RIAN
DE WAAL
men
Klassiek pianist
„Ik zou voor
geen prijs
boven mezelf
willen wonen"
3' Met-
3 rokers op
?j de trein
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1984
linge 7
pt bi
portie
;er ge
vorj
lustri
ele b
fel to
aansti
erom
LEE'
BRUSSEL Dank zij afzien en
een goede moraal om het in wie-
lertermen uit te drukken heb ik
het roken van twee pakjes van de
zwaarste sigaretten via vijf sigaren
per dag teruggebracht tot een enkel
sigaretje na een voortreffelijk met
vrienden genoten maaltijd of een
sigaartje als er echt sprake is van
een feest. Een beetje rekenwerk
leert me dat ik pak-weg twee keer
per maand wat rook werk bedrijf.
Daarmee kan ik me rustig voor
doen als een niet-roker. Maar moet
ik als straf daarvoor plaatsnemen
óp een trein als ik het Belgisch
openbaar vervoer verkies? Ik ben
geschrokken van de mededeling in
het Vlaamse progressieve dagblad
„De Morgen", dat vandaag het
nieuws van gisteren bracht: „Niet-
rokers krijgen meer plaats op de
trein". Een maatregel, die niet mis
is. De mededeling beoogde echter
te zeggen dat van de tien zitplaat
sen in een trein er voortaan zeven
voor niet-rokers bestemd zullen
zijn.
Zo krijg je wel vaker klappen als
het in Vlaanderen om het voorzet
sel gaat. Het is bijvoorbeeld goed
gebruik dat een Belg, die met de
justitie overhoop ligt, een advocaat
ónder de arm neemt Daarbij, om
de verdediging goed te kunnen
voeren, wordt het dossier overlo
pen, Want, zal de advocaat zeggen,
ik aanzie het als mijn plicht u goed
né te staan. Een beetje beleefde
verdachte zal dan antwoorden: „Ik
dank u óm dit gebaar". De justitie
krijgt het trouwens steeds drukker,
want er komen nog altijd misdrij
ven er tóe. Desondanks staat zij in
de bres voor de rechtsstaat.
Een voetbalwedstrijd, die winst
noch verlies oplevert, eindigt hier
volgens de radio-reporters óp een
gelijkspel. Wordt er echter door
een der partijen gewonnen dan
heet het: de club behaalde een
overwinning tégen
Als er sprake is van een betoging
en dat gebeurt nogal eens
dan schrijven mijn Belgische colle
ga's als zij een autoriteit hebben
Geini;
„Vorig jaar was het verplichte
werk een concert van de Belg De
Vreese. Een pil van ruim honderd
pagina's, waar je je noot voor noot
doorheen moest worstelen. Het
stuk klinkt best geinig. Maar er zit
ten melodieën in die ie blijven ach
tervolgen en ook s nachts nog
door je kop malen. Ik had ook nog
de pech, dat ik op de laatste dag
moest spelen en pas begon te stude
ren op net moment dat anderen al
halverwege waren of bijna klaar.
In het hokje naast me zat een deel
nemer, die al zes dagen bezig was
en moeiteloos de passages speelde,
waar ik nog geen wijs uit kon. En
mijn buurman aan de andere kant
was de eerste dag al opgesloten en
had acht dagen kunnen oefenen.
Reken erop, dat zoiets een mens le
lijk kan frustreren".
ontdekt: Ook de burgemeester
stapte óp in de demonstratie".
Wordt er geknokt dan eindigt zo 'n
betoging óp heibel. Als er op het
strijdtoneel een hoofddeksel ach
terblijft mag een politieman zich
afvragen: „Aén wie is die hoed?"
Het zou niet zo erg zijn, en minder
opvallend, als er sprake was van
een spreektaal, die het met het
voorzetsel niet zo nauw neemt.
Maar het wordt wat anders indien
de fouten zich opstapelen bij radio
mensen of in de dagelijkse berich
ten in de kranten. Officieel heeft
men immers voor de oorlog in
Vlaanderen al gekozen voor het
Algemeen Beschaafd Nederlands in
het onderwijs, bij de radio, in offi
ciële stukken, in de kranten. En
juist de Vlaamse kranten, die soms
zo onhandig met het ABN omgaan,
stellen zich altijd zo te weer tegen
die vermaledijde Walen. Zoerg
vaak, dat de objectieve lezer wel
moet concluderen dat alle kwaad
uit de Franssprekende delen van
België wordt aangevoerd.
Nu, ik ben ervan overtuigd dat niet
alle kwaad uit Wallonië komt,
maar wel het kwaad dat in het
Vlaamse taalgebruik gëdrongen is,
want die verkeerde voorzetsels
zijn, op een enkele uitzondering na,
gallicismen, geleende brokjes Fran
se taal.
Maar er is hoop. Bij het gemeente
lijk onderwijs in de gemeente Ou-
dergem is men onlangs zo ge
schrokken van het feit dat het Ne
derlands sterk teruggedrongen is,
dat men een bijzondere leerkracht
voor de Nederlandse taal heeft aan
getrokken. Bovendien gaat men
voor de drie hoogste klassen van
het middelbaar onderwijs taaiva
kanties organiseren. Voor ongeveer
800 gulden mogen de leerlingen
zich twee weken lang in ontspan
nen sfeer bezighouden met het Ne
derlands. Niet in Vlaanderen, maar
in Nederland. En misschien is dat
wel om goed met de voorzetsels om
te leren gaan. Of om voor eens en
voor altijd af te leren dat een schip
langs de kust dépasseert.
AAD JONGBLOED
dat het Elisabeth Concours een pri
ma opstapje is naar internationale
bekendheid. En die heb je nodig
om brood op de plank te houden.
Zo simpel ligt die zaak ook voor
een pianist. Tevoren wist ik, dat
het een kwestie zou worden van d'r
op of d'r onder. Want Brussel is een
afvalrace, waarin behalve de mu
ziek nog allerlei onvermoede facto
ren meespelen. Je stapt met hon
derd twintig concurrenten uit de
hele wereld in een slangenkuil en
weet, dat na de eerste selectie vier
entwintig deelnemers de tweede
ronde zullen halen. Als die achter
de rug is zijn er welgeteld twaalf fi
nalisten over, die in een kapel wor
den opgesloten met de opdracht
een gloednieuw stuk in te studeren,
dat nog nooit eerder is uitgevoerd.
Je hebt het dus niet via een plaat
of op de radio kunnen beluisteren
en bent volledig aangewezen op dat
dooie notenmateriaal. Dat is dood
eng heb ik gemerkt. Je hebt name
lijk geen flauw idee, hoe het in
werkelijkheid klinkt. Als je daarna
voor de eerste keer met het orkest
repeteert, schrik je je dan ook
voortdurend de blubber".
Achteraf blijkt, dat Brussel in de
carrière van Rian de Waal een sluis
is geweest, die hem linea recta naar
het grote succes heeft geschut. Zijn
agenda is momenteel rijkelijk ge
vuld met concerten en recitals in
binnen- en buitenland en zijn eer
ste solo-lp „Romantic Transcrip
tions", waarop hij met majesteite
lijk machtsvertoon en adembene
mende vingervlugheid werken van
Liszt, Pausig, Balakirev en £odow-
sky speelt, gooit momenteel terecht
hoge ogen in de klassieke platen-
top.
„Nu is het zaak mijn positie te con
solideren", realiseert hij zich terde
ge. „Wat tijdelijk succes kon wor
den genoemd, moet nu permanent
worden. Dat zal een heidense op
gaaf worden, want de concurrentie
is waanzinnig groot".
„Het wordt voor mij steeds moeilij
ker mezelf waar te maken. Ik ben
immers geen veelbelovend talent
meer, dat zo verrassend uit de hoek
is gekomen. Die verrukkelijke tijd
heb ik gehad. Ik heb inmiddels
verwachtingen gewekt. En die zal
ik elke dag opnieuw moeten inlos
sen. Dat is de tol, die betaald moet
worden voor een droom, die ik hoe
dan ook wil waarmaken".
„In de praktijk kan ik me daarom
geen minder goede dagen meer
veroorloven. Geen huilverhalen
over de stand van de maan, die
mijn spel zou hebben beïnvloed.
Want elke avond opnieuw word ik
onbarmhartig doorgelicht en velt
het publiek zijn vonnis over mij.
„Wat is er nu nog over van de vir
tuositeit van Rian de Waal?", vra
gen ze zich af. En als die mocht te
genvallen, ben ik morgen of over
morgen toch mooi nergens meer".
Voorkeur
Er zit dan ook voor hem niks an
ders op dan blijven studeren op een
almaar uitdijend repertoire. Zijn ei
gen voorkeur voor componisten als
Liszt, Rachmaninov en Tsjaikow-
sky geeft allang niet meer de door
slag bij zijn repertoirekeuze. Het
gaat immers alleen om de klant, die
zijn koning is. Een prettige bijkom
stigheid is dat hijzelf ook danig
baalt, wanneer hij voor de veertig
ste keer in successie hetzelfde stuk
moet spelen. Liever bijt hij zich
vast in een brok muziek, dat hij
nog niet in de vingers heeft. „Ik
heb dit jaar al acht keer het eerste
pianoconcert van Tsjaikowsky ge
speeld", zegt hij walgend, „en dat is
met recht een ramp".
Gisteren heeft hij nog een aanbie
ding gekregen om de solopartij in
het vierde pianoconcert van Beet
hoven een groot aantal keren ach
ter elkaar te spelen. En ofschoon
het een aardig sommetje zou heb
ben opgeleverd, heeft hij» „nee"
moeten verkopen. Het stuk is door
hem nog niet ingestudeerd en on
der geen beding wil hij het risico
lopen, dat hij omwille van snel ge
win kwaliteit zal moeten inleveren.
Zelf vindt hij tachtig concerten per
jaar vooralsnog een verantwoord
aantal, dat hem net niet horendol
maakt. De tijd die er dan overblijft
heeft hij trouwens broodnodig voor
reizen en studeren. „Het gaat erom,
dat je je intuïtie telkens opnieuw
onderbouwt met de techniek van
het spel", legt hij uit. „Je begint op
je gevoel te werken en probeert je
vertrouwd te maken met de hart
slag van de muziek. Als dat gelukt
is, wordt het tijd om intuïtie en
verstand onder één noemer te
brengen".
De pianisten Horowitz en Glem
Gould heeft hij daarbij als voor
beeld genomen voor zijn eigen car
rière. „Het zijn grote persoonlijkhe
den aan het klavier", zegt hij,
„twee kanjers die het podium op
stappen met een blik van „neem
me zoals ik ben" en als je het niet
mooi vindt wat ik speel, kun je bar
sten".
Ferme taal. Dat moet gezegd wor
den en het is Rian de Waal aan te
zien, dat zo'n martiale houding
hem op het lijf geschreven is.
LEO THURING
Foto's: CEES VERKERK
Veel tijd voor zijn lievelingsdier heeft Rian niet meer. Zijn agenda is
rijkelijk gevuld met concerten en recitals in binnen- en buitenland.
gels
AMSTERDAM De afge-
ankte winkel in het oude
besten van Amsterdam, waar
ianist Rian de Waal voortdu-
end een gevleugeld loopje
iet zichzelf neemt, was tot
oor kort de uitvalsbasis van
llnfl en dubieuze handelsonderne
ming, die inmiddels in het ab-
olute niets verdwenen is.
rerki tendaar dat de huidige bewo-
ikel er zich nu met grote regel-
duidiaat achter het klavier moet
erheffen om deurwaarders,
ihuldeisers en rechercheurs
woord te staan, die graag
rtfte rillen weten waar de poet ge-
<i leven is. Vanmorgen vond
ij tussen de postbestelling
er og twee aanmaningen, om
sterWerwijld een astronomisch
t edrag te storten op de bank
rekeningen van firma's, waar-
Dab an hij nog nimmer gehoord
lad. Gewoontegetrouw heeft
ij ook deze missiven gelegd
0eJgp de groeiende stapel brie-
»3pn, waarop hij het antwoord
leeft at aan zijn dood schuldig zal
kt e lijven,
wat
Hwjjich is hj beslist niet ontevreden
escnc |,er zijn nieuwe behuizing, die hij
dat a jnwege hun beider geluidsvolume
"J^lechts periodiek deelt met de lyri-
elkM|,e sopraan Marion van den Ak-
VaaT' ^an anc*ere kant van het
een>ïl^fond, dat hij met zachtboard wat
ï^vffinder mededeelzaam heeft ge-
k nJ133^* Woont weliswaar een piano
lerares, die de gewoonte heeft te
'yeK lan spelen als hij net een eenzaam
de ,cital van vijf uur heeft beëindigd,
Uan aar ook dat luidruchtig ongerief
elanj ;eft hem tot nog toe niet kunnen
"*en ïtmoedigen. Deze buurvrouw
°Pr eeft hem trouwens net nog een
art aangereikt. En dat vond hij
et permissie een opmerkelijke
nsW ste. „Want", realiseert hij zich
soortgelijks, „ik zou voor geen prijs
eveP >ven mezelf willen wqnen".
Waal weet wat dat zou beteke-
i. De weg naar de top, die deze
i-jarige mannenbroeder van gere-
irmeerde huize al grotendeels al-
gro ma non troppo heeft afgelegd,
ent voor hem van dag tot dag
inder enige onderbreking gepla-
»id te worden met de noten, die
®ra"1 imponisten ooit als veelzeggende
ïn kenen aan de balk hebben gehan-
1 n. Van zijn vader, die directeur is
ln in de Grontmij, heeft hij gelukkig
n knappe voorraad nuchterheid
ërfd, waarmee hij zijn successen
abtei doende kan relativeren. Om wat
niets te doen heeft hij toen de or-
i van ,i]essen> die hij jarenlang trouw
U1 volgd heeft, maar naar pa door-
>ru:1- schoven. „En die heeft er zowaar
P* >g lol in ook", stelt de zoon tevre-
J** n vast.
ed,
vlijt
at hem zelf betreft: hij was nau
welijks vijf, toen hij voor het eerst,
hter de piano in zijn ouderlijk
lis kroop en tot ieders verbazing
lijk zijn slag sloeg. Op dat mo-
fent werd duidelijk, dat hij be-
lort tot het kleine, exclusieve ge
lschap van landgenoten, die over
i absoluut gehoor beschikken,
dat verklaarde meteen, waarom
als dreumes, die nauwelijks
'am kijken, het lef had zijn oude
zusje tijdens haar pianolessen
ntjes te wijzen op haar misslagen.
Jiterst irritant", realiseert hij zich
hteraf, „maar ik kon het ook niet
afbet lpen, dat ik als snotaap van drie,
'er jaar precies kon horen, waar
de fout in ging".
)or dat absolute gehoor heeft hij
puwens in ruime mate moeten
eten. Want op verjaardagen werd
j prompt als extra-attractie met
n rug naar de piano gezet en
snde nij te raden, welke toon er
e lor oom en tantes tegen hem
De weg naar de top dient voor Rian
ooit ale veelzeggende tekenen aan
werd aangeslagen. Een karwei, dat
hij moeiteloos klaarde, dank zij
twee oren, die hem feilloos op de
juiste hoogte hielden.
Wonderkind
Zelf heeft hij nog lange tijd ge
speeld met de gedachte, dat hij zijn
muzikale kwaliteiten harmonisch
zou kunnen combineren met een
universitaire studie in de geschie
denis of in de Russische taal. Maar
eenmaal op het conservatorium in
Amsterdam, waar zich jaarlijks
honderd vermeende wonderkinde
ren aanmelden, van wie er hooguit
tien de toets van de strenge selectie
doorstaan, begreep hij al gauw, dat
de piano, die hij als metgezel voor
zijn leven gekozen had, een roof
dier is dat hem met huid en haar
opvreet. Kijkend naar de zwarte
vleugel, die zijn achterkamer gro
tendeels vult, zegt hij met een wan
hopige glimlach: „Soms als ik weer
eens wat heb zitten blokken, koes
ter ik een zachte haat voor dat in
strument. Wat volkomen absurd is.
Want die vleugel kan het ook niet
helpen, dat ik zoveel ambities heb".
Koortsachtig tempo
Om die ambities zo snel mogelijk te
gelde te-maken, studeert hij nu vijf
tot zes uur per dag in koortsachtig
tempo. Tot aan de eenvoudige mid
dagboterham slaat hij zich rap door
de Twaalfde Rapsodie van Liszt en
de Polonaise van Chopin, en daar
na ramt hij nog een ander gekend
wereldrepertoire uit het ivoor.
„Elke noot die ik speel", legt hij
uit, „bekijk ik eerst door een denk
beeldig vergrootglas. Op die manier
probeer ik er achter te komen, wel
ke bedoeling de componist ermee
gehad heeft. Je speelt soms een
maat, die achteraf tóch niet bevalt.
Dan is het zaak te weten te komen,
wat er scheef aan zit. Je moet
voortdurend keuzen maken: speel
ik slaafs de thema's, die de parti-
de Waal van dag tot dag zonder enige onderbreking te
de balk hebben gehangen.
tuur voorschrijft of volg ik mijn ei
gen intuïtie en inspecteer ik de
muziek? Als je op die manier de
stukken voorzichtig in de grond
verf zet, krijg je gaandeweg door in
welke categorie je als pianist thuis
hoort. Je hebt het type van de
Duitse Herr Professor, die heel de
gelijk te werk gaat en elke inspira
tie wantrouwt. Er moet gespeeld
worden wat er staat. En de rest is
verwerpelijke ballast. Lijnrecht
daartegenover staan de uitbundige
pianisten die hun technische tekor
ten camoufleren met een rookgor
dijn van show. Tot die groep be
hoorde Rubinstein in zijn jonge ja
ren. Hij had toen al een gigantische
flair, waarmee hij zijn publiek
overdonderde. Maar voor de echte
kenners viel hij toch door de mand,
omdat hij technisch niet waar kon
maken wat hij met zijn showwerk
allemaal suggereerde. Dat is pas
veranderd, toen hij de veertig ge
passeerd was en ging trouwen.
Vanaf dat moment kreeg hij het
echte vakmanschap in de toppen
van zijn vingers en kon hij op zoek
gaan naar het ideale evenwicht,
waar iedere pianist van droomt".
Goede accent
„Een van de realiteiten, die ik zelf
moeizaam heb moeten ontdekken
is het feit dat er in Nederland geen
plaats is voor uitersten. Ons volk
zweert bij „the middle of the road"
en vindt al gauw iets gek of ver
dacht. Als je daarbij ook nog een
calvinistisch verleden meetorst,
heb je als pianist de grootste moeite
overeind te blijven. Zo'n afkomst
breekt je onherroepelijk op, want
zodra je het podium opstapt, krijg je
te maken met schaalvergroting en
mag je geen moment bang zijn, dat
je overdrijft. Want juist die extra-
aanzet is nodig om de muziek het
goede accent te geven".
„Opgroeien in een beschermd mi
lieu ervaren de meeste mensen als
een zegen. Voor een pianist gaat
dat echter niet op. Die krijgt te ma
ken met de wereld buiten het klei
ne, knullige Nederland. Zolang hij
nou maar binnen zijn eigen lands
grenzen blijft, lijkt het al gauw heel
leuk, wat hij presteert. Maar zodra
hij daar buiten komt, schrikt-ie
zich een ongeluk bij het zien van
de vloedgolf van concurrentie, die
op hem afkomt. Als je voor dit vak
gekozen hebt, is het daarom zaak,
dat je je vanaf het begin de menta
liteit van een knokker eigen
maakt. Anders word je gegaran
deerd ondergespit. De realiteit is:
speel jij, of speel ik? Het gaat om
jouw boterham of de mijne. Zo heb
ik het goddank ook geleerd van
mijn pedagoge Edith Lateiner-
Grosz, die lang genoeg in Amerika
heeft geleefd om precies op de
hoogte zijn van de trucs, die er
worden uitgehaald om de top te be
reiken. Ze heeft me voortdurend
ingepeperd, dat klassieke muziek
spelen een keihard vak is, dat even
meedogenloos is als de smerigste
showbusiness".
Aan de bak
„Hoezeer ze gelijk heeft heb ik nog
kunnen ervaren tijdens het Elisa
beth Concours in Brussel, waar ik
vorig jaar als zevende ben geëin
digd. Dat is een hele eer, want al
leen de allerbesten komen in Brus
sel aan de bak. En als je het geluk
hebt om met elf anderen de finale
te halen heb je bewezen, dat je wat
in je mars hebt. Een Belg, die mij
interviewde zei dan ook: „Ge zijt
nu een van de twaalf apostelen".
„Pierre Volondat uit Parijs heeft in
1983 het concours gewonnen. Maar
ik vraag me af, of dat voor die grie
zel voldoende garanties voor zijn
toekomst biedt. Ik heb namelijk de
indruk, dat het publiek nu nog ver
lekkerd op zijn gekte afkomt en
nauwelijks aandacht heeft voor zijn
spel. Als dat shockeffect straks is
uitgewerkt en de mensen gewend
zijn geraakt aan zijn robotmanie
ren, zit het er dik in, dat niemand
meer belangstelling voor hem
heeft".
„In Brussel heb ik meegedaan, om-