Veelkleurig
)orjaarssprookje
dit jaar met
een vleugje
Versailles
Johan Weisz brengt
met kunstgrepen lente
in Bovenkarspel
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1984
Vele wegen
leiden naar
Westfriese
Flora
Bovenkarspel, het
langgerekte dorp
„onder de rook"
van Enkhuizen, is
zowel per open
baar vervoer als
met de auto goed
bereikbaar.
De NS verkoopt
op tal van stations
speciale TT-biljet-
ten waarbij de toe
gang tot de ten
toonstelling is in
begrepen. Trein
reizigers kunnen
op drie minuten
loopafstand van
de Flora uitstap
pen (station Flo
rahalte
Automobilisten rij
den naar Boven
karspel over
Hoorn of via de
dijk Lelystad-Enk
huizen. Ter plaatse
wijzen borden de
weg naar ruime
parkeerterreinen
aan de rand van
Bovenkarspel,
vanwaar pendel
bussen de bezoe
kers gratis naar de
Westfriese Flora
vervoeren.
Tijden
De tentoonstelling
is op de openings
dag, vrijdag 17 fe
bruari, van
's middags twaalf
uur tot 's avonds
zeven uur geo
pend. Alle andere
dagen gaan de
deuren 's morgens
om negen uur al
open en sluit de
Flora 's avonds
om zeven uur. Al
leen op dinsdag 21
en woensdag 22
februari is de ten
toonstelling 's a-
vonds tot negen
uur geopend. Op
de laatste dag, 26
februari, wordt
het veilingcom
plex 's avonds om
zes uur voor het
publiek gesloten.
Prijzen
kleVat in Frankrijk te
vün je niet kopiëren;
op dag daartoe zou het
ifdeufeijn dat je kunt be-
J^el kun je de „patro
on ^Versailles gebruiken
ir hedendaagse wijze ver
st siin een bloementuin
prfestfriese Flora", zo
1 teaiijkt Weisz zijn opvat-
efcU?arom hebben we
a*s leidmotief geko-
mag>ezoeker treft op de
k kitks ook beelden, wa
ry bi en prieeltjes aan,
Ma? wan(delpaden vol-
euaa strak symmetrisch
tergden aangelegd,
neem de renaissance-in-
ik: lijn wel bespeurbaar,
niet échte Versailles ligt
fjen niet bij Enkhui-
daa
wansz, die onlangs via het
visietna „De Eerste de Bes
leren Guinness Book of Re-
Wa) door te dringen door
n. V^en in 1.043 variëteiten
werlgstrelend „boeketje" te
gaantg zjch er inmiddels op
icksljes van de 51 Westfriese
thema en een vorm
geholpen. Voorgaande
mailde hij zijn ideeën onder
me fcken als de Olympische
foutl Hollandse landschap en
i nelhuis. „Je moet er dom
ei wn motto aan verbinden",
iar j( ervaring deze 47-jarige
spofeerd, „anders mist het
en lh zekere houvast. Ooit
en. h keer simpelweg met
is wwerkt. Prachtig om te
Irunkunt er ook minstens zo-
rijk^iteit in kwijt, maar de
komen kijken herken-
in vormen. Het beestje
een naam hebben'
Een illusie
ndeniuari werd in de veilinghallen van Bovenkarspel al
Jik"iS van de P'ora: vrachtwagenladingen zand, tuinturt
back ,e raaliseren.
ia de
^Iarspel - „wie
ien it hij zich een trip
finaltsailles kan besparen
de is (in de periode van
tot en met zondag
i) een uitstapje te
laar de Westfriese
ivenkarspel, vergist
lijk". Dat zegt nota
nan die zich als ont-
in „de grootste over-
Ibloemententoonstel-
■■^ereld" dit jaar door
dan baarde paleistuinen
w- Jelfde Versailles liet
r Amsterdamse
inrH«-decorateur Johan
een aanvang gemaakt met de
en graszoden zijn nodig om het
Versailles in Bovenkarspel is dus in
meer dan één opzicht een illusie;
hetgeen niets afdoet aan het vak
manschap waarmee dat „veelkleu
rige voorjaarssprookje" gereali
seerd wordt. Een sprookje dat stee
vast begint met een maquette; een
rechthoekig schaalmodel waarop
Weisz aangeeft hoe de ruim 4.300
m2 beslaande veilinghal van de
Coöperatieve Nederlandse Bloem
bollencentrale ingericht dient te
worden. Een zes meter hoge water
partij in het midden; een groot en
groen decor ter camouflage van de
branddeuren aan de zijkant; terras
vormige verhogingen in de hoeken,
enzovoort.
„Ik moet het ook niet tè mooi wil
len maken", tekent Weisz daarbij
aan, „want het artikel waar alles
om draait, de bolbloem, moet na
tuurlijk wel tot z'n recht komen.
Waar ik vooral op moet letten is
dat het geheel „stijlvast" blijft; dat
er straks niet iemand met een of
ander futuristisch uitziende versie
ring komt opdragen die het renais
sance-effect teniet doet".
Een andere zorg van de ontwerper
is de ruimte op zichzelf: „Zo'n im
mense hal is in wezen een onvrien
delijk iets. Vooral de hoogte is een
probleem. Toch lukt het elk jaar
opnieuw datr euvel uitstekend te
verdoezelen. Langs de wanden
planten we daartoe heel veel strui
ken en bomen".
Een voorproefje
In Bovenkarspel wordt reeds zicht
baar wat Weisz bedoelt. Vrijwilli
gers zijn er al enkele weken in de
weer om de kille hal in een sfeer
volle tuin te transformeren. Het
geen behalve de nodige inspannin
gen uiteraard ook het nodige mate
riaal vergt. Weisz noemt wat getal
len: 300 kubieke meter tuinturf,
350 vierkante meter graszoden
(„voor het rustgevende element"),
160 grote coniferen, honderden
groenblijvende heesters en dwerg-
coniferen, 65 imposante loofbomen
en ruim 30 laurierbomen.
„Het klinkt eenvoudiger dan het
is", voegt de ontwerper aan die in
ventarisatie toe. „De Flora preten
deert een voorproefje van de lente
te zijn. We willen dus op de ten
toonstelling ook zo veel mogelijk
bloemen en planten in bloei heb
ben staan. Maar daartoe moeten de
kwekers natuurlijk wel de nodige
kunstgrepen uithalen. Hetgeen al
tijd nog gelukt isZelfs als het
buiten vriest dat het kraakt".
Bomen en struiken zijn in wezen
niet meer dan versiering. De bol
bloem staat centraal op de West
friese Flora. Die bloemen worden
„uit versheidsoverwegingen" overi
gens pas op het allerlaatste moment
in de tuin verwerkt. „Dat gebeurt
in de vorm van een goed georgani
seerde chaos", karakteriseert Weisz
deze kleurrijke finishing touch.
„Honderden mensen zijn daar twee
dagen vrijwel onafgebroken mee in
de weer. Het is natuurlijk ook niet
niks om zo'n tachtigduizend tulpen,
vijfhonderd kistjes met narcissen,
tienduizend hyacinthen, driehon
derd potten met cyclamen en het
nodige „bijgoed" als blauwe druif
jes, sneeuwklokjes, irissen, lelies,
fresia's, krokusjes, enzovoort, alle
maal bijtijds op de goede plaats te
krijgen. Maar ook dat is altijd nog
goed gekomen".
TV-uitzendingen
Vijfenvijftig jaar geleden vond in
een zaaltje van café De Gekroonde
Zwaan te Grootebroek de eerste
Flora plaats in de vorm van een
bescheiden „vaktentoonstelling",
vooral bedoeld voor de heren bol-
lenkwekers. Op een handjevol ta
fels prijkten wat kistjes met tulpen.
Dat was alles. Desalniettemin werd
het 't begin van een rijk gescha
keerde traditie, waar Bovenkarspel
behalve een NS-station, de Flora
halte, ook een wereldwijde reputa
tie aan zou overhouden. De bezoe
kers van de Flora, gemiddeld zo'n
125.000 tot 150.000, komen van
heinde en verre. Daarnaast zijn er
in binnen- en buitenland jaarlijks
vele miljoenen mensen aan wie via
de televisie een kijkje in Bovenkar
spel wordt gegund, want de traditie
wil ook dat de Westfriese bloemen
tuin geregeld als decor voor tv-pro-
gramma's wordt gebruikt (de KRO
bijvoorbeeld neemt er straks de
Play-Back-Show op).
De Westfriese Flora is in 51 afleve
ringen niet alleen uitgegroeid tot
's werelds grootste overdekte bol-
bloemen tentoonstelling, maar is
anno 1984 tevens omgeven met al
lerlei extra's. Zo vindt er in een be
lendende veilinghal tegelijkertijd
een grote huishoudbeurs plaats,
waarvoor 180 standhouders hebben
ingeschreven. Ook kunnen de Flo-
ragangers een kijkje nemen in een
modelstal waarin het Noordhol
lands Stamboekvee zich van z'n
beste flanken laat zien, terwijl on
der hetzelfde dak een soort kinder
boerderij met jongvee (veulens, big
getjes, lammetjes, jonge konijntjes
en geitjes) de nodige vertedering
opwekt. „Bollenboeren" zullen on-
Johan Weisz
met de
maquette
voor de 51e
Westfriese
Flora: een
bolbloemen-
expositie
naar Frans
model.
eerd heeft hij
Volwassenen beta
len 8,- entree
per persoon; kin
deren tot veertien
jaar mogen voor
4,- naar binnen.
Vijfenzestig-
plussers genieten
op de entree1,50
reductie. Bij de
prijs is de toegang
tot de huishoud
beurs, de veestal
en de mechanisa-
tiebeurs inbegre
pen.
getwijfeld nog een kuier over de
mechanisatiebeurs willen maken;
andere burgers en buitenlui kun
nen van het dwalen over de Flora
even bijkomen op een van de twee
tentoonstellings-caféterrassen.
Voor het mooi
Johan Weisz heeft met al die
„randverschijnselen" geen bemoei
enissen. „Weisz is er vooral voor
het móói; hij bepaalt het gezicht
van de tuin, en hij doet dat als geen
ander", zegt bollenkweker Gerrit
P. Rood (69), die al 30 jaar lang in
het bestuur van de Westfriese Flo
ra zitting heeft en sedert 1972 op
resolute wijze de voorzittershamer
hanteert.
Weisz, die in 1973 een koninklijke
onderscheiding kreeg opgespeld en
door de Vereniging der Nederland
se Bloemisterij tot twee keer toe
werd gehuldigd met de Czizik-prijs,
was destijds voorbestemd om car
rière in de muziek te maken. Als
zoon van een Zutphense vioolbou
wer-muziekhandelaar kon dat
haast niet anders.
Toch zouden de artistieke talenten
van Weisz junior op andere wijze
tot ontplooiing komen. „Per onge
luk", zoals ie zelf constateert,
„want toen ik als zeventienjarige
scholier de bloemist een handje
ging helpen, kreeg ik vooral in het
bloemschikken dermate veel ple
zier, dat ik eigenlijk niks anders
meer wilde".
In de persoon van George Kirsch
(„een van de beste tentoonstellings
ontwerpers die dit land ooit gekend
heeft") trof Johan Weisz een uitste
kend leermeester: „Je hebt oog
voor dit werk of je hebt het niet,
maar de technieken moet je na
tuurlijk leren".
Weisz leerde snel. Dat bleef niet
onopgemerkt, hetgeen hem op 24-
iarige leeftijd al een aanstelling op
leverde als arrangeur van buiten
landse tentoonstellingen van de
Nederlandse Bloemisterij. „Dat is
mijn grote geluk geweest", consta
teert Weisz achteraf. „Ik kreeg de
kans internationaal ervaring op te
doen; verwierf vervolgens een Eu
ropees kampioenschap en ach hoe
faat zoiets dan verdervan het
én komt het ander".
Hoogtepunten
Aan de Amsterdamse Zeilstraat
heeft het echtpaar Weisz een bloe-
menzaak, die grotendeels door
echtgenote Elly wordt gerund. Jo
han houdt zich bezig met zaken die
op zijn fleurige visitekaartje om
schreven staan als: tentoonstellin
gen, standbouw, groenvoorzienin
gen, bloemendecoraties en produkt-
presentatie. Zelfs die opsomming is
niet compleet. Weisz was bijvoor
beeld ook intensief betrokken bij
de promotie van de Nederlandse
bloembol in de Verenigde Staten.
Gevraagd naar hoogtepunten uit
zijn bloemrijke loopbaan stelt
Weisz eerst vast dat ie eigenlijk
elke opdracht als „een feestelijke
uitdaging" ervaart. Bijzonder ver
eerd heeft hij zicfer gevoeld toen hij
de Nieuwe Kerk mocht „aankle
den" voor de kroning van koningin
Beatrix, toen hem de decoratie
voor de officiële opening van het
Amsterdamse Van Gogh Museum
werd toevertrouwd, en al die keren
(1960, 1972 en 1982) dat hij nauw
betrokken was bij de inrichting
van de Floriade-tentoonstelling.
Aan het „kleinere" werk, voegt
Weisz daar nadrukkelijk aan toe,
beleeft hij zeker niet minder ple
zier. „Zo doe ik nu al achttien jaar
de Herfstflora in het Larense Sin-
germuseum, en ook in het museum
voor Chinees aardewerk, de Prin-
cessehof te Leeuwarden, ben ik
vaste klant. Daar hebben weinig
mensen weet van, maar ik ontleen
miin arbeidsvreugde niet aan mijn
bekendheid. Ik ben allang blij dat
ik mag werken met bloemen".
Mengelmoes
Als Weisz een tentoonstelling ont
werpt, iets waarmee hij ook buiten
onze landsgrenzen geregeld bezig
is, maakt hij hem meestal ook. Dat
is in Bovenkarspel niet het geval.
Weisz creëert als het ware het de
cor. maar de wijze waarop daarin
uiteindelijk de bolbloemen gerang
schikt worden onttrekt zich aan
zijn regie. Dat komt omdat de aan
de Flora deelnemende bollenkwe-
kers allemaal een „eigen vak" moe
ten vullen, en die exposanten graag
zoveel mogelijk variëteiten in de
hun ter beschikking staande ruimte
willen etaleren. Het gevolg daar
van is een „mengelmoes" aan soor
ten en kleuren. Iets dat zo ver
onderstellen wij een perfectio
nist als Johan Weisz wellicht zeer
aan de ogen doet.
De geestelijke vader van Westfrie
se Flora nummer eenënvijftig
beaamt dat, maar weet ook te rela
tiveren. „Zélf zou ik veel liever
met aaneengesloten kleurvlakken
werken, doch dat is gezien de opzet
van de tentoonstelling een onmoge
lijkheid. Aan de andere kant reali
seer ik mij dat juist die kakofonie
van kleuren op heel veel mensen
een grote aantrekkingskracht uit
oefent. Ik maak daar verder geen
punt van. Je kunt als ontwerper
ook tè esthetisch bezig willen zijn.
Behalve ik moet immers ook het
publiek plezier aan zo'n Flora bele
ven. En als het uiteindelijk voor ze
ventig procent wordt wat ik me er
van voorgesteld had, ben ik dik te
vreden. Per slot van rekening heeft
van die andere dertig procent nie
mand weet gehad behalve Jo
han Weisz.
HANS KERSTIENS