finale
Aardappeleterswijntje
ter ere van Van Gogh
Sneeuw
verandert
New York
in knus
Alpendorpje
ZATERDAG 18 FEBRUARI 19
NUENEN Aan de wand in
de gelagkamer van het plaat
selijk hotel geen reproductie
van het verstilde „Nederlands
Hervormd Kerkje", maar een
tot schilderij uitvergroot bid
prentje in toverbalkleuren,
voorstellende een engelbe
waarder die twee peuters via
een wrak bruggetje over een
woeste stroom heen loodst. De
lokale rijvereniging blijkt
Sint-Clemens te heten en de
hondenvereniging noemt zich
„Nooit Gedacht". De naam
van de carnavalsvereniging
brengt de spoorzoekende pel
grim ook niet verder, want
die luidt „De Dwersklippels",
maar bij de blaaskapel wordt
men warm: „De aardappele
ters". Een plakkaat met het
opschrift „Van Gogh-draag-
spelden 25 gulden" tenslotte
verschaft de pelgrim de ze
kerheid dat hij op zijn doel is
aangekomen. Nuenen, weet
hij nu, herinnert zich zijn
„schildersmenneke" nog.
Een van de laatstend die hem lijfe
lijk hebben gekend was Piet van
Hoorn. Hij bewoonde de watermo
len Opwetten die Vincent in 1885
schilderde, en liet, alvorens te ster
ven, deze onsterfelijke persoonsbe
schrijving uit zijn mond optekenen:
„Hij had net zo goed verstand als
gij of ik, maar veel mensen in Nue
nen zeiden: daar heb je die gek
weer. En dat kwam daarmee te pas,
als hij geen idee, geen schildersplan
meer had, ging hij een plan zoeken
en tenslotte, ik zal maar zeggen,
stond hij hier om een plan te ma
ken en tenslotte had hij een plan
gevonden. Hij had dan hier en dan
daar gestaan en ginder en dan weer
terug en dan weer vooruit en dan
zeiden de mensen: daar is die gek
weer aan de gang. Dat was duide
lijk: iedereen zou zeggen daar is
een gek aan de gang".
Nuenen had, kortom, weinig op
met de schilderende domineeszoon
zoals die daar rondhanneste, „onbe
dachtzaam gekleed, het haar kort,
de rossige baard onverzorgd en
stoppelig, de hoed met slappe rand
diep in de ogen". Nuenen kon hem.
onder aanvoering van de pastoor,
wel wegkijken en Van Gogh be
greep de vele wenken in die ric i-
ting. Hij hield het er nog geen twee
jaar uit. Zijn vlucht moet hem aan
het hart zijn gegaan, want „het gaat
mij hier in Brabant nogal wel",
schreef hij zijn broer en penne-
vriend Theo, „tenminste ik vind de
natuur hier erg opwekkend". En,
in een andere brief: „Het Brabant
dat men gedroomd heeft, daar
komt de werkelijkheid al heel
dichtbij".
In brons
Zo wist hij alle vijandigheid,
ook van zijn vader, ten spijt het
volle jaar 1884 in Nuenen uit te zit
ten. En dat gaat het dorp onder de
Philips-rook van Eindhoven een
eeuw later met veel bombarie vie
ren. Het weggepeste schildersmen
neke keert terug, veel groter dan
hij bij zijn leven geweest kan zijn,
één meter negentig lang namelijk,
in brons vereeuwigd door de beeld
houwer Klaas van Rosmalen, be
taald vanuit de bevolking zelf, op
30 maart aanstaande te onthullen.
Dat ging in 1930 even anders. Toen
gaf de gemeente een landelijk co
mité dat de schilder met een monu
ment in Nuenen wilde eren, een
vrekkerige vijftig gulden, „overwe
gende dat het huldigen van de
kunstenaar uiteindelijk in zich sluit
het huldigen van de Maker van al
het Geschapene".
Motor achter de Van Gogh-viering
is ambtenaar Sportzaken Ton de
Brouwer. Niet eens een Nuenense
autochtoon, deze geestelijke vader
van het eerherstel, maar al twintig
jaar bezeten van Vincent zoals Vin
cent bezeten was van schilderen.
Met zijn kennis over het onder
werp zou hij subiet in een televisie
quiz moeten. Uit zijn collectie is
ook het materiaal afkomstig dat het
door hem gestichte Van Gogh Do
cumentatiecentrum vult, een voor
malig wevershuisje in de trant
waarop de schilder zo verzot was.
„Het werd te gek, hier aan de balie
van het gemeentehuis, nadat in
1973 het Amsterdamse Van Gogh-
museum was opengegaan. Allemaal
mensen die Nuenen ook wel eens
in levende lijve wilden zien".
Wie het geluk smaakt in dat cen
trum door Ton de Brouwer zelf te
worden rondgeleid, kan rekenen
op menige pikante bijzonderheid.
Over het vertrek van de kunste
naar met name. „De situatie was
voor Vincent helemaal onhoudbaar
geworden toen Sien de Groot
dat is de tweede figuur van links
op de Aardappeleters zwanger
bleek te zijn. Iedereen wees hem
als de dader aan en inderdaad had
het kind dat Sien kreeg, rood haar.
Maar Vincent heeft het altijd ont
kend. Uit zijn brieven blijkt ook
dat hij de werkelijke vader kende.
Volgens mij is het een van de toen
malige kerkmeesters geweest die
de pastoor heeft opgestookt om
Vincent maar de schuld te geven".
Verliefd
Op de koop toe was er nog de affai
re rond Margot Begemann. „In ja
nuari 1884", schudt Ton de Brou
wer uit zijn mouw, „had de moeder
van Vincent onderweg naar Hel
mond bij het uitstappen van de
trein haar been bezeerd. Ze moest
maandenlang de stoel houden.
Daarom kwam Margot vaak op be
zoek. Ze was een buurvrouw, want
de oude Begemann die vader Van
Gogh was voorgegaan als predikant
in Nuenen, had na zijn pensione
ring naast de pastorie een groot
huis voor zichzelf laten bouwen,
Nune Ville, het staat er nog. Hoe
wel Margot twaalf jaar ouder was
dan de toen dertigjarige Vincent,
werden ze verliefd. Maar vanwege
zijn gedrag hij had in Den Haag
al een verhouding gehad met een
zwangere prostituée paste Vin
cent niet in de familie en de Bege-
manns werkten de liefde op alle
fronten tegen. Het werd zo erg dat
Margot een poging deed zichzelf te
vergiftigen. Vincent is er dermate
door aangegrepen dat hij de naam
Margot nooit meer uit zijn pen
heeft kunnen krijgen en altijd
schreef over Mejuffrouw X".
Van Gogh had zich alle ellende
kunnen besparen wanneer hij zijn
plan had uitgevoerd om slechts
kortstondig in Nuenen te blijven.
„Zijn hart ging uit naar Drenthe",
rakelt Ton de Brouwer op. „Daar
heen was hij gegaan op aanraden
van de schilder Ridder van Rap-
pard, nadat hij onenigheid had ge
kregen niet zijn leermeester in het
vak en volle neef Mauve. In Dren
the heb je van die pittoreske plag
genhutten, dat is jouw stijl, had
Van Rappard gezegd. Maar Vincent
was bang voor de winter in Dren
the. Hij had geen cent. Daarom be
sloot hij de slechtste maanden in de
ouderlijke pastorie, het dominees
huis aan de Berg in Nuenen, door
te brengen en vervolgens naar
Drenthe terug te keren".
Het zou anders lopen. Nuenen
kreeg Van Gogh in zijn ban en
bracht zijn laat ontloken talent tot
een explosie van wasdom. Hij zou
er 194 olieverfschilderijen maken
in de als atelier ingerichte mangel
kamer achter de pastorie, 263 teke
ningen, 19 waterverfschilderijen, 6
tekeningen met waterverf, 1 goua
che en 1 litho. Bij elkaar een derde
van het totale oeuvre, dat van hem
bewaard is gebleven. Maar er moet
veel meer zijn geweest, denkt Ton
de Brouwer. „Toen Vincent van
hier naar Antwerpen en vervol
gens naar Parijs vertrok zijn va-
Het standbeeld van „schildersmenneke" Vincent van Gogh zoals
dat op 30 maart in Nuenen onthuld gaat worden.
der was inmiddels gestorven; zijn
moeder had de pastorie moeten
verlaten en was naar Breda ver
huisd liet hij zijn spullen ver
pakt in kisten achter op de zolder
van een broer van Margot Bege
mann. Die schreef de moeder na
verloop van tijd: wat moet ik er
mee aan? De moeder schreef terug:
steek er de brand in. Hetgeen ge
schiedde. Er is uiteindelijk maar
één kist naar Breda gegaan. De
moeder heeft hem aan een hande
laar in tweedehands spullen gege
ven en die heeft de inhoud zo van
zijn kar langs de deur verkocht,
wat van Van Gogh in het Kröller-
Mtlller Museum op de Hoge Velu-
we hangt, dat komt van die kar".
Armzalig
Het Nuenen van nu is een blaken
de groeikern met 19.000 inwoners.
„Voor geen enkele voorziening op
cultureel of recreatief gebied hoe
ven ze buiten de gemeentegrens te
gaan", schept Ton de Brouwer op.
Verdwenen is de hei waarover
Vincent van Gogh in vijf kwartier
heen en viif kwartier terug naar
het voor-Philipsiaanse Eindhoven
wandelde om er bij het station zijn
verven en vernissen te halen. Het
Nuenen van toen was een armzalig
gat waar de gierige gronden van de
Peel en de Kempen elkaar ont
moetten. „Tweeduizend vijfhon
derd zestig inwoners", weet Ton de
Brouwer uit het blote hoofd. „Van
wie de helft een karige korst brood
verdiende als thuiswever. Zo be
rooid was de streek, dat de toenma
lige Maatschappij van Weldadig
heid boeren van buiten aantrok
voor de ontginning. Dat verklaart
ook waarom de overwegend katho
lieke regio een dominee als de va
der van Van Gogh tolereerde. Die
was er voor die protestantse boe
ren".
Het was op dit Nuenen dat Vincent
met zijn grote sociale gevoel ver
liefd werd. O ja, hij kankerde. „Uit
de natte verf van de vier doeken
die gij ontvangen zult", schreef hij
broer Theo in diens Parijse kunst
handel, „haalde ik zeker een hon
derdtal en meer vliegen. Niet mee
gerekend dat, als men ze een paar
uur door de hei en de heggen mee
draagt, een tak of wat er over heen
schramt". Maar de zwoegende boe
ren en wevers fascineerden zijn
schildersoog. „Men moet ze schilde
ren als zijnde zelf een hunner, als
voelend, denkend zoals zijzelven,
leven in die hutten, dag in dag uit,
net als de boeren op 't veld zitten,
in de zomer de zonnehitte, in de
winter de sneeuw en vorst uitstaan,
niet binnenskamers, maar buiten,
en niet voor een wandeling, maar
dag in dag uit, als de boeren zelf. Ik
heb er terdege op willen werken
dat men de gedachte krijge dat die
luitjes die bij hun lampje hun aard
appels eten, met die handen die zij
in de schotel steken, zelf de aarde
hebben omgespit".
De situatie was voor Vincent van Gogh in Nuenen helemaal
onhoudbaar geworden toen Sien de Groot de tweede figuur
links op de Aardappeleters zwanger bleek te zijn en iedereel
hem als de dader aanwees
Boerenleven
Ton de Brouwer herinnert zich een
anekdote die kenmerkend is. „Vin
cent had nogal wat vrienden in
Eindhoven onder wie de edelsmid
Hermans. Die had een groot huis
laten bouwen, dat hij wilde opfleu
ren met muurschilderingen. Aan
Vincent vroeg hij de muren van de
eetzaal te doen. Hij wilde er een
Laatste Avondmaal, met veel enge
len en zo. Maar Vincent zei: wel
nee, dat bederft de eetlust; tafere
len uit het boerenleven moet je ne
men. En hij maakte in zijn geest
drift ter plaatse vier schetsjes, die
gelukkig bewaard zijn gebleven".
„Je kunt zeggen dat de atmosfeer
van Nuenen het kunstenaarschap
van Van Gogh pas goed ontketen
de. En hij was zich daarvan bewust.
In de laatste maanden van zijn ver
blijf schilderde hij een herfstland
schap. Hij vond het zo goed dat hij
het niet wilde verkopen, maar ca
deau deed aan Kersemakers, een
andere vriend van hem. Je hebt
het niet gesig
neerd, merkte die
op. Niet nodig, zei
Vincent, ze zullen
mijn werk later
vast en zeker her
kennen en over
me schrijven, als
ik straks dood
ben".
Tot in Zuid-
Frankrijk toe
bleef de herinne
ring aan Nuenen
Van Gogh achter
volgen. „Hij
vroeg Theo in Pa
rijs hem een paar
Brabantse schet
sen op te sturen
omdat hij in Arles
iets soortgelijks
wilde schilderen.
Of hij ooit in
Nuenen zou zijn
teruggekeerd,
wanneer hij geen
zelfmoord had ge
pleegd? Zoiets
weet je natuurlijk
nooit, maar wel
weten we dat hij
het uitbundige
palet van de Midi
beu werd en naar
het noorden trok, naar Auvers,
waar hij zijn vroegere thema van
de oude, bemoste daken weer op
pakte. De oude kerk van - Auvers
zoals hij die schilderde, is de kerk
van Nuenen. En in 1973 hebben we
op het gemeentehuis van Nuenen
een brief van hem aan de burge
meester van Nuenen teruggevon
den, waaruit blijkt, dat hij speelde
met de gedachte om terug te keren.
Maar of dat gekund had - naar een
dorp waarvan de pastoor de men
sen geld beloofde als ze weigerden
voor hem model te staan?"
Een eeuw later is het de nagedach
tenis aan diezelfde Vincent waarin
de mensen van Nuenen de belofte
jvan geld ruiken. Bijna niet te tellen
is het aantal evenementen dat
wordt georganiseerd onder de para
plu van de Stichting „Nuenen-100
jaar Van Gogh", waarover Ton de
Brouwer het secretariaat voert. Een
Een schilderij uit Vincent van
Goghs „Brabantse periode".
Van Gogh-voetbaltoernooi,
Van Gogh-bridgedrive, een
Gogh-braderie, een Van Go
vlooienmarkt, een Van Gogh-mi
cal door de Vincent van Go
school en een Van Gogh-oriënta
tocht voor het hele gezin langs
zes plekken in en rond het d(
die min of meer ongeschonden
waard zijn gebleven, zoals de scl
der ze honderd jaar geleden
beeldde. Er komt een speciale
Gogh-aardappel en ook een V
Gogh-tulp. De plaatselijke hor
zal ongetwijfeld een Van Go
schotel op het menu nemen waa
aardappelen de boventoon voen
Ton de Brouwer vindt het niet eT
„Zolang er in de fritestent op
hoek maar geen Van Gogh-geha
bal komt. Welnee. Willem de ZW
ger is vijfhonderd jaar geleden,
je moet eens zien wat er op
markt komt. En wanneer kro(
prins Charles van Engelai
trouwt, wordt de markt ook osei
spoeld met bierglazen waarop
portret staat. Ik heb er geen p
bleem mee".
Liever dan
het aardapp
terswijntje dat
Nuenense sli
lanceert, pi
Ton de Brom
echter over
Van Gogh-t
toonstelling,
in oktober
feestviering j
afsluiten. Ri
twintig werl
van de schil
zullen er te z
zijn. Maar niet
Aardappeleters
zelf. Dat geeft
veel soesa.
1965 hebben
het schilderij h
gehad. Uit veil
1 eidsoverweêii
len woest het
■meentehuis
's nachts Da4934
in een zee \t,
licht. Alle ambf
naren had<£eui
hun sleutels
moeten geven,
burgemeester
mocht alleen bL|~
nen nadat hij
wachtwoord
uitgesproken. Rode radijs was
haha. We zouden het trouwens Hlie
kunnen betalen. De Aardappeletje n
is verzekerd voor 12 miljoen gL (j
den. Het zou ons 30.000 gulden
Eremie gaan kosten. Zo leeft r.-*
ier nou ook weer niet. De N
nense gemeenschap bestaat teg ^aa
woordig voor een groot deel uit eel
port. Forensen. Ze weten wie Lrëc
Gogh is, maar of ze ook weten
hij hier gewoond heeft? Ik vtj
wacht van buiten eigenlijk m
belangstelling dan van de plaat5
lijke bevolking. Een profeet woieel
nou eenmaal nooit in eigen liuik
geëerd. En ik vind het ook
goed dat we alles binnen proporj^
houden. We moeten niet g
overdrijven. Want laten we
wezen zo'n heilige is Van Gip
niet geweest".
!Rl
Ê1
PIET SNOEE og
NEW YORK De ochtend
na de sneeuwval tekende zich
een kraakheldere lucht af bo
ven New York. Het felle zon
licht op de besneeuwde daken
had een verblindend effect en
uit de duizenden schoorstenen
langs de wegen kringelden
kleine rookwolkjes op die
langzaam wegdansten in de
wind. Van de ene op de ande
re dag waande je je niet meer
in een grote stad, maar in een
knus wintersportdorpje in de
Alpen.
Omstreeks half negen was de stoep
één bonte schakering van kleuren.
Rode sneeuwlaarzen met dikke
spekzolen, smaragdblauwe been
warmers, vrolijk gestreepte mut
sen, loshangende sjaals en steenro
de jacks. Een zakenman in driede
lig grijs en zijden stropdas schuifel
de voorzichtig het park in. Zijn ak
tekoffertje bungelde aan de lang-
laufski's waarop hij de tocht naar
zijn werk wilde voortzetten. Een
andere keurig geklede heer viel op
door zijn ijsmuts en loszittende
overschoenen. Sneeuw in New
York maakt de ochtenden tot ge
beurtenissen waarbij veel valt te
kijken en volop te genieten.
Zonder erbij na te denken gaat ie
dereen langzamer lopen. Kinderen
langs de weg juichen naar de grote
vuilniswagens die voor de gelegen
heid zijn omgebouwd tot sneeuw
ruimers. Enkele uren na de
sneeuwstorm zijn de belangrijkste
wegen al weer begaanbaar. De
sneeuw van die nacht ligt nu alleen
nog op de auto's die langs de wegen
geparkeerd staan. Maar de auto's
zitten veelal zo dik onder de
sneeuw dat ze nauwelijks meer te
onderscheiden zijn. Af en toe zie je
een ongelukkige eigenaar wat
sneeuw van de daken vegen om te
zien of het misschien zijn auto is
die onder de witte berg schuil gaat.
Dit zoeken is vooral een bron van
plezier voor de menigte die staat te
wachten op de lijndiensten naar
het centrum.
De mensen bij de bushalte staan
niet in de rij, maar her en der ver
spreid op de stoep. Niemand staat
voor of achter iemand, maar toch
lijkt iedereen te weten wie er voor
hem is en wie niet. In de rij staan is
een heel aparte belevenis in New
York waarbij van alles kan gebeu
ren. Slechts een enkeling waar
schijnlijk als gevolg van lekkende
laarzen en koude tenen kijkt
somber voor zich uit. Voor de
meeste mensen is de rij een soort
feestje. Het is vooral een kans om
andere mensen te ontmoeten. Wat
is er mooier dan op een koude och
tend een praatje maken met een
vreemde? Er hangt dan ook een
speciale intieme sfeer. Iedereen is
net uit bed en ziet de dag fris tege
moet. 's Avonds zien dezelfde pas
sagiers er moe en afgetobd uit. Het
is steeds weer een verrassing om te
zien hoeveel aantrekkelijke vrou
wen er 's ochtends in New York
zijn. Tegen het eind van de middag
lijken ze weer verdwenen.
Op een gegeven moment draaien
de bussen de hoek om. De mensen
stappen in en gooien om beurten 90
dollarcent in het kaartjesapparaat.
De meesten lijken zich erbij neer
gelegd te hebben dat er geen wis
selgeld is als je het niet gepast hebt.
De prijs van de kaartjes is maanden
geleden verhoogd tot 90 dollarcent,
maar er zijn nog steeds mensen die
voor 75 dollarcent mee willen.
Waar hebben ze al die tijd uitge
hangen dat ze dat nou nog niet we
ten? Er is altijd wel iemand die
gromt: „Waarom maken ze er niet
gewoon een dollar van, dan zijn ze
van al het gezeur af?" Deze New-
yorker gaat dan gemakshalve maar
even voorbij aan het feit dat voor
de allerarmsten een dubbeltje meer
of minder een heel verschil is.
Om de hoek in 83rd West Street
heeft zich op de vroege ochtend
een tweede rij gevormd. Deze men
sen staan in de rij voor het Planeta
rium Postkantoor, waar het altijd
donker en bedompt is en een chro
nisch gebrek aan personeel heerst.
Omstreeks negen uur staat hier de
gebruikelijke menigte in de hal,
stampend met hun besneeuwde
laarzen op een vloer die tegen het
eind van de middag zal zijn veran
derd in een modderpoel.
Er is altijd wel iemand die roept:
„Kan hier niet een raam open?",
alsof de directeur wiens naam trots
boven de gebarricadeerde deur
prijkt, het in zijn hoofd zou halen
aan het verzoek van
schreeuwle
ken te voldoen. Toch gaat er,
kens als iemand de euvele m(
heeft het verzoek te uiten, w
een instemmend gejuich op. Zo
en toe zie je een jonge opportui
die probeert voor te kruipen, m
die nonsens wordt door de waak
men onder de wachtenden me<
in de kiem gesmoord. Het zijn
leen de heel jonge mensen die d
ken dat het hier ieder voor zich
De meesten weten dat het sai
oplopen of voortschuifelen een
gen is, geen vloek. Dit verkla
waarschijnlijk ook waarom de sf
in de Newyorkse rij in tegens
ling tot rijen elders zo opgerui |£Vt;i
en hartelijk is. Het is altijd goed js
gens bij te horen, zelfs al duurt n
slechts tot de komst van de bul
het betalen van een paar do
voor een expressbrief. a
LINDA BLANDF0
Copyright The Guard
arriv
mg£
Is o
and
'laa;
Ton de Brouwer, al twintig jaar bezeten van Vincent van Gogh.