem heeft gezet op de deviezenexport, zitten in Nederland ruim 400 Surinaamse studenten op zwart zaad. Ze moeten zien rond te komen van soms niet meer dan driehonderd gulden in de maand. Werken mogen ze niet, want dan grijpt de vreemdelingenpolitie in. Voor een beurs of een uitke- I ring komen de studenten niet in aanmerking. Het enige alternatief lijkt: de studie afbreken en teruggaan naar Suriname. Minister Deetman is intussen op zoek naar een aparte regeling om de financiële problemen van deze jongeren, die na de decembermoorden in 1982 het land ontvlucht zijn en sindsdien met geld van familie in Nederland verder studeren, op te lossen. AMSTERDAM In een sou terrain aan de Amsterdamse Singel komen één voor een vier Surinaamse studenten binnendruppelen. Op voor waarde dat hun familienamen niet genoemd worden „we moeten nog terug naar Suri name en je weet nooit hoe het regime dan reageert" wil len ze wel praten over hun fi nanciële problemen. Proble men die dateren vanaf decem ber vorig jaar, toen Bouterse de geldkraan naar Nederland dichtdraaide. Surinaamse ou ders die hun kinderen in Ne derland willen ondersteunen, mogen sindsdien niet meer dan 300 gulden overmaken. ,IK ZIE GEEN UITWEG, HOE KUN JE VAN WAT GENADEBROOD LEVEN?" Resultaten Tjoe Nij, contactm voor de ruim 400 Surinaarr studentei Nederlan „De situa wordt me de dag beroerde ren in het verzet op de universit Lionel: „Ik weet niet wat er g gebeuren als ik weer terugga, m; dat ze het me lastig zullen maker vrij zeker. Suriname is een do dat moet je niet vergeten. Er is e lijst van de studenten die actief v ren. Dat wordt niet vergeten". Tjoe Nij voegt daar aan toe: „I presaille is natuurlijk een rekb; begrip. In mijn eigen geval zou ook niet weten wat ik kan vi wachten als ik terugga. Een colle is het overkomen dat hij 's nad werd opgebeld met de mededelii we gaan je kapot schieten. Dat natuurlijk al een represaille. E baantje, redelijke huisvesting andere voorzieningen kun je in j geval zonder meer vergeten. Da voor moet je met de Revolution^ Volks Partij sympathiseren". 1 Ook de Surinaamse studenten Nederland die nu nog op financii ondersteuning van familieleden ons land kunnen rekenen, zullen augustus in acute problemen men, verwacht Tjoe Nij. „Dan ml ten namelijk studietoelagen en zekeringsgelden worden betaa Bovendien moeten velen dan t nieuw hun visum verlengen en meeste studenten komen óf grond van de financieel-econoi sche situatie, óf op grond van h prestaties al niet meer voor zo'n sum in aanmerking". Paul, Franscisco, Lionel en Mich zien het bijgevolg somber in. eerste: „In augustus moet ik nieuwe verzekering afsluiten: i gulden. Het collegegeld is verhoc naar 1200 gulden, dat maakt san dus al bijna twee mille. Ik zou r weten waar ik dat geld vanda moet halen". Michael: „Als ik de toekomst denk, dan wordt I zwart. Het is net of ik tussen tv muren zit, die langzaam op elk; afkomen. Ik begin zelfs platen Vader Abraham leuk te vinden' „Verleden maand ontvingen we nog maar een derde van wat we normaal gesproken uit Suriname kregen", vertelt Francisco die 'in Diemen met twee familieleden in een eenkamerflat woont. In januari moesten de drie zien rond te ko men van negenhonderd gulden. Daar moest de maandhuur van zes honderd gulden nog vanaf. De toe komst ziet er voor Francisco en zijn broers somber uit want het is nog maar de vraag of er deze maand geld uit Suriname mag worden overgemaakt. Hij zegt: „Ons geluk is dat we nog wat familie in Nederland hebben die ons financieel wil ondersteu nen. Anders zaten we helemaal aan de grond. Maar je kunt toch niet blijven aankloppen bij ooms en tan tes? Vroeger of later is het gewoon op. En over de aanschaf van boe ken hoef ik al helemaal niet te denken". Met de studieresultaten is het slecht gesteld, geeft hij toe. „Ruim te of rust om te studeren heb ik niet. Ik zit er steeds aan te denken: hoe kan ik het redden? Daar komt bij dat ik het geestelijk maar moei lijk kan verwerken dat ik Surina me heb moeten verlaten omdat ik daar in het studentenverzet actief was. Als mijn visum verlengd moet worden, dan ga ik gegarandeerd voor de bijl. Dan moet ik terug naar Suriname waar Bouterse me al aan ziet komen. Ik ben bang voor represailles, dat kan ik je wel vertellen". Het verhaal van Franscisco staat niet op zich. Sedert Bouterse in de cember vorig jaar de deviezenex port beperkte tot 300 gulden per persoon, verkeren vrijwel alle Su rinaamse studenten in ons land in ernstige financiële moeilijkheden. Ze weten zich tot nu toe in het al gemeen nog te redden met steun van in Nederland woonachtige fa milie en kennissen, maar dat het van 300 gulden en wat genade brood van ooms en tantes moeilijk leven laat staan studeren is, dat laat zich raden. De studentendecanen van universi teiten en hogescholen hebben mi nister Deetman (Onderwijs) al lang geleden op de „belabberde" situatie gewezen en om hulp gevraagd. Af gelopen donderdag heeft de minis ter in antwoord op vragen uit de Kamer verklaard, dat naarstig ge zocht wordt naar een oplossing voor de financiële problemen. Al eerder had de bewindsman zijn col lega van Ontwikkelingssamenwer king gevraagd te bekijken of hij geld kan vrijmaken voor de stu denten, nu de ontwikkelingshulp aan Suriname sinds december 1982 bevroren is. Tevens werd een con tactpersoon benoemd voor extra opvang en begeleiding van Suri naamse studenten. Dit is drs. H. T^joe Nij, die in Paramaribo secreta ris van de Universiteit van Surina me en decaan van de economische faculteit was. Dodenlijst In zijn woning in Hoofddorp zet Tjoe Nij de situatie graag uiteen. Op dicteersnelheid vertelt de oud decaan: „Nadat op 8 december 1982 veertien mensen in Suriname ge ëxecuteerd werden, zijn veel stu denten en docenten van de univer siteit en hogescholen in Paramari bo naar Nederland gevlucht. Ikzelf ben 22 december naar Nederland gekomen, nadat ik een tip had ge kregen uit de Membre-Boekoeka- zerne, dat ik ook op de dodenlijst stond. Mijn chef, Gerard Leckie, was 8 december namelijk wél ver moord". Angst voor represailles van het re gime tegen het verzet van de stu denten is voor velen reden geweest hun toevlucht te zoeken in Neder land, zo meent Tjoe Nij. Anderen kwamen naar Nederland omdat ze hun studie wilden voortzetten, aan gezien'de universiteit in Paramari bo vanaf 8 december 1982 tot 1 ok tober vorig jaar gesloten bleef. Sindsdien is het onderwijs er nooit goed van de grond gekomen. Tjoe Nij: „De eerste studenten kwa men vrij onvoorbereid in Neder land, ze waren min of meer uit pa niek het land ontvlucht. Later groeide de groep aan tot zo'n 400 a 500 studenten, omdat steeds meer Vier studenten in ernstige geld problemen. Michael en Paul willen liever niet herkenbaar op de foto. „Je weet nooit hoe het regime zal reageren op onze verhalen en we moeten nog terug naar Suriname". studenten tot de conclusie kwamen dat ze hun studie in Suriname niet zouden kunnen afronden. Op het moment wordt in Paramaribo nog maar 25 procent van de colleges ge geven. Op papier ziet het er mis schien wel goed uit, maar in de praktijk moeten de studenten elke morgen op het mededelingenbord gaan kijken welke colleges er zijn". In Nederland kunnen de Surina- mers wél verder studeren, op basis van een studievisum voor buiten landers. Bij het aanvragen van dat visum hebben de oudei's van de studenten zich ertoe verplicht maandelijks minimaal 850 gulden Hippocrates wist het al, iedereen weet het nu: als je koorts hebt ben je ziek. Aan het begin van deze eeuw noemde de grote Sir William Osier koorts nog de schrikwekkendste van de drie kwalen honger, oorlog, koorts die het mensdom teisteren. Je zou dus verwachten dat de medi sche wetenschap intussen alles over koorts te weten is gekomen. Als u dat denkt dan hebt u ver keerd gedacht. Het tegendeel is het geval. Dat blijkt wel als je gaat zoeken in de boeken. „Het is verbazingwek kend hoe weinig we weten over hoe ziekte de warmtehuishouding van het lichaam ontregelt", zegt de dikke Harrison (een decimeter hoog boekwerk) nog in 1977. Ande re geraadpleegde pillen zeggen het Harrison na: koorts is een raadsel. In die duisternis is nu een sprankje licht gekomen. Mensen zijn warmbloedig. Of het nu buiten warm of koud is, onze li chaamstemperatuur schommelt al tijd rond de 37 graden. Daar is een I. Paalman goede reden voor. Bij die tempera tuur werkt het vat vol scheikunde, wat ons lichaam toch is, op zijn snelst. Om de temperatuur op peil te houden beschikken we over een thermostaat ergens in de hersenen. Het merkwaardige is nu dat een heleboel ziekten aan die thermo- staatknop gaan morrelen. Vooral bij infectieziekten, en bij een hartinfarct, sommige kankers, bloedziekten, spierverbrijzeling bij ongevallen komt het ook voor wordt de thermostaat te hoog afge steld. Gevolgd: De verwarming van hetl ichaam begint te loeien, wat te merken is aan eenn iet aflatend ge ril en geklapper van tanden. Koorts dus. Tempen In de vorige eeuw, zo rond 1860, begon de Duitse arts Wunderlich als eerste elke dag de temperatuur van zijn patiënten te meten. Hij viel met de neus in de boter. Niet alleen stelde hij vast dat de ernst van de ziekte gelijke tred hield met de hoogte van de koorts, maar ook dat sommige ziekten een heel ka rakteristiek koortsbeloop hebben. Het typische koortsbeloop bij tyfus (enkele dagen zeer hoge koorts en dan wild piekend van hoog tot (bij na) koortsvrij) draagt nog steeds zijn naam: De koortslijn van Wun derlich. Prompt werd „tempen" de medische mode van de dag. In en kele gevallen (malaria, ziekte van Hodgkin) ontdekte men ook typi sche koortscurven, maar al snel werd duidelijk dat lang niet alle ziekten een vingerafdruk op de temperatuurlijst achterlaten. Koorts is tot op heden een uiting van ziekte, en niet meer dan dat. De hamvraag. Wat is het nut van koorts? Volgens het medische volksgeloof is koorts heel vaak nut tig. (Griep? Onder een stapel de kens kruipen en „uitzweten", al dan niet met fikse neut). In 1960 zette de onderzoeker Ben net alles wat voor die opvatting pleitte eens op een rijtje. Hij vond geen spoor van bewijs. Bij een heel enkel geval als neurosyfilis (en misschien ook bij de ziekte van Bank, brucellose) wil koortsthera pie nog wel eens helpen, maar ver der heb je van koorts alleen maar last. Koorts breekt de spieren af, laat het lichaam uitdrogen en is in enkele ziektegevallen zelfs gevaar lijk, zo niet dodelijk. Bondgenoot Toen deed de onderzoeker Kluger in 1975 een merkwaardige ontdek king. Hij infecteerde hagedissen met een ziekteverwekker. Waren wij, warmbloedige mensen, het proefkonijn geweest, dan hadden we prompt koorts gekregen. Zo niet de koudbloedige hagedis. Het arme beest heeft geen thermostaat en kan dus ook geen koortsende temperaturen ontwikkelen. Wat deden die geïnfecteerde hagedissen nu? Ze zochten de koorts op door onmiddellijk mir de allerwarmste lekken te kruipen. Alleen dan wam de afweer tegen de ziekte kiem naar behoren op gang. De conclusie van Kluger kunt u nu ook wel bedenken: koorts is geen bijkomende ellende bij ziekte, het is een bondgenoot om de ziekte kiem onder de duim te krijgen. Het onderzoek van Kluger moet bij de immunologen een lampje heb ben doen branden. Ineens begon nen deze deskunigen van het af weersysteem van het lichaam zich voor het koortsprobleem te interes seren. Ze ontdekten dat één van de witte bloedcellen, de macrofaag, in de hitte van de strijd tegen binnen dringende ziektekiemen een koortsopwekkende stof afscheidt. Die stof, interleukine-1, versnelt hoogstwaarschijnlijk weer de aan maak van andere witte bloedcellen, de lymfocyten. Die lymfocyten op hun beurt maken weer antistoffen om de binnengedrongen ziektekie men te bestrijden. Dat is dan de eerste link tussen koorts en bestrij ding van infectieziekte. Maar er is meer. Wanneer de li chaamstemperatuur oploopt tot koortsende waarden dan wordt dat interleukine 20 maal zo actief, wor den 20 maal meer lymfocyten ge produceerd en 20 maal zoveel an tistoffen Tntprleiilfi p 'HVt oor» tweesnijdend zwaard, het zo voor antistoffen en tegelijker! voor een antistofverhoger koorts. Het een en ander werd r onderstreept toen ook de milt mi antistoffen bleek te produceren hogere temperatuur. Nuttig De immunologen zijn nog lang n uit het koortsprobleem. Zo is er steeds geen verklaring waarom koorts krijgt bij ziekten die n door ziektekiemen worden vero zaakt, zoals kanker of hartinfai Ook weet men niet hoe interleu ne wordt vrijgemaakt. Maar zov< is zeker, de medische wereld is o koorts heeft zeer waarschijnlijk e nuttig efect bij infectieziekten. dit hormoon interleukine-1", schrijft het medische topblad New England Journal of Medicil „heeft de evolutie niet alleen e levensnoodzakelijke afweer teg infectie gebouwd, maar met h zelfde hormoon wordt ook gezor voor de juiste temperatuur". E schrale troost misschien. Maar al! bij gelegenheid onder vele dekt ligt te klappertanden van koorts, dan weet u tenminste c

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 18