Zwitsers willen blijven wie ze zijn en houden wat ze hebben „Het leger geeft het Zwitserse volk een zekere eensgezindheid' Gesprek met defensieminister Chevallaz Zwitserland klaar voor „kleine atoomoorlog" De vaak emotionele discussies over het al of niet plaatsen van de kruis- i raketten, zouden bijna doen verge et ten, dat West-Europa ook enkele t neutrale Janden kent: Zwitserland, l Zweden en Oostenrijk. Het zijn l landen die enigszins langs de mili- taire zijlijn staan, geen bondgeno- ten hebben, maar voor wie de alge- t mene toestand in Europa net zo be- I palend is voor hun veiligheid, als voor bijvoorbeeld Nederland en België. Ook die neutralen zijn bezorgd over de toenemende spanningen. I Toch kan men spreken van een ze- ker zelfvertrouwen onder de Zwit- serse bevolking, als het militaire zaken betreft. Het land heeft de consequenties getrokken uit de schok van 1940, toen Hitier Wesf- l Europa overviel en Zwitserland als door een wonder gespaard bleef. In v die tijd is in dit land een defensie- J opbouw begonnen volgens een heel breed concept, waaraan ook na 1945 is doorgewerkt. Jaar in, jaar uit, in de jaren vijftig iets minder. daarna weer meer. werden en wor- den grote bedragen aan defensie- doeleinden besteed. In 1982 ging ■het om circa 5,5 miljard gulden twintig procent van de staatsbe groting). plus nog eens vier miljard gulden (vier procent van het bruto sociaal produkt) aan indirecte bij dragen van het Zwitserse bedrijfs- leven. Dat betekent per hoofd van de Zwitserse bevolking 1.520 gul- den per jaar. VERDEDIGING Een oorlogzuchtig volk dus, die ZwitsersBeslist niet. Hun inspan- hingen zijn duidelijk gericht op verdediging. Ze willen blijven wie ze zijn en houden wat ze hebben. Natuurlijk, ze kennen een heel oude krijgshaftige traditie. Eens waren ze de huursoldaten van Eu ropa en ook de Oranjes maakten vaak van hun diensten gebruik. Willem Teil, de legendarische volksheld, is een levend begrip en schieten met allerlei wapens is een nationale volkssport. Bekend is, dat t iedere Zwitserse soldaat zijn ge- weer met patronen thuis bewaart. Maar ook een geweer verouderd technisch, net als andere wapens en moet vervangen worden. Bij die vervanging zoekt men dan naar kwaliteit en geavanceerde tech- niek. Neem de luchtmacht. Die beschikt -over driehonderd straaljagers on- *der meer Mirages en Tigers) en is, '■.wat aantal betreft, groter dan de "Nederlandse. Behalve door be roepsmilitairen worden deze toe stellen ook vaak gevlogen door d lenstplich tige S wissair- vliegers. Ze kennen als geen ander de dek kingsmogelijkheden, die de Alpen- kammen hen bieden. ENORME VESTING 'Diep onder hen, in de bergen, die wezenlijk een enorme vesting vor men en door een speciaal leger korps worden verdedigd, bevindt zich naast uitgebreide fortifica ties een systeem, gevormd door vele honderden kilometers gangen en opslagruimten, met voorraden op alle mogelijk gebied. Twee voor beelden: de voorraad aardoliepro- dukten dekt een jaar normaal ge bruik. levensmiddelen zijn aanwe zig voor een periode van een half tot een heel jaar. Complete technische werkplaatsen, vitale installaties en grote hospita len bevinden zich onder de Alpen. Alle wegen en spoorlijnen, die van de grens naar het binnenland voe ren, zijn op zo'n tweeduizend plaat sen in het hele land permanent on dermijnd. Opblazen daarvan is een 'kwestie van uren. Het leger heeft een totale sterkte van 650.000 man, tien procent van de bevolking. Binnen achtenveertig uur is het gemobiliseerd en in vol ledige staat van paraatheid. De eer ste oefening in de .Rekruten Schu le" duurt slechts zeventien weken en de twintigjarige dienstplichtigen (in principe iedereen) krijgen een uiterst harde training onder een discipline, die het Nederlandse le ger thans niet kent. De jongens worden niet gespaard „omdat de vijand dat ook niet zal doen aldus een commandant. Wat dienstplich tigen na zeven weken opleiding in de „Grenadiers Schule" van Isone tonen, zal hen door de commando's in Roosendaal nauwelijks worden nagedaan. Zwitserland kent slechts 3.500 be roepsmilitairen, van wie 1.500 in structeurs, van wie weer zeshon derd officieren. Deze instructeurs begeleiden elk jaar vierhonderd duizend dienstplichtige militairen, die voor eerste oefening of enkele weken jaarlijkse herhaling opko men. De zaak is zo georganiseerd, dat altijd een representatief deel van het leger paraat is en onmid- .dellijk inzetbaar. VERWEVEN Deze militie is, in het kader van een plan voor de totale verdedi ging, op een voor buitenlanders ■haast onvoorstelbare manier ver weven met de burgermaatschappij. „Zwitserland heeft geen leger, het is er een", is een gevleugeld woord in dit land. De BB-organisatie, ook BUITENLAND CeidócSotvumt DINSDAG 14 FEBRUARI 1984 Pfipq Het Meer van Zürich is in de winter een uitstekend exercitieterrein. Offi cieren en manschappen tijdens een parade. De uniformen zijn die van de eenheden, die in de sneeuw van de bergen opereren. Een „Tiger" van de Zwitserse luchtmacht tegen de achtergrond van de Matterhorn. de snelwegen als start- en landingsbanen voor zijn'gevechtsvliegtuigen, BERN Het gesprek met Geor- ges-André Chevallaz (68) vindt plaats in de laatste maand van zijn ministerscarrière. Per 1 januari is hij op eigen verzoek afgetreden als minister van defensie. De laatste vier jaar was hij de verantwoorde lijke man voor Zwitserlands mili taire apparaat. Chevallaz is Frans- Zwitser en lid van de Radicaal-De mocratische Partij. Voor zijn poli tieke loopbaan was hij historicus werkzaam bij het middelbaar en hoger onderwijs in Lausanne en Zurich. Meneer Chevallaz, welk nut heeft de Zwitserse neutraliteit in deze tijd? „Neutraliteit betekent voor ons on afhankelijkheid. In een bondge nootschap worden wij van de be sluiten van anderen afhankelijk. We zijn een klein land, zoals u weet, en we denken dat het beter is dat we onafhankelijk blijven". Welke consequenties heeft dat in politiek en militair opzicht? „Militair zeer strikt: we moeten onze defensie zeer sterk maken om in staat te zijn onszelf te verdedi gen. Dat was zo in 1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog, dat was ook zo in 1914 en 1939. Politiek betekent het, dat Zwitserland internationaal een bescheiden rol speelt. We moe ten, om zo te zeggen, op de reserve bank blijven zitten. Het is niet onze taak om de anderen te veroordelen of te loven. We moeten discreet blijven". Betekent dat. dat Zwitserland geen mening heeft over internationale zaken? „Zeker niet. We hebben een me ning en laten die ook van geval tot geval duidelijk blijken. In het geval van de aanval op Afghanistan bij voorbeeld of de situatie in Polen, of de invasie in Grenada, hebben we duidelijk stelling genomen". Heeft de Zwitserse neutraliteit ook tot gevolg dat, wanneer het land tijdens een onverhoopt conflict tus sen NA VO en Warschau Pact, door een van beide partijen zal worden aangevallen, u zich automatisch verbindt met de andere partij? „Dat kunnen we niet van tevoren zeggen. We moeten en ik hoop niet, dat het ooit gebeurt op zo'n moment de situatie beoordelen. Dan zal de regering beslissen of we in feite of principieel de bondge noot van de anderen worden. Als bijvoorbeeld de NAVO ons aanvalt, kunnen we ons de vraag stellen: vechten we nu samen met het Oostblok? Of, in het andere geval, met de westelijke geallieerden? Maar een automatisme is het niet, hoogstens een vermoeden. En de beslissing wordt, al naar gelang de toestand, pas in zo'n geval door ons genomen". Hoe ziet de Zwitserse regering de huidige krachtsverhoudingen in de wereld en in Europa? „Men moet zeggen, dat er op het ogenblik geen goed evenwicht be staat. Een van de wereldmachten blijkt ons wat te sterk bewapend te zijn, meer dan voor verdedigings doeleinden nodig is. En dan speelt de atomaire afschrikking een zeke re rol ten gunste van de vrede. Het is tragisch, maar het is zo. Ik ge loof, dat een atoomoorlog tot trieste represailles leiden kan tussen de wereldmachten en ik denk, dat de angst daarvoor de Russen en Ame rikanen ervan af kan houden, zo'n oorlog te beginnen. Ik vermoed, dat het wederzijdse gevaar zo groot is, dat dat een rem zal blijken te zijn voor beide partijen. Een atoom oorlog lijkt niet zeer waarschijnlijk, naar mijn mening, maar blijft wel mogelijk". Heeft dat, volgens u, gevolgen voor de conventionele bewapening? „Ja natuurlijk. Ik moet opmerken, dat andere landen, speciaal de Rus sen, zich zeer druk bezighouden met de klassieke bewapening. Denk daarnaast ook aan de Ameri kaanse oud-minister van defensie, McNamara en anderen, die stéllen dat het Westen de infanterie als verdedigend wapen moet verster ken. De NAVO doet dat volgens mij te weinig. Ik vind, dat die mili taire deskundigen gelijk hebben die stellen, dat men een dichtere, con ventionele verdediging moet heb ben om weerstand te kunnen bie den. Misschien is dat wel duurder dan nucleaire wapensystemen. Dat zou de reden kunnen zijn, waarom enige landen wat te snel atoomwa pens aanvaarden. Het komt mij voor, dat voor een mogendheid van de tweede rang de atoombewape ning een beetje de rol speelt van de Maginot-linie in het vooroorlogse Frankrijk (een dure, maar zoals in 1940 bleek feitelijk ondeugde lijke verdedigingslinie langs de Franse oostgrens, FH). Ik heb de neiging om die vergelijking te trek ken. Men zou eerder de klassieke strijdmiddelen moeten versterken, dan dat men zijn grootste aandacht richt op de atoombewapening. Daarbij geloof ik in de kracht van n he Zwittzal t militj- de c oefei?n. J onderdeel van het plan, is uitge breider dan waar ook ter wereld en geeft momenteel aan 75 procent van de bevolking in moderne schuilkelders bescherming, zelfs te- fen atoomaan vallen. )e ontwikkelingen van de moder ne oorlogstechniek maken het min der zeker dan vroeger, dat het land een volgende keer weer buiten schot kan blijven. Dat weten de Zwitsers zeer goed. Daarom maak ten ze hun verdediging sterk, on danks alle persoonlijke en financië le ongemakken. Ze willen zichzelf kunnen blijven, ook als de nood aan de man mocht komen. En ze willen iedere mogelijke aanvaller duidelijk maken, dat het beter is van Zwitserland af te blijven. Onze correspondent Fred Hooge- zand had dezer dagen een vraagge sprek met Georges-André Cheval laz, tot 1 januari minister van de fensie van Zwitserland, over actue le onderwerpen. de democratische waarden en ben ik er van overtuigd, dat de demo cratische landen zich energiek met klassieke middelen verdedigen kunnen". Het Zwitserse leger bezit geen atoomwapens? ,Het volk heeft tweemaal in een volksstemming een voorstel ver worpen, dat de opzet had te verbie den, dat Zwitserland ooit een atoomwapen zou gebruiken. De strekking van de uitslag van beide referendums was, dat het land vrij moest zijn in de keuze van zijn wa pens. Maar we hebben thans geen plannen atoomwapens te gebrui ken, dat gaat niet. Daarvoor zijn we te klein. Het zou een soort provoca tie zijn en gevaarlijk voor het land". Komt u daarmee in de richting van de vredesbeweging? „Ik geloof het niet. De vredesbewe ging is niet alleen tegen de atoom bewapening, maar soms ook tegen alle wapens, naar het mij voor komt. En voor mij staat vast, dat we de klassieke verdediging moe ten versterken. Er is duidelijk ge- In Nederland is de vredesbeweging tegen de opstelling van de kruisra ketten in het land. Men stelt niet, tegen elke bewapening te zijn. „Ja, maar dat blijft eenzijdig, he- Er bestaat nu een oneven wichtigheid tussen de SS-20 raket ten in het Oostblok en het luchtle dig in het Westen. Ik heb er begrip voor, dat de westelijke alliantie thans de nucleaire verdediging wil versterken. Misschien dat dat uit eindelijk niet de beste oplossing is. Nogmaals, volgens mij zou de beste oplossing de versterking van de conventionele bewapening zijn. Maar in de huidige situatie begrip ik de houding van de NAVO-lan- den heel goed. De Engelse. Franse en Westduitse regering hebben die heel helder geformuleerd". Bent u van mening, dat de vredes beweging werkelijk bijdraagt tot het behoud van de vrede of jaagt ze een utopie na? „Het is duidelijk een wensdroom, dat is altijd zo geweest. We hebben die vredesbewegingen reeds menig maal beleeft, voor de eerste we reldoorlog in 1913 en 1914 en nog meer ten tijde van Hitler in de ja ren dertig. Precies hetzelfde. Spe ciaal in Engeland en de Verenigde Staten. Ik geloof, dat het vergaande consequenties heeft gehad. Ik ben er zeker van, dat Hitier er agressie ver door geworden is. En Engeland en Amerika hebben toen hun ver dedigingsplicht verwaarloosd. Ze zijn zich niet of te laat daarvoor gaan inspannen en hebben er zeer, zéér zwaar voor moeten betalen la ter". De beide supermachten lijken erg wantrouwend, angstig zo men wil, ten opzichte van eikaars bedoelin gen. „Misschien... maar ik geloof niet, dat de westelijke mogendheden aanvalsplannen hebben. Ze zijn niet bereid om aan te vallen, dat gaat niet. Als men de militaire krachten analyseert, ziet men, dat dat niet kan. Dat ze alleen defen sieve krachten hebben. Politiek gaat het ook niet; elk land heeft thuis al genoeg problemen. Het is voor deze landen niet .interessant Rusland onder hun invloed te brengen. En wat Rusland betreft, zijn er twee componenten in de houding van de regering daar. De eerste en vermoedelijk ook de sterkste is de oude traditie van het Russische imperialisme, die is er nog steeds: de tradities worden in Rusland zeer hoog gehouden. En de tweede wordt gevormd door het feit, dat Rusland veertig jaar gele den half bezet was. Dat moet men niet vergeten en vooral begrijpen, Het land heeft er veel van geleden en daarom karr ik me een zekere angst van de Russen best indenken, Maar ik geloof, dat de landen van het Westen een garantie zouden kunnen geven, dat ze Rusland niet willen aanvallen". Hoe staat u tegenover het raketten- vraagstuk? „Ik ben altijd bang, dat als men spreekt over atoombewapening, er een zekere escalatie kan optreden. Men kan die niet doseren, zo in de geest van: tot daar toe en niet der. Als men met deze strategische wapens begint, dan gaat men door tot het bittere einde. Dat geeft me te denken. Maar ik geloof, dat de taktische nucleaire wapens eerder gebruikt zouden kunnen worden, Zwitserland houdt daar rekening mee en is er redelijk op voorbereid, Een „kleine" atoomoorlog, met aanvallen of bombardementen op bepaalde plaatsen, zouden we kun nen ondergaan. We zijn er klaar voor. Onze Bescherming Bevolking is heel goed, uitgebreid en dicht bij de bevolking. Natuurlijk hopen we, dat een atoomaanval nooit komt, maar mocht dat wel gebeuren, dan is onze militaire en civiele afweer zó ontwikkeld en intensijrz"r< hem kunnen overleven".!5677- Men zou kunnen stellen,rteei seriand met zijn convent)'11 Jatief sterke strijdkrachte; de. paalde machtsfactor vom~a traal-Europa. Spreekt up Pr' uit een positie van zelf vet En wordt dat gevoel door de king gedeeld? 3 eer' „Ik geloof van wel ja. Oo bevolking. Dat is het gevit1*- leger, de noodzaak tot vef7 z6 het Zwitserse volk een zellv gezindheid. Dat is het gev,onl uitzonderingen, zeker, zo(JJdn maar de grote meerderher6 volk staat erachter. Men 4** dat het leger voor ons eef u' bindende kracht is. En jeu8l onze zo vaak kritisch bê" sr' jongeren zie, in de ,£n Schule", de onderofficierf6" ciersopleidingen, dan konf^"0 mij over als flinke kerelr'oor ten waarvoor ze eventuej!77 .n vechten. Ze zijn gemotivl'337 altijd met het grootste ei me weliswaar, want hetfstC leven is hard, ongemak niet comfortabel: het rede sneeuwt, enzovoort. Toeitr/c waren, waren we ook zo:|e/ne, altijd even enthousiast. Man loof, dat ook de huidigelrspe noodzaak begrijpt. Ik zouis ve, len zeggen: ze spannen purn in, ze zien het als een uintru Toch kent ook Zwitserla' nie weigeraars. Vorig jaar \agel ruim zevenhonderd. de „Dat is zo. Maar dat probjspo; altijd al bestaan en kent eor S weging. En als ik zevenhos D zet tegen het aantal van vacht zend dienstplichtigen, die- e de „Rekruton Schule" (gen. dan gaat het nogal. Toclre fa we een oplossing vinden in A van een burgerdienstplic/ste beter dan dat ze, zoals nifl i maanden gevangenisstra' en al is dat dan in een open Overigens wordt door. christelijke kringen wel f€St dienstweigeraars dat uit_ nood doen. Een soort tians schap wordt hun toeg?./? Het geweten van een diF'ld raar geldt meer dan daP°rv soldaat, zegt men. Mijn aipes helemaal niet! Het ge\r?' een soldaat is erg bel ar" zelfs belangrijker dan df^n dienstweigeraar. Een soil hard, gaat het gevaar ijl55 vredestijd. Hij moet zich (V0£ vecht voorbereiden. Boveren staat, volgens mij, het ge\var uit het begrip vaderland, van een solidaire gern^ Daar moeten we voor ver'aa u denkt aan de volkeren/:6 onder een bezetting lijder67 onderdrukt zijn, opgeoffe^ror' decimeerd worden, dan \m wat ik bedoel. Onze Zwfok meenschap geeft ons alle: vind, dat deze gemeens/au recht heeft van iedereen C< aan de verdediging van dark deel te nemen. Dat is eee S taire plicht". 'otc U kent in Zwitserland hoet van de totale verdediginfall dat toelichten? het „Dat is een goede organMco, niet alleen van het defeze van defensie afhangt. Bee leger valt daaronder de vi zeer grondige econon^ee logsvoorbereiding en deützc gische verdediging. Er oesi heel veel gebieden zeer/a/Ji mengewerkt tussen de q autoriteiten, het leger en instanties. Dat alles heef^0 er voor te zorgen, dat Z' niet onder druk te zett®11 niet in het geval van een logstoestand zonder oorlo; b< beeld economische druk.n nen ook in dat geval ipoi bieden. Daarvoor besta^o een plan voor eèn ecpe noodorganisatie, inclusielar tie. Dat kan binnen veerfm volledig functioneren, od- landbouw. 'n Het plan was er al tijdenSef de wereldoorlog. Daarr/an we ons verdedigingen steeds verder ontwikkel; W streeks 1960 namen dl z- plannen vorm aan. Bij c I voorbeeld is er slechts vet periode geweest, waarirur verplicht was schuilkeld<6 i wen in nieuwe huizen üg( wen. Sinds 1963 moet fcka overal. De grote meerden bevolking, zeker in de szit schikt nu over schuilnjfai weet er van. We zijn hee! den hierin vooruit". en „Onze wil tot onafhanken sterk en diep in de bevo» h ankerd. We hebben ovei zi meen geen moeilijkheder k militaire plannen en ik fnc bij de grote meerderheH'o Zwitsers de wil bestaat »ns blijven. Pd FRED HO(L_ De Zwitserse luchtmacht gebruikt zoals voor deze vier „Hunters".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 12