maie „Batavia" en „Saerdam" moeten jaarlijks een half miljoen toeristen trekken uitendijks expositiecentrum »uiij Lelystad ioiect van net n 45 milioen zaterdag 21 januari 1984 iaf het water bij Lelystad gezien et het Batavia Expocentrum er [omen uit te zien. In de linker »n is de Batavia afgemeerd. een gebouw, waar de schepen in kunnen varen en vervolgens om hoog kunnen worden gebracht. Het publiek krijgt zodoende volop gele genheid de Batavia en de Saerdam van boven, van onder, van buiten en van binnen te bekijken. „Ja hoor, ook van binnen", licht Rob Dekens toe, „want laten we eerlijk zijn: de schepen hebben historisch geen enkele waarde. Natuurlijk, we bouwen de schepen tot in alle de tails zo getrouw mogelijk na, maar de mensen mogen overal in- en aankomen. Als er dingen versleten zijn of kapot dan vernieuwen we die gewoon". Vf :"c1ySTAD Bij de Stich- l Batavia Expocentrum n jkt men in grote getallen, heifmeer het expositiecen- in, dat buitendijks wordt taaJouwd in een flauwe bocht e 1de dijk bij Lelystad, ter iviftke komt. Verwacht wor- 2 Pi: 500.000 bezoekers per lCCïï*. Hoogte van het gebouw: Iri* eter. Kosten van het tota- n project: 45 miljoen gulden, lst^ immense Batavia Expocentrum loein op een grote betonnen plaat ge taan. Die betonnen plaat wordt ileèuwd op palen en zal ongeveer he«neter boven het Markermeer aa«n te „zweven". Centraal in iwefnouten gebouw komen getrou- J kopieën te n ijl van de ze- <enjiende eeuwse makvaardijsche- atte„Batavia" en priffdam". Zl Rob Dekens ivofen van de te t| initiatiefne- I van de zijlting Batavia is icentrum. Hij Ie K een over- n ff. van wat er eertiet verleden vinaal gebeurd da) van wat er lijp te gebeuren wi „Alles feit in feite om maachip de Bata- nelj vertelt hij. beh schip werd >ok,628 gebouwd en; de Amster- oolje kamer van dool Verenigde spründische dipagnie k C)- Het was ik geweldig iad.l schip, echt ls hpniek exem- dd. Maar het is gelcp z'n eerste im vergaan. Die ser reis is één iet I drama ge- >istd ngdiegisseur we Verhoeven erejal jarenlang van plan dit dra- /eeHe verfilmen. Het enige pro tra h voor hem was, dat er een nt jtschip voor nodig is. Want als lij ischip meer dan een uur in jgt.l is, dan kun je dat volgens hij. niet met een badkuipmodel -eten. Dat kun je doen bij beelden doefeen paar minuten, maar niet in Nil echte speelfilm. Verhoeven et klde dit verhaal een paar jaar hij jen in een interview", hij I hoióterview werd uiteindelijk een de aanleidingen tot de oprich- THVan de Stichting Batavia Expo- VAlum. Rob Dekens vervolgt: „In Jacobiparochie woonde ene Vos. Een scheepsbouwer, nocht aan hout, die zich steeds oui» was gaan toeleggen op het jw #en van modellen. Die model is dien leken niet alleen van bui- i wjnaar ook van binnen precies ter originele. Eigenlijk was hij al nk i van plan een VOC-schip na edinuwen. Hij las het interview res «Verhoeven en ging met hem de tafel zitten. Willem Vos van mening dat de filmregis- ies, iniet naar het buitenland zou cariin te gaan voor het laten ma ren kan een kopie van de Batavia. 11 apas ervan overtuigd dat we fer/»chip ook in Nederland kun- erdiaabouwen". \nk ps nóg meer. Rob Dekens ver- f 5,Verder: „In Friesland waren i dih houten-scheepsbouwers die tranche nieuw leven wilden WGfeen. Ze timmerden zoveel mo- I aan de weg en stonden bij- Rob Dekens, een van de initiatiefnemers, bij de plaats aan de dijk bij Lelystad waar het Batavia Expocentrum moet worden gebouwd. voorbeeld met een stand op ten toonstellingen. Zij richtten de stich ting „Houten Schepen" op, waar van inmiddels veertig werven lid zijn. Dat zijn allemaal kleine wer ven, waar één, twee, drie of hoog uit vier mensen werken. Willem Vos was vanaf het begin bij die stichting betrokken. Hi^kwam daar op een gegeven moment met de vraag of zijn plan voor een Batavia Expocentrum niet iets zou zijn voor de stichting Houten Schepen. Het bestuur zag er echter niet veel in. Maar ik wél. Ik was secretaris van de stichting. Samen met Willem Vos en Paul Verhoeven zijn we nog een keer gaan praten. En zo is het begonnen Paradepaardje Rob Dekens raakt nauwelijks uit gepraat, wanneer hij begint te ver tellen over de geschiedenis van de Batavia. „Het schip maakte deel uit van een vloot van zeven schepen. Het was een spiegelschip, het para depaardje van de VOC. Achttien meter hoog,, de vlag stond op drieënzestig meter en het schip had een lengte van drieënvijftig meter. Er waren driehonderd mensen aan boord. Onderweg is echt van alles gebeurd. Slachtpartijen, muiterij, noem maar op". „De opvarenden werden, nadat het schip was gezonken, van een eiland voor de Australische kust opge haald door een fluitschip, de Saer dam. Dat was een eenvoudiger schip; lang niet zo groot als de Ba tavia. Die fluitschepen waren in die tijd heel belangrijk. Eigenlijk zijn ze historisch veel interessanter dan de spiegelschepen. Die kleinere schepen voeren op en neer tussen de Indische eilanden en de spiegel schepen tussen Indië en Nederland. Ook de Saerdam moest dus een rol krijgen in de film van Verhoeven. En omdat dat schip historisch min stens zo interessant is, hebben we gezegd: als het even kan moeten we óók de Saerdam nabouwen en daarvoor geen decorstuk gebrui ken". Niet in de open lucht Als de Batavia en de Saerdam een maal zouden zijn nagebouwd moes ten ze worden geëxposeerd, zo luid den de plannen. Het plan kreeg langzaam maar zeker steeds meer gestalte. Men ging ook een kijkje nemen in Stockholm, waar het ori ginele exemplaar van een soortge lijk schip staat geëxposeerd. Ook dat schip was een paradepaardje, maar het bleek in de praktijk niet zeewaardig te zijn. Al na anderhal ve kilometer sloeg het om. In Zweden deden Rob Dekens en Willem Vos inspiratie op. „Hun" schepen moesten niet in de open lucht aan een kade, maar onder een dak worden tentoongesteld. De Amsterdamse architect Jan Riet veld kwam met het ontwerp voor De volgende vraag was: waar moet het ambi tieuze project worden gereali seerd? Vanaf het begin had men v drie plaatsen op het oog: Lemmer, Rotterdam en Le lystad. Uiteinde lijk heeft men eind 1982 voor Lelystad gekozen, omdat op de plek waar het exposi tiecentrum moet komen geen be stemmingsplan rust, omdat men de grond in pacht kon krijgen en omdat het cen trum vrij zou ko men te liggen aan het IJsselmeer. Het tijdschema pe voor de bouw van Batavia schepen en het „Echt, ais je expositiegebouw de verhalen klaar en erover leest, nu toe zitten de jg initiatiefnemers onvoor- precies op dat stelbaar". schema. „We wil- len zo snel moge lijk gaan bou wen", vertelt Rob Dekens, „want ook het bouwen zelf moet een publiekstrekker worden. Het en treegeld is een van de belangrijkste pijlers onder het financiële plaatje". Alleen Rijkswaterstaat moet voor het project het licht nog op groen zetten. De dienst Zuiderzeewerken van Rijkswaterstaat heeft echter al laten weten alle mogelijke mede werking te zullen verlenen. Alleen de kwaliteit van de dijk mag niet worden aangetast, vindt men daar. Volgens de planning van het Bata via Expocentrum wordt er dit voorjaar begonnen met de bouw en moet het project volgend jaar zo mer klaar zijn om de eerste bezoe kers te ontvangen. Op dat moment zullen kiel, spanten en steven van de te exposeren schepen al ge bouwd zijn, zodat de contouren van de beide vaartuigen in elk geval voor het publiek zichtbaar zijn. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de schepen volgend jaar voor het eerst zouden varen tijdens Sail Amsterdam, maar dit zal niet meer lukken. De kopieën van zowel de Batavia als de Saerdam moeten zeewaardi ge schepen worden, die zo nu en dan bij bepaalde manifestaties ^kun nen worden ingezet. Meestentijds zullen ze echter in Lelystad staan, in het Batavia Expocentrum. Ze zullen worden ondergebracht in twee spits toelopende gedeelten van dit centrum. In het verlaagde tussengedeelte komen de kantoren. Daar komen ook de balkons, waar vandaan de schepen bekeken kun nen worden. Op de bovenste ver dieping komt een restaurant, van waaruit men een prachtig uitzicht heeft over Lelystad, het IJsselmeer en de beide schepen. Rob Dekens: „Daarnaast komen er nog allerlei dingen, zoals een museum en een ambachtelijk centrum". In dat museum wil men onder meer aan de hand van modellen de ontwikkeling van de houten scheepsbouw laten zien. Rob De kens: „Er zit een hele ontwikkeling in die scheepsbouw, daar zou ik uren over kunnen praten. In de vormgeving en in alles zie je bij voorbeeld de ontwikkelingen in met name de kunst en de architec turen helemaal terug". De initiatiefnemers willen méér bereiken met het project. Een be langrijk streven is het stimuleren van de Nederlandse houtscheeps- bouw. Dat moet niet alleen gebeu ren tijdens de bouw van de sche pen, maar ook als de schepen klaar zijn moet het Batavia Expocentrum zijn functie voor de houtscheeps- bouw behouden. In het ambachte lijke centrum wil men een soort ge avanceerde bouwpakketten voor houten pleziervaartuigen gaan ma ken. Schepen, waar de vakmensen het moeilijke werk aan verrichten en waarvoor de hobbyist de een voudige klusjes doet. Op die manier denkt men de houten schepen weer meer populair te kunnen maken bij de pleziervaarders. Dekens: „Het geheel moet een bruisende dynami sche toestand worden, die een push moet geven aan de Nederlandse houtscheepsbouw". Half miljoen bezoekers Uit onderzoeken is gebleken, dat men bij het Batavia Expocentrum jaarlijks een half miljoen bezoekers mag verwachten. Ter vergelijking: de Flevohof trekt jaarlijks drie kwart miljoen bezoekers, het pony park Slajgharen één miljoen en het Dolfinarium Harderwijk en het Dierenpark Emmen allebei even eens éen miljoen. Wat bezielt Rob Dekens om een zo ambitieus en kostbaar project op poten te zetten? Dekens: „Het pro ject is het middel, niet het doel. Wat wij willen is een enorm stuk werk voor de houtscheepsbouw. Wij willen die houtscheepsbouw in ternationaal in de publiciteit bren: gen. En we willen een enorm stuk research op het gebied van de houtverwerking doen". „Die research is noodzakelijk, want deze branche heeft ongeveer zestig jaar stil gelegen. Zestig jaar geleden kwamen er behalve de houten schepen ook schepen van andere materialen; van ijzer en later van polyester. Vanaf dat moment is er in de houtscheepsbouw eigenlijk niets meer gebeurd. De schepen worden nog exact hetzelfde ge bouwd als zestig jaar geleden. Wij zeggen: dat kan niet meer, de bran che moet vernieuwen. We zeggen niet: alles wat zestig jaar geleden gedaan werd is prut, dat stelt hele maal niets voor". „Nee, wat er toen gebeurde is uiter mate waardevol, maar er is in de scheepsbouw een ontwikkeling ge weest. Wij denken dat „ons" am bachtelijk centrum een prachtige gelegenheid is om dingen uit te zoeken. We hopen dat er zoveel geld binnenkomt dat we in de toe komst steeds verder kunnen met de research en dat daar opdrachten voor de werven uit voortvloeien". Er gebeurt momenteel ook al het een en ander aan research op het gebied van de houtverwerking. Dat heeft voor de bouw van het Bata via Expocentrum al geleid tot revo lutionaire plannen. Men wil name lijk de bovenste overspanning tus sen de beide spits toelopende ge deelten maken met voorgespannen hout: planken, waartussen kabels van glasfiber worden gespannen. Op die manier wil men een vrije overspanning van maar liefst veer tig meter maken, zonder dat er ook maar één pilaar onder hoeft te worden gebouwd. Op een soortgelijke manier wordt er momenteel al met beton ge werkt. Daar gebruikt men echter stalen kabels. Hier heeft men geko zen voor glasfiber, omdat dat niet kan roesten. Rob Dekens: „We zijn er heel hard mee aan het rekenen. Het zou geweldig mooi zijn als dit lukt, want op deze manier zou je bijvoorbeeld op een erg goedkope manier houten bruggen kunnen maken". Verder is het ambachtelijk centrum bedoeld om (jonge) mensen op gang te helpen, die in de ambachtelijke houtverwerking voor zichzelf wil len beginnen. Totdat ze op eigen benen kunnen staan kunnen ze ge bruik maken van de faciliteiten in het gebouw. Doodzonde „We willen gewoon die houtver werking nieuwe impulsen geven. Kunststoffen en dergelijke worden steeds duurder. Daarom wordt het steeds interessanter te kijken wat er allemaal met hout gedaan kan worden. We denken dat het hout verwerkende ambacht een enorme toekomst tegemoet gaat. Het is doodzonde dat de regering niet veel meer doet aan het stimuleren van de kleine ambachtelijke bedrijven. De stichting Batavia Expocentrum wordt geleid en gecoördineerd door Willem Vos en Rob Dekens, die aan de secretariaten van deze stich ting en de stichting Houten Sche pen een dagtaak hebben. Voorts zijn er mensen die ieder op hun terrein voorbereidende werkzaam heden verrichten. Als het expocen trum er is zal er werk zijn voor een vaste staf van ongeveer zestig men sen. Tijdens de periode dat de twee schepen in aanbouw zijn zullen er nog eens veertig medewerkers ex tra nodig zijn. De financiering van het project werd problematisch, toen het Alge meen Burgerlijk Pensioenfonds vo rig jaar tijdens de bekende fraude affaire ondanks allerlei toezeggin gen opeens niets meer van zich liet horen. Inmiddels is vervanging ge vonden in de Coöperatieve Vereni ging Liquid Capital Circuit uit Arnhem. Deze coöperatie is een vereniging van meer dan honderd Nederlandse bedrijven, die gebruik maken van een gesloten financie ringsstructuur om eikaars activitei ten te stimuleren. In de praktijk wil dat zeggen dat men elkaar or ders toespeelt en handel bedrijft met gesloten beurzen. Tevreden Rob Dekens is tevreden over de keus van de stichting zich in Lely stad te vestigen. „Er is hier een soort blanco situatie. Dit project past uitstekend in zo'n pionierssitu atie. Het hoort niet op het oude land". De initiatiefnemer is vol goede moed, dat het allemaal gaat lukken. Ruim een jaar geleden ver telde hij al: „In het begin heb je na tuurlijk je twijfels. Maar het komt steeds dichterbij en het wordt steeds serieuzer". Inmiddels is het zó serieus geworden, dat Dekens tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van de gemeente Lelystad liet we ten dat alles in kannen en kruiken is: „Dit voorjaar komt het Batavia Expocentrum definitief naar Lely stad". De plannen zijn groot en ambitieus. Ze worden bijna ongeloofwaardig, wanneer Rob Dekens het idee ont hult de Batavia echt tot zinken te brengen. „Kijk, Paul Verhoeven en zijn producer hebben gezegd: „Als jullie zorgen voor de schepen, dan komt die film er". Voor ons is dat enorm interessant, want je kunt nooit een betere STER-spot beden ken dan een speelfilm. Maar voor die film moet het schip wel echt zinken. Wij denken dat dat moge lijk is. Je zou een ponton met be hulp van decorbouw tot een rots of eiland kunnen ombouwen. Met be hulp van zo'n ponton kun je het schip optakelen en weer laten zin ken. Voor het schip is dat niet na delig, want het hout wordt door het zeewater alleen maar geconser veerd". MAARTEN HEIJENK Het immense Batavia Expocentrum, met aan weerszijden de torens, waarin de schepen zullen worden ondergebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 15