Meerderheid Leidse zondagclubs kiest voor 'doormodderen' in de eigen afdeling Een uitdaging die je als E hardloper niet kan weerstaan SPORT LEIDEN CcidacSoivuMit ZATERDAG 4 FEBRUARI 1984 PAGIN, JC LEIDEN De toekomst van de afdeling zondag van de KNVB Afdeling Leiden ziet er somber uit. Het aantal verenigingen in de hoogste Leidse klas se loopt hard terug. Werd er bijvoorbeeld tien jaar geleden nog door negen tien clubs gestreden, dit seizoen ontmoeten nog slechts elf verenigingen elkaar. Volgend jaar zul len dat er nog minder zijn. In het meest gunstige ge val tien. Eén minder dan in deze voetbaljaargang, omdat KRV in navolging van Alphia de krachten zal bundelen en met het enig overgebleven stan daardteam voor spelen op zaterdag zal kiezen. Gaat de fusie tussen de drie Boshuizerkadeclubs (Oranje Groen, Leidse Boys en VNA) door en de gradeert er geen Leidse vereniging vanuit de KNVB naar de afdeling dan resten er slechts ze ven clubs. Een in feite voor een competitieleider al „onwerkbaar" aantal dat in de nabije toekomst nog wel eens kleiner zou kunnen worden. Want, hoewel ZLC-voorzitter Scheffer het zondagse standaardteam nog niet een, twee, drie opgeheven ziet worden; ook hij kan niet om de bestaande pro blematiek rond zijn zon dagafdeling heen. En om de situatie er nog pikanter op te maken: het bestuur van VNL peilt, op dit mo ment de stemming onder de leden waar het de op richting van een zaterdag- tak betreft... Het is duidelijk: de Leidse zon dagafdeling is niet meer wat het geweest is en het bestuur van de Afdeling Leiden heeft dat ook onderkend. In de Lei- derdorpse Bloemerd werd dan ook een drietal „reddingsplan nen" opgesteld. Zoals het er nu naar uitziet moet samenwer king met de Afdeling Den Haag competitievoetbal op zondag voor de Leidse clubs gaan garanderen. De betrok ken verenigingen blijken daar, desgevraagd, echter maar wei nig voor te voelen. Een over zicht van de problematiek. In het seizoen '72-73 was er nog geen vuiltje aan de lucht. Met negentien clubs, verdeeld over twee klassen, kende Lei den een volwassen zondag competitie. Op weg naar het nu lopende seizoen werd ech ter nogal wat averij opgelopen. De fusie tussen VVOA en Rijpwetering, de overstap van Alphia naar de zaterdag en het feit dat er een aantal malen geen enkele club uit de KNVB „terugkwam", terwijl er wel gewoon een Leidse vereniging promoveerde, waren doorvoor verantwoordelijk. Nadat een samengaan met „Gouda" beide afdelingen niet had gebracht wat daarvan werd verwacht, werd het seizoen '79-'80 met dertien teams aangevangen. Toen al borrelden er plannen op om de competitieopzet toch weer interessanter te maken, hetgeen twee jaar geleden re sulteerde in het huidige sy steem van overgangsklasse en eerste klasse. Maar nu het aan tal van elf clubs opnieuw enige alternatief over". Als het dus aan het bestuur van de af deling ligt, komen de clubs volgend jaar in Haagse compe tities uit. Een rondgang langs de diverse betrokken vereni gingen leert echter dat de meerderheid van de betrok ken clubs daar geen trek in heeft. Enige echte uitzonde ring daarop vormt Warmunda, terwijl MMO zich nog niet wil uitspreken. De eerste club stelt bij monde van wedstrijdsecre taris Van det Voorn: „De afde ling moet gered. Lukt dat zo, dan is dat een goede zaak". De overige reacties zijn vrijwel analoog aan de mening van ZLC-praeses Scheffer: „Wij staan nu niet bepaald te trap pelen om in Den Haag te gaan voetballen. Wij zijn meer ge charmeerd van Gouda. Waar om weet ik niet precies, maar Den Haag trekt me niet". Zijn collega Cor Sip van Unitas Leiden zou zelfs „liever nog anderhalve competitie in Lei den spelen", dan in een Haag- AFDELINGS VERENIGINGEN TEGEN SAMENWERKING METDENHAAG dreigt terug te lopen, zal ook die opzet op de helling moeten. De KNVB Afdeling Leiden ontwikkelde daartoe een aan tal plannen, waarbij het uit gangspunt was het aantal aan de competitie deelnemende clubs op een of andere wijze uit te breiden. Verstrekkend Het meest verstrekkende plan was om de clubs uit de afde ling zaterdag competitie en die uit de zondagse reeks in een competitie (op zaterdag) onder te brengen, zoals dat ook al in de bekerstrijd het geval is. Het afdelingsbestuur wenste daar voor echter ook al omdat werd verwacht dat de vereni gingen zich niet in dat idee zouden kunnen vinden het groene licht niet te geven. Een tweede in Leiderdorp ge boren idee was om clubs uit de grensgebieden, die in andere afdelingen uitkomen „binnen" te halen. Cor van Steijn, afde- lings-administrateur: „Dat plan gaat definitief niet door, omdat de afdelingen Den Haag en Haarlem daar niet voor voelden. En daardoor blijft het plan voor verregaande samen werking met Den Haag als se competitie te moeten uitko men, al kan ook hij zijn afkeer van voetbal in de residentie niet beargumenteren. Degradatie Dat geldt niet voor bestuurslid Van Wittmarschen van - Kic- kers'69: „Het ons voorgehou den plan lijkt leuk; nieuwe te genstanders, meer kansen op promotie, maar het is wel veel verder weg en wat je je daar naast moet realiseren is dat je natuurlijk ook kan degrade ren. En dan zit je in een afde ling met louter Haagse vereni gingen en of dat nou wel zo leuk is". De klippen te omzei len door het standaardteam over te hevelen naar de zater dagcompetitie ziet de Leimui- dense bestuurder niet zitten. Ook bij MMO piekert men niet over een dergelijke verschui ving. „Binnen onze gemeente is er al een zaterdagclub (Wou- brugge) en bovendien weten weRCL dichtbij", beseft voor zitter Porrey. „Wat de toe komst van de zondagafdeling aangaat, hebben we het volste vertrouwen in de plannen van de Afdeling Leiden. Deze competitie is bepaald niet ide aal. Ik kan me best leukere opzetten voorstellen, maar daar hoort het spelen van an derhalve competitie, zoals Cor Sip die voorstelt, niet bij". Cor van Steijn geconfronteerd met de antipathie van de clubs tegenover „Haags voetbal": „Ik weet niet wat ze dan wil len. Doormodderen lijkt me onverstandig. Ik heb er geen moeite mee wanneer ons plan wordt afgewezen, maar dan moeten ze wel met een alter natief komen. Er zijn er wel een paar hoor: je kan ander halve competitie spelen of het bestaande aantal standaard teams aanvullen met reserve- teams, zoals ze in Dordrecht hebben gedaan toen er nog maar vier afdelingsteams over waren. Maar is Roodenburg 5 tegen Unitas Leiden 1 leuk? Ik denk van niet. Naar mijn smaak is samenwerking met Den Haag, dat daar positief te genover staat, een goede oplos sing. Achterliggende gedachte daarbij is om in de toekomst te komen tot afdelingsvoetbal op districtsniveau. Dat de Leidse verenigingen weinig enthou siast reageren op de aanloop naar die verandering komt volgens mij om dat ze angst hebben voor het onbekende. Ze zijn zo gewend aan wed strijden in de buurt. Maar heus, als de Leidse verenigin gen weer leuke competities willen draaien, is dat plan „Den Haag" zo slecht nog niet. Wij hebben onze bijdrage om de boel te verlevendigen gele verd, het woord is aan de clubs". Alternatief Op initiatief van Stompwijkse Boys kwam de meerderheid van die clubs (MMO. KRV, Unitas Leiden en Warmunda ontbraken op het appèl) afge lopen woensdag bijeen, om zich te beraden. Het plan „Den Haag" van de Afdeling Leiden werd door de verzamelde ver enigingen resoluut van tafel geveegd. Een concreet alterna tief kwam er niet uit de bus. Wel kwam men tot de slotsom dat er „desnoods in anderhal ve competitie, liever met clubs uit Zoetermeer, Wassenaar of Hillegom wordt samengewerkt dan met Haagse verenigin gen". Met die mededeling ook gaat men komende donderdag naar Leiderdorp om overleg te voeren met het afdelingsbe stuur. En dat zou weieens kunnen betekenen de proble men rond het afdelingsvoetbal op zondag voorlopig onopge lost blijven. MAARTEN NOOTER Onder redactie van Gert-Jan Onvlee en Maarten Nooter Jesper Akkoord, hij voetbalt niet „vast" in de Leidse regio. En deze rubriek is er niet voor Deens/Amsterdamse linkerspitsen. Aan de andere kant: zaterdag was hij toch even in Katwijk. En de wijze waarop Jesper in dat woensdagse treffen met Feijenoord, zo strafschopge- voelig, over niets buitelde, verplicht ons welhaast voor één keer uit de regio in het Amsterdamse te stappen. Om vervolgens met liggende Quick Boys rechtsachter Teun van der Plas (de foto grafische bewijzen in de hand) tot onze verbazing te kunnen constateren dat Ol- sen in zo 'n geval ook nog wel eens op de been blijft... Molentje Het voetbal lag er afgelopen weekeinde uit, mede een re den voor de redactie van deze rubriek om zondag het gezicht maar weer eens in de Leidse Vijf Meihal te laten zien. Korfbalhoofdklasser Fi des Pacta moest het in die Leidse noodsporthal opne men tegen LDO (nee, niet uit Zwaag Westeinde, niet uit Gorredijk, maar uit Terwis- pel) en Wij moeten zeggen, dat gebeuren was het aanzien best waard. We mogen dan wel ééns de draak steken met het spelletje van korf en mand, maar dat neemt beslist niet weg dat ook wij zaal korfbal op niveau bedre ven probleemloos in de ca tegorie „hele echte sporten" plaatsen. We hadden het dus, ondanks het gegeven van de Leidse schotloosheid, best naar ons zin, totdat de laatste zes mi nuten van het treffen een Succesvol... aanvang namen. LDO, net op 7-7gekomen, kwam in balbe zit en besloot vanaf dat mo ment de bal rond te gaan spe len. Molentje (2) „Molentjes draaien", heet dat in de korfballerij. Een bena ming waarin Wij van Hut- spo(r)t ons beslist niet kun nen vinden. Wij zien veel meer in termen als „spelbe derf", „wangedrag" of „korf bal als geloofwaardige sport de nek omdraaien". Natuurlijk: op balbezit spe len, vertragen, tijdrekken, het zijn gekende, kwalijke elementen die in talloze spor ten kunnen worden terugge vonden. Maar een voetbalscheidsrech ter kan affluiten als het 'm de keel gaat uithangen, een handbalarbiter mag dat eveneens op het moment dat een ploeg duidelijk geen doelpogingen wenst te onder nemen en een basketbal- scheidsrechter kent in de 30 seconden regel een uitermate nuttig instrument om dit soort toestanden tegen te gaan. Kortom: het wordt tijd dat het Korfbalverbond ook een dergelijke regel uit de hoge reglementenhoed tovert. Het zou anders nog wel eens veel langer kunnen gaan du ren 'voordat de korfbalsport algemeen (en zeker interna tionaal gezien) de erkenning zal vinden die het spelletje op zich echt wel verdient. Cup Noordwijk bezet de tiende plaats. Stompwijkse Boys is negende. Woubrugge, Alk- mania en SVOW staan op de achtste, zevende en zesde po sitie genoteerd. Hazerswoud- se Boys is de laatste club in de top-vijf. Valken '68 zou met een vierde notering net buiten de medailles vallen. Brons voor Ter Leede. Het zilver zou voor Altior zijn. En dan de gouden medaille. De vereniging die op dit mo ment in het tussenklassement de voorlopige eerste plaats inneemt; de nummer één die, als de voortekenen niet bedriegen, aan het eind van dit seizoen als winnaar tevoorschijn zal komen uit de sportieve strijd om de door de KNVB Afde ling Leiden in het leven ge roepen, maar niet bestaande Fair Play Cup; de vereniging die vooraf, zij het informeel, al door de re dactie van Hutspo(r)t als een van de grootste favorieten werd gezien; de club die uitsluitend dames in haar elftallen doet: Iduna. Cup (2) Voor de dames van THB/On derwater bleek afgelopen maand reeds een Cup te zijn Jesper Encyclopedie... gereserveerd. De afdelings beker zaalvoetbal, om precies te zijn. Een bokaal die in de met 7-2 van FC Lisse gewon nen finale door treffers van Yvonne Zwaan (4x) en José Kortekaas (3x) werd veilig gesteld. Een verdiende triomf, zoals niet alleen uit die cijfers mag blijken. Ook de wetenschap dat doel- vrouwe Tilly Grimbergen de minst gepasseerde keepster in het bekertoernooi was en het feit dat José Kortekaas met 54 goals topscoorster werd, maken duidelijk dat de dames de Cup terecht voor zich opeisten. Maken ook duidelijk waarom bijgaand een fotootje van de succesvolle dames (compleet met begeleidende heren) wordt geplaatst. Cup (3) Nu we toch met bekerwin naars bezig zijn, de Leidse badmintonclub De Meren- wiek heeft dit seizoen ook weer een (kampioens)bokaal veroverd. Voor het derde op eenvolgende jaar besloot het eerste team van de meren- wiekers de competitie als winnaar; de formatie mag het derhalve in de komende badmintonjaargang in de lan delijke competitiestrijd gaan proberen. Een opvallend succes, inder daad, en een plekje in deze rubriek ook meer dan waard... Apparatuur Niet alleen tegenstrever Rot terdam Zuid, maar ook de in Rotterdam gebruikte appara tuur waarmee de speeltijd werd bijgehouden was er af gelopen weekeinde in Leidse ogen de oorzaak van dat een even onverwacht als „bela chelijk" verlies werd geleden bij de hekkesluiter van de vaderlandse eredivisie. Op zich niet zo'n merkwaardig gegeven in een spannende slotfase zijn de seconden duur, de door de club gele verde tijdwaarnemer wü die dan wel eens overdreven nuttiggebruiken maai^ het wordt al een stuk aardiljjj^ ger als wordt bedacht dat diLn Rotterdamse apparatuur ooi^nn is aangeleverd door een firu 'aa ma die onder de naam „Eltrvs mex" onder anderen in elecLru tronische scoreborden doet. J £er 'Ig SI bnde En dat, beste mensen, is iatigei deze vercom m ercialiseerdl basketbalwereld best wel i'eti om even bij stil te staan... K(l)apstuk Kees: „En nu maar hopen di die tafeltennisvoorzitter zijl medische encyclopedie heel meegenomen... ue veense tamme Kerkvliet in training met als einddoel: samen in één marathon lopen. :i JAN KERKVLIET LIEP ALS 53-JARIGE ZIJN EERSTE MARA THON' kam ROELOFARENDSVEEN „Tien jaar geleden zei de dokter tegen me dat ik moest stoppen. M'n knie was versleten. Sinds die tijd heb ik veertien mara thons gelopen". De 58-ja- rige Veense tuinder Jan Kerkvliet is er niet zo makkelijk onder te krij gen. „Als ik pijn heb, dan ga ik juist een flink stuk hardlopen. Wanneer ik thuis ben en onder de douche heb gestaan, voel ik me als herboren". Zijn medicijn voor een gezond leven is tien kilometer hardlopen elke week. En dat geneesmiddel is al overgegaan op zijn kinde ren. Zijn dochter loopt ook al marathons en zijn twee zoons zijn succesvol op de wat kortere afstan den. Trots laat Jan Kerkvliet ach ter zijn tuinderij aan de Flora- weg zijn kast met vaantjes en herinneringen aan hardloop wedstrijden zien. In een gigan tische vitrine van bijna zes meter, hangen 600 trofeeën van afgewerkte prestatielopen en wedstrijden. Onder die her inneringen ook een schilderij tje met een stilleven. „Dat was de eerste prijs van een wed strijd vlak na de oorlog. Toen was er geen materiaal voor medailles". Daarnaast hangt een beschilderde asbak. Het blijkt de eerste prijs van de ronde van Oude Wetering uit '49 te zijn. „De tweede en der de prijs waren precies 't zelfde, maar ik weet dat ikzelf als eerste over de finish ging". De wat grotere prijzen zoals de bekers worden in de huiska mer van het gezin Kerkvliet gekoesterd. Boven de tussen deuren naar de achterkamer hangt ook weer een grote vi trine met blinkende bekers. Wie de jaartallen op de bekers achter elkaar ziet, merkt dat er tussen de jaartallen een groot gat zit. Tweeëntwintig jaar lang heeft hij niet hardge- lopen. Bidden en werken Tot '49 liep hij veel wedstrij den. „M'n ouders vonden dat maar niks. Bid en werk was hun devies. Atletiek hoorde daar niet bij. Toen ik aan 't eind van de veertiger jaren een vriendinnetje kreeg, was 't snel afgelopen met hardlopen. Zij werd boos als ik zondag niet braaf thuis was, en dat m'n sport nog geld kostte ook, daar moest ze helemaal niets van hebben". Jan stopte met lopen. Het vriendinnetje verdween, maar toch trok hij de stoute schoe nen niet meer aan. Pas in de winter van '70 werd het slui merende vuurtje weer in hem aangewakkerd. „Ik stierf toen van de pijn in m'n rug. Vol gens de dokter moest ik veel zwemmen en onder de hete douche gaan staan. Het enige wat ik van die douche kreeg, waren rode plekken. In die tijd stond ik een keer naar de Molenloop te kijken. Toen heb ik stiekum zonder dat m'n vrouw 't wist m'n gympies uit de kast gehaald en ben een paar honderd meter gaan lo pen. Na een paar weken werd de rugpijn minder en minder. Op een gegeven moment liep ik alweer met zakken kunst mest van 50 kilo te sjouwen. Als je je blijft verzetten tegen je kwaal, dan gaat het vaak over. Als ik dat niet had ge daan, was ik nu een oude afge leefde man". Marathon Langzaam bouwde Jan Kerk vliet in het begin de afstanden weer op. „Toen kwam uitein delijk die grote uitdaging in zicht: de marathon". Op 53-ja- rige leeftijd debuteerde hij op deze afstand. Dit jaar liep hij vijf marathons. „En dan kom ik nog niet eens als een zout zak over de finish. Ik ga niet tot het uiterste want de vol gende dag moet ik weer 's morgens om zes uur op om te werken in de tuin". Zijn bloe- menkwekerij slokt het groot ste deel van zijn werkdag op. Werken van zeven 's morgens tot elf uur 's avonds is geen uitzondering. Van trainen komt dan natuurlijk niet veel. Voor een marathon is, voor „normale" mensen een trai ning van 100 kilometer per week nodig. Jan Kerkvliet is blij als hij een tiende van die afstand haalt. En toch komt hij elke keer weer over die finish. Meestal zonder blessures. Al leen bij de laatst gehouden Duindigt-cross kreeg hij last van een spier. Taai als hij is, hinkelde hij de wedstrijd uit. Traint hij weinig, ook zijn eet gewoonten verandert hij niet voor de lange afstand. „Ge woon eten wat de pot schaft. En heel af en toe is een glaasje drinken en een sigaartje ro ken". Van massage-olie om de spieren warm te houden moet hij ook niet veel hebben. „Sommige atleten smeren zich helemaal onder met dat spul alsof ze Het Kanaal over moe ten zwemmen. Als ik dat alle maal zie dan denk ik nou, nou. Ik ben maar een liefhebberij- lopertje". Doorsukkelen Volgens Kerkvliet moet een marathonloper keihard zijn voor zichzelf. „Als je na 35 ki lometer voelt dat je benen niet meer willen, dan moet je door sukkelen. Dan opeens gaat 't weer. Wie die mentaliteit niet kan opbrengen, valt af. Vooral de verdeling van je krach rj; is met 42 kilometer voor op boeg erg belangrijk. Aan0ger start ben je nog vers en wi"var er tegenaan. Dan moet je je^et weten in te houden. De me^ir marathonlopers zeggen ejrp(j keer na afloop dat ze ntfjni meer zo'n stuk lopen. Toch ftoe| men ze daar weer op tei ei want het blijft een uitdagjger die je als hardloper niet lgeja weerstaan". tet Ook zijn kinderen hebben ^et „kriebel" in hun lijf. 21, ni dochter Karin neemt regelif1"6 tig deel aan marathons. de 25 Nederlandse marathïlS loopsters zit zij bij de eei tien. Zijn twee zoons, BenjtU Nico, zijn lid van atletiekve niging De Bataven. En rfjj] succes, dat blijkt wel uit prijzenkast van de zoons pp naast die van hun vader in,oetj woonkamer hangt. Ook Jemi werken langzaam toe naar me( marathon. „Mijn ideaal is j de start te verschijnen bij t,jr a marathon met drie van ntg j kinderen", zegt Jan KerkvL jn Daar wordt in het gezin <L :aa ook naar toegewerkt. Dit hr jet gelijke moment moot dan ac^ voor het 65ste jaar van de h bes1 Kerkvliet plaatsvinden. ..^dich hardloopcarriere is tenslott^,^ op z'n retour. De tijden vvUrt1 den elke keer iets minder; en kan ik in mijn leeftijdsklaie (50-60 jaar) nog prima meetren, men". Omdat ik nou achter de vijftig ben, komen er stebal meer jonkies bij en sleepjde 1 niet zoveel prijzen meer in|rair wacht. Da's wel jammer", teke Volgens hem zijn de mee1?^ van zijn leeftijdsgenoten iiJ— best af. „Als ik na het w| m'n broekje en shirtje aantqQ j loop ik langs heel wat tuin rijen. Dan zie ik al die midd bare heren uitgezakt voor(SDO televisie liggen. Dan denkgr altijd, wie is er nou de gelyujt, kigste?" ROEL DEN OUT V€

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 10