„Onze
jongens
staan hun
mannetje"
Finale
ZATERDAG 10 MAART
Sinds enkele weken
zwaait brigade-generaal
B. C .M. van Genuchten
de scepter over de
twaalfde pantser
infanteriebrigade. Hij is
de opvolger van brigade
generaal G. C. Berkhof,
de specialist op het
gebied van kernwapens,
die een functie heeft
aanvaard bij het
Nederlands Instituut
voor Internationale
Betrekkingen
Clingendael in Den
Brigade-generaal Van Genuchten; „Je wordt niet populair
door iedereen z'n zin te geven".
Haag. De twaalfde
pantser-infanteriebrigade
bestaat uit twee pantser-
infanteriebataljons, een
tankbataljon, een
afdeling artillerie, een
pantser-geniecompagnie,
een anti-tankcompagnie,
een herstelcompagnie,
een bevoorradings
compagnie, een
geneeskundige
compagnie en een
stafcompagnie.
De „hoofdmacht"
bevindt zich in de
Generaal-
Winkelmankazerne te
Nunspeet. Daarnaast zijn
er troepen ondergebracht
in kazernes te
Schalkhaar, Nieuw
Milligen, Arnhem en 't
Harde. In vredestijd telt
de brigade 3.000 man, in
oorlogstijd ongeveer
4.500.
De nieuwe commandant
woont in Vaassen en is
praktiserend rooms-
katholiek. Het echtpaar
Van Genuchten heeft
drie kinderen: dochti
Ellen (22), tweede
luitenant KVV'er (Ki
Verband Vrijwilligst*
Michiel (20), derde ja
Technische Hogescho
te Eindhoven en Jeri
(14), scholier in Epe.
BRIGADE-GENERAAL VAN GENUCHTEN:
NUNSPEET Brigade-generaal
B. C. M.van Genuchten (51) Ben
voor intimi kan en wil er niet
omheen draaien. „In mijn functie
moet je de bereidheid hebben de
wapens die je bezit te gebruiken,
anders is het bezit immers onge
loofwaardig". Omgezet in helder
Nederlands: in geval van nood zal
de nieuwe commandant van de
twaalfde pantser-infanteriebrigade
overwegen een tactisch kernwapen
aan te vragen. Nader toelichtend:
„Kijk, dat gebeurt natuurlijk niet
zomaar. Een tactisch kernwapen
kan alleen worden gebruikt na een
zorgvuldige afweging en nadat we
èn de toestemming èn alle mogelij
ke richtlijnen, voor inzet van bo
venaf hebben ontvangen".
Een ijzervreter kan de kersverse
brigade-generaal desondanks niet
worden genoemd. Bij een eerste
kennismaking doet hij meer den
ken aan een manager van een
groot transportbedrijf dan aan een
krijgshaftig legeraanvoerder.
Met een aantal ondergeschikten
wordt in ons bijzijn in het hoofd
kwartier de Generaal-Winkel-
mankazerne te Nunspeet het
dagrapport doorgenomen.
Een compleet peloton blijkt „aan de
dunne te zijn". Is er iets met het
eten aan de hand of ligt het aan de
weersomstandigheden? „Dat moet
de dokter maar uitzoeken", conclu
deert de generaal snel. Ander on
derwerp: een ziek thuis gebleven
soldaat schijnt een controlerend ge
neesheer met een stuk hout te heb
ben bewerkt. „Krijgsraad, wat
moet ik anders", oordeelt brigade
generaal Van Genuchten schouder
ophalend.
Militaire groet
De officieren benaderen de gene
raal totaal verschillend. De een,
een groot-majoor, brengt de militai
re groet compleet met een halve
draai. De ander, ook een majoor,
laat dat achterwege. De hoofdper
soon laat niet merken welke hou
ding hij het meest op prijs stelt. Dat
laat hij aan de betrokkenen zelf
over. Als iemand hem op militaire
wijze wil groeten, vindt hij dat pri
ma; wanneer een ander dat op een
meer eigentijdse wijze doet, heeft
hij er ook vrede mee.
De in Eindhoven geboren en geto
gen brigade-generaal is praktise
rend rooms-katholiek. In zijn hui
dige woonplaats Vaassen gaat Van
Genuchten geregeld ter kerke.
Gaat dat samen: beroepsmilitair en
christen?
„Ik heb daar veel over nagedacht,
maar ik heb het toch niet als een
contradictie gezien. Natuurlijk, een
oorlog is een verschrikking, daar
zijn vriend en vijand het over eens.
Maar we hebben een defensief le
ger. Het gaat er om een oorlog te
voorkomen en dat kan naar mijn
bescheiden mening alleen als je in
staat bent je tegen een onverhoedse
nen we in geval van oorlog reke
nen op Amerikaanse steun. Daar
komt nog bij dat die Russen gewo
ne mensen zijn, het zijn geen super-
wezens. Ook die jongens hebben
een moeder, ook die sergeanten
missen oorlogservaring. Eerlijk
heidshalve dient daar wel aan te
worden toegevoegd, dat ze een ge
standaardiseerd leger hebben, de
zelfde tanks, dezelfde kanonnen,
dezelfde geweren. Dat is een enorm
voordeel. In het Westen heb je te
maken met verschillende nationali
teiten, die allemaal oorlogsspul pro
beren te slijten. Daar komt bij dat
ze in de Oostbloklanden een lange
re diensttijd kennen en meer men
sen op de been kunnen brengen.
Maar even onder de voet lopen?
Nee, dat is flauwekul".
Waarom hebt u voor een carrière
bij het leger gekozen?
„De Tweede Wereldoorlog heeft
een grote indruk op me gemaakt,
ook al was ik toen maar een jonge
tje van een jaar of tien. De onvrij
heid, de naargeestige sfeer. Dat
mag nooit meer gebeuren. Daar
naast heeft de ervaring van mijn
oom, die vier en een half jaar in
het concentratiekamp Dachau
heeft gezeten, waarschijnlijk de
doorslag gegeven bij mijn keuze
voor het leger. Mijn oom heeft het
concentratiekamp overleefd, maar
hij is spoedig na de bevrijding over
leden. De verschrikkingen van Da
chau hebben daar zeker toe bijge
dragen".
Strakke discipline
De generaal heeft van zijn keuze
geen seconde spijt gehad. In de af
gelopen decennia heeft hij veel
zien veranderen. Direct na de oor
log en in de jaren vijftig heerste er,
mede onder invloed van de „koude
oorlog" een strakke discipline. Van
dienstplichtigen werden, zoals het
in de volksmond werd genoemd,
„kerels gemaakt", door middel van
marsen, veldoefeningen, bivak en
veldlopen. Het haar was kort, een
bevel diende zonder morren opge
volgd te worden en de Russen
deugden niet.
In de tweede helft van de jaren
zestig voltrok zich een ware meta
morfose in het leger. Er werd zelfs
een heuse vakbond, de Vereniging
van Dienstplichtige Militairen, de
VVDM, opgericht. In een vrij snel
tempo werden de eisen en wensen
van de VVDM ingewilligd. Binnen
enkele jaren werden de groetplicht,
de militaire treinen, de tuchtklasse
Nieuwersluis, reveille, avondappel
en het parate weekeinde afge
schaft. Bovendien werd de haar
dracht vrijgelaten, ging de wedde
(het loon) met ongeveer 1000
procent omhoog en mochten de sol
daten buiten diensttijd hun burger
kloffie dragen. En alsof dat nog
niet genoeg was, werd er een 40-
urige werkweek ingesteld en werd
overwerk gecompenseerd.
Hoe keek u tegen al die verai
ringen aan?
Brigade-generaal Van Genuch
„Positief. Het is een goede zaak
weest dat een aantal punten is
gesteld. Helemaal geen moeite n
We waren ook wel eens te s
Oké, die vrijheden waren er 1
wel gekomen, maar onder invl
van de VVDM is het proces i
sneld. Prima zaak. Tenslotte is
het leger een onderdeel van
maatschappij. De maatschappel
ontwikkelingen kun je niet bui
de poort houden".
Het enige punt waar de brigade-
neraal moeite mee heeft gehad,
de vrije haardracht. „Ja, d
moest ik erg aan wennen", bie
hij op. „Maar ook dat heb ik vo
dig geaccepteerd".
Volledigheidshalve dient er
aan te worden toegevoegd, dat
vrijwel geen langharigen meer
de vaderlandse kazernes won
gesignaleerd. „Kort is de mode
genwoordig. Ja, zo gaat dat nu e
maal in het leven. Voor somm
jongeren was het dragen van li
haar een vorm van protest".
Enorm aanbod
Maar niet alleen het uiterlijk
Jan Soldaat is aan de crisis aan|
past, ook de mentaliteit is gev
zigd. De soldaten willen weer oi
en discipline, woorden die in de
ren zestig en zeventig werkten I
een rode lap op een stier. Het lej
mag zich zelfs in een groeiende
pulariteit verheugen. „Er is e
enorm aanbod. Duizenden jongei
moeten worden teleurgesteld", vj
taalt brigade-generaal Van (I
nuchten de belangstelling in d
crete cijfers.
De geboortegolf van het begin vl
de jaren zestig heeft tevens tot
volg had, dat slechts drie van
tien jongens daadwerkelijk hi
dienstplicht moeten vervullen. 1
andere zeven worden afgekeurd
buitengewoon dienstplichtig v«
klaard. Aan dat „feest" zal echl
snel een einde komen. „Aan b
eind van de jaren tachtig zullen
weer iedereen nodig hebbeii
waarschuwt Van Genuchten.
Zijn benoeming tot brigade-geri
raai is de bekroning van een lanl
militaire loopbaan.
Hoe stelt u zich op als commands
van enkele duizenden militairen
„Streng, maar rechtvaardig. D
jongens moeten weten waar ze al
toe zijn. Je wordt niet popula
door iedereen z'n zin te geven. Efl
zacht ei is toch ook niet de mea
geliefde leraar"?
Ter geruststelling voegt hij er al
toe: „Het is lang geleden dat ik ij
mand een douw heb moeten gevej
Ik denk dat ik dat niet nodig heb]
KEES VAN OOSTq
JENNO SIJTSMl
aanval te verdedigen. Dat is toch
geen onchristelijke gedachte".
De kerk loopt voorop met acties te
gen de kernbewapening. Voelt u
zich nog wel op uw gemak in zo'n
kerkelijk klimaat?
Hij denkt diep na, zoekend naar de
juiste formulering. Zegt dan: „De
discussie in de kerk is in mijn ogen
gekleurd. De technische mogelijk
heden worden onvoldoende beke
ken. Men wil niet zien dat die din
gen kunnen worden gebruikt, afge
stemd op de behoefte van de strijd.
Bovendien wordt vergeten, dat ook
conventionele wapens enorme
schade kunnen aanrichten. Daarbij
kun je denken aan artilleriebe
schietingen en bombardementen.
Ook dan kunnen duizenden, tien
duizenden onschuldige burgers het
leven verliezen".
Maar een atoombom is toch van
een geheel andere orde? Alleen al
door de straling wordt de hele aar
de onleefbaar.
Brigade-generaal Van Genuchten
heeft het zichtbaar moeilijk met
zo'n „onbenullige vraag". Zucht
even en maakt een gebaar van
daar-heb-je-weer-zo'n-slecht-
geïnformeerde-jounalist. Wijst ver
volgens in zuidelijke richting.
„Kijk, als er aan het eind van de
Veluwe een kernbom tot ontplof
fing wordt gebracht, is het mogelijk
dat we hier in Nunspeet tegen el
kaar zeggen: „Jongens, hoor je die
knal" en dat we daarna rustig ver
der praten alsof er niets aan de
hand is. Met andere woorden: de
cirkel van ellende is afhankelijk
van de wijze waarop het kernwa
pen wordt ingezet. Je kunt een tac
tisch kernwapen zodanig gebrui
ken, dat je eigen mensen, mits tij
dig gewaarschuwd, buiten schot
blijven".
En de straling dan? In Hiroshima
worden nog kankergevallen waar
genomen, die te wijten zouden zijn
aan de atoombom van 1945.
„Dat is weer een misverstand. Een
kernwapen kan namelijk zodanig
worden ingezet dat de fall-out ge
ring is. Er ontstaat veel fall-out als
de bom dicht bij de aarde ontploft.
Door de ontploffing ontstaat een
luchtledig vacuüm, waarin stof en
andere dingen worden opgezogen.
Die radio-actieve stof wordt door
de wind verplaatst en komt elders
terecht. Dat is fall-out. Maar als je
nu die bom op grote hoogte tot ont
ploffing brengt, heb je vrijwel geen
fall-out".
Verzucht: „De burgers denken bij
een kernbom altijd aan een bom
van 20 megaton (ter illustratie:
1.600 keer de bom op Hiroshima).
Maar zulke bommen zullen niet
worden gebruikt. Een kernbom is
een kernbom, denken velen, maar
zo eenvoudig is het niet. Je kunt
met een atoombom in een grote
straal dood en verderf zaaien, maar
je kunt de schade ook tot een mini
mum beperken, afhankelijk van
het gebruik en de soort bom".
Niet zuiver
Met andere woorden: we kunnen
rustig gaan slapen.
„Dat hoor je me niet zeggen. Ik
vind alleen dat de discussie niet
zuiver wordt gevoerd, omdat de
feiten niet juist worden weergege
ven. Hoeveel mensen weten nu dat
de schade voor de burgerbevolking
gering is bij een goed gebruik van
tactische kernwapens? De voorlich
ting op dit punt laat te wensen
over". Vertelt vervolgens dat een
tactische kernbom „slechts" een la
ding heeft van 10 kiloton of min
der, hetzelfde kaliber als de bom,
die de Japanners tot overgave
dwong. „De gevolgen van die bom
waren inderdaad verschrikkelijk.
Maar de Japanners waren helemaal
onvoorbereid, ze wisten niet wat
hun te wachten stond. Het was een
donderslag bij heldere hemel. Bo
vendien werd de bom vlak boven
de grond tot ontploffing gebracht".
Evenwicht
De nieuwe brigade-generaal ver
wacht echter dat het nooit zover
komt, zolang het evenwicht tussen
Oost en West gehandhaafd blijft.
Na een periode van democratise
ring worden de teugels weer aan
gehaald. De soldaat anno 1984 loopt
er weer fris, keurig geschoren en
geknipt bij. De generaal- is best te
spreken over z'n manschappen.
Bovendien stelt hij met genoegen
vast dat de 54 verouderde 25
iaar oude Centurion-tanks in de
loop van 1985 vervangen zullen
worden door de verbeterde versie
van de Leopard 1. De YP 408, een
gepantserd voertuig, zal in 1986
plaats maken voor de YPR 765,
waarvan de brigade er ongeveer
200 ter beschikking krijgt. De
twaalfde pantser-infanteriebrigade
kan zich na die modernisering me
ten met andere brigades, zowel in
Oost als in West.
Heeft conventionele bewapening
nog wel zin in een tijd, dat een paar
kernbommen de strijd kunnen be
slissen?
„Zeker. Hoe beter het leger is toe
gerust met conventionele wapens,
Grebbeberg
Maar in de Tweede Wereldoorlog
was ons land toch snel onder de
voet gelopen. Binnen een paar da
gen was het gebeurd.
„Ja, maar hoe kwam dat? We ston
den tegenover een tot de tanden
bewapende overmacht. Daar was
voor onze jongens geen redden aan.
Ondanks die suprematie is er dap
per gevochten, bijvoorbeeld bij de
Grebbeberg. Natuurlijk, er is altijd
wel iemand te vinden die de dans
probeert te ontspringen. Lafaards
zul je altijd tegenkomen. Maar ik
bestrijd ten stelligste dat Nederlan
ders bang, laf zijn. Als het erop
aankomt zijn ze er, dat weet ik ze
ker".
Russen
De Russen lopen dus niet zomaar
over ons heen?
„Ho, ho. In de eerste plaats moeten
we de Russen natuurlijk niet alléén
tegenhouden. We zitten niet voor
niets in de NAVO. Bovendien kun-
Foto rechts: „Aan
de vrije haardracht
moest ik erg
wennen", biecht de
brigade-generaal
op.
Foto links; de
soldaten willen
weer orde en
discipline.
„Discussie
over
kernwapens
gekleurd"
hoe hoger de drempel wordt om
kernwapens in te zetten. Wat dat
betreft ben ik niet pessimistisch.
Behalve goed materiaal zijn disci
pline, incasseringsvermogen, mo
reel, kameraadschap en fysieke fit
heid van doorslaggevende beteke
nis. Gezien m'n ervaringen heb ik
er alle vertrouwen in dat wij met
onze jongens en met ons materiaal
ons mannetje zullen staan, mits we
tijdig in het oorlogsgebied (Duits
land) aanwezig zijn. Maar dat laat
ste is een politieke kwestie".