Jubilerende Utrechtse boekerij opent kluis Betty's verjaardagen vakantieperikelen ZATERDAG 25 FEBRUARI IS UTRECHT De in 1584 als stadsboekerij gestichte Biblio theek der Rijksuniversiteit te Utrecht is niet de oudste van Nederland; Leiden (1575) en Amsterdam (1578) waren de Domstad een wijsneuslengte voor. Noch is hij de grootste; Amsterdam spant met meer dan 2 miljoen banden de kroon, Leiden benadert de 2 miljoen, terwijl Utrecht al zijn instituutsbibliotheken meegerekend slechts rond de anderhalf miljoen banden bezit. Toch heeft de viering van het 400-jarig bestaan, die zojuist is ingezet en tot diep in mei zal duren, enige nationale glans. De jubilerende boekerij namelijk opent zijn kluis. In die schatkamer rust wat biblio fielen slechts met een eerbiedige prevel uit durven spreken. Het Utrechts Psalterium. Misschien wel het kostbaarste geïllustreerde handschrift in Nederlands bezit. Een flauwe indruk van de waarde valt te putten uit het gegeven dat een werk als het Evangelarium van Hendrik de Leeuw onlangs bij het Londense veilinghuis Sotheby weg ging voor 36 miljoen gulden. De Bondsrepubliek Duitsland was de koper, want alleen een collectief van belastingbetalers kan dergelij ke bedragen nog uit de mouw schudden. Dit Evangelarium echter stamde, met alle respect, pas uit de twaalfde eeuw. Het Utrechts Psalterium is vier eerbiedwaardige eeuwen ou der. Of dit betekent dat de waarde ervan met vier vermenigvuldigd mag worden, valt niet te zeggen, maar wel zal duidelijk zijn waarom de Utrechtse Universiteitsbiblio theek het handschrift angstvallig achter slot en grendel houdt en slechts uiterst zelden bereid is het den volke te tonen. Onbetwiste topper Nu is het dus zover. Tot en met 1 april zal het Karolingisch hand schrift in het Utrechts Centraal Museum te bewonderen zijn; onbe twiste topper van de tentoonstelling „Handschriften en Oude Drukken van de Utrechtse Universiteitsbi bliotheek 1584-1984" die daar ter Maria Sibylla Merian, Metamorphosis insectorum Surinamensium, ofte Surinaemsche insecten (Amsterdam, Gerard Valck, 1705); Plaat 34. Een van de ca 60.000 oude drukken (boeken gedrukt vóór 1801) van de Uni versiteitsbibliotheek. Dit boek bevat zestig, door de auteur zelf en haar twee dochters ingekleurde kopergravures. ere van het jubeljaar gehouden wordt. Een buitenkansje voor bij- belminnend Nederland. Het psalter is tussen 820 en 840 Karei de Grote was net dood vervaardigd door de monniken van de abdij Hautvillers bij Reims. Honderd vijftig psalmen met de daaropvol gende cantica's, allemaal ingeleid door een uitvoerige pentekening die bijna altijd een letterlijke inter pretatie biedt van de betreffende telfst.-Ware kleinoden zijn het, in een snelle, vibrerende tekenstijl, beurtelings hellenistisch, vroeg- Janskerk: werkkamer voor 'de eerste bibliothecaris, dr. C. Booth. Dit vertrek werd in I64I tegen de oostzijde van de kerk aangebouwd. Vanaf haar oprichting in I584 tot I820 was de bibliotheek in het koor van de Janskerk gehuisvest. gulden deed. Maar op diezelfde vei ling was meer. De Utrechtse biblio theek bezit, naast het beroemde psalter, nog 800 andere schatten, waaronder de Zwolse bijbel, zes de len, geschreven door broeder Jacob van Enkhuizen. Hij deed dat rond I470 in het Huis van het Gemeen schappelijk Leven te Zwolle, waar na het handschrift in het klooster van Thomas a Kempis op de Ag- nietenberg met miniaturen ver lucht werd. Deze Zwolse co-produktie ge schiedde in opdracht van de deken van het Utrechtse Maria-kapittel. Anderhalve eeuw geleden zijn de zes delen in de Universiteitsbiblio theek beland. Ze bleken echter in geschonden staat te verkeren. Er waren namen ingekrast een er gerlijke gewoonte waaraan bijvoor beeld ook de gewijde steen van de Domtoren niet is ontkomen en, wat jammerlijker was, er waren met kennelijke deskundigheid hele versierde hoofdletters, complete miniaturen, uitgesneden. Wat wilde het toeval? Op diezelfde veiling van Sotheby kwam één van de aldus ontvreemde miniaturen boven water. Anoniem. Men weet slechts dat het kleinood door een dame was ingebracht, hetgeen erop wijst dat de bezitters zich er eeu wenlang van bewust ziin geweest gestolen waar in huis te nebben ge had. Hoe dat zij, de gebruikers van de Utrechtse bibliotheek, opgespoord 2n benaderd via hun lezerspas, be sloten bij het vierde eeuwfeest iets terug te doen voor het instituut. Ze legden botje bij botje en kochten bij Sotheby de geroofde miniatuur te rug. Voor welk bedrag is onbekend daarover wordt bij geschenken niet gepraat maar de gehavende Zwolse bijbel is er weer een stukje rompleter door geworden. Ook deze aanwinst valt op de tentoon stelling in het Centraal Museum te oewonderen. Hij vormt het begin van het profetische boek Micha .Micheas) dat luidt „Het woord van de Eeuwige da't tot Micha kwam", 2n is de eerste letter van het woord „Verbum" waarin als miniatuur de confrontatie van de profeet met twee koningen staat afgebeeld. Deel van het huidige bibliotheekcomplex aan de Wittevrouwenstra^ c Tot in I975 was de bibliotheek voor het publiek via dit in I909 gere< gekomen gebouw toegankelijk; toen werd de hoofdingang verlegd na een nieuw paviljoen in de tuin van de bibliotheek, bereikbaar via hjj: witte poortgebouw (links-achter op de foto). christelijk, byzantijns, maar ook ei gentijds. Een onuitputtelijke bron voor de iconografie en de iconolo gie. Zeven eeuwen lang heeft het psalter bij de abdij van Canterbury berust, een sterke invloed uitoefe nend op de vroeg-Engelse teken kunst. Pas sinds 1716 is het aan wijsbaar in Nederland. En nu kan het grote publiek het bezichtigen. Nog een andere bijzonderheid mar keert de jubileumviering. Genoemd is reeds de veiling van Sotheby in Londen waar het Evangelarium van Hendrik de Leeuw 36 miljoen Beeldenstorm De achterkant vertoont, in die unieke fractuurletter van de Zwol se schrijfkamer, de tekst Micha 2 vers 1 en 2. De boekvernielers had den hem ter harte kunnen nemen. „Wee hun die onrecht beramen, die in hun bed boze daden bedenken om die bij het eerste morgenlicht te bedrijven als ze er de macht toe be zitten. Ze begeren akkers en roven die; huizen en nemen die weg; ze doen geweld .aan de man en zijn huis, aan ieders erfdeel". De ironie wil echter dat aan het ontstaan van de jubilerende bibliotheek evenmin enige vorm van roof en vernieling vreemd is geweest. Het was de tijd van de beeldenstorm. En ook de kloosterbibliotheken moesten het van de Reformatie ontgelden. Ze werden geplunderd en gebrand schat. Vervolgens nam de overheid de overgebleven boeken voor namelijk katholiek-theoretisch ge richte werken in beslag en bracht ze onder in de nieuwe stads bibliotheken. Zo ging het in Leiden, in Amster dam, in Groningen en dus ook in Utrecht dat het bezit van de kloos ters in de stad zelf en van die in de omgeving toegewezen kreeg. Toen in 1636 de Hogeschool werd opge richt als voorloper van de huidige Rijksuniversiteit, zag deze stadsbi- oliotheek zich verheven tot Acade miebibliotheek en werd het groeze lige verleden wetenschappelijk ge wit. Toch blijft de vervelende his torie schrijnen, getuige de woorden die de burgemeester van Utrecht tijdens een van de vele jubileum bijeenkomsten sprak: „We zullen het er maar op houden dat de vroe de vaderen indertijd eerbare be doelingen hadden en er louter aan dachten de kostbare collectie vjfs" 382 handschriften en 232 drukken die zij onteigenden, tot'i gemeen nut te laten dienen". Franse slag I *.TO IIXS5X AfcHT L ivrcOKftit /OïMftCtV CAraiMMfcovsftm lüKCAMlPSUn.cjJ lisijLUMO.sisim lAïiwj mvitciïic* MIDOAfttltt&BJ! ACL'OCII C'HfeUAMOV-lMliC MUM QVODfUWtA iVlMKKlCtfDSCCIt J' CUQVAiA* Kt qvoty amwriMroiu.a'o ifbliUMJiVJMOWPl fUttt IIOMMiA avAicA'MöUffAcm rkCfrtkAt.vtoiVk VCJCSKlJ.miMOVfK StDWMQVAMfVl UJJQUfUMLÖK;'! u f u r vsAfA ci A» IA Al I £>IOWOWJÜ<trJLCWVt tMrnttJiusiao- .\'.'Q.UirKCAJö5v£5 mcostniiQivnc!^ i i VO K'i AU wAuws&wti r iktrn i <iti pwmw- -kWïCtmf- nro nimtettAn&xi maxia &Aj-muk*c infect OJSM-MMXlUSVfWCV LUCJLVM Ufüotct AHumwwivwu IfJCkUU IKkiPÏJUOS- iltJKJ i vHCteoymkAMof H'MfvuO USVOCOtm&iAFïT 10.< COAVUMCÖKJfmv WWUUXAZiOtV nksiotpAomiutcM nv'S fkAmtAbs' rkMCitWMiVS. iSOHOPll' ap Nog een keer moet het woord ro ;tl vallen. In 1812 namelijk kwam (ter Franse overheid die Nederland bör ^et hield, op de gedachte om de E bliothèque Nationale te Parijs tik roofachtige wijze te verrijken. I >t. stedelijke overheid van Utree stelde de laatste goede daad die voor haar academische boeke kon stellen. Ze hanteerde de smo itr dat de bibliotheek nog steeds eige we dom was van de stad en niet wjr 2en hogere overheid. Voorts bleki v', verschillende zeer uitzonderlijljn banden waaronder natuurli het unieke Utrechtse psalter plotsklaps afwezig te zijn totgj. Franse verspieders poolshoof kwamen nemen. En tenslotte li de toenmalige burgemeester h rapport dat van Franse zijde gP 1 vraagd was, zo lang op zich waclp ten totdat de Russische bondgèni ten de stad hadden bevrijd en boekerij ongeschonden aan Rijksoverheid overgedragen koor worden. Dank zij de strategie <hat de Fransen te bestrijden met h eigen wapen de Franse slag is het mogelijk geworden dat h 'PV boekenminnend Nederland zich' de jubileumtentoonstelling in kostelijke en kostbare bezit k verlustigen. Naast het psalter en de teruggevi den miniatuur verdienen ne| geïllumineerde Getijdenboeken aandacht. Daaronder bevinden zi een aantal in Utrecht vervaardig eni handschriften die de rol van stad als belangrijkste centrum vijg boekproduktie en miniatuurkui in de vijftiende eeuwse Noordelij Nederlanden onderstrepen. Oun een aantal inhoudelijke categorie re waarvan de bibliotheek een van omvangrijkste verzamelingen Nederland bezit medische natuurhistorische werken en atl; sen worden geëxposeerd. Let de tussen 1568 en 1573 door Plant 2J Het Utrechts Psalterium (Benedictijnerabdij Hautvillers bij Reims, ca 820-840); illustratie bij Psalm 2. Dit Karolingische handschrift uit het bezit van de Universiteitsbiblio theek is een van de belangrijkste handschriften die in Nederland be waard worden. gedrukte polyglotte bijbel, op «ik fraai ingekleurd exemplaar van 1 bei werk over Surinaamse insect van Sybilla Merian, en het a Willem de Zwijger aangebod exemplaar van s werelds eer gedrukte Zee-atlas van Lu<aV: Jansz. Waghenaer. l c PIET SNOER11". fed dei b. Eens per maand brengen wij de wederwaardigheden van de familie De Groot. Uit het leven gegrepen: het leven van een modaal gezin, met alle lief en leed, vooral financieel. Wat kunnen zij, uitgaande van hun huidige inkomen, in de komende maanden doen. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) helpt hen (en u) daarbij. De maandelijkse verhalen in deze serie gaan over de vraag hoe de familie De Groot vader Bert, moeder Betty en twee kinderen eventuele „klappen" moet opvangen. De speklapjes hebben in februari sissend in de pan gespetterd en de gehaktballen in de jus geprutteld. Het was gezien de financiële toe stand geen maand voor biefstuk en varkenshaas, dat was duidelijk. Niet geprutteld heeft de familie De Groot zelf, want het advies van het Nibud om in februari flink te be zuinigen heeft geholpen. Ze hebben bijna het streefbedrag een te kort voor maart van 250 gulden gehaald. Dat advies luidde: „Het overblijvende bedrag is krap en u kunt u in de komende maan den beter houden aan: niet autorijden (dus geen benzi- nekosten); niets uitgeven aan kleding, in ventaris, boeken, platen, uitgaan, enzovoort; er mogen ook geen on verwach te dingen gebeuren. Als het uw gezin lukt blijft er voor de maand maart nog maar een te kort over van 250,-. Wanneer u dan in maart nog wat voorzichtig aan leeft dan is in april de „rood stand" ingelopen. Zeker als u in april ook weer de kinderbijslag gaat ontvangen". Het is iets meer geworden, name lijk 300,-. Dat kwam omdat ze met zijn viertjes naar oma's ver jaardag moesten. Dat betekende een extra uitgave van vijftig gul den. „Goed", zegt Bert nu, „we hebben het niet gehaald, maar ik vind echt niet dat we mogen mop peren. Als we het zo in maart red den dan zijn we niet slecht af. Bet ty valt hem onmiddellijk bij, maar klinkt wat zorgelijker: „Maart zou best eens een veel duurdere maand kunnen worden, als ik zie wat we allemaal moeten uitgeven". Bert en Betty weten inmiddels hoe ze vooruit moeten zien, een budget moeten maken. Er komt in maart binnen 1900,- van Bert en 400,- van Betty's bijverdienste. Samen f 2300,-. Aan vaste lasten moet worden gerekend op 875,-. Het is een geringer bedrag dan anders omdat deze maand geen telefoon kosten, geen verzekering en geen krantenabonnement moeten wor den betaald. Blijft over: 1425,-. Het tekort was 300,-. Afgetrok ken van 1425,- levert dat 1125,- op. Het te besteden bedrag is dus f 1125,-. Betty heeft de uitgaven even op een rijtje gezet: boodschappen, enz. f 850,-; kapper 60,-; zakgeld kinderen f 50,-; sigaretten 30,-; schoonmaakartikelen 15,-; sportvereniging 10,-; auto-benzine 50,-. totaal 1.065,- Bovendien moet er nog een kleine reparatie aan de auto worden ge daan die 95,- gaat kosten volgens de garagehouder. Dat brengt het totaal aan uitgaven op 1160,-. Dan is er nog iets, maar dat had Betty eigenlijk niet mogen weten, al zal het geld daarvoor toch gro tendeels uit de huishoudpot moeten komen: het cadeautje voor Betty's verjaardag. Ze is deze maand na melijk jarig. De bedoeling is om haar een snelkookpan te geven. Kosten plusminus f 100,-. Het to-, taal wordt dan f 1260,-. Een eenvoudig rekensommetje leert dat, wanneer dr uitgaven van de inkomsten worden afgetrokken, er een negatief getal overblijft. f 1125,- min 1260,- is min 135,-. Weer een tekort dus. „Nou ja", zegt Bert, „we hebben wel voor heter vuren gestaan". Hij had het nog maar amper gezegd of daar komt Tineke binnenstormen: „Hoi, we gaan in mei een week naar Rome met de klas. Je krijgt er nog een brief over van school. Het kost driehonderd gulden en je kunt het in drie keer betalen. Deze maand voor het eerst". En weg is ze, naar boven. Bert en Betty kijken elkaar eens even aan. Die 135,- tekort was mooi geweest maar dat groeit nu al aan tot 235,-. „Daarmee zijn we er nog niet", meent Betty, „we zul len voor mijn verjaardag toch wel iets in huis moeten halen. En de drank is zo duur geworden! We mogen echt wel rekenen op tachtig gulden. Dan komen we al driehon derd vijftien gulden te kort". „Tja", antwoordt Bert, „maar je kunt moeilijk je verjaardag niet vieren. En evenmin kun je tegen zo'n kind zeggen dat ze niet mee mag met de klas. Het zal dus wel moeten". Dan komt plotseling de lumineuze inval: „Maar het is niet zo erg want eind maart, begin april, krijgen we toch weer kinderbijslag: achthonderd zeven gulden. Als we dan nog wat van dat tekort kunnen afhalen, houden we, ondanks dat tekort, nog een heleboel over". Na een heleboel cijferwerk komt er nog een besparing van f 60,- uit de bus. Het tekort wordt dus 255,-. Dat afgetrokken van de te krijgen kinderbijslag lévert een overschot op van 552,-. Daar kan dan april mee worden begonnen. 's Avonds aan tafel komt naar aan leiding van Tinekes uitje naar Rome het gesprek bijna automa tisch op de gezinsvakantie in de ko mende zomer. Het wordt een ern stig gesprek. Per vliegtuig naar Be- nidorm zit er dit jaar niet in. Dat heeft vorig jaar 4500,- gekost en die zijn niet op te brengen, ook al krijgt Bert een kleine 2.000,- va kantiegeld. „Nee", zegt Bert, „het zal een goedkopere vakantie moe ten worden, of in het buitenland, of hier in Nederland. En desnoods met een tent. Maar zeker niet naar Spanje zoals vorig jaar". Het ge zicht van Tineke betrekt onmiddel lijk. Dan ziet ze haar José niet meer, denkt ze, haar eerste grote verliefdheid op bet zonnige Spaas] se strand. Bruine José met zijn li gelwitte tanden, die strandstoel verhuurde en achter het hout paviljoen kusjes stal van blon1 Hollandse schonen. Een en ander is wel reden om avond verder te praten over de kantie. Toevallig viel 's middi De Kampioen van de ANWB in bus met een prijspeiling van de kantielanden. Joegoslavië komt goedkoopste land uit de bus. „Dan doen we net als vroeger jt gens, we gaan kamperen", zegt E ty. De bijval is niet groot bij He en Tineke. Er wordt zoiets gemo i peld van: „Dan wil ik een eij tent". Bert maakt nog even prol men over hoe er te komen. Vo^i zichtig wordt besloten om, als gaan, dat toch maar met de autc doen. „Dat houdt-ie nog best uit", z Bert. „In elk geval kunnen we rondkomen met het geld dat hebben". „We kunnen toch ook lenen", pert Tineke nog met het beeld a José voor ogen. „Ben je gek", zegt Bert, „zei twee a drie jaar lang afbetalen vi wat je in één maand opmaat' Geen sprake van". Tenslotte wordt eenparig beslot her en der te informeren naar n andere goedkope vakantiemogelij heden. Wat het huishouden betreft: maart kan er best eeri keertje kil let af. GERARD CROl 0 i e< i ere .b ilop c 'en ip 'e u Bei i! non

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 18