anale „Meestal kreeg moeder er van langs, maar vadei sloeg hij ook twee keer het ziekenhuis in" Medische plassologie ZATERDAG 21 JANUARI als het al zindelijk was terug wil naar de onbezorgde zuigelingentijd. Als ik me als baby gedraag, dan word ik ook als baby behandeld, is dan ongeveer de redenering. Vra gen om aandacht dus. In „huishou dens van Jan Steen" zou bedplas sen meer voorkomen, maar ook in gezinnen die daar precies het te gendeel van zijn. Gezinnen waar het klokje van gehoorzaamheid meedogenloos tikt en orde en net heid in hoog aanzien staan. In zo'n gezin is in bed plassen een uitgele zen middel om het strakke regime onderuit te halen. Kortom, er zijn misschien net zo veel oorzaken als er gezinnen zijn. Sommige deskun digen beweren zelfs dat er hele^ maal geen speciale oorzaak voor bedplassen is. Men heeft uitgezocht dat maar 10 procent van alle bedplassende kin deren bij de dokter terecht komt. Wat kan die bieden? Met tamelijk eenvoudig onderzoek (praatje, plas je nakijken en hier en daar klop pen en luisteren) kan hij uitsluiten dat er iets medisch niet in de haak is. Dat is zelden het geval en door verwijzen naar de specialist is bij uitzondering nodig. Hoe verder? Het belangrijkste is om een drei gende vicieuze cirkel te doorbre ken. Kinderen kunnen zich vrese lijk schamen om dat bedplassen en ouders hebben het daarmee ook niet altijd makkelijk. Als ouders en kind op elkaar gaan reageren is de cirkel gauw gesloten: kinderen voelen zich een buitenbeentje, ou ders worden nog prikkelbaarder enzovoort. Eigenlijk is de belangriikstt' &a voor de dokter om duidelijk iJSe ken dat er niet echt iets bijzft aan de hand is. Als dat een^™ lukt dan zijn er een aantal n den om het kind „droog" t^~ gen. De plaskalender bijvood Daarop kan het kind zijn drf natte nachten bijhouden. Voet droge nacht verdient het kiii flinke aai over de bol. Het kfi ten plassen als de ouders nai gaan wil ook nog wel eens h. Merkwaardig genoeg w zou anders verwachten vochtbeperking, minder dus, niets uit. Men heeft hd| bleem ook met medicijnen f ren op te lossen. Afgezien vj feit dat het een beetje enge I de is (er worden tamelijk foil len gebruikt) zijn de resultat^l overweldigend. Sommige kilt slapen zo diep dat ze in hetL van hun slaap de controle 0$ blaas verliezen. Pillen met jfc antidepressieve pillen mak» slaap minder zwaar. Als ze aft ken dan komen de klachten f staken van de therapie vaam terug. Heel wat onschuldiger wei piaswekker. Dat ding looDtl eerste druppel af zodat net op tijd wordt En hoera. De werkt niet slecht, de helft kinderen komt zo van het br* sen af. En als dat allemaeJ helpt rest een laatste medicö-j tijd. Vroeg of laat schrale^ gaan klachten van bedf" vanzelf over. ar Mishandeld oudl proble van| jan tacht DEN HAAG/LEIDEN Moni que Wurfbain, 38 jaar en moeder van twee zoons (zes en tien jaar): „Als je mishandelde ouders onder vraagt over hun eigen jeugd, dan stuit je vrijwel steeds op het gege ven dat ze de opvoeding die zij zelf hebben genoten te streng vonden. Vooral de vaders vinden dat zij thuis te strak werden gehouden. Tegen deze achtergrond kozen ze bewust voor een veel soepeler op voeding van het eigen kroost. Die soepeler benadering blijkt vervol gens te zijn ontaard in stuurloos heid, een situatie van laat-maar- waaien". Eind 1981 verscheen er in De Tele graaf twee keer een oproep waarin slachtoffers van oudermishande ling werd verzocht met de Leidse onderzoekers contact op te nemen. Dat het verschijnsel geen zeld zaamheid is, bleek al direct uit het aantal reacties. Meer dan dertig mensen overwonnen de niet te on derschatten gêne om zich met een zo persoonlijk probleem aan wild vreemden uit te leveren en schre ven de onderzoekers aan. De ver halen die Wurfbain en Van Oosten vervolgens noteerden (tien geval len werden in de scriptie ver werkt), dreigen het voorstellings vermogen te boven te gaan. Moe ders die jarenlang een paar keer per week worden afgetuigd. Vaders die de trap af worden gesmeten of het raam uitgegooid. Een moeder die geregeld in een kast wordt op gesloten. Ouders die met gebroken of half afgebeten ledematen in het ziekenhuis belanden, wurgpogin- gen eenmaal radeloos blijkt de opstandige zoon tot alles in staat. De zoon of de dochter. Ook mis handeling door meisjes komt voor, zij het veel minder vaak. Monique Wurfbain: ..Meisjes wordt nu een maal van jongs af aan geleerd dat ze zich lief en zacht moeten gedra gen, terwijl jongens flink en stoer moeten zijn. Nog belangrijker is waarschijnlijk dat meisjes minder sterk zijn en daardoor vaak niet in de gelegenheid om er op los te slaan. Fysieke kracht speelt in heel het probleem een essentiële rol. Moeders worden vaker mishandeld dan vaders. Vaders die het slacht offer worden van mishandeling zijn dikwijls wat aan de zwakke kant. licht invalide soms". Leeftijd speelt dus ook mee. Mis handelaars onder de twaalf kwa men de onderzoekers niet tegen. Wat niet betekent dat gewelddadig gedrag na het twaalfde jaar heel plotseling ontstaat. Een jarenlange ontwikkeling van andere agressie ve uitingen gaat eraan vooraf. Driftbuien In de scriptie van Wurfbain en Van Oosten komt een gezin aan de orde met drie kinderen, een zoon en twee dochters. De mishandelin gen door de zoon begonnen toen deze veertien jaar was. Zijn agres sie trad echter al veel eerder aan het licht. Ze kwam tot uitdrukking in driftbuien en doordat de knaap zijn eigen spullen en speelgoed ka pot sloeg. Naderhand beperkte hij zich niet meer tot wat van hem was, maar maakte ook de spullen van de ouders kapot. Deuren wer den ingetrapt, ramen ingeslagen, stoelen gesloopt en serviezen aan diggelen gegooid. Dat soort gebeur tenissen vond drie maal per week plaats. Tegelijkertijd begonnen de mishandelingen die zowel op de vader als op de moeder gericht wa ren. Het meest echter op de moe der. Daarbij ging het om flink trap pen, slaan, vechten, voorwerpen naar iemands hoofd gooien. Aanvankelijk konden de ouders hem nog de baas en hielden hem op de grond tot hij tot bezinning was gekomen. Later groeide hij uit tot een boom van een kerel en luk te dit niet meer. Bij een ander gezin, met vier kin deren van wie de drie oudsten, zoons zijn en de jongste een doch ter, begonnen de mishandelingen toen de jongste zoon ongeveer twaalf jaar oud was. Hij ging slaan en stompen, waarbij de mishande lingen steeds op de moeder waren gericht. De jongen realiseerde zich dat de vader hem aan zou kunnen. In het begin verweerde de moeder zich wel, maar dan ontaardde de si tuatie in vechtpartijen. Later, toen de knaap sterker werd, moest de moeder zich alles laten welgeval len. Geregeld werd ze bont en blauw geslagen. Ze werd verschrik kelijk bang voor hem en probeerde bij volgende pogingen het huis uit te vluchten of zich op te sluiten tot hij gekalmeerd was. In hoeveel Nederlandse gezinnen dergelijke drama's tot het leven van alledag behoren, durft Moni que Wurfbain niet te schatten. Wel zegt ze met stelligheid dat het ver schijnsel geen verband houdt met de sociaal-economische klasse van de ouders. Onder de mensen die contact met haar opnamen bevon den zich wetenschapsmensen zowel als loodgieters, bankemployés zo wel als tandartsen. Dat oudermishandeling „veel" voorkomt leidt ze intussen ook af uit het feit dat sinds de publikatie van haar scriptie nog eens zo'n zes tig slachtoffers haar en haar colle ga-auteur hebben benaderd. Ze probeert dan adviezen te geven en behulpzaam te zijn bij het opsporen van instanties die hulp kunnen verlenen. Geen eenvoudige zaak want tot haar onderzoeksrapport vorig jaar verscheen was oudermis- handeling ook in de wereld van de hulpverlening een onbekend be grip. V ertrouwensartsen „Ik hoop", zegt de sociaal-pedago ge. „dat de publiciteit die nu is los gekomen tot initiatieven zal leiden als bijvoorbeeld het aanstellen van vertrouwensartsen voor mishandel de ouders. Op den duur kan er mis schien zoiets komen als een Vere niging tegen Oudermishandeling. Zoals er destijds ook een Vereni ging tegen Kindermishandeling is opgericht". Of het hier om een nieuw pro bleem gaat dan wel om een ver schijnsel dat al veel langer bestaat, maar nu door de onderzoekers aan de oppervlakte is gebracht? Moni que Wurfbain houdt het op de eer ste mogelijkheid en brengt de mis handelingen in verband met het af kalvend ouderlijk gezag. Het „Eert uw Vader en uw Moeder" is allang geen heilig gebod meer. Moderne ouders hopen dat de zoon hun vriend wordt en de dochter hun vriendin. Een beetje progressief kind steunt vandaag de dag het co mité Kindervuist. Dat deze ver schuiving op zichzelf geen verkla ring biedt, is daarbij duidelijk. In talloze gezinnen waar kinderen en ouders elkaar behandelen als bijna- In de jaren vijftig werd het verschijnsel „kindermishandeling" ontdekt. Eerst in de Verenigde Staten, niet lang daarna in ons land. Enkele jaren geleden begonnen Amerikaanse publikaties over „oudermishandeling" de aandacht te trekken. Bestaat ook dit probleem in de Nederlandse samenleving?, vroegen twee studenten aan de Leidse universiteit, Monique Wurfbain en Aad van Oosten, zich af. In een gezamenlijke doctoraal-scriptie sociale pedagogiek kwamen ze tot een griezelig overtuigende bevestiging. Een mishandelde moeder over haar zoon: „Ik had iets stoms gezegd, althans in zijn ogen, na afloop van een Journaal-uitzending. Toen reageerde hij zijn frustraties op mij af. Hij keek me met wilde ogen aan en probeerde me de keel dicht te knijpen. Gelukkig kwam mijn man op dat moment thuis. Ik heb toen gauw mijn kraag omhoog gedaan". Monique Wurfbain: „Ook de mishandelende kinderen zelf lijden verschrikkelijk onder de situatie" (Foto: CEES VERKERK). gelijken, verloopt de omgang har monieus. En in gezinnen waar één bepaald kind fysiek geweld toepast, blijken de broers en zussen vaak wel een redelijke relatie met de ou ders te hebben. Drs. Wurfbain: „Je moet die afgebrokkelde eerbied voor het ouderlijk gezag als een es sentiële voorwaarde zien, die het mogelijk heeft gemaakt dat het verschijnsel oudermishandeling kon gaan optreden. Maar het is na tuurlijk geen voldoende voorwaar de. Een reeks van andere factoren moet ook werkzaam zijn, wil het inderdaad tot excessen komen. Welke dat nu precies allemaal zijn daar kom je niet achter. Maar één belangrijke factor is ongetwij feld het karakter van het kind. In de gevallen van oudermishandeling die wij zijn tegengekomen ging het bijna steeds om kinderen die bij wijze van spreken vanaf hun ge boorte extreem veel aandacht vroe gen en alles op alles zetten om hun zin door te drijven". Een citaat van ouders die terugkij ken op de jeugd van het kind dat hen later zou gaan mishandelen: „Als klein kind kon hij al erg drif tig zijn als hij zijn zin niet kreeg. Wat hij wilde, dat móest gebeuren". Een ander citaat: „Hij was als kleu ter erg wild, ongehoorzaam en agressief tegen andere kinderen. Hij vroeg verder veel aandacht en als hij dat niet kreeg ging hij op een abnormale manier de aandacht trekken". Nog een aanhaling: „Van kleins af aan moest zijn zin doorgezet wor den en als dat niet lukte werd hij wild en agressief". Inconsequentie Een „moeilijk" kind in een op ge lijkwaardigheid gerichte opvoe dingssituatie hoeft op zichzelf ook nog niet tot brokken te leiden, be nadrukt Monique Wurfbain. Maar de risico's nemen toe als er nog een derde factor in het spel komt: in consequentie in de opvoeding. Als, bijvoorbeeld, moeder dingen toe staat die vader verbiedt. Als nu eens deze regels gelden en dan weer die. Als ouders in het verbie den van bepaalde zaken lange tijd hun „poot stijf houden" om uitein delijk toch door de knieën te gaan en het kind zijn zin te geven. In het onderzoeksrapport komt de onmacht van de mishandelde ou ders om een strakke, consequente lijn in de opvoeding te brengen, ge regeld naar voren. Eén moeder vertelde dat ze de kinderen wel enige regels wilde stellen, bijvoor beeld op tijd thuis zijn 's avonds, maar de kinderen toch ook een vrije opvoeding wilde geven. „De kinderen", aldus het rapport, „mochten zelf doen waar ze zin in hadden. De moeder geeft zelf toe dat het ook wel een beetje te wijten was aan gemakzucht, deze houding van haar. Als ze iets wilde verbie den of iets niet wilde toestaan, dan kon ze dat tegenover de kinderen toch niet lang volhouden. Ze be zweek dan al snel onder de druk die de kinderen op haar uitoefen den om hun toch hun zin te geven. De vader was wel zeer consequent en autoritair in zijn gedrag. Als hij „ja" had gezegd, bleef het „ja". Had hij „nee" gezegd, dan bleef het „nee". Hij was het dan ook absoluut niet eens met het inconsequente ge- Geen menssoort wordt zo in hokjes geduwd als het kind. Almaar wordt het gewogen, gemeten, gekeurd, ge test en getoetst door beroepskrach ten. Bovendien wordt het meedo genloos voor de jury van de collega ouders gesleept: vind je ook niet dat Pietje wat achter is? Maar ja, wat is achter en wat is normaal? Zo kun je in menig medisch voorlichtingsboek lezen dat je je echt zorgen moet ma ken als je kind op zijn vijfde nóg in bed plast. Terecht? I. Paalman In Nederland is daar schaars on derzoek naar gedaan. De kinder arts G. A. de Jonge ondervroeg in 1968 de moeders van liefst 10.000 kinderen tussen de 1 en 12 jaar.. Zijn belangrijkste conclusie: bed plassen komt veel meer voor dan ouders maar ook artsen denken. In het vierde levensjaar plast 20 pro cent van de kinderen in bed, op zesjarige leeftijd is dat percentage nog steeds tamelijk hoog: 12. Zelfs op twaalfjarige leeftijd plast drie tot zes procent van de kinderen min of meer geregeld in bed. Een glijden de schaal, het is daarom moeilijk aan te geven bij welke leeftijd bed plassen wat ongewoon wordt. Bo vendien, en dat is het belangrijkste, het gaat altijd over, mét of zonder behandeling. Een alledaagse klacht dus. Deson danks, zegt professor huisartsenge- neeskunde F. Huygen in een van de schaarse medische artikelen die ik over dit onderwerp kon vinden, „heersen rondom dit verschijnsel misverstanden waardoor kinderen ten onrechte of onjuist worden be handeld, met schade tot gevolg". Want bedplassen heeft zelden een medische oorzaak. Voor de arts is dat een reden om niet gelijk met grof medisch geschut te beginnen. Het achterhalen van een exotische medische oorzaak kan nogal ingrij pend zijn met soms averechts ef fect. Als met zo'n onderzoek wordt begonnen en er is niets medisch aan de hand, dan is bij ouder en kind ondertussen wel de indruk ge wekt dat er iets bijzonders aan de hand is. Nogal wat deskundigen zijn ervan overtuigd, dat de oorzaak van bedplassen gezocht moet worden in de omgeving van het kind. De oorzaak van bedplassen is tame lijk onduidelijk. Nogal wat deskun digen zijn er van overtuigd dat die gezocht moet worden in de omge ving van het kind. Hoe het een en ander in elkaar steekt, daar is men aanmerkelijk vager over. Het kan bijvoorbeeld heel goed zijn dat bëd- 1 plassen nu eenmaal vaker in een bepaalde familie voorkomt, niet ie dereen is tenslotte doorsnee. Ook is het mogelijk dat het kind vooral Isolement doorbreken Doorbreken van het sociaal isole ment, beklemtoont drs. Wprfbain, is de eerste en belangrijkste die ouders kunnen zetten on de terreur een einde te mi „Overwin de schaamte en klo bij een instituut voor hulp ning", raadt zij gezinnen aa het probleem van de oudermi deling aan de lijve ondervi „Niemand is ermee gedient probleem te laten voortbe Ook de mishandelende kin zelf lijden verschrikkelijk one situatie. Binnen de beperkteEB van ons doctoraal-project w;00 niet mogelijk hen bij de intent te betrekken, maar dat oj. slachtoffer zijn, is duidelijk. f\° scheept met een moeilijk kaf1 verlangen ze naar leiding in lev ven, maar vinden die niet om ouders tot het geven van 1 or niet in staat zijn. Ze zitten i „n vacuum en trachten dat, ver te vullen door er op los te slaet Nog een voorbeeld uit het <£UI zoeksrapport: dii „De mishandelingen waren mmii op zijn moeder gericht hoewjja zijn vader tot tweemaal toe zt stig mishandelde, dat een zij huisopname nodig was. Hèr schudding en een gebroken In c De moeder werd geregeld in étro geslagen. De frequentie wasoej twee tot driemaal per weekora tussenpozen van rustiger vmov De vader heeft eenmaal werlen moeten ingrijpen, toen de zoiD» moeder met een broodmes beuur te. De vader heeft toen met «Ne bak op het hoofd van de zoco. slagen. Het werd een diepe die in het ziekenhuis gehecht i zo worden. Een paar maal hebbg ii de politie aan de deur gehad, pi de politie komt nu niet meefete wel de vader wel steeds melcfen doorgeeft van mishandelingen ve dat hij bang is dat hij op een :hij ogenblik, uit verdediging, zijifan iets aandoet". ns WIM VAN DEB te emi Het onderzoeksrapport van dëge aal-pedagogen Van Oosteiax' Wurfbain is te bestellen zoi 29,25 over te maken opk ii 2577290 onder vermelding ,Joe\ gesloten Deuren", h< drag van de moeder. De ruzies die ze hadden gingen voornamelijk hierover". Als de zoon (of de dochter) de eer ste klap eenmaal heeft uitgedeeld en noch de ouders noch de even tuele broers en zussen erin slagen deze aanval op de macht te keren, gaat hier op zichzelf al een stimule rende werking van uit om het drukmiddel nog eens toe te passen. Zo ontstaat geleidelijk een gewoon tegedrag dat zich kan voortzetten en verergeren zonder dat er van buitenaf tegenkrachten in werking treden. „Want", zegt Monique Wurfbain, „naar buiten toe wordt de mishandeling tegen elke prijs geheim gehouden. In een cultuur waarin we met zijn allen de mythe van het gelukkige gezin aanhan gen, mag de buurvrouw de mishan- delingeh absoluut niet aan de weet komen. Ook tegenover elkaar en zelfs tegenover zichzelf proberen de gezinsleden de mishandelingen te verbloemen of af te zwakken. Zo kunnen excessen zich jarenlang voortslepen zonder dat er iets wordt ondernomen. Het gezin ver keert in een sociaal isolement en de overige gezinsleden zien geen an dere uitweg meer dan: alles voor komen dat de „terrorist" in het ge zin kan ergeren". Een citaat van een mishandelde ou der: „Het is een voortdurend op je tenen lopen, op je woorden letten om ruzie te voorkomen". Nog een ander citaat: „Moeder deed van alles om te voorkomen dat zich weer zo'n incident zou voordoen. Ze probeerde dat door hem zijn zin te geven, door bepaal de opmerkingen niet te plaatsen, door voortdurend ervoor te zorgen dat alles in het huishouden in orde was. Moeder was altijd blij als hij na zo'n bui weer een paar dagen „normaal" was. Ze probeerde dan een leuke sfeer te scheppen en kwam niet op de mishandelingen terug".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 16