Het moeilijke leven van een Mata-Hari-expert Sam Waagenaar aak slachtoffer van literaire diefstal ARM ZATERDAG 4 FEBRUARI 1984 zal Vaagenaar over zijn deskundigheid waar het Mata Hari betreft: rdt ©r niet rijk van, je kunt ervan ontbijten". estilè rdigi ?rd. klei pp jefötrootste Mata-Hari-expert ter wereld", zo werd Sam onlangs voor de Franse tv geïntroduceerd, fre/^enaar is Nederlander, maar woont al sinds 1946 in )e ne. Veel tijd van zijn nu 76-jarige leven heeft hij en afced aan de Nederlandse Mata Hari, de „beroemdste me aller tijden", maar toch heeft hij er moeite mee „grootste expert ter wereld" te laten uitroepen. j vii merkt hij op: „Het is waar dat er geen enkel boek H Mata Ha ri is verschenen, dat haar zo diepgaand nd/ipdelt als mijn boek". Het leven van Mata Hari, zoals ^em gereconstrueerc^ mag dan interessant zijn, het van de schrijver zelf is dat zeker niet minder. Onze sc/j«spondent in Rome, Cees Manders, sprak met hem. j^jNiet alleen over Mata Hari, maar ook over de ovei belevenissen van Waagenaar zelf. Voor wie de naam Mata hg weinig zegt (zij worden geringer in aantal, dank zij mer zwellende stroom Mata- kblikaties): Mata Hari heette fese Margaretha Zelle, die aan [gin van deze eeuw furore als stripteaseuse in de bete- lijse kringen en in 1917 als je eindigde voor een Frans floton. Over deze merkwaar- schreef Sam Waage- ?t boek „De moord op Mata later in Nederland nog eens re^men onder de titel „Mata Jrt iiet zo onschuldig". Dit stan- *PP*verk over Mata Hari is in er*flen vertaald en talloze malen Dezer dagen komt de Duitse uitgave uit en bin- de nieuwe Italiaanse. Zijn lnc"ïariboek is tientallen keren a£ekt (en misbruikt) door ieder- >em^ jets over Mata Hari wilde een boek, een toneelstuk, jln, enzovoort. van een Mata-Hari-ex- r^;Aat nooit over rozen. Voort ik. 4 moet hij bedacht zijn op van zijn literaire produk- !ano\ plagiaat, op schending van In Italië om SJJjem dicht bij huis te blij- wilde de staats-tv, de RAI, oargeleden een serie brengen ■""flata Hari. Sam Waagenaar: ""^ere dag bracht mijn dienst ig ei een weekblad met daarin 'njj ërview met de regisseur van e. Die man vertelde dat hij vaWoemde boek" van Sam ^'"haar als bron had gebruikt, dat de Sam Waagenaar *e gekke naam met die vier Rome woonde. In de Ita- g^ editie van mijn boek stond: ld uit het Engels", dus bij I dachten ze: die man moet weten waar in de wereld °£aen ze hadden zonder meer il^ek voor het script gebruikt. toen naar de RAI gebeld, 1 ^lie ontkende". Dank zij een at heeft Sam Waagenaar de de orde geroepen. „Ze heb- en in de tv-film ver- gebaseerd op het boek van ^afaagenaar". Ni itige opdracht jnjjaar geleden werd Waage- %>gebeld door een zekere a Ao Grillandi. Hij bleek een 1 dfe hebben geschreven over (enRari en wilde dat „aan mijn Sam Waagenaar" persoon- dlomen overhandigen. „Hij Ihier en schreef voor in het jen prachtige opdracht. Vond teilleuk. Toen ik het boek ging i4)leek dat hij het helemaal Jt begin tot het eind van mijn boek had overgeschreven". Dezelf de Romeinse advocaat werd inge schakeld. Hoe vaak er uit zijn boek is gesto len weet Waagenaar niet en soms is dat ook moeilijk uit te maken. De markt wordt overspoeld met Mata- Hariboeken, die bijna allemaal vol ledig geromantiseerd en gefanta seerd blijken. In Nederland ver scheen een Mata-Hariboek van Jo- sine van Dalsum („Een onbenullig boekje", vindt Waagenaar) en een boek van de journalist Brokken. Dit laatste boek bleek volledig van Waagenaar overgeschreven. De ju ridische procedure tegen de uitge ver duurde vier jaar en heeft uit eindelijk niets opgeleverd. In Frankrijk is onlangs een boek over Mata Hari uitgekomen dat, zonder permissie, praktisch alle wijsheden aan Waagenaars stan daardwerk ontleent. „In Amerika zijn enige pockets uitgekomen over Mata Hari. De vuilste en gemeenste pornografie die je je voor kunt stel len. Alles volkomen verzonnen. Maar in de inleiding wordt mijn naam genoemd en daar heb ik te gen geprotesteerd". Een wijd verbreid net van vrien den en kennissen houdt Waagenaar in Rome voortdurend op de hoogte van nieuwe Mata-Haripublikaties, overal ter wereld. „Over Mata Hari mogen ze schrijven wat ze willen, als ze maar geen dingen uit mijn boek overschrijven. In Amsterdam hoorde ik dat er op de Nederlandse tv een serie over Mata Hari zou worden uitgezonden. Ik belde de NOS, die zei dat de KRO er mee bezig was. Ik belde toen dus de KRO en kreeg Piet van Hest, de al gemeen leider, aan de telefoon. Hij zei: „God, meneer Waagenaar. Dat is toevallig. Ik loop al enige tijd met uw telefoonnummer in Rome op zak om u te bellen". Ze hebben toen heel netjes de rechten aange kocht. De film die ze ervan ge maakt hebben is overigens slecht geweest". Mag dat niet? Twee jaar geleden kreeg Waage naar te horen dat er in Londen een Mata-Harimusical was gestart. Waagenaar moest toevallig naar Londen en besloot op een avond die musical ook eens te gaan bekij ken. De show zelf was volledig ge baseerd op fantasie en daar had hij dus geen bezwaar tegen. „Maar in het programmablad waren enige pagina's uit mijn boek overgeschre ven". De producer, die door Waa genaar darover na afloop van de voorstelling werd aangesproken, zei: „Mag dat dan niet?" Ook hij be- De executie van Mata Hari. taalde Waagenaar vervolgens keu rig uit. „In de VS wordt op het ogenblik een nieuwe tv-serie van Mata Hari gemaakt. Dat hoorde ik toevallig toen ik in Engeland was. Ik heb een vriend in Hollywood gevraagd voor mij eens uit te vissen hoe dat precies zit. Je hoort zoveel van die dingen en dan gaan ze soms nog niet eens door ook. Je moet voort durend op je hoede zijn. Ik vind het volkomen gerechtigd me te verdedigen. Jarenlang heb ik aan Mata Hari gespendeerd, gezwoegd heb ik om alle materiaal te verza melen en waarom zouden anderen dat dan zomaar mogen overschrij ven? Ze kunnen overnemen wat publiek domein is en veel van Mata Hari is publiek domein. Maar din gen die ik heb ontdekt, daar moe ten ze van afblijven, dat is copy right". Waagenaar is niet altijd het slacht offer van literaire diefstal. Vaak gebeurt het ook zoals het hoort. Voor de BBC en de Duitse tv zijn „uitstekende films" gemaakt over Mata Hari, waarbij men zich tevo ren van Waagenaars materiaal en zijn adviseurschap verzekerde. Ook de Franse tv wijdde laatst weer een speciale uitzending aan Mata Hari. De Mata-Hari-expert uit Rome ont brak daarbij niet. Ontbijten Waagenaar wordt heel bescheiden als het gaat om de verdienste die zijn deskundigheid heeft opgele verd, zijn boeken, zijn copyrights, zijn adviezen, de filmrechten en niet te vergeten alle schadevergoe dingen die de schenders van zijn li teraire rechten hebben moeten be talen. „Je wordt er niet rijk van. Je kunt er van ontbijten". Waagenaar begrijpt best hoe de we reldberoemde spionne uit Leeu warden er 67 jaar na haar dood nog steeds in slaagt drukpersen en ca mera's draaiende te houden. „Mata Hari is een vrouw die had moeten worden uitgevonden als ze niet be staan had. Ze was de eerste stripte- ase-artieste van deze eeuw. Dat is absoluut waar. Ze was bovendien niet zomaar een meisje uit de Folies Bergères, maar een striptease-dan- seres van goede huize. Ze was aris tocrate, ze was Lady Maclead, die danste in de bekendste salons van Parijs, ze voerde dansen op uit het mysterieuze Verre Oosten, ze werd de beroemdste vrouw van de stad. En deze vrouw is later als spionne doodgeschoten, als spionne met een duister verleden. Als je daar nog niet met fantasie over kunt schrij ven „Mata Hari voorziet in de behoefte die bij een geselecteerd lezerspu bliek aan zo iemand bestaat. De grootste onzin kun je over haar schrijven en het wordt als zoete koek geloofd. Er was toen nog een spionne die is doodgeschoten, door de Duitsers. Dat was Edith Cavell. Zij had Engelse piloten verborgen in een Brussels ziekenhuis. Wat moet je over haar nu schrijven? Daar zit toch geen jus aan? Bij Mata Hari heb je een hoofdmaaltijd met alle mogelijke sausen erbij, die je nog kunt gebruiken zoals je zelf wilt". Sneeuwbal Waagenaars bemoeienis met Mata Hari begon in 1931. Hij werkte toen in Parijs voor de Amerikaanse filmmaatschappij MGM. MGM wil de een film maken (met Greta Gar- bo in de Mata-Harirol) en omdat Waagenaar evenals Mata Hari Ne derlander was, kreeg hij de op dracht gegevens te verzamelen. „Dat was veertien jaar na de dood van Mata Hari, dus er moesten nog veel van haar tijdgenoten in leven zijn. Ik ging toen voor enkele da gen naar Nederland, maar dat wer den enkele weken. Het werd een soort sneeuwbal. Tientallen mensen bleken herinneringen aan Mata Hari te hebben". De belangrijkste ontmoeting was die met juffrouw Lintjens, in Maas- niel, in Limburg, de gewezen gezel schapsdame van Mata Hari. Anna Pastel van Mata Hari, getekend door Piet van der Hem. Lintjens bleek nog enige plakboe ken in haar bezit te hebben, die Mata Hari met veel zorg in haar periode als stripteaseuse in Parijs had samengesteld. Deze twee boe ken zijn de basis geworden van Waagenaars speurtocht naar het le ven van Mata Hari. De unieke boe ken zal hij bij testament aan de ge meente Leeuwarden schenken. In de jaren daarna heeft Mata Hari in het leven van Waagenaar „ge sluimerd". Tot 1962, toen hij opeens de kans kreeg zijn onderzoek voort te zetten. Hij volgde de herinnerin gen aan Mata Hari op de voet door alle landen van West-Europa, in terviewde honderden personen en wist zich met veel listen en kunst grepen toegang te verschaffen tot „geheime" archieven in Duitsland, Frankrijk en Amerika. Dit alles re sulteerde in het befaamde stan daardwerk: „De moord op Mata Hari". Recente uitgaven van Waagenaars „Mata Hari", waarin de laatste be vindingen zijn verwerkt, geven aan dat Mata Hari als spionne niet zo onschuldig en onnozel was als de schrijver eerder had uiteengezet (zijn eerste boek had hij dan ook „De moord op Mata Hari" ge noemd, terwijl het tweede al de ti tel „Mata Hari, niet zo onschuldig" meekreeg). Maar dat Mata Hari met haar inlichtingen de loop van de Tweede Wereldoorlog, laat staan die der historie, heeft beïnvloed (zoals enkele fantasierijke Mata- Haristen schreven) is volgens Waagenaar niet waar. Onbenulligheden „In het rapport dat van haar ver horen is opgemaakt en dat aan de Franse krijgsraad is voorgelegd staat eigenlijk helemaal niets. Er is van alles bijgehaald wat er maar te vinden was, maar er is geen enkel feit waarvan je kunt zeggen: dat heeft ze gedaan. We weten nu nog niet precies wat Mata Hari als spionne heeft gedaan, waarschijn lijk betrekkelijk weinig. Meer nog voor de Duitsers dan voor de Fran sen. De Fransen hadden haar in elk geval niet ter dood mogen ver oordelen op grond van de onbenul ligheden die zij aan haar ondervra gers heeft bekend. Als de Fransen toen hadden geweten, wat ik later in de rapporten van de Duitse spio nagedienst heb gevonden, hadden ze haar misschien ter dood kunnen veroordelen. Dan had de krijgsraad in elk geval geweten dat Mata Hari officieel door de Duitsers als spion ne was geëngageerd, en wel op haar reis met haar dienstmeisje naar Keulen, in 1916. Dat heeft zij de Fransen natuurlijk nooit ver teld". „Mata Hari is slachtoffer geworden van het feit dat de Fransen op dat moment behoefte hadden aan pro cessen om de aandacht van het pu bliek af te leiden. In 1917 waren de soldaten in de loopgraven in op stand gekomen en Pétain moest daar met kracht tegen optreden. Vele soldaten werden doodgescho ten en processen tegen spionnen moesten dat een beetje verbergen. Er werden toen heel wat spionnen omgebracht, maar de zaak tegen Mata Hari was toch wel het groot ste schandaalsucces. Zij had nog steeds bewonderaars tot in de hoog ste kringen. Toen ze beschuldigd werd van spionage voor de vijand liepen alle ministers en generaals, die haar intiem kenden, hard weg. Die hebben niets meer gedaan om haar te redden". Het leven van Mata Hari, zoals ge reconstrueerd door Sam Waage naar, mag dan interessant zijn, het leven van de schrijver is dat zeker niet minder. „Never a dull mo ment" heeft hij zijn in het Engels geschreven memoires getiteld; dat zou in het Nederlands zoiets als „Ik heb me nooit verveeld" heten. Het manuscript van deze memoires ligt al geruime tijd bij Waagenaars lite raire agenten, in Amerika, Enge land en Nederland. „Ik kan er geen uitgever voor vinden. Per slot van rekening ben ik ook geen Kissin ger". Sam Waagenaar werd op 10 januari 1908 geboren in Amsterdam. Zijn vader was „versteller", zoals ze vroeger de diamantbewerkers noemden. De Waagenaars waren joods, maar de synagoge werd niet gefrequenteerd. „Jood ben ik me pas meer gaan voelen na de oorlog, na alles wat er toen is gebeurd". Op 19-jarige leeftijd, net van de hbs, werd hij „reclamechefje" bij de Nederlandse afdeling van de Ame rikaanse filmmaatschappij MGM, Wilton-Metro-Goldwin geheten. In 1930 emigreerde hij („op de bonne fooi!") naar New York, kwam daar weer bij MGM binnen en werd prompt door deze maatschappij te rug naar Europa gestuurd om bij het Parijse filiaal te gaan werken. Waagenaar bleef in Parijs tot eind 1939, negen jaar dus, waarvan de eerste vijf als chef public relations voor MGM-Europa, en de rest als zangstudent. Een deskundige vrouw had tegen hem gezegd: „Sam, je fluit zo mooi; als je zo mooi kunt zingen als je fluit word je een succes", en dat was voor Waagenaar een aansporing in de leer te gaan bij de destijds beroem de Franse zanglerares Cécile Gily. De zangkunst zette hem ook aan het schrijven, want hij moest geld verdienen. Hij werd los-vast mede werker voor het Nederlands pers bureau Vas Diaz. Waagenaar zorg de ook voor de Nederlandse onder titeling van alle MGM-films die in die jaren in de Nederlandse biosco pen werden gedraaid. Eind 1939 brak hij zijn ontluikende zangcarrière af („meneer Hitier heeft het zingen in Europa enigs zins de doodslag toegebracht") en vertrok naar Amerika. Hij bleef in Hollywood tot eind 1942, waar hij zich aan de filmkunst waagde. „Ie dereen die in Hollywood Duits kon spreken, kon met al die anti-Duitse films die er gemaakt moesten wor den, spelen. Ik heb toen in negen anti-nazifilms negen keer een nazi gespeeld, kleine rolletjes, officie ren, alles zo'n beetje. Er was één goede film bij, die heette „Five gra ves to Cairo'waarin ik de ordon nans van Rommel speelde. Rommel was Erich von Stroheim. Dat is een heel goeie rol geweest. Ik heb ook een radio-omroeper gespeeld en in een film met Henri Fonda, The Im mortal Sergeant, speelde ik een Duitse schildwacht". In vrijwel dezelfde periode waren Waagenaars ouders naar Wester- bork overgebracht en vandaar (zijn moeder op 6 december 1942 en zijn vader op 12 december) naar Ausch witz, waar ze beiden zijn omgeko men. Sam Waagenaar hoorde dat pas na de oorlog, van het Rode Kruis. .Naar Londen Via Psychological Warfare en War- information van de Amerikaanse strijdkrachten kwam hij in 1943 in Londen terecht, waar hij „toeziend redactielid" werd van de Vliegende Hollander. „Bovendien schreef ik voor de Engelsen en Amerikanen de vlugschriften die boven Neder land werden uitgeworpen. Ik heb er negen van gemaakt. Het moei lijkste was het pamfletje dat ik moest maken over het bombarde ment van Nijmegen. Het moest een excuus worden, in de trant van dat zoiets kon gebeuren in oorlogstijd, bewolking, enzovoort, enzovoort. Het moest eerst vertaald worden in het Engels, want het moest naar Ei senhower, Montgomery, de Konin gin en naar de Nederlandse rege ring in Londen. Het duurde dus maanden voordat het klaar was. Enkele jaren geleden correspon deerde ik met Lou de Jong en hij schreef me dat het pamflet over Nijmegen waarschijnlijk nooit is uitgegooid, want wat het pamflet zei over die bewolking boven de stad klopte niet, het was klaarhel- dere hemel die nacht". Voor Psychological Warfare volgde Waagenaar de invasietroepen naar Parijs, stapte over naar Internatio nal Newsservice, een Amerikaans persbureau, en versloeg het ont staan van de VN in San Francisco. Direct na Potsdam vestigde hij zich als correspondent in Berlijn, deed de eerste Neurenbergse processen en maakte ondertussen een uitge breide reportagereis door Polen. Hij is toen in oktober 1945 als een van de eerste westerse journalisten in Auschwitz geweest. „Dat was toen nog precies zoals in mei daarvoor". Hij was, zoals hij zegt, in functie als journalist, maar ook de wetenschap (die hij juist daarvoor had opge daan) dat zijn ouders daar waren omgekomen motiveerde het bezoek aan dat concentratiekamp. De in druk die alles op hem maakte was „onaangenaam, dat is de understa tement die ik eraan wil geven". Naar Rome Na een verblijf van tien maanden in Berlijn kreeg hij genoeg van de Duitsers en vestigde zich als free lanceschrijver in Rome. Hij heeft sindsdien tv-films gemaakt („Hans Brinker's return") en uitgebreide reportage rei zen door de hele we reld. In totaal heeft Waagenaar tien boeken geschreven: de twee genoemde boeken over Mata Hari (in tien talen vertaald), „De joden van Rome", een bestseller die het antisemitisme van enkele vroegere pausen aan de kaak stelt, en zeven fotoboeken over Rome, Israël, Azië, enzovoort. Waarom hij destijds Rome als woonplaats heeft gekozen pn daar na 38 jaar nog steeds woont? „Na die misère in Duitsland en, vergeet ook niet, in Polen, had ik de fysie ke noodzaak mensen te kunnen zien die konden glimlachen. Ik kwam in Rome en vond hier blau we lucht. Alle restaurants waren open, de wijn was goed en de vrou wen waren zacht. Vergeet niet dat er toen in Italië vreselijke armoe was, maar iedereen lachte. Ik werd verliefd op deze stad en zit er nog. Nederland is best gezellig hoor, maar het klimaat bevalt me abso luut niet. Voor mijn artritis (ge wrichtsontsteking), die ik een beet je heb, is dat beslist niet goed. De Nederlanders trekken in hun va kantie naar de zon, waarom zou ik dan uit de zon naar Nederland te ruggaan?" CEES MANDERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 21