V alsemunters
moeilijk te
pakken, maar
krijgen doen
we
naje
Geld
verkeer is
optimaal
beveiligd
oor een
als „geeltje"
a cel in
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1984
Wat doet een mens als hij of zij
ontdekt een vals bankbiljet te
hebben ontvangen? Het weer
uitgeven? Of, zoals van iedere
rechtgeaarde Nederlander
verwacht mag worden, naar de
politie stappen en aangifte doen?
Helaas blijkt in de praktijk steeds
vaker dat lang niet iedere
landgenoot zo rechtgeaard is.
Deze week nog werd in
Apeldoorn een negentienjarige
jongeman aangehouden, die zich
doelbewust had schuldig gemaakt
aan zogeheten
„stropverschuiving". Z'n vader
had een vals geeltje (biljet van
vijfentwintig gulden) ontvangen,
ontdekte dat later en zoonlief
nam vervolgens de üaak op zich
door uitgifte van het falsificaat
de strop naar een ander over te
hevelen.
In dit geval naar een drogisterij,
waar men pas 's avonds bij het
opmaken van de dagopbrengst
het valse bankbiljet ontdekte en
prompt de politie inschakelde.
Dank zij het buitengewoon
scherpe geheugen van een
verkoopster kwam het daarna
snel tot de aanhouding van de
bewuste fraudeur, die nu volgens
het Wetboek van Strafrecht alle
risico's loopt voor korte of lange
tijd achter de tralies te geraken.
De op dit soort zaken in
vakjargon
„gelegenheidscriminaliteit"
genoemd van toepassing
Dirk
Schuurman,
hoofd
Falsificatie
Centrale: „Het
opsporen van
de bron is
vaak een
kwestie van
jaren".
zijnde strafmaat varieert
namelijk van drie maanden tot
negen jaar gevangenisstraf of een
geldboete van maximaal
tienduizend gulden. En dat
allemaal voor zegge en schrijve
één „geeltje"
Overigens behoort het
betreffende falsificaat tot een
grote partij nagemaakte biljetten
van vijfentwintig gulden, die al
sedert midden 1982 in omloop is
en waarvan men de bron, de
drukkerij dus, nog steeds niet
heeft kunnen achterhalen. Wat
op zichzelf allerminst vreemd is,
want nadat in 1973 al de eerste
valse briefjes van duizend gulden
werden ontdekt, duurde het tot
1979 eer men de in dit geval
Haagse drukkerij wist op te
sporen.
Met een variant op het
overbekende gezegde „Geld
houdt de kinderen wakker", zou
je in dit geval dus kunnen stellen,
dat vals geld politie en justitie
slapeloze nachten bezorgt.
(Foto: Milan
Konvalinka)
HAAG Wie voor een dub-
geboren is, wordt nooit "een
!je Vooral in deze tijd van
jmische recessie een (te) veel
teerde kreet, maar dat blijft,
jkt door de eeuwen heen, loos
voor valsemunters. Ze be-
jreeds zo lang als het geld oud
werden in onze vaderland-
;etelheid bijvoorbeeld in de
tad Deventer dergelijke fal-
urs publiekelijk in een vet-
rituurd, anno 1984 duiken er
in ons land nog steeds slecht
lakte bankbiljetten op. Het
els -gecultiveerde Ossewit
lan allang vervangen zijn
ïeel wat humaner overko-
gevangenisstraffen, de valse
Ik van vijfentwintig gulden
|ir in getale niet minder om.
j Pieterszoon Sweelinck ten
i.Zoals het bolwerk van zijn
tamelijk aan Baeh opgedragen
junst, de Amsterdamse Oude
Ij verworden is tot eert nietig
|elijk eilandje in het centrum
j|e door sexhuizen gemaffieer-
jiofdstedelijke rosse buurt, zo
lok de handel en wandel in
'caties, die welhaast een kari-
Ir van zijn beeltenis dragen,
iglicht amper velen.,
jhs, dat is de mening van Dirk
irman, hoofd van de Falsifi-
Centrale van de Centrale Re
ne Informatiedienst in Den
Sedert medio mei 1982 wor-
iij en z'n dienst geconfron-
met aanvankelijk in grote
n boven water gebrachte
briefjes van vijfentwintig. De
maanden zijn die partijen
likt boterhampapier" in
Jteit aanmerkelijk geringer,
et aantal incidentele geval-
eidt zich over heel Nederland
t we in de zomer van 1982
rste valse biljet ontdekten in
rabantse Oosterhout, werden
ft daarna geconfronteerd met
jartijen van dergelijke falsifi-
In september van dat jaar
we een partijtje van 86 bil-
in Zoetermeer, waarna we
diezelfde maand in Amster-
jerst 234 valse biljetten van
jwintig aantroffen en kort
I nog eens 105. In beide ge-
zaten die partijen aan de
nt: handel in verdovende
(en. In november '82 doken
tseling in Den Haag 420 bil-
op na een transactie in ge-
e auto's. De laatste grote hoe-
id falsificaties van dezelfde
png vonden we in Emmen.
verden eerst vijftien biljetten
haald, daarna bij iemand
nog eens een bundeltje van
iteraard werd in alle geval-
rbaal opgemaakt, maar ach-
bron van deze uit dezelfde
Brij stammende falsificaties
niet zo snel. Die handel zit
slim in elkaar en de bron is
loeilijk te achterhalen. Zeker
er er sprake is van zo'n
5 incidentele gevallen per
I, zoals nu".
cans groter
eerste gezicht zou je zeggen,
in valse duizendjes, zoals in
pn '73 - '75, loont snel, maar
in valse geeltjes
)ver hebben we ons aanvan-
pok wel verbaasd, ja. De eco-
fhe waarde van briefjes met
jrgelijk lage valuta is uiterst
Men zet die biljetten vol-
meestal gebruikelijke weg
ongeveer twintig procent
werkelijke waarde van het
nkbiljet. In dit geval dus
n vijf gulden per nage-
nkbiljet. Dat betekent, dat
alsificateur ontzettend veel
jetten moet namaken eer je
ld gaat verdienen. Want
niet, ondanks de steeds
DIRK SCHUURMAN,
HOOFD FALSIFICATIE CENTRALE:
Voor gelddeskundigen is de
Amerikaanse dollar, nog altijd de
hardste valuta ter wereld, een
waardeloos vodje papier. De
Amerikaanse bankbiljetten zijn vrij
eenvoudig na te maken en dat
gebeurt dan ook op grote schaal.
moderner wordende druktechnie- ten worden, niet gering. Bovendien
ken zijn de investeringen, die voor is de pakkans bij grotere hoeveel-
dergelijke falsificaties gedaan moe- heden van die falsificaties uiter-
De totale waarde van ons tastbare
geldverkeer bedraagt meer dan
twintig miljard gulden. Dat bete
kent dat er ruim driehonderd mil
joen bankbiljetten in omloop zijn.
De Nederlandsche Bank let er als
geld uitgever scherp op dat valse
bankbiljetten die markt niet kun
nen aantasten. Men doet dat niet
alleen om de geldcirculatie in de
hand te kunnen houden, maar men
wil er tevens voor waken dat het
blinde vertrouwen van het publiek
in ons wettige betaalmiddel niet
wordt aangetast. Toch komen er
geregeld zoals nu het geval is
met de nagemaakte briefes van
vijfentwintig gulden falsificaties
voor, maar aantallen daarover ver
strekt de Nederlandsche Bank niet
De nagemaakte biljetten zijn meest
al van slechte tot matige kwaliteit.
Dat kan ook nauwelijks anders. In
gewikkelde drukprocédes plaat
druk en kleurencombinaties, re
centelijk opnieuw verfijnd in de
nieuwe biljetten van honderd gul
den (de Snip) en van vijftig gulden,
zorgen voor zoveel voetangels en
klemmen, dat men al een geboren
optimist moet zijn om er aan te be
ginnen.
De druktechnische hoogstandjes
worden verzorgd door Johan Én-
schede in Haarlem. De bescher
ming tegen vervalsing bestaat
voorts uit het gebruik van uitzon
derlijk goed papier, dat wordt ver
vaardigd door Van Hou turn en
Palm in Ugehelen bij Apeldoorn.
Dit bedrijf is eigendom van de Ne
derlandsche Bank en levert al
meer dan een eeuw ons vaderland
se bankpapier. Bovendien ligt er in
kluizen bij Van Houtum en Palm
een voorraad papier, die bij even
tuele calamiteiten onmiddellijk
aangewend kan worden om geheel
nieuw geld te drukken.
Met de Westduitse mark heeft het
Nederlandse bankbiljet een grote
naam in de internationale geld we
reld. Bankbiljetten uit deze beide
landen kennen zoveel waarborgen,
die namaak moeten voorkomen,
dat het, zoals gezegd, welhaast uit
gesloten is goed gelijkende falsifi
caties te drukken. In de Bondsre
publiek is men daarmee overigens
nog iets verder dan in ons land.
Elk bankbiljet is daar voorzien van
een dun metalen draadje, terwijl er
ook gekleurde papiervezels in ver
werkt zijn. Waarborgen, die in
schrille tegenstelling staan met die
van bijvoorbeeld de Amerikaanse
dollar. Nog steeds, en dat is met
name in de laatste maanden weer
eens bewezen, de hardste valuta
van de wereld. Toch is dit in het
internationale geldverkeer meest
gebruikte betaalmiddel voor geld
deskundigen niet meer dan een
waardeloos vodje papier. Met ande
re woorden: bij gebrek aan een wa
termerk en andere „ingebouwde
beveiligingssystemen" zijn Ameri
kaanse bankbiljetten vrij eenvou
dig na te maken en dat gebeurt dan
ook op grote schaal. Overigens is
het namaken van dollars en andere
vreemde valuta in ons land net zo
strafbaar als het vervalsen van ons
eigen geld. In 1929 werd daartoe
een internationaal verdrag opge
steld, dat drie jaar later werd gera
tificeerd. In de artikelen 208 tot 215
van het Wetboek van Strafrecht
staat dan ook dat degene die vals
geld uitgeeft, aanmaakt of in voor
raad heeft maximaal negen jaar in
het gevang kan worden opgebor
gen. Een strafmaat, die in tegen
stelling tot dat internationale ver
drag, niet in elk land hetzelfde is.
In België bijvoorbeeld geldt een
straf van vijftien tot twintig jaar
dwangarbeid in een werkkamp.
WATERMERKEN, PORTRETTEN
EN AFBEELDINGEN
Bankbiljetten heb
ben in ons land alle
maal hun eigen wa
termerk. In een
briefje van vijf treft
men een inktkoker
aan, in een biljet van
tien gulden een
hoorn, in coupures
van vijfentwintig
gulden golven, in die
van vijftig gulden
een bij, in die van
honderd een vlag
met kanonskogels en
in de zogenaamde
rooie ruggen (dui
zend gulden) een
combinatie van een
driehoek, een vier
kant en een cirkel.
Johan Enschede
drukt er portretten
naast van respectie
velijk Joost van den
Vondel, Frans Hals,
Jan Pietersz. Swee
linck, de afbeelding
van een zonnebloem,
Michiel Adriaensz.
de Ruyter (op de
nieuwe bankbiljet
ten de afbeelding
van een snip) en Ba-
ruch d'Espinoza.
aard ook aanzienlijk groter. We
hebben inmiddels van deze ene
partij zo'n dikke drieduizend valse
briefjes achterhaald, maar ik schat
dat het hier toch wel om een totaal
aantal van enkele tienduizenden
gaat. Zoals gezegd, de wegen naar
de tussenhandel, de distributeurs
zitten uiterst geraffineerd in el
kaar. Mensen, die willens en we
tens die valse briefjes in omloop
brengen, kennen hun opdrachtge
vers, de mensen van wie ze die fal
sificaties kopen, niet. Maar wij heb
ben geduld. De ervaring heeft ge
leerd, dat we de drukkers uiteinde
lijk toch pakken. Toen in 1973 val
se biljetten van duizend gulden
werden aangetroffen, heeft het bij
na zes jaar geduurd voor we het
drukkerijtje in Den Haag vonden.
En zo zal het ook de falsi ficateurs
van de briefjes van vijfentwintig
vergaan. Echt, valsemunterij loont
op de lange duur beslist niet".
Inmiddels kan de argeloze burger
er niettemin de dupe van worden.
„Dat is juist, daarom is het in dit
geval maar goed dat het om 1 „ïefjes
van vijfentwintig gulden gaat en
niet om duizendjes. Dat hoüdt de
schade, hoe vervelend ook, voor ie
dereen beperkt. Overigens wil het
pakken van de drukker nog lang
niet zeggen dat ook die valse bank
biljetten onmiddellijk uit de omloop
zijn. De bewuste drukkers, gelegen
heidscriminelen, jokken ten eerste
altijd als het om de hoeveelheid op
de markt gebrachte biljetten gaat.
Ten tweede heb je met het opspo
ren van de bron niet gelijk alle fal
sificaties te pakken. Pas als ze bij
banken of postkantoren terecht ko
men, worden ze normaal uit het
betalingscircuit gehaald. Want door
die zeef komt geen enkel vals bil
jet. En zo dat het geval mocht zijn
een kans van één op de mil
joen dan achterhaalt de Neder
landsche Bank de identiteit van die
falsificaties wel. Er blijft bij dit al
les echter één tegenstrijdigheid be
staan: het vertrouwen van de Ne
derlander ih zijn geld is zo groot,
en terecht, dat men in feite te arge-
ïerkent men een vals „geeltje"
Hoe herkent men de
momenteel in o
loop zijnde valse
briefjes van vijfen
twintig gulden? Ten
eerste aan de serie
nummers. Op de tot
nu toe aangetroffen
falsificaties stonden
de nummers
0636630958,
6209580663,
3303662796, 621026303
en 3036627963. Voorts
voelt het valse biljet
aan als vetvrij boter
hampapier en breekt
het snel als het ge
vouwen wordt. Voor
al is dus waakzaam
heid geboden bij het
ontvangen van met
cellotape bewerkte
biljetten. Druktech
nisch zitten er boven
dien veel mankemen
ten aan. De rode
kleur is fletser dan
bij het echte biljet,
de gedrukte tekst va
ger, het watermerk
golfjes zit niet
in maar óp het pa
pier, de baardpartij
van de op het biljet
afgebeelde Jan Pie
tersz. Sweelinck ligt
bij het echte vijfen-
twintigje voelbaar
op het papier, bij het
valse niet. De ragfij
ne lijnpatronen op
de achterzijde van
het valse biljet zijn
veel vager dan op
het echte en lopen
bovendien bijna in
elkaar over.
loos met dat geld omspringt. Het
probleem met vals geld is, dat de
falsificateurs het nadeel bij ande
ren leggen en dat die valse bank
biljetten overal ter wereld gedrukt
kunnen zijn. Bij de opsporing daar
van kennen we slechts twee raad
gevers: geduld en behoedzaam
heid".
Strop voor de klant
Een praktische vraag. Ik ben zo'n
argeloze burger en biedt te goeder
trouw een vals biljet van vijfen
twintig gulden aan de kassier van
m 'n bank aan. Wat gebeurt er dan?
„Neem van mij aan, een bankkas-
sier ontdekt zelfs in een bundel
van honderd bankbiljetten onmid
dellijk dat ene valse briefje. Fin-
gerspitzengefühlGebeurt dat,
dan mag de man je dat biljet nooit
teruggeven. Banken en postkanto
ren mogen uiteraard geen vals geld
in omloop brengen en dus is elke
falsificatie die in omgekeerde rich
ting over de balie gaat, een onwet
tig betaalmiddel en mag dus niet
meer terug in omloop gebracht
worden. De strop is voor de klant.
Banken kunnen zich niet voor der
gelijke zaken verzekeren, midden
standers wel. Naast professionele
falsificateurs worden we de laatste
jaren overstroomd met om ludieke
redenen nagemaakte bankbiljetten.
Bijvoorbeeld een carnavalsvereni
ging, die een biljet van een tiende
namaakt en er elf gulden op zet. Óf
om de een of andere reden gedrukt
namaaksel, dat als waarde het on
mogelijke bedrag van drieëndertig
gulden kent. Mensen, die zich daar
aan schuldig maken, zijn voor de
wet even strafbaar als echte valse
munters. Van alle afbeeldingen op
Nederlandse bankbiljetten berusten
de auteursrechten bij de Neder
landsche Bank en geloof me, ook
achter deze min of meer ludieke
zaken gaan we aan. Compleet dus
met proces-verbaal en alle gevol
gen van dien".
KEES JAGERS