MARTINE
BIJL
m
Voor links
handigen veel
meer begrip
dan vroeger
iie
„Lachende
mensen
is 'n
heerlijk Es
gezicht"
„Het is natuurlijk in dit vak mooi meegenomen, als je niet aan jezelf
twijfelt".
Na achttien jaar freewheelen is het er dan toch van
gekomen: Martine Bijl schittert uitbundig in haar
eerste one-woman-show, die overladen met juichen
de kritieken een triomftocht door Nederland maakt.
Donderdag 9 februari is Leiden aan de beurt en op
de vrijdagen 10 en 17 en de zaterdagen 11 en 18 febru
ari Den Haag. Dan geeft Martine met haar vier man
sterke orkest acte de présence in de schouwburg van
Leiden en in het Diligentia Theater aan het Lange
Voorhout in Den Haag. Vooruitlopend op deze hap
pening sprak Leo Thuring met de kersverse vedette
in haar egelstelling aan de Vecht.
LOENEN AAN DE VECHT De
rustdag, die Martine Bijl zichzelf
heeft gegund na wederom vier
avonden hoog branden in haar
one-woman-show, blijkt ditmaal
een barbaars etmaal te zijn, waarin
de winter te keer gaat als een dolle
stier. In het holst van de nacht, die
een maand geleden nog met groot
machtsvertoon een flink stuk van
de ochtend heeft geannexeerd, is
hij al begonnen met zijn Luilak-
viering in Loenen aan de Vecht,
waarbij hij jennerig aan de deuren
rammelde en links en rechts wat
takken van de bomen scheurde.
Nergens goed voor, maar hij schijnt
er nu eenmaal danige lol in te heb
ben het Nederlandse volk van tijd
tot tijd de stuipen op het lijf te ja
gen. Loenen aan de Vecht heeft hij
ook deze keer niet overgeslagen: de
Dorpsstraat is een windtunnel ge
worden waarin de schaarse wande
laars door hem hardhandig worden
getest op hun aërodynamische
kwaliteiten. En verderop bij de
kerk, die voor zo weinig inwoners
wat al te royaal in zijn vel zit, veegt
hij namens God het stoepje schoon
met zijn krokodilletranen.
In afwachting van de kersverse ve
dette, die voor een tap-les naar
Amsterdam is gereden „Gebla
zen zul je bedoelen", zal ze straks
na thuiskomst aanvullend medede
len schetst Henk van der Molen
vast haar profiel in de achterka
mer, die gezien de geringe diep
gang van hun poppenhuis tegelijk
de voorkamer is. Vanaf de driezits
bank meldt hij eerst, dat het ge
juich, waarmee Marti nes eerste
show door critici en publiek is ont
vangen, door hen beiden met grote
wellust wordt gerelativeerd. „Het is
uiteraard plezierig", geeft hij toe,
„als blijkt, dat je meteen bij je eer
ste poging in de roos hebt gescho
ten. Maar zo'n hosannah betekent
toch in feite bitter weinig. We le
ven nu eenmaal in de tijd van de
grote ontluistering. Iedereen haalt
iedereen onderuit en daarbij wor
den zelfs de doden niet gespaard.
Mocht je dus denken: als straks
mijn ogen breken, ben ik van het
gedonder af, dan moet ik je teleur
stellen. Want ook aan gene ziide
van je-graf zullen ze blijven probe
ren om je nog dieper in de grond te
trappen. Opeens wordt je ingepe
perd, dat ook de mensen, die je
hoog had zitten, corrupte, waanzin
nige proleten zijn geweest. Bing
Crosby was helemaal geen gevoeli
ge zanger, maar een huistiran. En
Kennedy was een vrouwengek, die
tussen het regeren door de dames
voortdurend in de billen kneep".
„Als je dat nu hoort, denk je auto
matisch: wanneer ze straks van
hun verbazing zijn bekomen je
kent dat wel: gut,gut, die Martine
toch; nooit geweten, dat ze zoveel
in haar mars
had pakken ze
haar waarschijn
lijk weer extra
hard aan en zal
onthuld worden,
dat ze eigenlijk
voor geen drie
stuivers deugt".
Nu hij het toch
over Martine
heeft: sinds de
show hen beiden
stevig in de houd
greep heeft, be
gint ze elke dag
werken of
niet met drie
kwartier aerobic-
dansjes tussen de
salontafel en de
vitrine met de
door haar eigen
handig beschil
derde eierschalen.
Twee keer per
week beult ze
haar lichaam
daarna nog af tij
dens een tap-les
van anderhalf
uur in Amster
dam. De resteren
de tijd vult ze, ge
kromd achter de
elektrische
schrijfmachine,
met de zoveelste,
geheel herziene
versie van haar
draaiboek of, ge
strekt op de bank,
met wachten op
de afreis naar
Heerjansdam of
Pingjum. „In de
periode dat we
repeteerden heeft hst'watër'
ze dat draaiboek
zeker zes keer
overgetikt", schat Van der Molen
voorzichtig, „en tpen we eindelijk
onze première hadden stond de
show in feite reeds als een vooroor
logs huis overeind. Martine kan
haar teksten alleen maar leren
door ze over te tikken. Dat doet ze
dan ook met grote overgave. Daar
naast rammelt ze op de dag, dat we
een voorstelling hebben, die dertig
pagina's nog eens in versneld tem
po hardop lezend af".
„Dat deed ze overigens ook al, toen
we nog in het schnabbel-circuit za
ten. Als ze dan 's avonds in restau
rant De Bokkepoot tussen de soep
en het slaatje wat liedjes mocht zin
gen, werd 's middags het hele re
pertoire nog eens duchtig doorge
nomen. Wat dat betreft is er dus
weinig veranderd in haar leven. Ze
verdient alleen stukken minder
dan vroeger. Want reken erop, dat
een schnabbelaar financieel op ro
zen zit, zolang er maar genoeg
mensen zijn, die dringend wat te
vieren hebben. En passant heeft
Martine op die manier ook nog het
vak in de toppen van haar vingers
gekregen. Ga maar eens optreden
voor de vereniging van wegenbou
wers, die net leuk getafeld hebben.
Ik geef je de verzekering, dat er
dan wat op je afkomt".
„Ik blijf toch een zorglijk typetje",
meent Martine, die zojuist door de
storm uit Amsterdam is teruggebla
zen naar haar egelstelling aan de
Wereldschokkend
In haar one-woman-show, die overal bomvolle zalen trekt, voelt Martine Bijl zich als een vis
rivier. De schoenen met ijzerbeslag
heeft ze inmiddels verruild voor
een paat- hoogst onmodieuze slof
fen. Weggedoken op een poef
neemt ze nu bedachtzaam aan de
conversatie deel. „Ik ben elke keer
weer verbijsterd over de. reacties
Vanuit de zaal", bekent ze, „ik heb
ook nog nooit zulke aardige kritie
ken gehad als in de laatste maan
den. In de ogen van de meeste re
censenten bleef ik toch die lieve,
blonde doktersdochter met haar
zoetgevooisde liedjes. Ik mocht van
hen best wat dreutelen in de marge
van het vak, maar echt serieus
werd ik toch niet genomen".
„En nu zitten de zalen opeens vol
en lees ik verhalen over „de sterke,
volwassen show van Martine Bijl".
Dat houd je toch niet voor mogelijk
als je aan zo'n opgaaf begint. Ik had
alleen de behoefte om na achttien
jaar luisterliedjes eens wat anders
te doen. Ik wil daar niet omheen
draaien. Ik dacht: ik zal ze eens een
poepje laten ruiken. Maar tegelijk
flitste het door me heen: als dat
maar goed afloopt. En zo dachten
de meeste theaterdirecteuren er
ook over. Die hebben me aanvan
kelijk heel angstig geprogram
meerd met één of twee voorstellin
gen. En dan zeiden ze er nog bij:
„Als er geen publiek op afkomt,
hoeft u toch niet te wanhopen, me
vrouw Bijl. Dan bellen we wel naar
de directrice van een bejaardente-
„Achteraf kost het me geen enkele
moeite te bekennen, dat ik op een
onbeschaamde wijze geniet van
mijn succes. Lachende mensen is
een heerlijk gezicht, heb ik ge
merkt. En daarom proberen we er
met zijn allen ook een feestje van
te maken. Gewoon ouderwets en
tertainment met een fijn orkest en
huis-, tuin- en keukenonderwer
pen, waar iedereen zichzelf in kan
terugvinden. Ik vertel een verhaal
over mijn vader, dat in geen enkel
opzicht spectaculair of wereld
schokkend is. Het is een verhaal
van hooguit twee vierkante centi
meter. Maar in de praktijk blijkt
dat genoeg te zijn voor de schok
der herkenning. In de pauze hoor
ik vaak van onze geluidsman, hoe
de zaal heeft gereageerd. En dat
pept me geweldig op, want je suc
ces hangt voor een groot deel af
van je publiek. Soms komt ook de
directeur van zo'n theater enthou
siast vertellen, dat hij genoten
heeft. Dan bedoelt hij natuurlijk,
dat hij geniet van zijn volle zaal.
Maar het blijft aardig".
„Niettemin ga ik nog steeds met ijs
koude handen van de zenuwen het
toneel op. Maar' daar hoeft het pu
bliek niets van te merken, want
goddank zijn er allerlei foefjes om
dat te verbergen. Ik heb ook stee
vast een droge mond, als ik begin.
Dat krijg je als je net zolang blijft
twijfelen, totdat je merkt dat het
lukt. Ik hoop, dat de mensen het
goed vinden, wat ik doe. Maar on
dertussen sterf ik duizend doden en
blijft het door me heen spoken:
waar ben je in vredesnaam mee be
zig meisje? Waar doe je dat nou al
lemaal voor?".
„Dat is mijn eeuwige dilemma: ik
wil zo graag. Maar ik ben zo bang
dat ik voor aap zal staan. Gaande
weg zakt die angst wel, maar ik ge
neer me toch nog steeds te gauw en
zoek op de tast mijn weg. Henk
heeft gelukkig dezelfde makke. Als
ik tijdens de voorstelling naar hem
kijk, denk ik: het is een prettige ge
dachte, dat er op dit moment nog
één langzaam dood gaat".
Toekomst
Inmiddels is ze zeker honderd va
ders en honderd moeders rijker ge
worden, die haar overladen met
nuttige tips voor een gouden toe
komst. „Je kent dat ongetwijfeld",
veronderstelt ze, „ze zoeken je op
in de kleedkamer en zeggen: „Het
is enig hoor, wat je doet. Mams en
ik hebben een kostelijke avond. En
voor een eerste programma is het
zeker opmerkelijk. Maar nu moet je
verder. Bewijzen, dat deze show
geen toevalstreffer is geweest. Mag
ik je wat dat betreft een goede raad
geven, Martine? Je moet je in je
volgende programma wat maat
schappij-kritischer opstellen en die
typetjes verder vergeten". Ik hoor
die verhalen aan en denk: als ik
zelf van die typetjes geniet, waar
om zal ik ze dan in de vuilnisbak
kieperen? Ik verheug me er elke
keer opnieuw op en blijf het enig
vinden om een pruikje op te zetten
en mijn valse tanden in te doen.
Terwijl ik een liedje sta te zingen
denk ik alweer: ha, fijn, straks
komt Agnes nog".
Ze schenkt zichzelf tussentijds een
opbeurende glimlach en vervolgt:
„Het is natuurlijk mooi meegeno
men als een artiest geen remmin
gen heeft. Maar meestal gaat dat
ten koste van je zelfkritiek. En
daar ben ik helaas ruim mee begif
tigd. Ik ben ook geen theaterdier,
zoals Edith Piaf dat was. Als ik
naar haar voorstelling ging en die
totale overgave zag, dat radeloze
gebaar van: „Hier ben ik. Vreet me
maar op", stond me dat tegen. Dan
zat ik me ongemerkt voor haar te
generen".
„Ik ben dus duidelijk uit ander
hout gesneden. Bij mij zit er nog
steeds een burgerlijk fineer op. Als
ik een volksvrouw moet spelen,
draait het toch weer uit op een aan
trekkelijk dametje uit de betere
kringen. Want hoe ik me ook toeta
kel het lukt me niet om er oprecht
ordinair uit te zien".
„Als je nu zo'n handicap hebt
laten we het gemakshalve maar
een handicap noemen moet je
van een hoop dingen afblijven. Ik
zit met open mond te kijken naar
Adèle Bloemendaal. Maar ik ga on
herroepelijk de fout in als ik pro
beer te doen wat zij doet. Adèle
kan zich aan teksten wagen, waar
ik uit lijfsbehoud met een grote
boog omheen moet lopen. Ik mis
Sinds Martine Bijl met haaiit-tr
woman-show rondtrekt, hetslaj
van alle kanten nuttige tips g r
gen. „Er zijn mensen, die v<^cjs
den, dat ik in mijn tweede'
de typetjes moet weglaten.
daar voel ik voorlopig niets ?Per
die
Dht
ten enenmale het cynisme|e
daarvoor nodig is. Ik ben niejnte
echt teleurgesteld in de werqigei
heb geen geduld voor agressie
enige wapen, waarmee ik de
pen in de wereld te lijf kan ga,31!:!
de ironie. En daar wil ik be?
vaker gebruik van maken" eeI
(van
akk
d hi
grc
Ambitie
„Voor de rest blijf ik dus eenra^J
lijk typetje, dat zich nu va
druk maakt over de tweede 6t er
Terwijl we nota bene in 1984 i1 "en
keer moeten spelen en in 198
eens 95 keer. Ik heb overigen^1
enkele ambitie om door te sle b
naar Broadway. Wat zeg ik?a"^
Carré trekt me niet aan. Ik Ir
zéér blij met wat ik nu magr-Y.2
Ik smeer 's avonds de glamol
mijn gezicht. En na afloop vFen
voorstelling haal ik die tro(n
weer gauw af en vlucht ik ^U1S
naar Loenen aan de Vecht, wj. va
mijn dagen vul met flauwekils
spaar bijvoorbeeld vloeitjes vftsP0
naasappelen en sorteer ze op r
beeldingen. De bloemetjes df?
de bloemetjes. En de beestjes r
beestjes. Dat vind ik een zeer60
gevende bezigheid, die ik 'P .°1
mijn optreden nog net kan trItie
pen". vo°
„Op het gebied van verzar te
ben ik trouwens een onverbé er
ke hamster. Als ik van een be m
voorwerp twee exemplaren h(*^n
ik onherroepelijk door en rjP®n-
niet, voordat mijn huis vol zr!™1
die troep".
Ze trekt opeens de ruimte onjee5
heen vacuüm met een veelze
de pauze. Buiten is de wint? Ko
weer begonnen aan zijn zov^^
nachtoefening. De koffie st^^
warmpjes bij op de waakvlam
de kwarktaart heeft in de dagf
se notering inmiddels vier pi
moeten prijsgeven.
„Weet je, wat ik opeens zit
denken", zegt ze zacht, „ik I
waarachtig, dat ik hét niet eel
zou vinden als ik nu al bezi|
aan mijn afscheidstournee".
LEO THUl
Foto's: TJERK HERÜ
AMSTERDAM Ongeveer
tien procent van de mensheid
is links. Niet qua politieke
voorkeur, maar qua „hand-ge
richtheid". Waarbij direct
moet worden aangetekend,
dat het behept zijn met twee
linkerhanden wel degelijk iets
anders is dan links zijn. Nog
niet zo heel lang geleden wer
den die twee begrippen vaak
door elkaar gehaald, maar op
het ogenblik ontmoet de link
se medemens heel wat meer
begrip van de „rechtse" meer
derheid dan toentertijd.
Wie uitgesproken linkshandig is,
mag tegenwoordig in de schoolban
ken rustig links blijven schrijven.
Want al is nimmer afdoende bewe
zen, dat het afleren van linkshan
digheid al dan niet funest zou zijn
voor de hersenactiviteit van leer-
lingetjes: men neemt tegenwoordig
het zekere voor het onzekere en
laat de linkse minderheid rustig
links. „Echte discriminatie komt
niet of nauwelijks meer voor", is de
overtuiging van Hans van Keme-
nade, student aan de Vrije Univer
siteit van Amsterdam en volop be
zig met het verwerken van een
stroom onderzoeksgegevens voor
zijn doctoraal-scriptie over links-
handigheid.
„Uit de stapels literatuur, die ik
doorgenomen heb en uit gesprek
ken met linkshandigen mag ik rus
tig concluderen dat er van discri
minatie, althans in ons land, geen
sprake is", meldt Hans van Keme-
nade. Overigens bewoog zijn on
derzoek zich op een heel ander ter
rein. Als student in de neuropsy
chologie was hij uiterst nieuwsgie
rig naar de hersenlateralisatie bij
links-handigen en de factoren, die
daarbij een rol spelen. Bekend was
al, dat bij rechtshandigen de taal
functie in de linker hemisfeer, de
linker helft, van de hersenen zetelt
en de ruimtelijke en oriëntatie
functie in de rechter hemisfeer. Bij
linkshandigen ligt die verdeling
lang niet zo expliciet; de meerder
heid heeft de taalfunctie links, een
minderheid heeft hem rechts en
dan is er nog een tussengroep
waarbij de taalfunctie in zowel de
linker- als de rechterhelft van de
hersenen zetelt. Het onderzoek van
Van Kemenade spitste zich toe op
verschillen in hersenlateralisatie,
als bepaalde factoren in ogen
schouw worden genomen. Zoals: de
sekse; de handpositie bij het schrij
ven; geboortestress en het vóórko
men van andere linkshandigen in
de familie
Hij testte 163 proefpersonen en be
trok er uiteindelijk 157 in de com
puteranalyse. „Enige uitval heb je
altijd: er zat bijvoorbeeld een
bij, die zich bij wijze
ti id: er za
ichtshandige
van grap had aangemeld. Hij
kwam, in tegenstelling tot enkele
van zijn „collega's" heel handig
door de voorselectie, maar viel bij
de verdere test toch door de
mand". Omdat Van Kemenade zijn
proefpersonen recruteerde uit de
universitaire wereld, was er sprake
van ongeveer gelijke intelligentie,
zodat de resultaten van zijn onder
zoek in elk geval niet toe te schrij
ven zijn aan intelligentie-verschil.
„Belangrijkste conclusie van het
onderzoek? Als je als linkshandige
nog meer linkshandigen in de fa
milie hebt, dan werkt dat positief
Hans van Kemenade („Nee, echt
geen familie van de oud-minis
ter"): onderdrukken van linkshan
digen helpt op de lange termijn
niet.
door bij de prestaties, zowel op het
verbale (spreekvaardigheid) als op
het non-verbale vlak". Betekent
die conclusie nu, dat de ouders van
een „links" kind zonder linkshan
digen in de familie alles op alles
moeten zetten om die jongen of
meisje rechts te laten leren schrij
ven? „Beslist niet", wimpelt Van
Kemenade die suggestie af. „Je
moet conclusies, die voor een be
paalde groep gelden, nooit door
trekken naar een individu. De er
varing leert, dat je dan meestal de
mist ingaat".
Andere conclusies: mannen scoren
beter op non-verbale taken dan
vrouwen: vrouwen doen het beter
op verbaal gebied. Dat opvallende
verschil kwam onder meer duide
lijk naar voren bij een test met
nummerseries, waarbij de proef
persoon gevraagd werd een serie
getallen voort te zetten. Een voor
beeld: 10-11-12-13-14. Met als juiste
voortzetting: 15. Of, heel wat moei
lijker: 14325436 5, wat dan ge
lezen zou moeten worden als 143-
254-365, zodat het volgende getal
met een 4 zou moeten beginnen.
Terwijl bij letterseries, waarbij een
soortgelijke logica gebruikt moest
worden, mannen en vrouwen onge
veer gelijk scoorden, bleven de
vrouwen bij de nummerseries flink
achter.
Maar bij een verbaal-geheugen-test
(anderhalve minuut de tijd om een
rijtje woorden in het geheugen te
prenten, waarna die woorden uit
het hoofd moeten worden opge
schreven) gingen de vrouwen dui
delijk met de erepalm strijken.
Wat de verschillende hoofdfacto
ren betreft, die Van Kemenade in
zijn onderzoek betrok, speek
boortestress (complicaties ro
geboorte, zoals dreiging vaif
miskraam, te vroege geb
tangverlossing, enzovoort) ni
lijks een rol. Dat was ook het
voor de handpositie bij het s
ven. Heel wat meer ondel
verschillen werden genoteei!
de sekse op de proppen kwj
wanneer het vóórkomen van
handigen in de familie werd|
calculeerd.
Bij zijn literatuurstudie over
handigen kwam Hans van
nade een gegeven tegen, dat
waar geen direct verband hal
zijn onderzoek, maar dat to|
moeite van het doorgeven wal
„In bepaalde tijdvakken is vrj
sequent geprobeerd linksharj
rechts te laten schrijven. In ij
land was dat bijvoorbeeld het
in de jaren dertig en veertig,
gaans had dat pogen heel w;
ces. De „onderdrukking" rest
de in een fikse daling van eei
tal linkshandigen tot circa
procent van de totale bev»
Maar hield de „onderdrukkii
dan steeg hun aantal tot om
bij de tien procent: het door d
wen heen vaste percentage vi
aantal linkshandigen". Bestr
van linkshandigheid helpt
nooit afdoende. Voor het „li
deel van de mensheid toch g
stellend om te weten.
FRANS VAN DEN B
ZATERDAG 4 FEBRUARI
Een pruik en valse tanden zijn voor Martine Bijl voldoende voor haar huiveringwekkende
metamorfose tot Agnes, de ster-verslaggeefster van een roddelblad.