Carnaval geerid klus die je in drie dagen kunt klaren Pleidooi actie groep Red de Brief!" De echte zuiderling zet de zotskap na Aswoensdag niet af AMSTERDAM Een maan dagmiddag in januari. De ra dio ingeschakeld op Hilver sum II. Een oproerige stem: „Ik wou u dus met dit praatje op het idee brengen de tele foon de deur uit te gooien. Dat is in een wip gebeurd. Je kunt zelf de draden doorknippen, het toestel naar de telefoon winkel brengen en klaar is Kees. Het scheelt je tientallen guldens abonnementsgeld, ge- sprekkengeld je spaart dus geld". „Koop voor wat je per maand uit spaart, zeg ongeveer vijfenzeventig gulden, bij de boekhandel een fraai gelinieerde blocnote en vijftig en veloppen; sla evenzoveel postzegels van zeventig centjes in; dan houd je nog genoeg over om een goed glas wijn te kopen als begeleidende la fenis bij het nieuwe, herontdekte communicatiemiddel: corresponde ren". De stem blijkt te spreken namens de Vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte en toe te behoren aan de 52-jarige leraar Nederlands Fries de Vries. Thuis, in zijn Amsterdam se bovenwoning, relativeert hij bij een goed glas wijn: „Ik heb het al lemaal wat overdreven. Dat moet nu eenmaal, als je de aandacht wilt trekken. Maar de kern van de boodschap is serieus bedoeld. Door het oprukken van allerlei moderne communicatiemiddelen in het bijzonder de telefoon is het cor responderen steeds meer in on bruik geraakt. En dan doel ik niet op de zakelijke correspondentie, maar op de persoonlijke brief. Wie neemt er vandaag de dag nog de moeite om pen en papier te pakken en op die manier met een vriend of vriendin contact op te nemen? Een telefoontje is toch veel makkelij ker? Maar ook veel oppervlakki ger! De brief ligt op zijn gat. Daarin wil ik graag verandering brengen en vandaar mijn oproep". Zelf is De Vries een wel heel fer vent correspondent. Afgezien van alle losse schriftelijke contacten, onderhoudt hij een briefwisseling met zeven vaste partners. Eén van hen is zijn oud-leerlinge Jonne Misset. Ook haar gaat de teloorgang van de schriftelijke gedachtenuit- wisseling zeer aan het hart. Van daar dat ze samen met De Vries een soort schriftelijk actiegroepie is gestart om de brief in ere te her stellen. Welke wegen de „Red de Brief'-groep zou moeten bewande len is nog niet duidelijk. Daarover kan door belangstellenden geschre ven worden naar Jonnes huisadres, dat hieronder volgt. Jonne Misset (33): „De wereld zal wel niet ten onder gaan aan de teloorgang van het brief-schrijven, maar het is toch een stukje verarming. Ver schraling van de omgang tussen mensen en verschraling van de cultuur. Een van de ideetjes die wij hebben is een kettingbrief te star ten. Iedereen schrijft aan vijf vrienden of familieleden een brief met het verzoek aan de geadres seerde om op zijn of haar beurt ook weer vijf mensen aan te schrijven. Als dat een beetje gaat lopen heb ben we binnen de kortste keren tienduizenden mensen weer terug achter de schrijftafel". Weloverwogen De bekommernis van Jonne Misset en Fries de Vries komt voort uit hun overtuiging dat de brief een communicatiemiddel is met belang rijke voordelen die de gesproken gedachtenuitwisseling ten enenma le moet missen. „Het grootste voor deel is misschien wel", aldus Jonne, „dat je je heel weloverwogen kunt uiten. Je kunt net zolang nadenken als je wilt: Daardoor kun je heel ge nuanceerd zeggen wat je bedoelt. Dat stelt je weer in staat om dingen naar voren te brengen die je in een gesprek niet aan de orde durft te stellen omdat ze zo gevoelig liggen of zo moeilijk grijpbaar zijn". Fries de Vries, die via intensieve schriftelijke ontmoetingen ook zijn huidige levensgezellin heeft leren kennen: „Het geschreven woord is voor mij als een vingertop. Je kunt er heel nauwkeurig mee aftasten wie de ander is, of die ander je ver trouwen waard is en je kunt stap voor stap brief voor brief steeds meer van jezelf laten zien. De traagheid van het schrijfproces biedt de mogelijkheid tot een com municatie die uiteindelijk heel diep gaat. Onvergelijkbaar veel dieper dan via het moderne alternatief van de telefoon ooit mogelijk is". De Vries en zijn oud-leerlinge zijn niet de enigen die zich zorgen ma ken over de crisis van de brief. In het Friesch Dagblad deed prof. dr. K. Runia onlangs eveneens een op roep om toch vooral te voorkomen dat de telefoon de brief uit onze cultuur verjaagt. Verbonden aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Kam pen, huldigt hij bepaald niet de le vensovertuiging die in de kring van Vrijdenkers leeft. Zijn visie op het belang van brief-schrijven is echter dezelfde. Prof. Runia wijst erop dat het Nieuwe Testament oorspronkelijk uit louter brieven bestaat; de brieven zijn het oudste gedeelte. Juist door dat briefkarak- ter wisten de eerste christenen dat het heil echt voor hen persoonlijk bestemd was. Hun eigen adres stond op de brief. Liefdesbrief „In een brief", aldus de hoogleraar, „kun je vaak beter je gevoelens ui ten dan in een gesprek. In een lief desbrief zet je dingen op het papier, die je waarschijnlijk nooit zo rond uit zou zeggen. In een condolean cebrief kun je vaak veel beter on der woorden brengen wat je wer kelijk voelt dan bij het condolean- tiebezoek. Niet alleen omdat je bij de condoleantie vaak in de rij staat en maar weinig tijd hebt, maar ook omdat bepaalde dingen nu eenmaal beter geschreven dan gezegd kun nen worden. Het is goed om een paar dagen na zo'n bezoek nog eens een persoonlijke brief te schrijven". Wie echter de slag van het schrifte lijk communiceren kwijt is, zal het in een bijzondere situatie waarin een brief bij uitstek op zijn plaats is, moeilijk vinden de pen vrijelijk te hanteren. De actie „Red de Brief" moet voorkomen dat de kunst van het brief-schrijven op den duur helemaal verloren gaat. Waarbij „kunst" volgens Jonne Misset uitdrukkelijk niet met een grote K moet worden geschreven. Doel is niet om artistieke hoog standjes op te voeren, maar om tot een openhartige gedachtenuitwisse ling te komen. Fries de Vries: „De mensen weten niet half wat een genoegen het is om met elkaar te corresponderen, 's Middags bij de post tussen de giro-enveloppen en rekeningen een persoonlijke brief aantreffen, een werkstukje dat iemand speciaal voor jou heeft vervaardigd dat is een heel speciale verrassing. Maar ook een brief schrijven is een creatief genoegen van de eerste orde, uitmondend in dat heilige ri tueel van dichtlikken en naar de brievenbus lopen om hem nog voor vijven te posten. Zalig". Wereldwijd Als de actie aanslaat, zo stellen De Vries en zijn medestandster bij wij ze van bonus in het vooruitzicht, dan kan de porto fors omlaag. Bij voldoende belangstelling kunnen er ook weer twee bestellingen per dag worden ingevoerd. „Niet alleen in Nederland", voegt De Fries er aan toe, maar ook in het buiten land. Onze actie moet over heel de wereld uitwaaieren!". Wie wil meehelpen de brief te red den, ideeën hiervoor heeft en/of in het te vormen correspondentie-net wil worden opgenomen, kan (met bijsluiting van een postzegel voor antwoord) schrijven naar Jonne Misset, Hanenpad 62, 1501 WE Zaandam. ZATERDAG 25 FEBRUARI I LANGENBOOM Over het natuurverschijnsel carnaval, dat elk jaar opnieuw als een wervelstorm door Langen- boom raast, wordt merkwaar digerwijs met geen woord ge rept in de archieven der pa ters dominicanen, die zich tus sen 1852 en 1964 vanuit hun klooster in dit Brabantse Peel- dorp aan de zielzorg hebben gewijd. Wel zijn pagina's vol gereserveerd voor de cycloon, die op de broeiwarme tiende augustus 1925 een grillig en verwoestend spoor trok tussen Uden en ver voorbij Borculo en Didam. Omringd door een groen-gele gloed, die de hei spookachtig deed oplichten, naderden toen rondom het middaguur twee grijze fanto men, die van de ene seconde op de andere in elkaar opgin gen en vervolgens met de kracht van een enorme kur- ketrekker alles wat boven het gortdroge maïsveld uitstak, uit hun voegen wrikten. Rie ten daken van boerderijen werden vliegende tapijten, waarop schoorstenen zich naar elders spoedden. En hevig bloeiende bomen verloren als bij toverslag hun bladeren. Waardoor het leek, alsof de herfst dat jaar onwijs vroeg was begonnen. Ook de kerk van de in pop-art ge stoken kloostergemeenschap in Langenboom moest eraan geloven en werd meegesleurd in een wilde tango van de tornado. Daarbij be landde de kokette toren na een kortstondige hemelvaart op een na burig washok en werden priester koor en middenschip getransfor meerd tot puinhopen. De klooster tuin die tot dat moment in de wijde omtrek de enige schaduwrijke plek was geweest, waar de zon geen vat op had, was inmiddels veranderd in een kaal maanlandschap. Wilhelmina Acht dagen later bracht koningin Wilhelmina een bezoek aan Lan genboom. Ze was per trein van Den Haag naar Cuyk aan de Maas ge reisd en vandaar in een hofauto Vaste „ton-prater" in Langenboom is gemeentewerker Cor Reinen, die tussen zijn ambtelijke plichten do een jaar lang grappen verzamelt voor zijn „buut", die telkenmale luide bijval van zijn mede-dorpsbewone krijgt. jjovi Tot de vaste stoffering van elke pronkzitting behoren de Dansmeriekes, die vol overgave tussen de feestvierende meute huppelen en nieuwe redenaars naar de ton leiden. zal lanceren. En dat geldt evenzeer voor zijn concurrenten, die ook net doen alsof ze hooglijk geïnteres seerd zijn in hun arbeidsproces. Maar in feite achten ze alleen de jaarlijkse tien minuten in de ton echt een. inspanning waard. Speelruimte En dat weten ze in Langenboom ook donders goed. Planologisch stelt hun dorp geen bliksem voor. Een handvol straten, een paar kroegen en een ondermaatse kerk. Meer is het niet. Maar in de prak tijk biedt dat toch voldoende speel ruimte voor een feest dat twaalf maanden duurt. Tot 11 november merkt een buitenstaander daar overigens weinig van en lijkt het erop, dat er in Langenboom nor maal gewerkt wordt. De boeren be werken hun grond en de kinderen gaan naar school. Maar ook dan is het de loze schijn, die het oog be driegt. Want binnenskamers en on derhuids gaat het carnaval wel de gelijk onverdroten verder. Cor Rei nen snoeit dan namens het ge meentebestuur de openbare beplan ting. Maar terwijl hij dat doet be denkt hij koortsachtig de grappen, die hij straks als tonredenaar tij dens de Pronkzitting in zaal Bens Verkuskoppe Geen wonder dus, dat de inwoners van Langenboom zich indertijd spontaan verenigd hebben in de carnavalsvereniging „De Verkus koppe". Want daarmee leveren ze immers het bewijs, dat elk carnaval voor hen hoe dan ook een staartje heeft. Wie het lef kan opbrengen om toe te geven, dat hij een var kenskop heeft, hoeft ook geen tekst en uitleg meer te geven over zijn handel en wandel. Want neem het. dat varken maar eens kwalijk, dat hij voortdurend knort van welbe hagen. En dat doen ze dan ook in Langen boom. Dag in, dag uit. Vanavond is prins Ben de Eerste, die tussen regeren door als elektromofi' werkzaam is, weer met machtsvertoon uitgerukt naar- brandhaard in zaal Bens. Omstuj door zijn adjudanten, de grootvol zijn Raad van Elf en een nest dartelende dansmariekes, maa hij tegen acht uur zijn glorieuze wachting bij het volk, dat hij in nuari reeds bier en spelen in vooruitzicht heeft gesteld. Al; was de groet van de prins, waai hij zichzelf krachtig met de link hand een klets tegen de zijkant zijn hoofd gaf. Alaaf, riepen getrouwen terug, terwijl de Bau lander-muzikanten zich als volle de houtvesters zwetend een kapten door de eerste marsmuz op deze avond. Vanaf zijn troon gaf prins Ben, onder zijn verentooi een treffer gelijkenis vertoont met Kareltje de beroemde strip van Pa Pink man, vervolgens het woord aan tonpraters van Langenboom. Si voor stuk zeveraars van klasse, hun teksten uit hetzelfde va. bleken te tappen, waaruit ook moppenbladen in ons land be raad worden. Cor en Mart Réii Mieke van Kuppersveld, Manders en Toon Roeff, Toontje Beton, bewezen da. dat het onaanzienlijke Langertl barst van de radde redenaars, hun bewierookte Limburgse col ga Pierre Knoops tot een bral laar degraderen. Snor Op hetzelfde verrassend hoge veau excelleerden daarna de i gers en zangeressen van „De ki pen wur uut" en de playback-gr „Mix", die op een meesterlijke ze uit de geluidsband sprong. En prins Ben de Eerste zag hoorde in den hoge, dat het steeds snor zit in Langenboom C Het ondergeschoven kind uit Peel, dat in de Haagse politiek v spek en bonen mee mag d( schitterde voor de zoveelste kee een thuiswedstrijd met voorspe re uitslag. Met hun tactiek puur plezier brachten de „verl koppe" wederom hun tegensl ders van boven de Moerdijk verpletterende nederlaag toe. Wordt het langzamerhand g tijd, dat Langenboom zich uit behoud afscheidt van de rest Nederland? LEO THURI Foto's: KEES VERKE n f; lelf erl e f eh 'xul nd. nlc ar. ;pec Riki daarna omstuimig en vol op de mond zou zijn gekust. Het gaat bij een Pronkzitting immers uitslui tend om de onzin van het leven. En daar wist deze verslaggever blijk baar in 1925 reeds het fijne van. Op dat punt hebben de 2.053 inwo ners van Langenboom trouwens ook nauwelijks bijles nodig. Als rechtgeaarde Brabanders zijn ze er namelijk heilig van overtuigd, dat hun aanwezigheid op aarde alleen verdedigd kan worden met een zotskap op. En daarom beschouwen ze de twaalf maanden, die elk jaar telt, als een nuttige vingeroefening voor het feest, dat exclusief woedt beneden de grote rivieren van ons land. Voor Langenboom is carnaval al lang geen klus meer, die in de drie dagen voor Aswoensdag geklaard kan worden. Dat is een jammerlij ke misvatting van landgenoten, die er geen bal van begrepen hebben en nog steeds denken, dat een mens aan drie dagen leut voldoende heeft om zich in deze samenleving staande te kunnen houden. Vanuit hun calvinistische egostellingen volgen ze sinds mensenheugenis met argusogen de verrichtingen van de burgers in het Zuiden, die Gods vuurwater onbekommerd over hun akkers laten vloeien en hossend en hijsend afstevenen op de vastentijd, die door hen overi gens allang niet meer serieus wordt genomen. Maar wat de Brabanders en de Limburgers wel doodserieus blijven nemen, is het afscheid van hun eigen warmbloedige vlees dat ze uit voorzorg voortdurend onder de pekel houden. Het carne vale, het vaarwel aan Broeder Buik, de onverzadigbare, aan makker Mond, de gulzigheid, is een opgaaf op jaar basis, waar ze de handen vol aan hebben. Wie zo afscheid neemt, komt nooit aan het lijden toe. draden doorknippen en weg met dag ding door het rampgebied getrokken. In haar kielzog bevond zich ook de ra zende reporter van het Nieuwsblad voor 's Hertogenbosch en Omstre ken, die de volgende dag zijn le- zersschare het volgende ooggetui- geverslag aanreikte: „Onze konin gin heeft zich steeds getoond als een moeder. Een zorgzame moeder over een groot gezin. En nu een deel van haar volk getroffen werd door een ramp der natuurkrachten, nu een deel van haar groot gezin lijdt en kreunt en steunt, nu hare kinderen, die zo gaarne juichen om haar en haar moederschap, thans vragen om bescherming, nu komt de koninklijke moeder zelf om te troosten, om hulp te verlenen, te verzachten het leed en de tranen te drogen der moeders op de puinho pen harer vroegere haardsteden. Haar moederhart, dat zo gaarne juicht om haar volk, is thans droef getroffen om dit plotselinge lijden. Om die onverwachte smart, die zo- velen harer kinderen in wanhoop over de toekomst met de nagels in het vlees doet nijpen in wanhopig samengeperste eelthanden. Konin gin te zijn is moeder zijn: en moe der zijn betekent zorgen". Ereteken Het moet deze journalist worden nagegeven, dat hij als „tonrede naar" met dit machtig brok proza geheid hoge ogen zou hebben ge gooid tijdens de Pronkzittingen, waarmee de 2.053 inwoners van Langenboom het carnaval van 1984 oorverdovend hebben ingeluid. Sterker nog: het zit er dik in, dat hij aan het einde van zijn boeiende relaas door prins Ben de Eerste zou zijn onderscheiden met een vetle- deren ereteken en door prinses Wie in Langenboom het Carnavalsgedruis in juiste banen moet leiden, krijgt van die activiteiten een dorst, die voortdurend met nieuwe spiri tuele rondes gelest moet worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 14